fV
Het standbeeld van een Zeeuw in Den Haag.
Het Italiaanscfie legerberichf.
Het gisteren uitgegeven legerbericht no.
87 van liet Italiaansche hoofdkwartier
luidt:
Vijandelijk vliegtuigen hebben Zondag
nacht boven Sardinië gevlogen en lukraak
verscheidene bommen uitgeworpen die in
het open veld terecht kwamen. Drie vijan
delijke toestellen werden door het luchtdoel
geschut neergehaald er vielen geen slacht
offers en er werd geen schade aangericht.
Andere vliegtuigen, alle uit de richting van
Zwitserland, hebben boven bepaalde gebie
den van Piemont en Lombardie gevlogen,
waar zij terstond tot voorwerp der reactie
werden van vliegtuigen en afweergeschut.
Aangezien zij üe gestelde doelen niet kon
den bereiken, wierpen zy vier bommen op
een dorp in het gebied van Varese alsmede
vuurpijlen op verscheidene plaatsen. Er
werden geen slachtoffers gemaakt en werd
geen schade van beteekenis aangericht.
Twee Italiaansche verkenningsvliegtuigen
zijn niet op hun bases teruggekeerd.
Tijdens een bombardement op Tobrulc,
heeft- de vijand een veldhospitaal getroffen,
waar een persoon ernstig gewond werd.
Een der vijandelijke vliegtuigen werd door
het afweergeschut van de marine neerge
haald.
In Oost Afrika hebben vijandelijke vlieg
tuigen gepoogd het eiland Harmil op 80
mijl van Massaoua, aan te vallen. Een vlieg
tuig werd neergehaald en drie leden der be
manning werden krijgsgevangen gemaakt.
Een ander vijandelijk vliegtuig werd neer
geschoten te Asab tijdens een vijandelijken
aanval, welke lichte schade veroorzaakte
en acht personen onder Italianen en inlan
ders verwondde. Onze vliegtuigen wierpen
bommen van klein kaliber uit op een vij
andelijk kamp ten Zuiden van Maman
voorbij Kassala, en beschoten het kamp met
succes. Volgens de jongste inlichtingen
heeft de vijand in het treffen van Adarde,
waarvan vroeger melding gemaakt is 22
dooden op het slagveld achtergelaten. Bo
vendien hebben wij een gepantserde auto
buitgemaakt.
Aftreden van Chamberlain op
komst
Hardnekkig gerucht houdt aan.
In Lonöensche politieke leringen houdt
men het, volgens een bericht van Dagens
Nyheter, thans voor zoo goed als zeker,
dat Chamberlain weldra het kabinet zal
verlaten. Zijn aftreden zou, naar de mee
ning van deze kringen, tot een reorgani
satie van de regeering leiden, 'welke zou
neerkomen op een verwij dering van de
z.g. zwakke mannen. Als aanhangers van
Chamberlain noemt de correspondent Sir
Kingsley Wood, Sir John Simon, Caldecot,
Margesson, Anderson, en Duff Cooper,
echter niet Greenwood. De naam van Lloyd
George, die steeds geweigerd heeft met
Chamberlain samen te werken, duikt
thans op als mogelijke minister zonder
portefeuille. Wellicht dat hy een nieuwe
functie van algemeen adviseur der regee
ring zou krijgen.
SNEEUW IN MACEDONIË.
Uit Macedonië wordt gemeld, dat het
daar plotseling is gaan sneeuwen. In Athe
ne en omgeving heerscht een voor dezen
tijd van het jaar ongekende koude. Het
Castoriameer is dichtgevroren, in Kephi-
sia by Athene is een temperatuur van
slechts S graden boven nul waargenomen.
Als ge in Den Haag komt en op het i
Plein wandelt, zult ge even geboeid staan
door het uiterlijk van het nieuwe gebouw
van den Hoogen Raad, ons hoogste rechts
college, en reeds vanuit de verte ziet ge
enkele standbeelden voor dat gebouw prij
ken, standbeelden van mannen, die in ons
land beroemde rechtsgeleerden waren. De
meest linksche van deze figuren het
wei'k van den beeldhouwer Termote
toont Cornelis Bijnkershoek, geboren op
29 Mei 1673 te Middelburg (misschien op
den Kinderdjjk) en overdeden op 16 April
1743 te 's-Gravenhage. Hij was de zoon
van Cornelis Stephenen van Bynkershoek
en Sara Remens, niet onbemiddelde lie
den, die dool* den handel op het buiten
land geen onvoordeeligè winsten maakten.
En zoo was het mogelijk, dat de jonge
Cornelis kon gaan studeeren, en zijn eer
ste opleiding genoot in de Latijnsche school
te Middelburg.
Na byna ieder jaar den prjjs als de
beste der leerlingen veroverd te hebben,
trok hy in 1689 als zestienjarige jongeling
haar Franeker naaj' de Hoogeschool, waar
hij theologie ging studeeren, welk studie
vak hij echter spoedig opgaf, om de juri
dische faculteit te kiezen. Op 21-jarigen
leeftijd promoveerde de jonge Zeeuw en
vestigde zich als advocaat in Den Haag.
EEN JEUGDZONDE.
Naast zyn practijk wijdde hij zich aan
üe schijvery en wel op zeer merkwaar
dige wijze. In een periodiek verschijnend
géschrift, in de wandeling „Oyevaertjes"
geheeten, naar de ooievaar van het Haag-
sche wapen, besprak hij de gebeurtenis
sen van den dag. In zijn eerste nummer
schreef hij zelf: „Aen stof zal 't niet
ontbreken, zoo lang als 'er menschen
zyn." In deze geschriftjes werd een ieder,
die daarvoor in aanmerking kwam, over
den hekel gehaald en volgens Van
Bynkershoek waren dat er velen! Wie
een voorstander was „van de nieuwbak
ken speld-konst" moest het even erg ont
gelden als bepaalde professoren; de leef
wijze der Turken wordt op gelijke wijze
bespot als de manieren der Fransche da
mes.
Helaas, daar bleef het niet bij.
Star Numan, die in 1869 een proef
schrift over het leven en de geschriften
van Van Bijnlcershoek schreef een boen
van meer dan 500 pagina's meent,
dat de waarheid gezegd dient tc worden;
Gemengd Nieuws
BRAND IN GROOTE OPSLAGLOODS
TE AMSTERDAM.
Gisteravond is door onbekende oorzaak
brand uitgebroken in een groote opslag-,
loods aan de Kattenburgergracht te Am
sterdam. In deze houten loods, welke, ge
legen aan de waterzijde, een oppervlakte
inneemt van 130 bij 20 meter en eigen
dom-is van de Nederlandsche Spoorwegen,
zijn ondergebracht een douanekantoortje,
opslagruimte van de N.V. H. Hoogewerff
jr. Co.'s, waarin een groote verschel-
denheid van goederen lag opgeslagen,
zooals uurwerken, tabak, tapijten en ma
nufacturen, welke voor in- of export nog
niet door de douane waren vrijgegeven, en
ruimte van de N.V. Levee, een groothan
del in meubelen.
Dè brand werd ontdekt in de loods dér
firma Hoogewerff. Reeds spoedig had het
vuur een gretig voedsel gevonden in het
vele aanwezige brandbare materiaal. Mede
door het feit, dat de loods vlak bij de
brandweerkazerne aan de Kattenburger-
gracht gelegen is, was de brandweer spoe
dig aanwezig. Ter voorkoming van uit
breiding van het vuur bleek het echter
noodzakelijk, dat de assistentie van meer
materiaal werd ingeroepen.
De taak was zwaar. Het vuur breidde
zich niet boven den vloer uit, doch zocht
zijn weg onder den verhoogden vloer om
dan onverwacht met volle felheid op te
laaien. Hieronder trok het vuur door in
de richting van het marine arsenaal op
het Kattenburgerplein. Ter bestrijding van
deze uitbreiding, hakte de brandweer ga
ten in den vloer en wierp daar doorheen
groote hoeveelheden water. De hitte, welke
zich nu en dan ontwikkelde, was zoo groot
dat een groote spiegelruit van een manu-
facturenmagazyn aan de overzijde van de
Kattenburgergracht het begaf en barstte.
Kort voor negen uur nam het vuur in
hevigheid af en reeds spoedig bleek, dat
het grootste gevaar geweken was.
Aan de voorzijde van de loods is het
dale over een afstand van ruim dertig
meter volkomen ingestort. Dit gedeelte
is vry'wel geheel een prooi der vlammen
geworden, met inventaris en al. Deze in
ventaris hield in een groote party uur
werken, welke eveneens als verloren be
schouwd moet worden. Dank zij hét zeer
loffelijke optreden van luchtbescherming
en opbouwdienst en van vele andere Kat
tenburgers is de schade aan den inventa
ris' van de N.V. Levee tot een minimum
beperkt.
De brand is uitgebroken kort nadat het
personeel de loods verlaten had.
TE VROEG UIT DE TRAM GESTAPT.
Bejaarde man moet dit met den
dood bekoopen.
Zondagavond is een 65-jarige man, die
bij de kruising BilderdykstraatDe Clercq-
straat te Amsterdam te vroeg, uit de uit
Haarlem komende tram stapte onder den
eersten volgwagen geraakt. Hij bekwam
een rechteronderbeenfractuur en werd in
bewusteloozen toestand door den genees
kundigen dienst naar het Wilhelminagast-
huis vervoerd, waar hij lcort na aankomst
is overleden.
„Te weten, het boekje bevat vele blad
zijden, waarin de perken der voegzame
scherts zeer verre zijn overschreden, en
het schaamtegevoel ook van den niet-
preutschen lezer werkelijk beleedigd
wordt. Liederlijke dronkemanspartijen
worden in het breede en niet zonder wel
gevallen beschreven, de onmatigheid hoort
men aanprijzen om de kuischheid lachen,
met de afgrijselijkste ziekten spotten:
kortom, men treft er gedachten aan,
waarvoor onze taal geen andere woorden
bezit, dan walgelijk en gemeen."
Allicht zal de lezer zich afvragen, hoe
zulk een advocaat nü gehuldigd kan wor
den met een standbeeld voor ons hoogste
Rechtscollege. Allereerst diene dan de
opmerking, dat Van Bynkershoek in later
jaren ernstige spijt heeft gehad van deze
„jeugdzonde", en hij alom de in een bun
del gedrukte Oyevaertjes liet opkoopen
en „vindt men getuigd, dat liy soms wel'
een dukaat voor het stuk besteedde".
Hoewel het de Hooge Overigheyd be
haagde, de voortzetting van de uitgave al
spoedig te verbieden, kon de wetenschap
pelijke wereld niet onkundig blijven van
enkele voortreffelijke werken, die de jon
ge Van Bynkershoek eveneens publiceerde,
werken, die aanleiding waren, dat men
den jongen Zeeuw voorbestemd achtte om
tot hoogleeraar in Franeker benoemd te
worden, werken ook die voor Peter den
Groote oorzaak schijnen te zijn geweest
om ijverige pogingen aan te wenden om
hem over te halen, naar Rusland te gaan.
Geen van deze plannen vond doorgang.
HOLLAND KON ZIJN BENOE
MING NIET TEGENHOUDEN.
Dat zijn beeld voor den Hoogen Raad
staat, is gelegen in het feit, dat deze
bijzonder begaafde rechtsgeleerde in 1704,
dat is op een-en-dertig-jarigen leeftijd,
reeds benoemd werd tot Rar.ösheer in den
Hoogen Raad van Holland, Zeeland en
West-Friesland. Die benoeming, evenmin
als de latere benoeming tot Voorzitter van
den Hoogen Raad, is verre van gemakke
lijk geweest. Helaas lag hier een twist
punt tusschen Holland en Zeeland, waar
aan de Zeeuw Van Bijnkerslioek énkele
onaangename herinneringen zou bewaren.
In een verdrag tusschen Holland en. Zee
land van 20 September 1596, toen Zeeland
zich voor goed onder het rechtsgebied van
den Hoogen Raad schaarde, kwam de clau
sule voor, dat „Do Staten van Zeelant in
den voorgeschreven Hooglwn Rade sullen
Rechtszaken
Verduistering door een
marinecommandant.
BEROEP VAN DEN VERDACHTE
VERrWOiRPEN.
Voor den Zeekrijgsraad te 's-Gravenhage
is gisteren voortgezet de zaak tegen den
luitenant ter zee 2e klasse van de marine
reserve J. J. W. wien ten laste is gelegd
verduistering in dienstbetrekking als amb
tenaar.
Beklaagde heeft als commandant van de
hulp-rnrjnenleggers 1 en 2 te Vlissingen
200 ontvangen om daarmede dienstuit-
gaven ten behoeve van de mynenleggers te
doen. Bij de overdracht van de kas kon
hy 136 niet verantwoorden. Tijdens het
voor-onderzoek heeft W. bekend het geld
voor persoonlijke doeleinden te hebben be
steed doch ter terechtzitting heeft hjj deze
bekentenis herroepen. Echter kon hy toen
evenmin het zoekgeraakte bedrag verant
woorden.
De fiscaal heeft in deze zaak geeiseht
2 maanden gevangenisstraf met ontslag
uit den militairen dienst en aftrek van
preventief.
De behandeling van de zaak werd op
19 Augustus jl. geschorst en gisteren
werd de beklaegde in de gelegenheid ge
steld, zich te verdedigen. Hij deed echter
een beroep op een Koninklyk besluit van
2 October 1913, volgens hetwelk de eenige
krijgsraad te Willemsoord zou zijn geves
tigd.
Beklaagde achtte den thans zittenden
krijgsraad onbevoegd.
Na^geruimen tijd in raadkamer te zijn
geweest heeft de krijgsraad dit beroep
verworpen en zichzelf bevoegd verklaard.
Van deze uitspraak zal beklaagde in
hooger beroep gaan bij het Hoog Militair
Gerechtshof.
De stryd om een baby.
Gisteren heeft het Haagsche gerechts
hof in hooger beroep uitspraak gedaan in
de procedure tusschen twee families om het
bezit van een baby, dat deze families
elkander betwisten na de verwarring, ont
staan bij den bominslag in de Bethlehem-
kliniek op 10 Mei jl.
Zoo men zich herinnert, heeft in kort ge
ding de president van de rechtbank het
kind, dat zich ten huize van de familie van
der W. bevond, toegewezen aan de fami
lie S.
Het hof heeft thans overwogen dat het
van zeer groot belang moet worden ge
acht dat in rechte kome vast te staan, dat
het in de puinhoopen gevonden lijkje dat
was van een kind van zaal 9.
Op dezen grond is geïntimeerde alsnog
toegelaten zulks te bewijzen.
Het hof heeft daarom iedere verdere
uitspraak aangehouden.
Het desbeti-effende verhoor zal op 5 Sep
tember a.s- plaats hebben.
GEMEEN® SCHERTS.
Toen op den ochtend van den achttien
den Juni een troep Duitsche soldaten door
de Hoogstraat te Schiedam trok, werd een
der soldaten plotseling, .getroffen door een
scherp voorwerp, dat een bloedende wonde
veroorzaakte aan zijn wang. Onmiddellijk
werd de straat afgezet en een onderzoek
ingesteld naar de herkomst van het pro
jectiel. In den loop van den middag was
de arrestatie van een bediende van een
SPORT
VOETBAL
WALCHEREN—E.M.M. 1—1»
In een op laag peil staande ontmoeting
wist E.M.M. gisteravond een 41 overwin
ning op Walcheren te behalen.
De thuisclub was gehandicapt, doordat
o.a. haar beste speler Aerssens op het ap
pel ontbrak.
In de le helft gaven de partijen elkaar
weinig toe. Kort na het begin nam de thuis
club de leiding (10). Nadat de bezoekers
een penalty hadden gemist, brachten zij 10
min. voor rust de partyen op gelijken voet
(1-1).
Na rust was Walcheren aanvankelyk iets
sterker en doelman Tax moest een paar
maai redding brengen. Hierna ging de strijd
weer gelyk op. Na 25 min. gaf "Wijnen na
mooi aangeven van Meulman met een ver
schot via den paal E.M.M. de leiding (1
2). Het aspect van den strijd veranderde
volkomen en geruimen tijd ging het initia
tief van de bezoekers uit. In deze periode
wist Wijnen doelman Luijk tweemaal te
passeeren (14). Het laatste gedeelte van
den wedstrijd waren de partijen weer aan
elkaar gewaagd, doch de stand onderging
geen verandering meer. Scheidsrechter J.
Verkerk leidde uitstekend.
kleedingmagazijn het aanvankelyk resul
taat van dit onderzoek. Deze jongeman
bekende ook inderdaad door middel van
een elastiekje een kromgebogen speld van
groot formaat, een zgn. etalage-speld, af
geschoten. te hebben op de voorbijmar-
cheerende Duitsche soldaten doch al spoe
dig bleek, dat hij deze bekentenis deed
om zijn chef, den 28-jarigen filiaalhouder
A. J. M. S. uit de handen van de Duitsche
justitie te houden. Deze bleek de werke
lijke dader te zijn. Hij had zijn bediende
voor hem laten opkomen, omdat hy dacht,
dat deze er in verband met zijn jeugd wel
met een geldboete zou afkomen, welke hij
dan zou betalen.
Gistermiddag heeft het Duitsche krijgs-
recht deze zaak in een ten stadhuize ge
houden zitting berecht. Verdachte voerde
aan, dat hij niet de bedoeling heeft gehad
op het'gezicht te schieten.
Verdachte vertelde, uat hij eerst op hon
den schoot, die het portiek bevuilden, later
schoot hy op voorbijgangers en tenslotte
heeft hij nog 2 of 3 keer op Duitsche sol
daten geschoten.
Uit het verdere verhoor bleek, dat verd.
geen aanslag in den politieken zin van het
woord heeft willen plegen. Uit het onder
zoek was komen vast te staan, dat hij gun
stig bekend stond en zich in het geheel niet
met politiek ophield.
De aanklager, dr. Rampaeher, vestigde er
de aandacht op, dat als dit een politieke
aanslag geweest zou zijn, het gerecht de
doodstraf zou kunnen opleggen. Nu was het
slechts gemeene scherts, welke bovendien
nog een leugen tengevolge had. Om een
voorbeeld te stellen en tevens om het verd.
af te leeren dergelijke grappen uit te halen,
eischte dr. Rampacher een- gevangenisstraf
van drie maanden, echter met aftrek van
de voorloopige hechtenis van zes welten.
Het gerecht ging daarop in raadkamer,
waarna onmiddellijk de uitspraak volgde.
Verdachte werd veroordeeld tot een hechte
nis van twee maanden met aftrek van de
voorloopige hechtenis.
Onze Bureaux zijn gevestigd
MIDDELBURG
VLISSINGEN
Redactie en Adm.: Wafslraal 58-60
Telefoon 10 (2 lijnen)
GOES
Redactie en Adm.: Turfkade 15
Telefoon 2863
SOUBURG
Kanaalstraat 45, Telefoon 35
BRESKENS
Dorpsstraat 35, Telefoon 21
Radiorubriek
WOENSDAG 4 SEPTEMBER 1940.
JAARSVELD, 414,4 m. V.A.R.A.-Uitz.
S.00 Ber. A.N.P., gram. 10.00 V.P.R.O. 9
Morgenwijding, lc.15 Declamatie. 10.30
Piano. 11.00 Cabaret (opn.). 12.00 Ber»
12.05 VA.R.A.-ork. (12.45—1.10 Ber. A.N.P»
en gram.). 2.00 Orgelspel. 2.30 Esmeralda.
3.15 Gram. 3.30 Vooi de kinderen. 5.15 Ber»
A.N.P. 5.30 Esmeralda en solist. 6.15 Let
terkundig overz. 6.35 Gram. 7.00 Vragen van
den dag (A.N.P.) 7.15 Ber. 7.20 Felicitaties.
7.25 Volkszang. 7.45 Gram., eventueel repor
tage. 8.0o Ber. A.N.P. 8.15 Puzzle-uitz. 8.30
Bravour en Charme. 9.00 Toespraak. 9.05
Radiotooneel. 9.25 Ramblers. 9.50 Solisten-
conc. 10.15 Ber. A.N.P., slicing.
KOOTWIJK, 1875 ;m. A.V.R.O.-UitZ.
7.00 Ber. (Duitsch). 7.15 Eer. (Engelsch)',
7.30 Gram. (Om 8.00 Ber. A.N.P.). 10.00
Morgenwijding. 10.15 Gram. 10.30 Georg
Stefanescu's Roemeensch ork. 11.15 Ber.
(Engelsch). ±1.30 Georg Stefenuescu's Roe
meensch ork. en gram. 12.30 Ber. (Duitsch).
12.45 Ber. A.N.P. gram. 1.00 A.V.R.O.-
Amusementsork. 2.00 Ber. (Duitsch). 2.15
Omroepork., solist en gram. 3.15 Ber. (En
gelsch). 3.30 Omroepork. en solist. 4.15
Palladians (opn.) 5.00 Bei-. (Duitsch). 5.15
Ber. A.N.P. 5.30 uram. 6.15 Ber. (En
gelsch). 6.30 Onderwijsfonds Scheepvj Taal
les en causerie. 7.00 Vragen van den dag
(A.N.P.) 7.15 Gram. 7.40 Gram. of repor
tage. 8.00 Ber. (Duitsch). 8.15 Ber. A.N.P,
8.30 Ber. (Engelsch). 8.45 Zang en orgel.
9.15 Ber. (Engelsch). 9.30 Gram. 10.00 Ber.
(Duitsch). 10.15 Ber. A.N.P. 10.30—10.45
Ber. (Engelsch) en sluiting. 11.1511.30,
0.15—0.30 en 1.15—1.30 Ber. (Engelsch).
In een Latijnsche Laudatio door den schrij«
ver Van Iperen in het Nederlandsch ver
taald, lezen wij:
Grootvader Bynkershoek, een man
die Steven had
Tot zynen voornaam, won een Zoon
in deze stads
Cornelis bygenoemd: die hier tot
burger woonde*
Deze Cornelis, de vader van den groo»
ten rechtsgeleerde, raakte ontstoken door
Een Kuische en zuiv're drift tot zoete
huw'lijksminne.
Raakt tot -zyn oogmerk, daar hy
lang zyn heusche zinnen
Op had gezet, en krygt ten laatsten
tot een vrou
De weduwe Oole, en uit die
onverbreekb're trou
Is onze held alleen Cornelis toen
geboren,
Naar 's vaders naam genoemd.
Wie Van Lennep's Ferdinand Hnyck op
slaat, zal ook daar Van Bynkershoek te
gen komen. Als notaris Bouvelt eenige
volmachten in orde gemaakt heeft, welke
van den gewonen vorm afwijken, trekt
dat de aandacht van Van Baaien, die de
stukken aan zijn compagnon Huyck geeft.
„Gij, die gestudeerd hebt, zult mij wel
kunnen zeggen, of ik gelijk heb". „Dat
is nog niet zeker", antwoordde Huyck,
„want tusschen theoretische en practi-
sche kennis bestaat een groot verschil*
Een rechtsgeleerde, al is hij een Byn
kershoek, zal somtijds in dergelijke stuk
ken een flater over 't hoofd zien, die een
kantoorklerk ontdekken zal". Waarmede
Van Lennep wilde doen uitkomen, dat
Van Bijnlcershoek meer een wetenschap
pelijk gevormd jurist was dan een prac-
tisch advocaat.
Wij schetsen het leven van Van Bijn
kerslioek slechts onvolledig maar als een
onzer lezers dezen zomer in Den Haag
op het Plein staat en de zes beelden voor
het gebouw van den Hoogen Raad ziet,
laat hy' dan denken aan de eerste rege
len van het grafschrift op de zerk van
Van Bijnkerslioek:
Staat wandelaar begroet de schim
van Bijnlcershoek:
.Zijn waardig graf vereischt elk eens
bespiegelingen.
Hier rust de Oppertolk van Tliemis
heilig boek
't Orakel van het Hof in duistre
pleitgedingen*
Mr. J. M. FUCHS.
(Nadruk verboden.)'
Cornelis van Bijnkershoek, de groote
rechtsgeleerde.
mogen stellen drie Raetspersonen". Zee-
land's Staten hebben daarop „den Heer en
Meester Cornelis van Binckershoeck aen-
gestelt tot Raest in den HoogenRade",
nadat „Van Bijnkershoek verkozen (was)
op de tour-beürte der Stadt Tholen, alsoo
voor haer reeckeninge aangenomen". Nu
had Holland aanmerking gemaakt op het
feit, dat vroeger door Zeeland benoemde
leden veel geld hadden betaald om be
noemd te worden, en het scheen dat Van
Bynkershoek daarvan het slachtoffer zou
worden. Met een „eedt van Suyveringe"
werd intusschen genoegen genomen.
Bij zijn benoeming tot Voorzitter zat
Holland echter Zeeland veel meer dwars.
Toen in 1772 een nieuwe President verko
zen moest worden, verzocht Zeeland „favo
rable reflectie te willen nemen op den Heer
Mr. Cornelis van lijnkershoelc"; terecht,
want sinds 1587 was nog nooit een Zeeuw
benoemd en nu was er een voortreffelijke
candidaat! Bij de stemming bleek een an
der verkozen te zijn, die echter na twee
jaar overleed, zoodat wederom een stem
ming noodig was. Wel deed Holland nog
een poging om Van Bynkershoek niet te
doen verkiezen, maar dit mislukte. „Een
Zeeuwsch onderdaan" werd in 1724 Presi
dent van den Hoogen Raad.
DE VRIJE ZEE.
Het kan niet in de bedoeling liggen van
een artikel als dit, zelfs ook maar een
bescheiden opsomming te geven van Van
Bijnkershoeks werkzaamheden of van zijn
publicaties. Wij willen er slechts op wij
zen, dat in 1703 verscheen zijn Dissertatie
cle Dominio Maris (over ce eigendom van
de zee), omdat dit onderwerp ook nu (he
laas) wederom volle actualiteit bezit.
„Hoewel", zoo schrijft Star Numan, „was
er in. de zeventiende eeuw om het recht
op de zee niet te doen geweest. Voor ons
vaderland gold hier het Tua res agitur!
in volle kracht. Wien komt niet aanstonds
het boek van onzen Grotius: de zee vrij!
voor den geest, dat het antwoord van den
Brit uitlokte, die de zee voor gesloten
hield."
Tallooze juristen hadden hun licht op
deze „vrije zee" laten schijnen, maar Bijn
kershoek behandelt het moeilijke vraagstuk
op geheel nieuwe wijze. Reeds vroeger in
zyn „Mercurius" had de rechtsgeleerde een
standpunt in deze uiterst moeiiyke materie
ingenomen, welk 'tandpunt dan in 1703
in zyn Dessertatio nader is uitgewerkt.
In 1699 verdedigde liij in de „Mercurius"
namelijk de volgende stelling: „Wat aen-
belangt den eygendom der zee, die hiel
en daer zig de Volkeren aenmatigen, zoo
meen ik, dat daeromtrent voor en tegen
meer geschreven is als verantwoord kan
worden. Ik zal 't met een woort zeggen,
en geloof» het vry, of je wilt of niét: de
Zee behoort zoo ver aen een Prins, als
hij zelve kan beheerschen, of van 't Land
door de wetten van zyn Canon, of door
zyn Zee-legers, die in die houte schanssen
cameperen* Buyten dien staen ze ieder een
vrij,,"-
Dit standpunt is van beslissenden in
vloed geweest op d" latere beschouwingen
aangaande het recht op de kustzee.
TROUW AAN ZEELAND.
Bynkershoek vergat Zeeland niet. In een
brief aan een zijner Zeeuwsche vrienden
schreef hij op 30 Juli 1727, dat hij op het
punt staat een reisje naar Zeeland te on
dernemen. Trouwens meestentijds ging hij
in den zomer eenigen tijd naar zijn ge
boorteplaats, tenzij ambtsbezigheden hem
weerhielden. Dat was b.v. het geval in den
zomer van 1725. Toen moest hij mededee-
len: „ik sal, voor myn particulier, al een
voornaam gedeelte van de aanstaande
grote vacantie besteden in het ontwer
pen van de salcen, die tot die twee grote
eindens konnen dienen en twijfel daarom,
of de tyt my sal permitteren UWEDe
ge in Zeeland te komen opwagten".
En twee jaar tevoren was het bezoek
ook al niet doorgegaan; „Vermits de aan
staande grote vacantie soude ik gaam
een tourtje na Zeeland hebben gedaan,
om UUEde ge te komen aluëren, maar:
ik heb een klein werkje op de pers,
dat my sal beletten".
Nadat Van Bijnkershoek enkele jaren
zitting had in den Hoogen Raad, „trad
hij in den echt met „Esther van Buy-
tenhem, in Oostindiën geboren, die be
nevens nog ene zuster en haarlieder broe
der Johan van Buytenhem, in hunne
jeugd van Batavia naar het vaderland,
wezen zijnde, wierden gezonden, en te
Middelburg opgevoed". Uit dat huwelijk
werden dertien kinderen geboren, waar
van zes dochters Van Bijnkershoek over
leefden.
Hij was een door en door krachtig
man, een. voorbeeld van iemand, die ont
zaglijk veel werk kon verzetten. Be
richten over ziekten komen slechts zel
den voor in de vele brieven, die hij tot
zijn vrienden richt. Een enkele maal
schrijft hij aan zijn vriend Van Citters,
dat de driedaagsche koorts hem kwelt.
Wie het standbeeld in Den Haag bewon
dert, zal onder den indruk komen van
het menschelyke maar tegelijk van het
waardige in dit beeld. Reeds in zijn tijd
werd Van Bijnkershoek zoo afgebeeld.
Toen in 1733 Philip van Dijk zijn por
tret in olieverf schilderde en Jacobus
Houbraken In 1743 het in koper bracht,
beeldden deze kunstenaars den Zeeuw
af: „in het deftige ambtsgewaad met
breede bef en eene zware pruik, die een
gedeelte van het hooge voorhoofd en
van het gelaat bedekt. Dat gelaat teekent
schranderheid en ernst, maar tevens
vriendelijkheid. Het oog doordringend, le
vendig, brandend, vol vuur. De neus min
of meer gebogen. Een ironische trek speelt
om den fijnen mond. Hy was forsch ge
bouwd, rijzig van gestalte. Zijne verschij
ning was die eerier majesteit."
Maar Bynkershoek leeft niet alleen in
afbeeldingen verder, ook in' versvorm en
1 zelfs in romans komt zijn figuur voor.