Het nobele werk van het Internationale Roode Kruis. Tweede Blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Donderdag 19 September 1940 „Ik ben zonder bericht van mijn zoon sinds den 14den Juni". (Van onzen correspondent Kqnmg Boris van Bulgarije met zijn echtgenoote en den kiemen troonopvolger Simeon op het balcon var hun paleis tijdens de feestelijkheden met betrekking tot de jongste grenswijziging van de Dobrutsche (Foto Hollsnd-Scherl) Kroniek van den dag. Carol, de chaotische. Het tragische lot, dat in onzen cha- otischen tijd wel zeer vele landen en volken treft, is nu ook het deel van Roe menië geworden. Het grootste deel van de gebieden, waarmede deze Balkan-staat na Balkan- en wereldoorlog zoo rijkelijk werd bedacht, heeft het weer moeten af staan eerst Bessarabië aan Sovjet-Rus land, toen de Zuidelijke Dobroedsja aan Bulgarije, tenslotte Zevenburgen aan Hongarije. Zonder dat de wapens er aan te pas kwamen, voltrokken de grenswijzi gingen zich. Maar vrijwillig kwamen zij toch allerminst tot stand. Roemeniëaheeft het hoofd gebogen voor ovennacht. Men wist te Boekarest, dat vechten geen baat zou kunnen brengen. Gelijk te verwachten was, heeft de zaak een geduchte weerslag gehad op binnen- landsch politiek gebied. Koning Carol II, 'een vorst, die over den tong is gegaan, als geen ander in onze eeuw, moest het veld ruimen. Ten behoeve van zijn zoon Michael heeft hij afstand van den troon gedaan en met stille trom is hij naar het buitenland vertrokken. Smadelijke aftocht voor zulk een „Lebemann". Carol verliet eenmaal eerder Zijn vader land en troon. Maar toen was er veel meer van eigen lotsbestemming in het spelde mooie oogen van een vrouw lok ten hem weg men zal zich den naam herinneren madame Lupescu, die overi- gens niet de eerste buitenechtelijke vrouw in zijn leven'was. Vermoedelijk zette Carol op dat moment een streep onder zijn mo narchale rekening. Enkele jaren later waren de politieke bordjes in Roemenië echter zoodanig verhangen, dat hij de kans schoon zag voor een eenigszins ro mantische coup de theatre. Met mede weten van enkele gedienstigen, die tot den nieuwen ètat-major van het schip van staat behoorden, landde hij totaal onver wachts voor het Roemeensche volk met een vliegtuig te Boekarest. En zonder veel omslag beklom hij opnieuw het koninklijk gestoelte. Madame Lupescu kwam nader hand in de buurt wonen Koning Carol had zonder eenigen twijfel een staatkundig talent. Maar hij was voor den chaotischen tijd dezer 20e eeuw een te chaotisch mensch. Hij sprong in zijn be wind van den hak op den tak, met een zekere elegantie, ontegenzeggelijk. Politiek paste hem van alles het liberale colbert, zoowel als het conservatieve jacquet en de boersche kieltenslotte zelfs het uni forme hemd van het autoritaire stelsel. Maar hjj bleef in al die costuums, die hij wasde lichtzinnige, chaotische Carol, die eenmaal zijn troon voor een paar vrouwenoogen in den steek had gelaten en die de politiek bedreef om zichzelfs wil. Niets was dezen koning weloverwogen doel tot heil van zijn volk. Alles was hem mid del tot behoud van een status, die ten slotte onhoudbaar zou blijken. De politieke situatie in Roemenië had misschien ook een minder chaotisch type parten ge speeld, echter dan toch niet zoo, -dat het op een smadeljjken aftocht moest uitloo- pen. Het nieuwe autoritaire régime, dat het land nu gekregen heeft, onder een „staatsleider", generaal Antonescu, en waarin de nationaal-socialistische „IJzeren Garde" de richtlijnen voor het volk aan geeft, gaat immers accoord met den mo narchale i .staatsvorn Carol's zoon'Michael zit op het koninklijk gestoelte. Dat Carol zelf het veld moest r-uimen houdt daarom rechtstreeks verband mét zijn karakter. Een zeer hardnekkige strijd heeft de afgetreden koning, voordat de tragedie zich aan Roemenië begon te voltrekken, met de „IJzeren Garde" gestreden. Op het laatste oogenblik gooide hjj weliswaar nog het roer om, pogende een verzoening te bev rkstelligen, doch toen was het reeds te laat. De kloof tusschen den koning en deze beweging bleek te breed geworden. Men heeft Carol in het bijzonder nooit kunnen vergeven, dat de vroegere leider- der „IJzeren Garde", Codreanu, in 1938 nadat hij was gearresteerd bij „een poging tot ontvluchten" iverd doodgescho ten. Naar alle waarschijnlijkheid had men hier met een politieken moord te doen, waarvan intusschen nooit is komen vast te staan, of ze op instigatie van den koning was geënsceneerd. Maar voor het régime, waaronder het drama zich voltrok, stelde de „IJzeren Garde" Carol verantwoorde- lijk.Carol begon toen zijn autoritair régime als een absoluut regeerende vorst. Naar alle waarschijnlijkheid is dat zijn grootste ongeluk geweest. Japan en de Brltsch- Amerlkaansche houding. Het gemeenschappelijke EngelschAme- rikaansche vertoog jegens Japan in ver band met de thans aan den gang zijnde onderhandelingen te Hanoi tusschen de Japansche en de Fransche autoriteiten in Fransche Indo-China, wordt door de „Kokoe- min Sjimboen" opgevat als een Engelsch— Amerikaansche uiting van welbewuste po gingen om het Japansche voornemen tut verhaasting van de oplossing der-Chinee- sche kwestie te dwarsboomen. Ten aanzien van een dergelijke EngelschAmerikaan sche houding betoogt het blad, dat, Japan gedwongen is zich op het ergste voor te bereiden. Het orgaan wijst erop, dat de wereld als gevolg van den Europeeschen oorlog in vier groepen of ruimten zal wor den verdeeld, t.w. 1. De Europeesche ruimte onder leiding van -Duitschland. 2. De Amerikaansche ruimte onder lei ding van de Vereenigde Staten. 3. De Sovjet-Russische ruimte onder lei ding van de Sovjet-Unie. 4. De Groot-Aziatische ruimte onder lei ding van Japan. Het blad dringt er ten slotte bij de re geering op aan voort te gaan met het op bouwen van de groote Oost-Aziatische ruimte van gemeenschappelijke welvaart, met inbegrip van het Zuidzeegebied, zon der aandacht te schenken aan Engelsch Amerikaansche obstructie of interventie. GENÈVE, September; De pompeuze fassade van het „Palais Electoral" te Genève verbergt een enorme zaal, die eens diende voor politieke bijeen komsten en sport-evenementen, kiezers-ver gaderingen en boks-matches. Ook de Vol kenbond kwam hier enkele malen tezamen en van deze zaal uit richtte de Negus zijn laatste wanhoopskreet tot de volkeren. De vlag van het Roode Kruis, die van het balcon hangt, brengt het eenige kleu rige accent in de groote ruimte. Geen schilderij, geen plakkaat versiert de wan den, noch een manend „Nooit meer oor log" of een portret van dqn grijzen Hen ri Dunant. Slechts zakelijkheid regeert hier: enkele landkaarten, zooals de geschiede nis der laatste maanden die heeft ge vormd; statistieken over den gepresteer- den arbeid, over ontvangen en verzon den correspondentie. Ruw getimmerd zijn de houten wan den aan beide zijden der zaal, waardoor afgescheiden bureauruimten ontstaan. Primitief zijn de rijen tafels in het mid den, waaraan de assistenten hun werk plaats hebben. En men denkt onwille keurig aan den schepper van het Roode Kruis: Henri Dunant, die op het slag veld van Solferino zijn reddingswerk organiseerde en daarbij ook gebruik maak te van de onmiddellijk aanwezige, zeer primitieve hulpmiddelen ROERENDE HULPVAARDIGHEID. Organisatie is het „Leitmotiv" in een reusachtig bedrijf als dit, waar men reeds meer dan een millioen adress.en heeft ver zameld en gerangschikt. Öoch ook de meest verregaande mechaniseering ont slaat niet van den plicht, ieder geval vol komen individueel te behandelen en daar, waar misschien de dood van een gezochten soldaat aan de achterblijvenden moet wor den medegedeeld, zoo nauwkeurig mogelijk de omstandigheden, waaronder het over lijden plaats vond, de namen der mede strijdende kameraden en de getuigen van zijn laatste minuten te vermelden, den na,am van dengene, die aan het graf sprak en de nauwkeurige plaats, waar de zoo plotseling uit het leven weggerukte zijn laatste rustplaats vond. Zonder de roerende hulpvaardigheid der tallooze vrijwilligers zou het Internatio nale Cömité van het Roode Kruis onmoge lijk zijn liefdeswerk kunnen volbrengen. Naast 180 betaalde, zijn 1400 volkomen gratis werkende krachten, uitsluitend Zwitsers, in het gebouw werkzaam. Tal rijke mannelijke en vrouwelijke studenten hebben hun vacantieplannen gewijzigd om hier te komen helpen. Oudere dames en heeren hebben hun leven door dezen ar beid een nieuwen inhoud kunnen geven. Een fabrikant uit het kanton Graubün- den brengt zijn vacantiedagen door met het sorteeren van buitenlandsche brieven, „omdat ik geen militairen dienst kan ver richten". Een grijze, gepensionneerde on derwijzeres uit Zllrich geeft op vriende lijke en rustige wijze inlichtingen over de hoeveelheden levensmiddelen, tabak en ondergoederen, die men den krijgsgevange nen mag zenden. Uit ieder, paar oogen schittert eh uit ieder antwoord bespeurt men de eerlijke en waarachtige hulpvaar digheid, waarvan ieder hier bezield is NIET-EINDIGENDE STROOM. Gisteravond, toen de zaal om 6 uur leegliep, heeft dé oude heer aan den in gang met krijt op het bord de balans van dezen dag geschreven: 12347 brieven ont vangen, 8475 brieven verzonden. Vanmor gen is weer een dozijn zakken met brie ven aangekomen, die allereerst nader worden uitgezocht; Een blik op ieder cou vert: welke brieven moeten apart worden gehouden? Welke zijn de brieven aan het bestuur en aan de leden van het Comité, welke zijn de regeeringsbrieven, die regel matig de namen der gevonden gesneuvel de vijanden en'die der gemaakte gevange nen mededeelen? Al deze corresponden tie moet allereerst uit den eindeloozen stroom van brieven worden gesorteerd. Daar worden de sluizen geopend en stroomt de papiervloed verder door de verschijlende bureaux. Tek! Tek! Tek! doet de machine, die van 's morgens tot 's avonds onafgebro ken de duizenden binnengekomen brieven opent. Padvinders stempelen datum van aankomst en nummer op de brieven en dan gaan de papierstapels naar de vol gende ruimte voor een eerste inspectie. Twee dozijn lezers, stapels aflegdoozen Voorloopig wordt de correspondentie in vier groepen verdeeld Franscljen; mili taire gevangenen in' Duitschland en Enge land; vermisten; civiele vluchtelingen. HOOP EN VERTWIJFELING. Vrouwen, moeders en dochters smeeken het Internationale Roode Kruis om een nader onderzoek: „Ik ben zonder bericht van mqn zoon, sinds den 14en Juni". Hoe veel slapelooze nachten, hoeveel hoop en vrees verbergen zich achter deze paar woorden Welk een machteloos rukken aan de tralies der wanhoop Aangrijpend zjjn deze, meestal door een ongeoefende vrouwenhand geschreven, smeekbeden. „Mijn zoon stond als artille rist aan de Somrne. Sedert 8 Juni heb ik geen teeken van leven meer van hem ver nomen". Of het Roode Kruis alsjeblieft wil helpen, om hem te vinden. Een kaart uit Marseille: „Jacques P., onderofficier in het 24e detachement, se dert begin Juni in de omgeving van Vi- try-le-Frangois vermist". Een Duitsche vrouw schrijft: „Mijn man is gevangen in Engeland. Hij schreef mij een briefje, doch vergat zijn adres te vermelden. Kunt U het voor mij te weten komen?" De regeeringen der oorlogvoerende sta ten zenden de lijsten der gevonden gesneu velde vijanden en der gevangenen naar Genève. Telegrafisch geeft het Roode Kruis deze lijsten aan de betreffende re geeringen door en per post volgt ter con trole de photocopie der ontvangen lijsten, 'waarvan het origineel in het archief te Genève wordt bewaard. Voortdurend wordt het van alle zijden toestroomende adressen-materiaal grooter. De kans, dat vermisten worden gevonden, wordt steeds grooter. Dagelijks kan gemid deld de verblijfplaats van 1500 vermisten aan de familieleden worden medegedeeld. Millioenen vrouwen, kinderen en ouden van dagen vluchtten voor de oorlogsver schrikkingen naar het Zuiden; van Neder land, België, van de oevers der Seine en de Loire, Aisne en Oisne, van Parjjs en de 'omliggende plaatsen. Hun woonsteden lig gen eenzaam en verlaten; de mannen, de zoons, de vaders, weten niets over het lot van hun- naasten. Hoe zouden deze uit- elkaar-gerukten elkaar ooit terug kunnen vinden zonder de menschlievende bemidde ling van het Internationale Roode Kruis in Genève Wanneer het Roode Kruis gevraagde adressen heeft kunnen uitvinden, mogen de krijgsgevangenen met hun familie en ook de bewoners van met elkaar-in-oorlog- zijnde-landen via Genève korte, hoogstens 25 woorden tellende, briefjes van strikt persoonlijken inhoud aan elkaar schrijven. Het hierboven geschetste is een belang rijk onderdeel van het werk van het In- ter-nationale Comité- van het Roode Kruis. Doch het is nog lang niet alles. Van zeer veel belang is bijv. ook de orgapisatie en uitrusting van levensmiddelentreinen naar gebieden, waar de bevolking met een groot gebrek aan levensmiddelen heeft te kam pen, het zenden van lectuur aan krijgsge vangenen, enz. enz. In alle landen is men algemeen over tuigd van het nobele, onzelfzuchtige en ze- genrijke werk, dat hier in Genève wordt verricht De rechtspositie van het Overheidspersoneel. Van bevoegde Duitsche zijde geeft men de volgende toelichting op de dezer dagen gepubliceerde nieuwe bepalingen omtrent de rechtspositie van ambtenaren en overig personeel in openbaren dienst: De verordening is een algemeen voor schrift, dat de mogelijkheid moet scheppen, de rechtsverhoudingen van in openbaren dienst aangestelden, leeraren aan bijzondere scholen en dragersvan bepaalde ambten, zooals b.v. notarissen en advocaten, aan te passen aan de geldende staatsrechtelijke en economische bepalingen. Krachtens de ze verordening kunnen de rechts- en finan cieels verhoudingen, waaronder genoem de personen verkeeren, in het bijzonder de voorwaarden van aanstelling en ontslag ge regeld worden. Zoo noodig in afwijking van het tot dusver geldende recht. De op zichzelf staande bepalingen zullen worden gemaakt in den vorm van beschikkingen. Deze beschikkingen kunnen in de Neder- landsche Staatscourant openbaar gemaakt worden. Het koopen van hout. Het is gebleken, dat in vele gevallen, zonder vergunning van het rijksbureau voor hout, door .personen, die van den han del in hout niet hun' nomaal bedrijf maken, hout wordt gekocht, dat niet be stemd is voor eigen gebruik. De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van handel, nij verheid en scheepvaart, vestigt er met na druk de aandacht op, dat een dergelijke handelwijze volgens artikel 5 van de hout beschikking 1940 no. 1 is verboden en dat overtreding van deze bepaling wordt ge straft met gevangenisstraf van ten hoog ste vier jaren of geldboete van ten hoog ste tien duizend gulden. Het collectief contract in de metaalindustrie. Zooals gemeld is Maandag jl. een nieuw collectief contract in de metaalindustrie in werking getreden. Blijkens een bericht van den persdienst van het Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen, heeft het N.V.V. te dien aanzien overleg gepleegd en besprekingen gevoerd met de werk geversorganisaties en de andere werkne mersorganisaties. Bij de loonbepaling is men uitgegaan van een onderscheiding in geschoolde en onge schoolde werklieden en een indeeling in gemeenteklassen. Door de in het contract vastgestelde loonen is een einde gekomen aan de willekeurige loonbepaling van indi- vidueele werkgevers. Den metaalbewerker wordt thans door het collectieve contract een bepaald inkomen gegarandeerd. In het contract is de bepaling opgeno men, dat aan arbeiders, die het geheele loópende kalenderjaar in dienst zijn, een vacantie van één werkweek moet worden gegeven. Daarnaast vinden wij in het contract een regeling opgenomen, welke bepaalt, dat in elke onderneming een werkliedenvertegen woordiging, een zgn. fabriekscommissie, dient te worden ingesteld. Deze commissies hebben tot taak in. alle fabriijksaangelegen- hedeh de moreele en materieele belangen, alsmede de veiligheid der arbeiders te be vorderen en zullen zoowel adviseerend als onderhandelend optreden. Het contract in haar geheel beteekent dus een belangrijke verbetering in de soci ale en economische positie van de metaal bewerkers. DE ENGELSCHE DUIKBOOT „NARWHAL" GEZONKEN. Uit Londen meldt het D.N.B. De Brit- sche admiraliteit deelt mede, dat de duik boot „Narwhal" over tijd is en als verloren moet worden beschouwd. De toekenning van rechtspersoonlijkheid aan den postcheque- en girodienst. Op het besluit van de secretarissen* generaal van' de departementen van bin- nenlandsche zaken en van financiën tot toekenning van rechtspersoonlijkheid aan den post-chèque- en girodienst verschenen, in het verordeningenblad van 14 Septem ber, wordt van officieele zijde de volgende toelichting gegeven Het toekennen van rechtspersoonlijkheid aan den postchèque- en girodienst is noodzakelijk om dezen dienst in staat te stellen een deel van de postchèquegelden in staatsfondsen te beleggen en niettegen staande dit feit door verpanding hiervan bij de Nederlandsche Bank een overeen komstig deel van de postchèquegelden liquide te houden. Afzonderlijk bepaalt deze verordening, dat door het verleenen van rechtspersoonlijkheid, in de organisa torische verhouding tusschen den post chèque- en girodienst en het staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie geen verandering intreedt. De beambten van den postchèque- en girodienst worden met betrekking tot hun rechtspositie, ook wat de financieele zijde betreft, gelijk gesteld met de ambtenaren in dienst van den staat. De Nederlandsche Staat garandeert, dat de postchèque- en girodienst zijn verplich tingen te allen tijde ten volle zal kunnen nakomen. AFDEELJNG BERGJAGEES DOOR LAWINE OVERVALLEN. Volgens een mededeeling van den staf van het Zwitsersche leger, is een afdeeling' bergjagers uit Unterwalden bij een oefen- marsch door een lawine overvallen. Een korporaal en een Roode Kruissoldaat kwa men hierbij om het leven. Zestien soldaten werden gewond. De Ho.ngaarsche troepen trekken over de Roemeensche grens. Bij hun intocht in het Zevenburgsche gebied troffen de troepen talrijke 'verdedigingswerken aan, die echter snel verwijderd werden, {Foto Pax Holland}

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 5