Het gemeenschapsgevoel der dienende kameraadschap. Tweede Blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Woensdag 4 September 1940 BRIEVEN Uil VLAANDEREN Wat er in België tot stand kwam na de rampzalige Meidagen. De oorlog was in België langer en he viger dan in Nederland. Pijnlijker ook in zijn naweeën, welke het gevolg wa ren van het onverantwoordelijk optreden derEngelschen, die, volgens hun zeggen, België wilden beschermen, maar tijdens hun aftocht .wegen, bruggen, fabrieken, electrisohe centrales, telefoonkantoren, -wa terleidingen, transportmiddelen en provi andopslagplaatsen, zonder eenig militair belang, in icte lucht deden vliegen, waar door het land niet meer in staat was te leven. Die moedwillige vernieling van al les wat noodig was voor het leven der burgerbevolking, heeft den opmarsch der Duitschers geen dag kunnen tegenhouden en „gelukkig maar" zegt men hier, want wat had België moeten beginnen zonder de hulp van de Duitschers en van het Roode Kruis! Dat België veel meer dan Nederland door den oorlog geleden heeft, is voorts een gevolg van de fout der Fransche legeraanvoerders, die, in hun overjaarsche manier, iedere open stad en elk dorp in België als een vesting wilden gaan verdedigen, waardoor zij .de bevol king overal op de vlucht joegen. Nog min der dan de Franschen hielden de Engel schen rekening met de veiligheid der bur gerbevolking; zij stelden hun kanonnen en machinegeweren bjj voorkeur op te mid den van steden en dorpen, in stadsparken, op straten en pleinen. Wat daarvan het gevolg is geweest, is ons dezer dagen uit voerig uiteengezet door de leiding van het Roode Kinis in België, die zich de laat ste maanden voor een bijna onmogelijke taak gesteld zag. Dr. Dronsart, .algemeen voorzitter van het Roode Kruis te Brus sel, zei ons daaromtrent: Dank zij de Duitsche hulp, is na de tragische dagen van Mei veel tot stand kunnen komen wat het publiek niet ziet. Door den aard der gebeurtenissen en voor al door hun snelheid, heeft het Roode Kruis moeten werken in een groote span ning. Voor tal van diensten was de grond slag gelegd, maar andere moesten worden geïmproviseerd, omdat zij niet konden worden voorzien. Onze organisatie van vóór Mei voorzag in 140 noodhospitalen, verdeeld over even veel gemeenten. 95 daarvan konden reeds kort na het uitbre ken der krijgsverrichtingen geopend wor den, terwijl de tien bestaande militaire hospitalen door het Roode Kruis werden overgenomen en thans door ons bestuurd worden. Volgens de door ons verkregen inlichtingen, die als officieel beschouwd kunnen worden, zoo ging dr. Dronsart verder, zal' het aantal gewonden in België- de 16000 niet overtreffen, maar het is opmerkelijk dat het aantal zwaargewon den grooter is dan in den vorigen oorlog. Het aantal Belgische gesneuvelde solda ten zal ongeveer 10.000 bedragen, bijna 8000 zijn er tot nu toe geïdentificeerd. Voorts is op het oogenblik de identiteit vastgesteld van 4000 burgerslachtoffers van den oorlog. Sprekend over de organisatie van den terugkeer der Belgische dienstplichtigen en vluchtelingen, deelde dr. Dronsart ons mede, dat de laatste Belgische militairen die zich in Frankrijk bevonden, j.l. Don derdag zijn teruggekeerd. Er bevinden zich thans nog ongeveer honderdduizend bur gerlijke vluchtelingen in een drietal Fran sche departementen. Deze "luchtelingen komen terug in aantallen van 10.000 tot 12.000 per dag, zoodat binnen een tiental dagen de vluchtelingenkwestie, dank zij de groote medewerking van de Duitsche autoriteiten, opgelost zal zijn. De trein die de laatste jongelieden van de werf- reserve (niet opgeroepen dienstplichtigen tot den leeftijd van 35 jaar) heeft terug gebracht, is Woensdagavond te Brussel aangekomen. Het Roode Kruis heeft nog de Volgende diensten ingericht: de Bemiddeling voor Krijgsgevangenen, de Dienst voor Hulp aan de Gevangenen, de Dienst der Ge sneuvelden en de Sociale Hulp voor Vluch telingen. Vanwege de Duitsche overheid heeft het Roode Kruis alle mogelijke me dewerking ontvangen voor de hulp aan de gevangenen. Waar de krijgsgevangenen voorbij trokken mocht het Roode Kruis zich met hen bezig houden en kon voed sel worden uitgedeeld, wat soms wensche- lijk was in verband met liet groot aantal gevangenen. De Duitsche overheid heeft zeer overzichtelijke lijsten overgemaakt met 85.000 namen van Belgische krijgs gevangenen. Een groot aantal, daarvan is reeds terug. Slechts 15 ten honderd van het aantal krijgsgevangenen, namelijk de beroepsmilitairen, zullen vastgehouden worden tot nader order. Zij zullen geregeld briefwisseling alsook pakjes mogen ont vangen. Voor dit laatste is sinds half Augustus toestemming verleend, iedere veertien dagen een pakje van 500 gram. Eiken dag worden bij de duizend pakjes verzonden. Er mag slechts gestuurd wor den: ondergoed, garen, wol, naalden, zeep, tabak, pijpen, sigaretten, sigaren, choco lade, koekjes, suiker, kaas, conserven, vleeschextract en ontbijtkoek. Al deze pakjes worden verzonden via het Roode Kruis te Brussel, waar zij gecentraliseerd worden en nagezien, gelijk het geschiedt met de briefwisseling. Het Roode Kruis neemt daarvoor de volle verantwoordelijk heid op zich en heeft ook in dit opzicht het volle vertrouwen van de Duitsche overheid. De Belgische krijgsgevangenen zijn in Duitschland verdeeld over groote en kleine kampen en him toestand is zeer bevredigend, zooals uit een door neutra len ingesteld ondei)ek gebleken is. In Zwitserland zijn 650 Belgische soldaten geïnterneerd die aan het desbetreffend in ternationaalregiem onderworpen zijn. De Dienst der Belgische Krijgsgevangenen is gevestigd Louisalaan 154 Brussel. Een spe ciaal inlichtingskantoor, waar men ook over de lijsten der krijgsgevangenen be schikt, is ingericht in de Wittestraat 29, te Brussel, Leider do heer Poli. DE IDENTIFICATIE DER GESNEUVELDEN. Na het onderhoud met dr. Dronsart, Algem. Voorz. van het Belgische Roode •Kruis, werden wij in de gelegenheid ge steld een bezoek te brengen aan den Dienst der Gesneuvelden, die onder lei ding staat van den heer Picalausa. Bij deze instelling wordt zeer kiesch gewerkt, in verband met de zeer moeilijke identi- ficeering der dooden. De onderzoekingen betreffen zoowel de identiteit van mili tairen als die van burgers en de betref fende mededeelingen worden gedaan niet alleen door 'de Belgische organisaties, maar ook door de Duitsche overheid, welke laatste in dit opzicht veel zorg en nauwkeurigheid aan den dag legt. De Duitsche militairen hebben er in veel ge vallen toe bijgedragen om de identiteit van gesneuvelden te kunnen vaststellen. Zoo werd ons ten kantore van het Roode Kruis mededeeling gedaan van een geval dat zich heeft voorgedaan te Ohain, een dorpje in Waalsch Brabant, niet ver van Brussel. Daar was een oorlogsgraf ontdekt waar, naar het scheen, één Engelsch soldaat begraven lag. Toen de opgraving plaats had, bleek het graf de lijken van drie Engelschen te bevatten. De identificeering was onmogelijk en men dacht de pogingen op te moeten geven toen nabij het graf een blikken doosje werd gevonden, dat er door onbekende oorzaak van verwijderd was geworden. In het doosje zat een brief je met de namen van de drie gesneuvelde Engelschen en op de achterzijde was een mededeeling geschreven in het Duitsch, volgens dewelke Duitsche soldaten dit briefje hadden gevonden en het in het doosje hadden geplaatst, dat zij daarna op het graf hadden gelegd. Zonder deze schoone uiting van menschelijk gevoel zou men nooit geweten hebben wie daar wa ren begraven. Zeer dikwijls gebeurt het dat onbekende slachtoffers worden gevon den; meer nog is dit het geval bjj burgers dan bij so'^aten. Ondanks de groote moei lijkheden slaagt men er veelal in de iden titeit te ontdekken, dank zij op of bij de lijken gevonden voorwerpen. Een of ander adres en soms een simpel tramkaartje kan dienen als bewijs der plaats van her komst. Zoo werd te Marke het stoffelijk overschot gevonden van een luitenant der- administratie met het regimentsnummer 43 en in een van zijn zakken een stukje zeemleder, dat het adres bevatte van een brillenhandelaar te Frasnes, bij Buisseval. Men vroeg dezen handelaar of soms een luitenant' 'bij hem een bril had gekocht en het antwoord luidde bevestigend: een luitenant die eerst te Frasnes gewoond had en in het begin van dit jaar naar Brussel was vertrokken. Zoo kon men de identiteit van den gesneuvelden officier vaststellen. Behalve voor de Belgische, is er ook een Dienst voor de Fransche en Engelsche gesneuvelden, die echter in Bel gië weinig talrijk zijn. Alle voorwerpen die herinneringen z\jn van gesneuvelden worden verzameld en aan de familieleden overgemaakt. Tot nu toe werden bij de 8000 steekkaarten voor gesneuvelde Bel gische soldaten en 4000 voor Belgische burgerlijke slachtoffers van den oorlog op gemaakt. Om dit overzicht der werkzaam heden van de verschillende diensten van het Belgische Roode Kruis te besluiten, vermelden wij nog den Socialen Dienst voor Vluchtelingen, Florencestraat 4, Brus sel, die voorheen vluchtelingen opzocht en thans verloren kinderen, bevallen vrou wen, ouden van dagen en lichamelijke- en zielszieken helpt en iedereen met inlich tingen en hulp aan 'vluchtelingen van dienst is, die zich tot de organisatie wendt. De „onmogelijke taak" waarvan dr. Dronsart in bet begin van ons onderhoud sprak, is voor het Belgische Roode Kruis een „mogelijke" geworden, dank zij de ge waardeerde hulp der Duitsche overheid en de onbeperkte offervaardigheid der hel pers en helpsters van het Roode Kruis, die maandenlang dag en nacht en onder een -nooit beleefde hoogspanning voor vriend en vijand inde weer waren en „vlakaf mirakelen van menschenliefde" hebben verricht, zooals ons een Vlaamsch militair dokter zei. In het licht dezer groote menschelykheid vervalt de onder scheiding van vijand en vriend en blijven er nog slechts menschen, hulpvaardige en hulpbehoevende menschen, die elkander in naastenliefde helpen en waarbij de gevoe lens van haat, wraak en vergelding heb ben plaats gemaakt voor het heerlijke ge meenschapsgevoel der dienende kameraad schap! (Nadruk verboden.) Verzoek aan Adverteerders en Correspondenten. In verband met de beperking der vervoergelegenheid moet ons blad vroeger verschijnen. Wij verzoeken met bet oog daarop onzen adverteer ders» er wel rekening mede te willen Houden, dat de advertenties uiterlijk om tien uur in ons bezit moeten zijn, om nog in bet nummer van denzellden dag te kunnen worden opgenomen. De - Vertenties uit Middelburg dienen al daar voor half tien- te worden inge zonden. Onze correspondenten gelieven er rekening mede te houden, dat zij hun kopy zoo spoedig mogelijk inzenden. Indien er belangrijk nieuws te melden is, verwachten wij daarvan vóór twaalf uur telefonisch mededeeling. Engelsche bommen op Berlijn. Tijdens een luchtaanval op de Duitsche hoofd stad hebben Engelicbe vliegers eenigo bommen op een woonwijk laten vallen. Eea dsr vermelde woonhuizen (Foto WeJtW<9 in het kamphuis op den Scheeleberg te Lunteren is oen herscholingskamp voop werklooze handels- en kantoorbedienden begonn.R. - Wjdens^de^ ^te^lessen DISTRIBUTIE VAN TERPENTIJN EN LIJNOLIE. REGELING VOOR DE SCHILDERS BEDRIJVEN. De Secretaris-Generaal, wnd. hoofd van het departement van handel, nijverheid en scheepvaart, maakt het volgende bekend Zooals in de dagbladen van 27 Mei 1940 is gepubliceerd, is tot heden het afleveren van terpentijn zoowel door den groot- als door den kleinhandel zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van het bestuur van het rijksbureau voor chèmische pro ducten verboden geweest, uitgezonderd aan schilderspatroons in hoeveelheden van hoogstens 1 liter per week per volwassen schilder. Met ingang van 9 September a.s. komt deze regeling te vervallen. Van dien datum af zal eveneens het afleveren van terpen tijn aan een toestemming van het bestuur van het rijksbureau voor chemische pro ducten gebonden blijven, doch zal een spe ciale regeling gelden voor het afleveren aan het schildersbedrijf. De uitvoering van deze regeling, berust bij den directeur van de sectie verf en verfgrondstoffen van het rijksbureau voor chemische producten, Koningskade 15, 's-Gravenhage. Bij de technische vetten- en olie-distri butiebeschikking 1940 van 13 Juli 194Ö werd lijnolie, aV dan-niet bewerkt, tot öis- tributiegoed verklaard. .-Met de uitvoering van deze regeling, ook vöorzqöver de schil-., ders hierbij betrokken waren, "werd be last de afdeeling margarine, vetten en oliën van de Nederlandsche Zuivelcentrale. Voórzoover het betreft de distributie onder de schilders wordt ook deze regeling vervangen door een nieuwe, waarvan de uitvoering eveneens is opgedragen aan den directeur van de sectie verf en verf gronde stoffen van het rijksbureau voor chemische producten. Nadere bijzonderheden zijn in een in alle dagbladen geplaatste officieele publicatie vastgelegd. Vergoeding voor door miltvuur gestorven dieren. De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van landbouw en vis- scherjj heeft -sloten 1. Uit het Landbouw-Crisisfonds, aan vee houders, als tegemoetkoming in de schade, veroorzaakt door het sterven van runderen, paarden, varkens dan wel schapen, tenge volge van miltvuur in het tijdvak van 1 De cember 1939 tot 1 April 1940, te vergoeden per dier voor.volwassen stamboek rundvee 225, volwassen rundvee 200, vaarzen 150, pinken 100, Kalveren 25, volwas sen paarden 300, enters 100, varkens 50, schapen 20, met dien verstande, dat indien de betreffende veehouder tegen het intreden van bovengenoemde schade was verzekerd, aan hem slechts wordt uitbe taald het bedrag, waarmede de evenge- noemde tegemoetkoming de door den ver zekeraar gedane uitkeering overtreft en dat aan den verzekeraar de tegemoetkoming wordt uitbetaald tot ten hoogste de door hem gedane uitkeering. 2. De gelden, tenoodigd voor de uitbeta ling van de onder 1 bedoelde vergoedingen, te stellen ter beschikking van het rijksbu reau voor de voedselvoorziening in oorlogs tijd en voor de uitvoering van de Land- bouw-crisiswet 1933. Het fonds voor oud-militairen. Het fonds voor oud-militairen (opgericht 1815), gevestigd Nes 57 Amsterdam, deelt mede, dat de vc ninlcte militairen en de nagelaten betrekkingen van gesneuvelden, alvorens dè door den Staat te verleenen pensioenen zjjn vastgesteld, zich reeds tot steun tot genoemd fonds kunnen wenden. Bij voorkeur zullen dergelijke verzoeken gericht dienen tr worden aan de districts- of plaatselijke commisslën van het fonds. Het ligt in het voornemen van het fonds, nadat omtrent de benoodigde geldmiddelen een voldoende overzicht zal zijn verkregen, zich tot het Nederlandsche volk te richten. Stortingen op postgironummer 75597 wor den echter reeds gaarne tegemoet gezien. ZAKEN- EN MARKTBEZOEK AAN TEXEL. In verband met het daartoe strekkende verbod wordt medegedeeld dat personen, die voor zakelijke doeleinden het eiland Texel wenschen te bezoeken, hiertoe schrif telijk ten raadhuize te Den Burg een ver gunning dienen aan te vragen, vermeldend hun vast adres en de verblijfplaats up Texel, Geen sportvaartuigen in Sehelde- en Rijnmonding. In het verordeningenblad voor de bezet te Nederlandsche gebieden van 2 Septem ber 1940 (nr. 24) is een verordening nr. 121/40 van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied verschenen, houdendebeperking ten aanzien van het bevaren van het gebied der Schelde- en Rijnmondingen. Door dit besluit worden de groote waterwegen in Zeeland en Zuid- Holland tot het Hollandsch Diep met in begrip van Willemstad voor het sportver- keer en voor het maken van tochtjes en plezier-vaartuigen tijdelijk gesloten, zooals dit reeds voor de Nieuwe Waterweg en de aangrenzende wateren door de verorde ning nr. 59/40 is geschied. Tevens is een ligverbod uitgevaardigd voor sport- en pleziervaartuigen in de verboden zóne. Deze verordening heeft dus geen be trekking op het geregelde personenver voer, lynverkeer en vrachtverkeer. Vaar tuigen, die een dergelijk verkeer onder houden, hebben slechts de verplichting in de sperzöne direct uit te wijken voor Duit sche marinevaartuigen. Voor de sport- en pleziervaartuigen, die op het oogenblik in de sperzöne liggen is echter een verlichting van het ligverbod uitgevaardigd; zij mogen daar blijven lig gen wanneer binnen een week na het in werking treden van de verordening de in richting tot voortdryving door demontage vair ondei'üeelen (motor, stoommachine, schroef) "of dóór het verwijderen van dé zeilen onklaar zijn gemaakt. Verantwoordelijk voor het naleven van de in de verordening vastgelegde geboden en verboden zijn degenen, die aan boord de leiding hebben, hun plaatsvervangers, de roerganger en de loods van het vaar tuig; in het geval van het ligverbod, de eigenaar en degenen, die het vaartuig daadwerkelijk onder zich heeft. Bij niet- naleving van de bepalingen van de ver ordening wordt een gevangenisstraf van ten hoogste zes weken en een geldstraf van ten hoogste 5000 R.M., in ernstige gevallen ook gevangenisstraf, opgelegd. Inzake overtreding van de verordening wordt door de Duitsche legerautoriteitèn beslist. De verordening is om militaire redenen dringend noodzakelijk. Er is echter naar gestreefd de vereischteverkeersbeperking zoo gering mogelyk te houden. Haar practische beteekenis is slechts zeer klein, daar het sportseizoen spoedig ten einde zal zyn. TE WATER GERAAKT EN VERDROI7KEN. Maandagnacht is de 36-jarige gehuwde caféhouder S. Ziesling uit de Gelkinge- straat te Groningen, vermoedelijk door de duisternis misleid, bij hef Winschoterdiep te water geraakt er verdronken. Het lijk is later opgehaald. De DuitschRussische overeenkomst van 31 Augustus. Omtrent het verdrag, dat op 31 Augus tus in Berlijn is onderteekend door Duitsch land en de Sovjet Unie, betreffende de regeling van de rechtstoestanden aan do grens, verneemt het D.N.B. nog nadere bijzonderheden. Het verdrag vormt het slot van een reeks moeilijke werkzaamheden die afgehandeld moesten worden bij de practische regeling van de DuitschSovjet Russische grens. Het betreft daarbij vooral de opmeting en afbakening welke met de onderteekening van het „grensoorkonden- werk" van 17 Augustus 1940 eindigden en de „DuitschRussische overeenkomst over de regeling van conflicten en incidenten aan de grens" van 10 Juni 1940. In verband met de genoemde verdragen werd in een tijdsbestek van slechts tien maanden een grens van 1389 KM. vastge steld en geplaatst op de noodzakelijke staatsrechtelijke basis. Dit resultaat werd vooral mogelijk gemaakt door de samen werking vol begrip van de Duitsche en do Sovjet Russische grenscommissie en door de wederzijdsche technische prestaties bij de opmeting en afbakening, die ondanks den ongunstigen weerstoestand van den a.fgeloopen winter zonder- onderbreking zijn uitgevoerd. UITSLUITING VAN JOODSCHE ADVOCATE IN FRANKRIJK. De in 1934 opgerichte advocatenvereenr- ging „Jeune Barreau .Francais" heeft in het paleis van justitie te Parijs een ver gadering gehouden, waarin verlangd werd, dat de vereerriging de Joodsche leden en die welke lid zjjn van vrijmetselaarsloges, uitsluit. Slechts Joden, wier grootvader in Frankrijk geboren is en Joden, die aan den oorlog van 1918/14 hebben deelgeno men, zouden hierop een uitzondering maken, meldt het D.N.B. uit Parijs. DE BEHANDELING DER DUITSCHE GEÏNTERNEERDEN IN NED.-INDIË. Het d.N.B. meldt uit Berlijn: Het feit, dat een Duitsche burger, genaamd Frühstück, die in een interneerings- kamp in Nederlandsch-Indië was onderge bracht, is doodgeschoten, vormt, naar men hier constateert, een nieuw bewijs voor het ongehoorde en meedoogenlooze op treden van de Nederlandsche autoriteiten in Nederlandsch Indië tegen de Duitschers. Friihstiick werd op den loden Mei, toen hij in het kamp een wandeljng ging ma ken, volkomen zonder eenige reden, zonder te zijn aangeroepen, door een wachtpost in den rug doodgeschoten. De positie van de buitenlandsche arbeiders in Duitschland. Tewerkstelling van tijdelijken aard. Onze correspondent nreldt ons uit Ber lijn: Zooals men weet, hebben duizenden ar beiders uit de aan Duitschland grenzende landen: Nederland, België, Slowakije en Italië, in het Duitsche Rjjk werk gevon den. Alleen uit het kleine Slowakije wer ken niet minder dan 80.000 arbeiders in Duitschland. Ten aanzien van het probleem der bui tenlandsche arbeidskrachten maakt men hier principieel onderscheid tusschen den oorlogstoestand en een lateren vredestoe stand. Het Duitsche arbeidsfront heeft met nadruk den eisch gesteld, dat alle belangrijke beroepen in het bijzonder ook dat van landarbeider, in de toekomst door eigen krachten moeten worden uitgeoefend om te voorkomen dat het land in geval van een nieuwen oorlog in ernstige pro ductie-moeilijkheden zou geraken. Gedurende den oorlog acht men het gebruikmaken van buitenlandsche werk krachten echter volkomen verdedigbaar en wel op economischegronden. Duitsch land zoo redeneert men levert aan de Europeesche landen, in hoofdzaak in dustrieproducten, die een hoog percentage aan kwaliteitsarbeid bevatten. De tegen prestaties bestaan voornamelijk uit leve ringen van landbouwproducten, die veel minder rntensïeven arbeid vertegenwoor digen. Wanneer Duitschland op die wijze meer arbeid weggeeft dan het terug krijgt, is het billijk, dat de naburige agra rische landen voor dit verschil een zekere vergoeding aan werkkrachten leveren. Bij zonder duidelijk komt deze situatie tot uit drukking bij eenige Scandinavische lan den, wier kolenvoorziening uitsluitend op de Duitsche productie is aangewezen en die daarom Duitschland bij de winning en het verladen der kolen met arbeidskrach ten uit eigen land behulpzaam zijn. Een ander karakter draagt de tewerk stelling van buitenlandsche arbeiders, die in eigen land tijdelijk geen werk kunnen vinden. Hiertoe behooren vooral de Belgi sche industrie-arbeiders. Hier beteekent de tewerkstelling in Duitschland uitslui tend een overbrugging van den overgangs tijd naar herstel van de normale werk gelegenheid in het vaderland dezer arbei ders. Vair bevoegde Duitsche zijde wordt met beslistheid verklaard, dat men de nabu rige landen niet alleen hun voorzienings mogelijkheden, maar ook hun arbeids krachten voor eigen gebruik wil laten en dat r.ten er niet aan denkt hier een soort onteigening ten gunste van Duitschland na te streven. Ongetwijfeld zal deze ver klaring met belangstelling vernomen wor den door landgenooten, die door- do om standigheden gedwongen, tijdelijk werk hebben moeten zoeken in den vreemde.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 5