fV Het standbeeld van een Zeeuw in Den Haag. Het Italiaanscfie legerberichf. Het gisteren uitgegeven legerbericht no. 87 van liet Italiaansche hoofdkwartier luidt: Vijandelijk vliegtuigen hebben Zondag nacht boven Sardinië gevlogen en lukraak verscheidene bommen uitgeworpen die in het open veld terecht kwamen. Drie vijan delijke toestellen werden door het luchtdoel geschut neergehaald er vielen geen slacht offers en er werd geen schade aangericht. Andere vliegtuigen, alle uit de richting van Zwitserland, hebben boven bepaalde gebie den van Piemont en Lombardie gevlogen, waar zij terstond tot voorwerp der reactie werden van vliegtuigen en afweergeschut. Aangezien zij üe gestelde doelen niet kon den bereiken, wierpen zy vier bommen op een dorp in het gebied van Varese alsmede vuurpijlen op verscheidene plaatsen. Er werden geen slachtoffers gemaakt en werd geen schade van beteekenis aangericht. Twee Italiaansche verkenningsvliegtuigen zijn niet op hun bases teruggekeerd. Tijdens een bombardement op Tobrulc, heeft- de vijand een veldhospitaal getroffen, waar een persoon ernstig gewond werd. Een der vijandelijke vliegtuigen werd door het afweergeschut van de marine neerge haald. In Oost Afrika hebben vijandelijke vlieg tuigen gepoogd het eiland Harmil op 80 mijl van Massaoua, aan te vallen. Een vlieg tuig werd neergehaald en drie leden der be manning werden krijgsgevangen gemaakt. Een ander vijandelijk vliegtuig werd neer geschoten te Asab tijdens een vijandelijken aanval, welke lichte schade veroorzaakte en acht personen onder Italianen en inlan ders verwondde. Onze vliegtuigen wierpen bommen van klein kaliber uit op een vij andelijk kamp ten Zuiden van Maman voorbij Kassala, en beschoten het kamp met succes. Volgens de jongste inlichtingen heeft de vijand in het treffen van Adarde, waarvan vroeger melding gemaakt is 22 dooden op het slagveld achtergelaten. Bo vendien hebben wij een gepantserde auto buitgemaakt. Aftreden van Chamberlain op komst Hardnekkig gerucht houdt aan. In Lonöensche politieke leringen houdt men het, volgens een bericht van Dagens Nyheter, thans voor zoo goed als zeker, dat Chamberlain weldra het kabinet zal verlaten. Zijn aftreden zou, naar de mee ning van deze kringen, tot een reorgani satie van de regeering leiden, 'welke zou neerkomen op een verwij dering van de z.g. zwakke mannen. Als aanhangers van Chamberlain noemt de correspondent Sir Kingsley Wood, Sir John Simon, Caldecot, Margesson, Anderson, en Duff Cooper, echter niet Greenwood. De naam van Lloyd George, die steeds geweigerd heeft met Chamberlain samen te werken, duikt thans op als mogelijke minister zonder portefeuille. Wellicht dat hy een nieuwe functie van algemeen adviseur der regee ring zou krijgen. SNEEUW IN MACEDONIË. Uit Macedonië wordt gemeld, dat het daar plotseling is gaan sneeuwen. In Athe ne en omgeving heerscht een voor dezen tijd van het jaar ongekende koude. Het Castoriameer is dichtgevroren, in Kephi- sia by Athene is een temperatuur van slechts S graden boven nul waargenomen. Als ge in Den Haag komt en op het i Plein wandelt, zult ge even geboeid staan door het uiterlijk van het nieuwe gebouw van den Hoogen Raad, ons hoogste rechts college, en reeds vanuit de verte ziet ge enkele standbeelden voor dat gebouw prij ken, standbeelden van mannen, die in ons land beroemde rechtsgeleerden waren. De meest linksche van deze figuren het wei'k van den beeldhouwer Termote toont Cornelis Bijnkershoek, geboren op 29 Mei 1673 te Middelburg (misschien op den Kinderdjjk) en overdeden op 16 April 1743 te 's-Gravenhage. Hij was de zoon van Cornelis Stephenen van Bynkershoek en Sara Remens, niet onbemiddelde lie den, die dool* den handel op het buiten land geen onvoordeeligè winsten maakten. En zoo was het mogelijk, dat de jonge Cornelis kon gaan studeeren, en zijn eer ste opleiding genoot in de Latijnsche school te Middelburg. Na byna ieder jaar den prjjs als de beste der leerlingen veroverd te hebben, trok hy in 1689 als zestienjarige jongeling haar Franeker naaj' de Hoogeschool, waar hij theologie ging studeeren, welk studie vak hij echter spoedig opgaf, om de juri dische faculteit te kiezen. Op 21-jarigen leeftijd promoveerde de jonge Zeeuw en vestigde zich als advocaat in Den Haag. EEN JEUGDZONDE. Naast zyn practijk wijdde hij zich aan üe schijvery en wel op zeer merkwaar dige wijze. In een periodiek verschijnend géschrift, in de wandeling „Oyevaertjes" geheeten, naar de ooievaar van het Haag- sche wapen, besprak hij de gebeurtenis sen van den dag. In zijn eerste nummer schreef hij zelf: „Aen stof zal 't niet ontbreken, zoo lang als 'er menschen zyn." In deze geschriftjes werd een ieder, die daarvoor in aanmerking kwam, over den hekel gehaald en volgens Van Bynkershoek waren dat er velen! Wie een voorstander was „van de nieuwbak ken speld-konst" moest het even erg ont gelden als bepaalde professoren; de leef wijze der Turken wordt op gelijke wijze bespot als de manieren der Fransche da mes. Helaas, daar bleef het niet bij. Star Numan, die in 1869 een proef schrift over het leven en de geschriften van Van Bijnlcershoek schreef een boen van meer dan 500 pagina's meent, dat de waarheid gezegd dient tc worden; Gemengd Nieuws BRAND IN GROOTE OPSLAGLOODS TE AMSTERDAM. Gisteravond is door onbekende oorzaak brand uitgebroken in een groote opslag-, loods aan de Kattenburgergracht te Am sterdam. In deze houten loods, welke, ge legen aan de waterzijde, een oppervlakte inneemt van 130 bij 20 meter en eigen dom-is van de Nederlandsche Spoorwegen, zijn ondergebracht een douanekantoortje, opslagruimte van de N.V. H. Hoogewerff jr. Co.'s, waarin een groote verschel- denheid van goederen lag opgeslagen, zooals uurwerken, tabak, tapijten en ma nufacturen, welke voor in- of export nog niet door de douane waren vrijgegeven, en ruimte van de N.V. Levee, een groothan del in meubelen. Dè brand werd ontdekt in de loods dér firma Hoogewerff. Reeds spoedig had het vuur een gretig voedsel gevonden in het vele aanwezige brandbare materiaal. Mede door het feit, dat de loods vlak bij de brandweerkazerne aan de Kattenburger- gracht gelegen is, was de brandweer spoe dig aanwezig. Ter voorkoming van uit breiding van het vuur bleek het echter noodzakelijk, dat de assistentie van meer materiaal werd ingeroepen. De taak was zwaar. Het vuur breidde zich niet boven den vloer uit, doch zocht zijn weg onder den verhoogden vloer om dan onverwacht met volle felheid op te laaien. Hieronder trok het vuur door in de richting van het marine arsenaal op het Kattenburgerplein. Ter bestrijding van deze uitbreiding, hakte de brandweer ga ten in den vloer en wierp daar doorheen groote hoeveelheden water. De hitte, welke zich nu en dan ontwikkelde, was zoo groot dat een groote spiegelruit van een manu- facturenmagazyn aan de overzijde van de Kattenburgergracht het begaf en barstte. Kort voor negen uur nam het vuur in hevigheid af en reeds spoedig bleek, dat het grootste gevaar geweken was. Aan de voorzijde van de loods is het dale over een afstand van ruim dertig meter volkomen ingestort. Dit gedeelte is vry'wel geheel een prooi der vlammen geworden, met inventaris en al. Deze in ventaris hield in een groote party uur werken, welke eveneens als verloren be schouwd moet worden. Dank zij hét zeer loffelijke optreden van luchtbescherming en opbouwdienst en van vele andere Kat tenburgers is de schade aan den inventa ris' van de N.V. Levee tot een minimum beperkt. De brand is uitgebroken kort nadat het personeel de loods verlaten had. TE VROEG UIT DE TRAM GESTAPT. Bejaarde man moet dit met den dood bekoopen. Zondagavond is een 65-jarige man, die bij de kruising BilderdykstraatDe Clercq- straat te Amsterdam te vroeg, uit de uit Haarlem komende tram stapte onder den eersten volgwagen geraakt. Hij bekwam een rechteronderbeenfractuur en werd in bewusteloozen toestand door den genees kundigen dienst naar het Wilhelminagast- huis vervoerd, waar hij lcort na aankomst is overleden. „Te weten, het boekje bevat vele blad zijden, waarin de perken der voegzame scherts zeer verre zijn overschreden, en het schaamtegevoel ook van den niet- preutschen lezer werkelijk beleedigd wordt. Liederlijke dronkemanspartijen worden in het breede en niet zonder wel gevallen beschreven, de onmatigheid hoort men aanprijzen om de kuischheid lachen, met de afgrijselijkste ziekten spotten: kortom, men treft er gedachten aan, waarvoor onze taal geen andere woorden bezit, dan walgelijk en gemeen." Allicht zal de lezer zich afvragen, hoe zulk een advocaat nü gehuldigd kan wor den met een standbeeld voor ons hoogste Rechtscollege. Allereerst diene dan de opmerking, dat Van Bynkershoek in later jaren ernstige spijt heeft gehad van deze „jeugdzonde", en hij alom de in een bun del gedrukte Oyevaertjes liet opkoopen en „vindt men getuigd, dat liy soms wel' een dukaat voor het stuk besteedde". Hoewel het de Hooge Overigheyd be haagde, de voortzetting van de uitgave al spoedig te verbieden, kon de wetenschap pelijke wereld niet onkundig blijven van enkele voortreffelijke werken, die de jon ge Van Bynkershoek eveneens publiceerde, werken, die aanleiding waren, dat men den jongen Zeeuw voorbestemd achtte om tot hoogleeraar in Franeker benoemd te worden, werken ook die voor Peter den Groote oorzaak schijnen te zijn geweest om ijverige pogingen aan te wenden om hem over te halen, naar Rusland te gaan. Geen van deze plannen vond doorgang. HOLLAND KON ZIJN BENOE MING NIET TEGENHOUDEN. Dat zijn beeld voor den Hoogen Raad staat, is gelegen in het feit, dat deze bijzonder begaafde rechtsgeleerde in 1704, dat is op een-en-dertig-jarigen leeftijd, reeds benoemd werd tot Rar.ösheer in den Hoogen Raad van Holland, Zeeland en West-Friesland. Die benoeming, evenmin als de latere benoeming tot Voorzitter van den Hoogen Raad, is verre van gemakke lijk geweest. Helaas lag hier een twist punt tusschen Holland en Zeeland, waar aan de Zeeuw Van Bijnkerslioek énkele onaangename herinneringen zou bewaren. In een verdrag tusschen Holland en. Zee land van 20 September 1596, toen Zeeland zich voor goed onder het rechtsgebied van den Hoogen Raad schaarde, kwam de clau sule voor, dat „Do Staten van Zeelant in den voorgeschreven Hooglwn Rade sullen Rechtszaken Verduistering door een marinecommandant. BEROEP VAN DEN VERDACHTE VERrWOiRPEN. Voor den Zeekrijgsraad te 's-Gravenhage is gisteren voortgezet de zaak tegen den luitenant ter zee 2e klasse van de marine reserve J. J. W. wien ten laste is gelegd verduistering in dienstbetrekking als amb tenaar. Beklaagde heeft als commandant van de hulp-rnrjnenleggers 1 en 2 te Vlissingen 200 ontvangen om daarmede dienstuit- gaven ten behoeve van de mynenleggers te doen. Bij de overdracht van de kas kon hy 136 niet verantwoorden. Tijdens het voor-onderzoek heeft W. bekend het geld voor persoonlijke doeleinden te hebben be steed doch ter terechtzitting heeft hjj deze bekentenis herroepen. Echter kon hy toen evenmin het zoekgeraakte bedrag verant woorden. De fiscaal heeft in deze zaak geeiseht 2 maanden gevangenisstraf met ontslag uit den militairen dienst en aftrek van preventief. De behandeling van de zaak werd op 19 Augustus jl. geschorst en gisteren werd de beklaegde in de gelegenheid ge steld, zich te verdedigen. Hij deed echter een beroep op een Koninklyk besluit van 2 October 1913, volgens hetwelk de eenige krijgsraad te Willemsoord zou zijn geves tigd. Beklaagde achtte den thans zittenden krijgsraad onbevoegd. Na^geruimen tijd in raadkamer te zijn geweest heeft de krijgsraad dit beroep verworpen en zichzelf bevoegd verklaard. Van deze uitspraak zal beklaagde in hooger beroep gaan bij het Hoog Militair Gerechtshof. De stryd om een baby. Gisteren heeft het Haagsche gerechts hof in hooger beroep uitspraak gedaan in de procedure tusschen twee families om het bezit van een baby, dat deze families elkander betwisten na de verwarring, ont staan bij den bominslag in de Bethlehem- kliniek op 10 Mei jl. Zoo men zich herinnert, heeft in kort ge ding de president van de rechtbank het kind, dat zich ten huize van de familie van der W. bevond, toegewezen aan de fami lie S. Het hof heeft thans overwogen dat het van zeer groot belang moet worden ge acht dat in rechte kome vast te staan, dat het in de puinhoopen gevonden lijkje dat was van een kind van zaal 9. Op dezen grond is geïntimeerde alsnog toegelaten zulks te bewijzen. Het hof heeft daarom iedere verdere uitspraak aangehouden. Het desbeti-effende verhoor zal op 5 Sep tember a.s- plaats hebben. GEMEEN® SCHERTS. Toen op den ochtend van den achttien den Juni een troep Duitsche soldaten door de Hoogstraat te Schiedam trok, werd een der soldaten plotseling, .getroffen door een scherp voorwerp, dat een bloedende wonde veroorzaakte aan zijn wang. Onmiddellijk werd de straat afgezet en een onderzoek ingesteld naar de herkomst van het pro jectiel. In den loop van den middag was de arrestatie van een bediende van een SPORT VOETBAL WALCHEREN—E.M.M. 1—1» In een op laag peil staande ontmoeting wist E.M.M. gisteravond een 41 overwin ning op Walcheren te behalen. De thuisclub was gehandicapt, doordat o.a. haar beste speler Aerssens op het ap pel ontbrak. In de le helft gaven de partijen elkaar weinig toe. Kort na het begin nam de thuis club de leiding (10). Nadat de bezoekers een penalty hadden gemist, brachten zij 10 min. voor rust de partyen op gelijken voet (1-1). Na rust was Walcheren aanvankelyk iets sterker en doelman Tax moest een paar maai redding brengen. Hierna ging de strijd weer gelyk op. Na 25 min. gaf "Wijnen na mooi aangeven van Meulman met een ver schot via den paal E.M.M. de leiding (1 2). Het aspect van den strijd veranderde volkomen en geruimen tijd ging het initia tief van de bezoekers uit. In deze periode wist Wijnen doelman Luijk tweemaal te passeeren (14). Het laatste gedeelte van den wedstrijd waren de partijen weer aan elkaar gewaagd, doch de stand onderging geen verandering meer. Scheidsrechter J. Verkerk leidde uitstekend. kleedingmagazijn het aanvankelyk resul taat van dit onderzoek. Deze jongeman bekende ook inderdaad door middel van een elastiekje een kromgebogen speld van groot formaat, een zgn. etalage-speld, af geschoten. te hebben op de voorbijmar- cheerende Duitsche soldaten doch al spoe dig bleek, dat hij deze bekentenis deed om zijn chef, den 28-jarigen filiaalhouder A. J. M. S. uit de handen van de Duitsche justitie te houden. Deze bleek de werke lijke dader te zijn. Hij had zijn bediende voor hem laten opkomen, omdat hy dacht, dat deze er in verband met zijn jeugd wel met een geldboete zou afkomen, welke hij dan zou betalen. Gistermiddag heeft het Duitsche krijgs- recht deze zaak in een ten stadhuize ge houden zitting berecht. Verdachte voerde aan, dat hij niet de bedoeling heeft gehad op het'gezicht te schieten. Verdachte vertelde, uat hij eerst op hon den schoot, die het portiek bevuilden, later schoot hy op voorbijgangers en tenslotte heeft hij nog 2 of 3 keer op Duitsche sol daten geschoten. Uit het verdere verhoor bleek, dat verd. geen aanslag in den politieken zin van het woord heeft willen plegen. Uit het onder zoek was komen vast te staan, dat hij gun stig bekend stond en zich in het geheel niet met politiek ophield. De aanklager, dr. Rampaeher, vestigde er de aandacht op, dat als dit een politieke aanslag geweest zou zijn, het gerecht de doodstraf zou kunnen opleggen. Nu was het slechts gemeene scherts, welke bovendien nog een leugen tengevolge had. Om een voorbeeld te stellen en tevens om het verd. af te leeren dergelijke grappen uit te halen, eischte dr. Rampacher een- gevangenisstraf van drie maanden, echter met aftrek van de voorloopige hechtenis van zes welten. Het gerecht ging daarop in raadkamer, waarna onmiddellijk de uitspraak volgde. Verdachte werd veroordeeld tot een hechte nis van twee maanden met aftrek van de voorloopige hechtenis. Onze Bureaux zijn gevestigd MIDDELBURG VLISSINGEN Redactie en Adm.: Wafslraal 58-60 Telefoon 10 (2 lijnen) GOES Redactie en Adm.: Turfkade 15 Telefoon 2863 SOUBURG Kanaalstraat 45, Telefoon 35 BRESKENS Dorpsstraat 35, Telefoon 21 Radiorubriek WOENSDAG 4 SEPTEMBER 1940. JAARSVELD, 414,4 m. V.A.R.A.-Uitz. S.00 Ber. A.N.P., gram. 10.00 V.P.R.O. 9 Morgenwijding, lc.15 Declamatie. 10.30 Piano. 11.00 Cabaret (opn.). 12.00 Ber» 12.05 VA.R.A.-ork. (12.45—1.10 Ber. A.N.P» en gram.). 2.00 Orgelspel. 2.30 Esmeralda. 3.15 Gram. 3.30 Vooi de kinderen. 5.15 Ber» A.N.P. 5.30 Esmeralda en solist. 6.15 Let terkundig overz. 6.35 Gram. 7.00 Vragen van den dag (A.N.P.) 7.15 Ber. 7.20 Felicitaties. 7.25 Volkszang. 7.45 Gram., eventueel repor tage. 8.0o Ber. A.N.P. 8.15 Puzzle-uitz. 8.30 Bravour en Charme. 9.00 Toespraak. 9.05 Radiotooneel. 9.25 Ramblers. 9.50 Solisten- conc. 10.15 Ber. A.N.P., slicing. KOOTWIJK, 1875 ;m. A.V.R.O.-UitZ. 7.00 Ber. (Duitsch). 7.15 Eer. (Engelsch)', 7.30 Gram. (Om 8.00 Ber. A.N.P.). 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gram. 10.30 Georg Stefanescu's Roemeensch ork. 11.15 Ber. (Engelsch). ±1.30 Georg Stefenuescu's Roe meensch ork. en gram. 12.30 Ber. (Duitsch). 12.45 Ber. A.N.P. gram. 1.00 A.V.R.O.- Amusementsork. 2.00 Ber. (Duitsch). 2.15 Omroepork., solist en gram. 3.15 Ber. (En gelsch). 3.30 Omroepork. en solist. 4.15 Palladians (opn.) 5.00 Bei-. (Duitsch). 5.15 Ber. A.N.P. 5.30 uram. 6.15 Ber. (En gelsch). 6.30 Onderwijsfonds Scheepvj Taal les en causerie. 7.00 Vragen van den dag (A.N.P.) 7.15 Gram. 7.40 Gram. of repor tage. 8.00 Ber. (Duitsch). 8.15 Ber. A.N.P, 8.30 Ber. (Engelsch). 8.45 Zang en orgel. 9.15 Ber. (Engelsch). 9.30 Gram. 10.00 Ber. (Duitsch). 10.15 Ber. A.N.P. 10.30—10.45 Ber. (Engelsch) en sluiting. 11.1511.30, 0.15—0.30 en 1.15—1.30 Ber. (Engelsch). In een Latijnsche Laudatio door den schrij« ver Van Iperen in het Nederlandsch ver taald, lezen wij: Grootvader Bynkershoek, een man die Steven had Tot zynen voornaam, won een Zoon in deze stads Cornelis bygenoemd: die hier tot burger woonde* Deze Cornelis, de vader van den groo» ten rechtsgeleerde, raakte ontstoken door Een Kuische en zuiv're drift tot zoete huw'lijksminne. Raakt tot -zyn oogmerk, daar hy lang zyn heusche zinnen Op had gezet, en krygt ten laatsten tot een vrou De weduwe Oole, en uit die onverbreekb're trou Is onze held alleen Cornelis toen geboren, Naar 's vaders naam genoemd. Wie Van Lennep's Ferdinand Hnyck op slaat, zal ook daar Van Bynkershoek te gen komen. Als notaris Bouvelt eenige volmachten in orde gemaakt heeft, welke van den gewonen vorm afwijken, trekt dat de aandacht van Van Baaien, die de stukken aan zijn compagnon Huyck geeft. „Gij, die gestudeerd hebt, zult mij wel kunnen zeggen, of ik gelijk heb". „Dat is nog niet zeker", antwoordde Huyck, „want tusschen theoretische en practi- sche kennis bestaat een groot verschil* Een rechtsgeleerde, al is hij een Byn kershoek, zal somtijds in dergelijke stuk ken een flater over 't hoofd zien, die een kantoorklerk ontdekken zal". Waarmede Van Lennep wilde doen uitkomen, dat Van Bijnlcershoek meer een wetenschap pelijk gevormd jurist was dan een prac- tisch advocaat. Wij schetsen het leven van Van Bijn kerslioek slechts onvolledig maar als een onzer lezers dezen zomer in Den Haag op het Plein staat en de zes beelden voor het gebouw van den Hoogen Raad ziet, laat hy' dan denken aan de eerste rege len van het grafschrift op de zerk van Van Bijnkerslioek: Staat wandelaar begroet de schim van Bijnlcershoek: .Zijn waardig graf vereischt elk eens bespiegelingen. Hier rust de Oppertolk van Tliemis heilig boek 't Orakel van het Hof in duistre pleitgedingen* Mr. J. M. FUCHS. (Nadruk verboden.)' Cornelis van Bijnkershoek, de groote rechtsgeleerde. mogen stellen drie Raetspersonen". Zee- land's Staten hebben daarop „den Heer en Meester Cornelis van Binckershoeck aen- gestelt tot Raest in den HoogenRade", nadat „Van Bijnkershoek verkozen (was) op de tour-beürte der Stadt Tholen, alsoo voor haer reeckeninge aangenomen". Nu had Holland aanmerking gemaakt op het feit, dat vroeger door Zeeland benoemde leden veel geld hadden betaald om be noemd te worden, en het scheen dat Van Bynkershoek daarvan het slachtoffer zou worden. Met een „eedt van Suyveringe" werd intusschen genoegen genomen. Bij zijn benoeming tot Voorzitter zat Holland echter Zeeland veel meer dwars. Toen in 1772 een nieuwe President verko zen moest worden, verzocht Zeeland „favo rable reflectie te willen nemen op den Heer Mr. Cornelis van lijnkershoelc"; terecht, want sinds 1587 was nog nooit een Zeeuw benoemd en nu was er een voortreffelijke candidaat! Bij de stemming bleek een an der verkozen te zijn, die echter na twee jaar overleed, zoodat wederom een stem ming noodig was. Wel deed Holland nog een poging om Van Bynkershoek niet te doen verkiezen, maar dit mislukte. „Een Zeeuwsch onderdaan" werd in 1724 Presi dent van den Hoogen Raad. DE VRIJE ZEE. Het kan niet in de bedoeling liggen van een artikel als dit, zelfs ook maar een bescheiden opsomming te geven van Van Bijnkershoeks werkzaamheden of van zijn publicaties. Wij willen er slechts op wij zen, dat in 1703 verscheen zijn Dissertatie cle Dominio Maris (over ce eigendom van de zee), omdat dit onderwerp ook nu (he laas) wederom volle actualiteit bezit. „Hoewel", zoo schrijft Star Numan, „was er in. de zeventiende eeuw om het recht op de zee niet te doen geweest. Voor ons vaderland gold hier het Tua res agitur! in volle kracht. Wien komt niet aanstonds het boek van onzen Grotius: de zee vrij! voor den geest, dat het antwoord van den Brit uitlokte, die de zee voor gesloten hield." Tallooze juristen hadden hun licht op deze „vrije zee" laten schijnen, maar Bijn kershoek behandelt het moeilijke vraagstuk op geheel nieuwe wijze. Reeds vroeger in zyn „Mercurius" had de rechtsgeleerde een standpunt in deze uiterst moeiiyke materie ingenomen, welk 'tandpunt dan in 1703 in zyn Dessertatio nader is uitgewerkt. In 1699 verdedigde liij in de „Mercurius" namelijk de volgende stelling: „Wat aen- belangt den eygendom der zee, die hiel en daer zig de Volkeren aenmatigen, zoo meen ik, dat daeromtrent voor en tegen meer geschreven is als verantwoord kan worden. Ik zal 't met een woort zeggen, en geloof» het vry, of je wilt of niét: de Zee behoort zoo ver aen een Prins, als hij zelve kan beheerschen, of van 't Land door de wetten van zyn Canon, of door zyn Zee-legers, die in die houte schanssen cameperen* Buyten dien staen ze ieder een vrij,,"- Dit standpunt is van beslissenden in vloed geweest op d" latere beschouwingen aangaande het recht op de kustzee. TROUW AAN ZEELAND. Bynkershoek vergat Zeeland niet. In een brief aan een zijner Zeeuwsche vrienden schreef hij op 30 Juli 1727, dat hij op het punt staat een reisje naar Zeeland te on dernemen. Trouwens meestentijds ging hij in den zomer eenigen tijd naar zijn ge boorteplaats, tenzij ambtsbezigheden hem weerhielden. Dat was b.v. het geval in den zomer van 1725. Toen moest hij mededee- len: „ik sal, voor myn particulier, al een voornaam gedeelte van de aanstaande grote vacantie besteden in het ontwer pen van de salcen, die tot die twee grote eindens konnen dienen en twijfel daarom, of de tyt my sal permitteren UWEDe ge in Zeeland te komen opwagten". En twee jaar tevoren was het bezoek ook al niet doorgegaan; „Vermits de aan staande grote vacantie soude ik gaam een tourtje na Zeeland hebben gedaan, om UUEde ge te komen aluëren, maar: ik heb een klein werkje op de pers, dat my sal beletten". Nadat Van Bijnkershoek enkele jaren zitting had in den Hoogen Raad, „trad hij in den echt met „Esther van Buy- tenhem, in Oostindiën geboren, die be nevens nog ene zuster en haarlieder broe der Johan van Buytenhem, in hunne jeugd van Batavia naar het vaderland, wezen zijnde, wierden gezonden, en te Middelburg opgevoed". Uit dat huwelijk werden dertien kinderen geboren, waar van zes dochters Van Bijnkershoek over leefden. Hij was een door en door krachtig man, een. voorbeeld van iemand, die ont zaglijk veel werk kon verzetten. Be richten over ziekten komen slechts zel den voor in de vele brieven, die hij tot zijn vrienden richt. Een enkele maal schrijft hij aan zijn vriend Van Citters, dat de driedaagsche koorts hem kwelt. Wie het standbeeld in Den Haag bewon dert, zal onder den indruk komen van het menschelyke maar tegelijk van het waardige in dit beeld. Reeds in zijn tijd werd Van Bijnkershoek zoo afgebeeld. Toen in 1733 Philip van Dijk zijn por tret in olieverf schilderde en Jacobus Houbraken In 1743 het in koper bracht, beeldden deze kunstenaars den Zeeuw af: „in het deftige ambtsgewaad met breede bef en eene zware pruik, die een gedeelte van het hooge voorhoofd en van het gelaat bedekt. Dat gelaat teekent schranderheid en ernst, maar tevens vriendelijkheid. Het oog doordringend, le vendig, brandend, vol vuur. De neus min of meer gebogen. Een ironische trek speelt om den fijnen mond. Hy was forsch ge bouwd, rijzig van gestalte. Zijne verschij ning was die eerier majesteit." Maar Bynkershoek leeft niet alleen in afbeeldingen verder, ook in' versvorm en 1 zelfs in romans komt zijn figuur voor.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 7