Het gemeenschapsgevoel der dienende
kameraadschap.
Tweede Blad
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Woensdag 4 September 1940
BRIEVEN Uil VLAANDEREN
Wat er in België tot stand kwam na de
rampzalige Meidagen.
De oorlog was in België langer en he
viger dan in Nederland. Pijnlijker ook in
zijn naweeën, welke het gevolg wa
ren van het onverantwoordelijk optreden
derEngelschen, die, volgens hun zeggen,
België wilden beschermen, maar tijdens
hun aftocht .wegen, bruggen, fabrieken,
electrisohe centrales, telefoonkantoren, -wa
terleidingen, transportmiddelen en provi
andopslagplaatsen, zonder eenig militair
belang, in icte lucht deden vliegen, waar
door het land niet meer in staat was te
leven. Die moedwillige vernieling van al
les wat noodig was voor het leven der
burgerbevolking, heeft den opmarsch der
Duitschers geen dag kunnen tegenhouden
en „gelukkig maar" zegt men hier, want
wat had België moeten beginnen zonder
de hulp van de Duitschers en van het
Roode Kruis! Dat België veel meer dan
Nederland door den oorlog geleden heeft,
is voorts een gevolg van de fout der
Fransche legeraanvoerders, die, in hun
overjaarsche manier, iedere open stad en
elk dorp in België als een vesting wilden
gaan verdedigen, waardoor zij .de bevol
king overal op de vlucht joegen. Nog min
der dan de Franschen hielden de Engel
schen rekening met de veiligheid der bur
gerbevolking; zij stelden hun kanonnen en
machinegeweren bjj voorkeur op te mid
den van steden en dorpen, in stadsparken,
op straten en pleinen. Wat daarvan het
gevolg is geweest, is ons dezer dagen uit
voerig uiteengezet door de leiding van het
Roode Kinis in België, die zich de laat
ste maanden voor een bijna onmogelijke
taak gesteld zag. Dr. Dronsart, .algemeen
voorzitter van het Roode Kruis te Brus
sel, zei ons daaromtrent:
Dank zij de Duitsche hulp, is na de
tragische dagen van Mei veel tot stand
kunnen komen wat het publiek niet ziet.
Door den aard der gebeurtenissen en voor
al door hun snelheid, heeft het Roode
Kruis moeten werken in een groote span
ning. Voor tal van diensten was de grond
slag gelegd, maar andere moesten worden
geïmproviseerd, omdat zij niet konden
worden voorzien. Onze organisatie van
vóór Mei voorzag in 140 noodhospitalen,
verdeeld over even veel gemeenten. 95
daarvan konden reeds kort na het uitbre
ken der krijgsverrichtingen geopend wor
den, terwijl de tien bestaande militaire
hospitalen door het Roode Kruis werden
overgenomen en thans door ons bestuurd
worden. Volgens de door ons verkregen
inlichtingen, die als officieel beschouwd
kunnen worden, zoo ging dr. Dronsart
verder, zal' het aantal gewonden in België-
de 16000 niet overtreffen, maar het is
opmerkelijk dat het aantal zwaargewon
den grooter is dan in den vorigen oorlog.
Het aantal Belgische gesneuvelde solda
ten zal ongeveer 10.000 bedragen, bijna
8000 zijn er tot nu toe geïdentificeerd.
Voorts is op het oogenblik de identiteit
vastgesteld van 4000 burgerslachtoffers
van den oorlog.
Sprekend over de organisatie van den
terugkeer der Belgische dienstplichtigen
en vluchtelingen, deelde dr. Dronsart ons
mede, dat de laatste Belgische militairen
die zich in Frankrijk bevonden, j.l. Don
derdag zijn teruggekeerd. Er bevinden zich
thans nog ongeveer honderdduizend bur
gerlijke vluchtelingen in een drietal Fran
sche departementen. Deze "luchtelingen
komen terug in aantallen van 10.000 tot
12.000 per dag, zoodat binnen een tiental
dagen de vluchtelingenkwestie, dank zij
de groote medewerking van de Duitsche
autoriteiten, opgelost zal zijn. De trein
die de laatste jongelieden van de werf-
reserve (niet opgeroepen dienstplichtigen
tot den leeftijd van 35 jaar) heeft terug
gebracht, is Woensdagavond te Brussel
aangekomen.
Het Roode Kruis heeft nog de Volgende
diensten ingericht: de Bemiddeling voor
Krijgsgevangenen, de Dienst voor Hulp
aan de Gevangenen, de Dienst der Ge
sneuvelden en de Sociale Hulp voor Vluch
telingen. Vanwege de Duitsche overheid
heeft het Roode Kruis alle mogelijke me
dewerking ontvangen voor de hulp aan de
gevangenen. Waar de krijgsgevangenen
voorbij trokken mocht het Roode Kruis
zich met hen bezig houden en kon voed
sel worden uitgedeeld, wat soms wensche-
lijk was in verband met liet groot aantal
gevangenen. De Duitsche overheid heeft
zeer overzichtelijke lijsten overgemaakt
met 85.000 namen van Belgische krijgs
gevangenen. Een groot aantal, daarvan is
reeds terug. Slechts 15 ten honderd van
het aantal krijgsgevangenen, namelijk de
beroepsmilitairen, zullen vastgehouden
worden tot nader order. Zij zullen geregeld
briefwisseling alsook pakjes mogen ont
vangen. Voor dit laatste is sinds half
Augustus toestemming verleend, iedere
veertien dagen een pakje van 500 gram.
Eiken dag worden bij de duizend pakjes
verzonden. Er mag slechts gestuurd wor
den: ondergoed, garen, wol, naalden, zeep,
tabak, pijpen, sigaretten, sigaren, choco
lade, koekjes, suiker, kaas, conserven,
vleeschextract en ontbijtkoek. Al deze
pakjes worden verzonden via het Roode
Kruis te Brussel, waar zij gecentraliseerd
worden en nagezien, gelijk het geschiedt
met de briefwisseling. Het Roode Kruis
neemt daarvoor de volle verantwoordelijk
heid op zich en heeft ook in dit opzicht
het volle vertrouwen van de Duitsche
overheid. De Belgische krijgsgevangenen
zijn in Duitschland verdeeld over groote
en kleine kampen en him toestand is zeer
bevredigend, zooals uit een door neutra
len ingesteld ondei)ek gebleken is. In
Zwitserland zijn 650 Belgische soldaten
geïnterneerd die aan het desbetreffend in
ternationaalregiem onderworpen zijn. De
Dienst der Belgische Krijgsgevangenen is
gevestigd Louisalaan 154 Brussel. Een spe
ciaal inlichtingskantoor, waar men ook
over de lijsten der krijgsgevangenen be
schikt, is ingericht in de Wittestraat 29,
te Brussel, Leider do heer Poli.
DE IDENTIFICATIE DER
GESNEUVELDEN.
Na het onderhoud met dr. Dronsart,
Algem. Voorz. van het Belgische Roode
•Kruis, werden wij in de gelegenheid ge
steld een bezoek te brengen aan den
Dienst der Gesneuvelden, die onder lei
ding staat van den heer Picalausa. Bij
deze instelling wordt zeer kiesch gewerkt,
in verband met de zeer moeilijke identi-
ficeering der dooden. De onderzoekingen
betreffen zoowel de identiteit van mili
tairen als die van burgers en de betref
fende mededeelingen worden gedaan niet
alleen door 'de Belgische organisaties,
maar ook door de Duitsche overheid,
welke laatste in dit opzicht veel zorg en
nauwkeurigheid aan den dag legt. De
Duitsche militairen hebben er in veel ge
vallen toe bijgedragen om de identiteit van
gesneuvelden te kunnen vaststellen. Zoo
werd ons ten kantore van het Roode Kruis
mededeeling gedaan van een geval dat
zich heeft voorgedaan te Ohain, een dorpje
in Waalsch Brabant, niet ver van Brussel.
Daar was een oorlogsgraf ontdekt waar,
naar het scheen, één Engelsch soldaat
begraven lag. Toen de opgraving plaats
had, bleek het graf de lijken van drie
Engelschen te bevatten. De identificeering
was onmogelijk en men dacht de pogingen
op te moeten geven toen nabij het graf
een blikken doosje werd gevonden, dat er
door onbekende oorzaak van verwijderd
was geworden. In het doosje zat een brief
je met de namen van de drie gesneuvelde
Engelschen en op de achterzijde was een
mededeeling geschreven in het Duitsch,
volgens dewelke Duitsche soldaten dit
briefje hadden gevonden en het in het
doosje hadden geplaatst, dat zij daarna op
het graf hadden gelegd. Zonder deze
schoone uiting van menschelijk gevoel zou
men nooit geweten hebben wie daar wa
ren begraven. Zeer dikwijls gebeurt het
dat onbekende slachtoffers worden gevon
den; meer nog is dit het geval bjj burgers
dan bij so'^aten. Ondanks de groote moei
lijkheden slaagt men er veelal in de iden
titeit te ontdekken, dank zij op of bij de
lijken gevonden voorwerpen. Een of ander
adres en soms een simpel tramkaartje kan
dienen als bewijs der plaats van her
komst. Zoo werd te Marke het stoffelijk
overschot gevonden van een luitenant der-
administratie met het regimentsnummer
43 en in een van zijn zakken een stukje
zeemleder, dat het adres bevatte van een
brillenhandelaar te Frasnes, bij Buisseval.
Men vroeg dezen handelaar of soms een
luitenant' 'bij hem een bril had gekocht
en het antwoord luidde bevestigend: een
luitenant die eerst te Frasnes gewoond
had en in het begin van dit jaar naar
Brussel was vertrokken. Zoo kon men de
identiteit van den gesneuvelden officier
vaststellen. Behalve voor de Belgische, is
er ook een Dienst voor de Fransche en
Engelsche gesneuvelden, die echter in Bel
gië weinig talrijk zijn. Alle voorwerpen
die herinneringen z\jn van gesneuvelden
worden verzameld en aan de familieleden
overgemaakt. Tot nu toe werden bij de
8000 steekkaarten voor gesneuvelde Bel
gische soldaten en 4000 voor Belgische
burgerlijke slachtoffers van den oorlog op
gemaakt. Om dit overzicht der werkzaam
heden van de verschillende diensten van
het Belgische Roode Kruis te besluiten,
vermelden wij nog den Socialen Dienst
voor Vluchtelingen, Florencestraat 4, Brus
sel, die voorheen vluchtelingen opzocht en
thans verloren kinderen, bevallen vrou
wen, ouden van dagen en lichamelijke- en
zielszieken helpt en iedereen met inlich
tingen en hulp aan 'vluchtelingen van
dienst is, die zich tot de organisatie wendt.
De „onmogelijke taak" waarvan dr.
Dronsart in bet begin van ons onderhoud
sprak, is voor het Belgische Roode Kruis
een „mogelijke" geworden, dank zij de ge
waardeerde hulp der Duitsche overheid en
de onbeperkte offervaardigheid der hel
pers en helpsters van het Roode Kruis,
die maandenlang dag en nacht en onder
een -nooit beleefde hoogspanning voor
vriend en vijand inde weer waren en
„vlakaf mirakelen van menschenliefde"
hebben verricht, zooals ons een Vlaamsch
militair dokter zei. In het licht dezer
groote menschelykheid vervalt de onder
scheiding van vijand en vriend en blijven
er nog slechts menschen, hulpvaardige en
hulpbehoevende menschen, die elkander in
naastenliefde helpen en waarbij de gevoe
lens van haat, wraak en vergelding heb
ben plaats gemaakt voor het heerlijke ge
meenschapsgevoel der dienende kameraad
schap! (Nadruk verboden.)
Verzoek aan
Adverteerders en
Correspondenten.
In verband met de beperking der
vervoergelegenheid moet ons blad
vroeger verschijnen. Wij verzoeken
met bet oog daarop onzen adverteer
ders» er wel rekening mede te willen
Houden, dat de advertenties uiterlijk
om tien uur in ons bezit moeten zijn,
om nog in bet nummer van denzellden
dag te kunnen worden opgenomen. De
- Vertenties uit Middelburg dienen al
daar voor half tien- te worden inge
zonden.
Onze correspondenten gelieven er
rekening mede te houden, dat zij hun
kopy zoo spoedig mogelijk inzenden.
Indien er belangrijk nieuws te melden
is, verwachten wij daarvan vóór twaalf
uur telefonisch mededeeling.
Engelsche bommen op Berlijn. Tijdens
een luchtaanval op de Duitsche hoofd
stad hebben Engelicbe vliegers eenigo
bommen op een woonwijk laten vallen.
Eea dsr vermelde woonhuizen
(Foto WeJtW<9
in het kamphuis op den Scheeleberg te Lunteren is oen herscholingskamp voop
werklooze handels- en kantoorbedienden begonn.R. - Wjdens^de^ ^te^lessen
DISTRIBUTIE VAN TERPENTIJN
EN LIJNOLIE.
REGELING VOOR DE SCHILDERS
BEDRIJVEN.
De Secretaris-Generaal, wnd. hoofd van
het departement van handel, nijverheid en
scheepvaart, maakt het volgende bekend
Zooals in de dagbladen van 27 Mei 1940
is gepubliceerd, is tot heden het afleveren
van terpentijn zoowel door den groot- als
door den kleinhandel zonder uitdrukkelijke
schriftelijke toestemming van het bestuur
van het rijksbureau voor chèmische pro
ducten verboden geweest, uitgezonderd aan
schilderspatroons in hoeveelheden van
hoogstens 1 liter per week per volwassen
schilder.
Met ingang van 9 September a.s. komt
deze regeling te vervallen. Van dien datum
af zal eveneens het afleveren van terpen
tijn aan een toestemming van het bestuur
van het rijksbureau voor chemische pro
ducten gebonden blijven, doch zal een spe
ciale regeling gelden voor het afleveren
aan het schildersbedrijf.
De uitvoering van deze regeling, berust
bij den directeur van de sectie verf en
verfgrondstoffen van het rijksbureau voor
chemische producten, Koningskade 15,
's-Gravenhage.
Bij de technische vetten- en olie-distri
butiebeschikking 1940 van 13 Juli 194Ö
werd lijnolie, aV dan-niet bewerkt, tot öis-
tributiegoed verklaard. .-Met de uitvoering
van deze regeling, ook vöorzqöver de schil-.,
ders hierbij betrokken waren, "werd be
last de afdeeling margarine, vetten en
oliën van de Nederlandsche Zuivelcentrale.
Voórzoover het betreft de distributie
onder de schilders wordt ook deze regeling
vervangen door een nieuwe, waarvan de
uitvoering eveneens is opgedragen aan den
directeur van de sectie verf en verf gronde
stoffen van het rijksbureau voor chemische
producten.
Nadere bijzonderheden zijn in een in alle
dagbladen geplaatste officieele publicatie
vastgelegd.
Vergoeding voor door miltvuur
gestorven dieren.
De secretaris-generaal, waarnemend hoofd
van het departement van landbouw en vis-
scherjj heeft -sloten
1. Uit het Landbouw-Crisisfonds, aan vee
houders, als tegemoetkoming in de schade,
veroorzaakt door het sterven van runderen,
paarden, varkens dan wel schapen, tenge
volge van miltvuur in het tijdvak van 1 De
cember 1939 tot 1 April 1940, te vergoeden
per dier voor.volwassen stamboek rundvee
225, volwassen rundvee 200, vaarzen
150, pinken 100, Kalveren 25, volwas
sen paarden 300, enters 100, varkens
50, schapen 20, met dien verstande, dat
indien de betreffende veehouder tegen het
intreden van bovengenoemde schade was
verzekerd, aan hem slechts wordt uitbe
taald het bedrag, waarmede de evenge-
noemde tegemoetkoming de door den ver
zekeraar gedane uitkeering overtreft en dat
aan den verzekeraar de tegemoetkoming
wordt uitbetaald tot ten hoogste de door
hem gedane uitkeering.
2. De gelden, tenoodigd voor de uitbeta
ling van de onder 1 bedoelde vergoedingen,
te stellen ter beschikking van het rijksbu
reau voor de voedselvoorziening in oorlogs
tijd en voor de uitvoering van de Land-
bouw-crisiswet 1933.
Het fonds voor oud-militairen.
Het fonds voor oud-militairen (opgericht
1815), gevestigd Nes 57 Amsterdam, deelt
mede, dat de vc ninlcte militairen en de
nagelaten betrekkingen van gesneuvelden,
alvorens dè door den Staat te verleenen
pensioenen zjjn vastgesteld, zich reeds tot
steun tot genoemd fonds kunnen wenden.
Bij voorkeur zullen dergelijke verzoeken
gericht dienen tr worden aan de districts-
of plaatselijke commisslën van het fonds.
Het ligt in het voornemen van het fonds,
nadat omtrent de benoodigde geldmiddelen
een voldoende overzicht zal zijn verkregen,
zich tot het Nederlandsche volk te richten.
Stortingen op postgironummer 75597 wor
den echter reeds gaarne tegemoet gezien.
ZAKEN- EN MARKTBEZOEK
AAN TEXEL.
In verband met het daartoe strekkende
verbod wordt medegedeeld dat personen,
die voor zakelijke doeleinden het eiland
Texel wenschen te bezoeken, hiertoe schrif
telijk ten raadhuize te Den Burg een ver
gunning dienen aan te vragen, vermeldend
hun vast adres en de verblijfplaats up
Texel,
Geen sportvaartuigen in Sehelde-
en Rijnmonding.
In het verordeningenblad voor de bezet
te Nederlandsche gebieden van 2 Septem
ber 1940 (nr. 24) is een verordening nr.
121/40 van den Rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied verschenen,
houdendebeperking ten aanzien van het
bevaren van het gebied der Schelde- en
Rijnmondingen. Door dit besluit worden
de groote waterwegen in Zeeland en Zuid-
Holland tot het Hollandsch Diep met in
begrip van Willemstad voor het sportver-
keer en voor het maken van tochtjes en
plezier-vaartuigen tijdelijk gesloten, zooals
dit reeds voor de Nieuwe Waterweg en de
aangrenzende wateren door de verorde
ning nr. 59/40 is geschied. Tevens is een
ligverbod uitgevaardigd voor sport- en
pleziervaartuigen in de verboden zóne.
Deze verordening heeft dus geen be
trekking op het geregelde personenver
voer, lynverkeer en vrachtverkeer. Vaar
tuigen, die een dergelijk verkeer onder
houden, hebben slechts de verplichting in
de sperzöne direct uit te wijken voor Duit
sche marinevaartuigen.
Voor de sport- en pleziervaartuigen, die
op het oogenblik in de sperzöne liggen is
echter een verlichting van het ligverbod
uitgevaardigd; zij mogen daar blijven lig
gen wanneer binnen een week na het in
werking treden van de verordening de in
richting tot voortdryving door demontage
vair ondei'üeelen (motor, stoommachine,
schroef) "of dóór het verwijderen van dé
zeilen onklaar zijn gemaakt.
Verantwoordelijk voor het naleven van
de in de verordening vastgelegde geboden
en verboden zijn degenen, die aan boord
de leiding hebben, hun plaatsvervangers,
de roerganger en de loods van het vaar
tuig; in het geval van het ligverbod, de
eigenaar en degenen, die het vaartuig
daadwerkelijk onder zich heeft. Bij niet-
naleving van de bepalingen van de ver
ordening wordt een gevangenisstraf van
ten hoogste zes weken en een geldstraf
van ten hoogste 5000 R.M., in ernstige
gevallen ook gevangenisstraf, opgelegd.
Inzake overtreding van de verordening
wordt door de Duitsche legerautoriteitèn
beslist.
De verordening is om militaire redenen
dringend noodzakelijk. Er is echter naar
gestreefd de vereischteverkeersbeperking
zoo gering mogelyk te houden. Haar
practische beteekenis is slechts zeer klein,
daar het sportseizoen spoedig ten einde zal
zyn.
TE WATER GERAAKT EN
VERDROI7KEN.
Maandagnacht is de 36-jarige gehuwde
caféhouder S. Ziesling uit de Gelkinge-
straat te Groningen, vermoedelijk door de
duisternis misleid, bij hef Winschoterdiep
te water geraakt er verdronken. Het lijk
is later opgehaald.
De DuitschRussische
overeenkomst van 31 Augustus.
Omtrent het verdrag, dat op 31 Augus
tus in Berlijn is onderteekend door Duitsch
land en de Sovjet Unie, betreffende de
regeling van de rechtstoestanden aan do
grens, verneemt het D.N.B. nog nadere
bijzonderheden. Het verdrag vormt het slot
van een reeks moeilijke werkzaamheden
die afgehandeld moesten worden bij de
practische regeling van de DuitschSovjet
Russische grens. Het betreft daarbij vooral
de opmeting en afbakening welke met de
onderteekening van het „grensoorkonden-
werk" van 17 Augustus 1940 eindigden en
de „DuitschRussische overeenkomst over
de regeling van conflicten en incidenten
aan de grens" van 10 Juni 1940.
In verband met de genoemde verdragen
werd in een tijdsbestek van slechts tien
maanden een grens van 1389 KM. vastge
steld en geplaatst op de noodzakelijke
staatsrechtelijke basis. Dit resultaat werd
vooral mogelijk gemaakt door de samen
werking vol begrip van de Duitsche en do
Sovjet Russische grenscommissie en door
de wederzijdsche technische prestaties bij
de opmeting en afbakening, die ondanks
den ongunstigen weerstoestand van den
a.fgeloopen winter zonder- onderbreking
zijn uitgevoerd.
UITSLUITING VAN JOODSCHE
ADVOCATE IN FRANKRIJK.
De in 1934 opgerichte advocatenvereenr-
ging „Jeune Barreau .Francais" heeft in
het paleis van justitie te Parijs een ver
gadering gehouden, waarin verlangd werd,
dat de vereerriging de Joodsche leden en
die welke lid zjjn van vrijmetselaarsloges,
uitsluit. Slechts Joden, wier grootvader
in Frankrijk geboren is en Joden, die aan
den oorlog van 1918/14 hebben deelgeno
men, zouden hierop een uitzondering
maken, meldt het D.N.B. uit Parijs.
DE BEHANDELING DER DUITSCHE
GEÏNTERNEERDEN IN NED.-INDIË.
Het d.N.B. meldt uit Berlijn: Het feit,
dat een Duitsche burger, genaamd
Frühstück, die in een interneerings-
kamp in Nederlandsch-Indië was onderge
bracht, is doodgeschoten, vormt, naar men
hier constateert, een nieuw bewijs voor
het ongehoorde en meedoogenlooze op
treden van de Nederlandsche autoriteiten
in Nederlandsch Indië tegen de Duitschers.
Friihstiick werd op den loden Mei, toen
hij in het kamp een wandeljng ging ma
ken, volkomen zonder eenige reden, zonder
te zijn aangeroepen, door een wachtpost
in den rug doodgeschoten.
De positie van de buitenlandsche arbeiders
in Duitschland.
Tewerkstelling van tijdelijken
aard.
Onze correspondent nreldt ons uit Ber
lijn:
Zooals men weet, hebben duizenden ar
beiders uit de aan Duitschland grenzende
landen: Nederland, België, Slowakije en
Italië, in het Duitsche Rjjk werk gevon
den. Alleen uit het kleine Slowakije wer
ken niet minder dan 80.000 arbeiders in
Duitschland.
Ten aanzien van het probleem der bui
tenlandsche arbeidskrachten maakt men
hier principieel onderscheid tusschen den
oorlogstoestand en een lateren vredestoe
stand. Het Duitsche arbeidsfront heeft
met nadruk den eisch gesteld, dat alle
belangrijke beroepen in het bijzonder ook
dat van landarbeider, in de toekomst door
eigen krachten moeten worden uitgeoefend
om te voorkomen dat het land in geval
van een nieuwen oorlog in ernstige pro
ductie-moeilijkheden zou geraken.
Gedurende den oorlog acht men het
gebruikmaken van buitenlandsche werk
krachten echter volkomen verdedigbaar
en wel op economischegronden. Duitsch
land zoo redeneert men levert aan
de Europeesche landen, in hoofdzaak in
dustrieproducten, die een hoog percentage
aan kwaliteitsarbeid bevatten. De tegen
prestaties bestaan voornamelijk uit leve
ringen van landbouwproducten, die veel
minder rntensïeven arbeid vertegenwoor
digen. Wanneer Duitschland op die wijze
meer arbeid weggeeft dan het terug
krijgt, is het billijk, dat de naburige agra
rische landen voor dit verschil een zekere
vergoeding aan werkkrachten leveren. Bij
zonder duidelijk komt deze situatie tot uit
drukking bij eenige Scandinavische lan
den, wier kolenvoorziening uitsluitend op
de Duitsche productie is aangewezen en
die daarom Duitschland bij de winning en
het verladen der kolen met arbeidskrach
ten uit eigen land behulpzaam zijn.
Een ander karakter draagt de tewerk
stelling van buitenlandsche arbeiders, die
in eigen land tijdelijk geen werk kunnen
vinden. Hiertoe behooren vooral de Belgi
sche industrie-arbeiders. Hier beteekent
de tewerkstelling in Duitschland uitslui
tend een overbrugging van den overgangs
tijd naar herstel van de normale werk
gelegenheid in het vaderland dezer arbei
ders.
Vair bevoegde Duitsche zijde wordt met
beslistheid verklaard, dat men de nabu
rige landen niet alleen hun voorzienings
mogelijkheden, maar ook hun arbeids
krachten voor eigen gebruik wil laten en
dat r.ten er niet aan denkt hier een soort
onteigening ten gunste van Duitschland
na te streven. Ongetwijfeld zal deze ver
klaring met belangstelling vernomen wor
den door landgenooten, die door- do om
standigheden gedwongen, tijdelijk werk
hebben moeten zoeken in den vreemde.