ie Spi
pin
Een groote dichter te Brugge geëerd.
BRIEVEN UIT VLAANDEREN
De volksvreemde kapitalisten en franskiljons
zijn verdwenen.
Het Sodom der luxe uitgeroeid.
"Van onzen correspondent.)
Dezer dagen zijn wij naar Brugge ge
togen om er een grootsche Gezelle-hulde
bij te wonen die daar den Prins der
Vlaamsche dichters gebracht werd. Er
waren geen vacantiegangers te Brugge,
geen druk verkeer van vreemde toeristen
als andere jaren. Er was slechts de stille
ingetogenheid der oude stede, die onder
de rustige grootheid van het stoere bel
fort praalde in de glorie van het verleden.
Juist een jaar geleden werd te Brugge,
aan het huis waar Guido Gezelle woonde
en stierf, een gedenkplaat onthuld met
den volgenden tekst„Op 27 Slacht
maand 1899 overleed hier GUIDO
GEZELLEen 'k hoorde de veugeltjes
zoo geerne schuffelenBij de plech
tigheid van verleden jaar voerde het koor
„Kunst en Vermaak" uit Antwerpen het
Gezelle-lied uiter werd gedeclameerd
uit het werk van den dichterde „Ge
kamde Koning Canteclaar" uit het ge
lijknamig gedicht trad op in zijn hanen-
gestalte, het „Meezennestje in den wul-
gentronk gedoken" brak uithet „Melk
meisje op de bloote voetjes" kwam
dansen zoetjes ,zoo zoetjes", er werden
spreekbeurten gehouden en een grootsche
bloemenhulde gebracht bij het Gezelle-
standbeeld. Dit jaar zorgde de „Brugsche
Kamermuziekvereeniging" voor het mu
zikale gedeelte. De dichter Wies Moens
hield de slotrede en trok daarin een lijn
tusschen de poëzie van Gezelle en die van
Cyriel Verschaeve. Gezelle en Verschaeve
belichamen een verschillend tijdperk der
Vlaamsche nationale worsteling. Ver
schaeve staat in het tijdperk waarin wij
streven naai- een ruimer en dieper inzicht
in den strijd van het Vlaamsche volk. Hij
leeft de armoe en de worsteling van het
volk mee. Verschaeve is de geestelijke
wapensmid van den Vlaamschen opgang.
De plaats van Gezelle wordt bepaald door
den tijd waarin hij geleefd heeft. Zijn
poëzie is een wonder. Een volk waaraan
een dergelijk geschenk is te beurt geval
len kan niet twijfelen aan Gods beschik
king. Het zal den dood overwinnen. Ge-
zelle's poëzie is nationaal en vollcsch. Zij
wordt nog beter verstaan in dezen tijd,
nu ook in Vlaanderen een groote wending
zich voltrekt. Bij dit prachtig geslaagde
huldebetoon kwam ook tot uiting het
streven naar de hereeniging onzer lage
landen, waarvan de Vlaamsche dichters
steeds de zangers zijn geweest, in hun
liederen van heimwee naar een vaderland,
dat België den Vlamingen nooit heeft
kunnen bieden.
Bet kapitalisme in Vlaanderen.
De capitulatie van België heeft voor
Vlaanderen vérstrekkende gevolgen ge
had. Zij beteekende niet alleen het einde
van een zoo ongelijken als onnoodigen
strijd voor belangen, welke niet die der
IHamingen waren, maar bracht tevens het
einde van de heerschappij der vreemden,
die in Vlaanderen het economisch appa
raat in handen hadden. In tegenstelling
met Wallonië is Vlaanderen nooit gegre
pen geweest door de volksontaardende
koorts van het kapitalisme. De groote
ondernemers waren in Vlaanderen meest
al Walen en Franschen. Na hun eigen
land ondermijnd en uitgemergeld te heb
ben kwamen de Waalsche ondernemers
naar Vlaanderen, waar de grond zich ech
ter niet leende voor hun plannen en ook
het volk niet. Slechts zeer langzaam is de
kapitalistische mentaliteit in Vlaanderen
doorgedrongen. Het volk heeft er zich al
tijd tegen verzet en soms met een hard
nekkigheid die aan het heroïsche grensde.
De Vlamingen waren terecht beducht voor
de ontaarding van het volkskarakter
welke het kapitalisme zou brengen en ge
bracht heeft, waar het zich nestelde.
Materieele ellende of moreel verval was
dikwijls het resultaat. Nooit heeft de Vla
ming het geestelijke aan het economische
willen offeren. Het middeleeuwsche gilde-
wezen heeft op Vlaanderen zoo diep zijn
stempel gedrukt, dat de kapitalistische
mentaliteit nooit geheel vat op het volk
heeft kunnen krijgen. Men beschouwde er
het groot-kapitalisme als een vreemde
zonde, een kwaad dat den vrijen werker
zijn persoonlijkheid rooft en hem tot pro
leet maakt. De leidende functies in handel
en nijverheid waren in Vlaanderen steeds
in handen van vreemdelingen. De oorlog
heeft ook daarin verandering gebracht.
Het rijk der Franskiljons is uit.
Tal van leidende functies in het econo
mische leven zijn thans in Vlaanderen
onbezet, omdat vele groothandelaars en
industrieelen de wijk genomen hebben
naar Frankrijk of naar Engeland. De
heeren die in Vlaanderen hun goud ver
gaard hebben lieten er hun schulden en
hun werklieden achter, om nooit meer
terug te keeren. Hun rekening zal zeker
eens vereffend worden, maar de afwezig
heid van die vreemde uitbuiters wordt in
Vlaanderen als een opluchting gevoeld.
Men is er van af en kan zijn eigen, lot
ook economisch in handen nemen. De
heerschappij van die Franskiljons heeft
in Vlaanderen veel schade aangericht.
Want grooter dan de materieele oorlogs
schade is de geestelijke schade welke de
Fransche invloeden der vreemde brood-
heeren in Vlaanderen gesticht hebben.
Die vreemde invloeden verbruikten meer
dan de arbeidskracht van het Vlaamsche
volk. Zij verbruikten de meisjes-reinheid
en speelden uitbuitend met de dingen der
ziel. Zjj organiseerden de almachtige ver
leiding, de trek naar de stad. Brussel en
de strandsteden waren in Vlaanderen de
groote haarden der vreemde besmetting
door Franschen invloed. Wat men te
Brussel van Frankrijk te zien kreeg was
niet veel meer dan het schuim der natie,
hetwelk de avondstraten en de nachtge
legenheden bevolkte met menschelijke
koopwaar. En de politie van het parket
te Brugge zou kunnen zeggen wat al
moeite zij zich de laatste jaren heeft moe
ten getroosten om de Fransche en ver-
franschte Brusselsche dametjes met hun
exploitanten eenigszins uit Oostende en
verder van het Vlaamsche strand te we
ren. De strafkolonies te Merxplas, voor
mannen en te Sint-Andries-bij-Brugge,
voor vrouwen, zijn er voor jaren mee ge
vuld. Thans is de vuurregen van den
oorlog over Oostende gekomen en heeft
er het Sodom der Fransche "luxe uitge
roeid. Een frissche wind waait zuiverend
over het puin, dat het graf werd van
weelde en zonde. Het volksche Oostende,
het Vlaamsche, is geestelijk gaaf en on
geschonden gebleven. Het bouwt een
nieuwe stad en een nieuwe toekomst, die
Vlaamsch zal zijn en vrij, zooals de
Vlaamsche Leeuw zingt De tijd verslindt
de steden, geen tronen blijven staan, de
legerbenden sneven Een volk zal niet
vergaan
(Nadruk verboden.)
Scheiding in de partij van
majoor Kruyt.
NIEUWE GROEP „N.S.N.A.P.,
DE HAKENKRUIZERS" OP
GERICHT.
Naar ons wordt medegedeeld, heeft zich
uit de N.S.N.A.P., leider majoor Kruyt, op
initiatief van een aantal hoofdfunctionaris
sen dier partij, een nieuwe groep gevormd,
die den naam heeft aangenomen „N.S.N.A.
P.-de Hakenkruizers". Als leider treedt de
heer F. de Mos op. Het orgaan „De Neder-
landsche nationaal-socialist" zal onder den
naam „De Hakenkruizers" verschijnen.
HET BEVAREN VAN ONZE
RIVIERMONDINGEN.
EEN VERORDENING VAN DEN
RIJKSCOMMISSARIS.
Het gisteren verschenen verordeningen
blad bevat een verordening van den Rijks
commissaris voor het bezette Nederland-
sche gebied, houdende beperking ten aan
zien van het bevaren van het gebied der
Schelde- en Rijnmondingen.
Hierin wordt bepaald
Als gebied, waarvoor de beperking in
den zin van deze verordening' geldt, moe
ten alle wateren, waar eb en vloed gaat,
worden beschouwd die
1. Ten Zuiden door den Zuidelijken oever
van de Westerschelde
2. ten Noorden door het Haringvliet en
het Hollandsch Diep tot voorbij Willem
stad
3. in het Noordwesten door de zee be
grensd worden.
Vaartuigen mogen het gebied' waarvoor
de beperking geldt, niet bevaren, wanneer
het varen uitsluitend of overwegend be
doeld is als sport of genoegen, of het
maken van uitstapjes dient.
Vaartuigen, die uitsluitend of overwe
gend voor sport, genoegen of uitstapjes
dienen, mogen alleen dan in bedoeld ge
bied liggen, wanneer de inrichtingen tot
voortdrijving' door het wegnemen van on-
derdeelen onklaar zijn gemaakt en de
zeilen van boord gehaald zjjn.
Komen in het gebied, waarvoor de be
perking geldt, varende vaartuigen, die de
Duitsche oorlogsvlag voeren, in zicht, dan
moet elk ander varend vaartuig terstond
zoo ver mogelijk naar den uitersten rand
van het vaarwater gaan,
Degene, die aan boord de leiding heeft,
zijn plaatsvervanger, de roerganger en de
loods van een vaartuig worden, wanneer
door hun schuld hun vaartuig zoo wordt
bestuurd, dat in strijd wordt gehandeld
met de voornoemde voorschriften, ge
straft met hechtenis van ten hoogste zes
weken en met geldboete van ten hoogste
vijf duizend rijksmark of met een dezer
straffen. Met dezelfde straffen -wordt de
eigenaar van een vaartuig en degene, die
een vaartuig daadwerkelijk onder zich
heeft, gestraft, wanneer deze in strijd
handelt meöj het voorschrift, dat de in
richtingen tot voortdrijving onklaar moe
ten z\jn gemaakt.
In ernstige gevallen wordt gevangenis
straf (Duitsch recht) uitgesproken. Ook
kan het vaartuig verbeurd verklaard wor
den.
Ieder feit, gepleegd in strijd met de
voorschriften van deze verordening, is een
delict,1 als bedoeld in de verordening no.
12/1940 van den Rijkscommissaris voor
het bezette Nederlandsche gebied.
Andere strafrechtelijke voorschriften
blijven van kracht, voor zoover deze niet
met 'deze verordening in strijd zijn.
Deze verordening geldt niet vöor vaar
tuigen, welke de Duitsche oorlogsvlag voe
ren of met bijzondere toestemming van
den bevelhebber der Duitsche marine in
Nederland in meerbedoeld gebied mogen
varen of liggen.
Deze verordening is gisteren in werking
getreden met uitzondering van de bepalin
gen ten aanzien van het onklaar maken
van vöortdrijvingsinrichtingen. Dit voor
schrift treedt 10 September a.s. in wer
king.
Distributie van hars, gom en
terpentijn.
Het verordeningenblad bevat een be
schikking van den Secretaris-Generaal van
het departement van handel, nijverheid en
scheepvaart ingevolge de distributiewet
1939 (distributie van hars, gom en terpen
tijn).
Hierbij wordt bepaald, dat hars, gom en
terpentijn aangewezen worden als' distri
butiegoederen in den zin van artikel 4 der
distributiewet 1939.
Deze beschikking is gisteren in werking
getreden.
Het nieuwe K.L.M.~gebouw aan
Sociale Zaken verhuurd.
OFFIdEEUE OVERDRACHT.
Gisteren heeft de directeur, van de ILL.
M., de heer A. Plesman, het nieuwe K.L.
M.-gebouw aan den Raamweg te Den Haag
overgedragen aan het departement van so
ciale zaken, dat daarin tijdelijk is gehuis
vest.
Vanzelfsprekend betreuren wij het, al
dus de heer Plesman, dat de omstandighe
den ons dwingen onze organisatie tot een
minimum terug te brengen, anderzijds zijn
wij dankbaar, dat wij dit mooie gebouw
aan een der departementen hebben mo
gen verhuren. Wij hopen dat zij hier aan
genaam en met vrucht zullen kunnen wer
ken.
Spreker herinnerde hierna aan de tot
standkoming en sprak verder in zijn rede
voering o.m. den wensch uit, dat de tijd
moge komen, dat de K.L.M. weer kan wer
ken, dat de vliegtuigen van de K.L.M. Ne
derlands vlag in de lucht hoog houden en
dat zj] zich over alle zeeën en continenten
zullen vertoonen. Dan zal ook de dag geko
men zijn, dat het personeel der K.L.M.
weer terugkeert naar zijn werkplaatsen en
kantoren, en zijn plaats zal innemen in dit
gebouw.
De secretaris-generaal, wnd. hoofd van
het departement van sociale zaken, ir. Ver-
wey dankte den heer Plesman voor zijn
woorden en voor het tijdelijk gebruik van
dit fraaie gebouw. Ook wij, aldus spr/; zijn
trots op het werk van de K.L.M., dat moe
dig en bekwaam was, en een der grootste
vredeswerken van den laatsten tijd, de taak
van sociale zaken is in dezen trjd zwaar,
doch mooi, evenals die van de K.L.M. De
K.L.M. heeft gerealiseerd wat aanvanke
lijk fantastisch leek, o.a. op het gebied van
de luchtverbinding met onze överzeesche
gewesten, doch sociale zaken heeft dit ge
daan op het gebied der volksgezondheid en
ten aanzien van het apparaat der sociale
verzekeringen.
Vervolgens waren de genoodigden in d<
gelegenheid het gebouw te bezichtigen.
Zooals bekend zijn er boven dén beganen
grond nog vier verdiepingen, de verdiepin
gen zijn uniform ingericht, met verstelba
re wanden zoodat de ruimten kunnen wor
den aangepast aan de verschillende werk
zaamheden. Alleen de bovenste verdieping
bestemd voor huisvesting van de directie
en de staf maakt hierop een uitzondering.
Ter illustratie van de afmetingen kunnen
nog de volgende cijfers dienen. De afstand
tusschen de uiteinden van het gebouw be
draagt ongeveer 84 meter, het kantoorge
bouw zelf is 58 meter lang en ongeveer
15meter breed. De dakgoot ligt op een
hoogte van 21'/, meter boven het maaiveld
waarboven nog" een koperen dak komt
waarvan de nok op 25 meter hoogte ligt.
De ruimte in het gebouw is ongeveer 28000
m3. Het gebouw rust op een „doos" van
gewapend beton waarop een staalconstruc
tie is opgetrokken. De verdiepingen zijn ge
scheiden door twee betonnen lagen waar-
tusschen een open ruimte van ongeveer
40 cm. Waartusschen de leidingen voor
licht, verwarming, enz. loopen. In het ge
bouw zijn 2500 m3 beton verwerkt en
310.000 kg betonijzer. Het staalskelet
weegt 500 ton. Er liggen in totaal 17 Ulo-
meter pijpleiding in het gebouw waarin 40
km draad, en iy2 km. verwarmingsbuizen.
De verwarming'wordt gevoed door drie
groote ketels. Het bebouwde oppervlak be
draagt 1645 m2.
Door de hoogte van het gebouw is het
noodig het water op te voeren met circu-
latiepompen, twee groote en een kleinere,
waarvan de groote per uur ieder 57.000 li
ter verwerken.
In de lichte, geheel openliggende cantine,
waar ook vergaderingen e.d. zullen worden
gehouden, is tevens een filmcabine inge
bouwd waardoor het mogelijk wordt ook
films te vertoonen.
ie-
Opgave voorraden non-ferro metalen.
De .secretaris-generaal, waarnemend
hoofd van het departement van handel, nij
verheid en scheepvaart maakt bekend, dat
alle niet ingeschrevenen bij het rijksbureau
voor non-ferro .metalen, dié tenminste 50
kg. van deze metalen voorhanden of in
voorraad hebben, verplicht zyn hiervan
binnen 10 dagen opgave te doen aan ge
noemd rijksbureau.
Kalme handel op de
Amsterdamsche effectenbeurs.
Tijdens het week-end hadden zich geen
omstandigheden voorgedaan, welke een
nieuwe kijk op de algemeene situatie kon
den openen.
Hoewel ten opzichte van de effecten
beurs nog wel eenige terughoudendheid aan
den dag- werd gelegd, ging er op de markt
verhoudingsgewijze toch nog al wat om.
De handel was wel niet omvangrijk, doch
verscheidene specialiteiten waren toch be-
hoox-lijk in trek, zij het dan ook dat dit
uiterlijk niet op nadrukkelijke wijze in de
omzetten tot uiting kwam. Voor locale
fondsen was de stemming prijshoudend:
Hier iets hooger, daar een kleinigheid la
ger.
Op "e petx'oleumafdeeling waren Olies bij
de opening vast gestemd. In het verdere
verloop zakte de koers echter een kleinig
heid in.
Nederlandsche industrieelen waren
door elkander genomen goed prijshoudend.
Voor aku's werd nogal belangstelling aan
den dag gelegd. De Philipsaandeelen wa
ren in doorsnee nauwelijlcs iets veranderd.
In Unilevers was weinig te doen.
De scheepvaartpapieren konden zich ge
makkelijk op peil houden, zonder dat de
koers veel vex-andering onderging. De sui-
kerafdeeling was stil. H.V.A.'s werden op
zeer kleiixe schaal verhandeld, op ongeveer
het ixiveau van de hoogste prijzen van Vrij
dag. De tabaksafdeeling was stil, goed ge
disponeerd maar eveneens weinig gewij
zigd. Op de afdeeling der rubberfondsen
werden Amsterdam nxbbers iets vaster in
gezet, waarna later een kleine inzinking
plaats vond. In de minder courante soor
ten werd weinig gedaan.
Voor de Amerikaaxxsche waarden be
stond, klaarblijkelijk in navolging van
Wallstreet een vaste stemming. De affaire
was niet van grooten omvang.
De beleggingsafdeeling was kalm. De
Stemming was prijshoudend en de Neder-
'landsche staatspapieren konden zich mee-
rendeels ruimschoots handhaven, maar de
koersen gaven toch slechts geringe afwij
kingen te zien.
Amsterdam 1936 3 y2 81
Zeeuwsche Hyp. Bank 79%'
A Schelde K.M. Nat. Bez. 5414
Nedex-land le lng. 1940 4 99%
dito 2e lng. 1940 4 91%
dito met bel. fac. 99%
Nedei'l. 1000 1938 (3%) 3 82%—%
Indië 1000 1937 3 78%
A Van Berkel Pat. 40
C Calvé Delft 63
A Lever Bx-os en Unilever SS
A Philips Gloeil. Genx. Bez. 15148
A Amstex'd. Rubber C 20501%
Koersen van nog niet tot de officieele
noteering toegelaten fondsen, waarvan pu
blicatie bij besluit van den wnd. secretaris
generaal, wnd. hoofd van het departement
van financiën, is toegestaan.
Anaconda Copper 22% gb9/16,
Bethlehem Steel 71%.
Shell Union 9% gb9% gl.
Ned. Scheepvaai't Unie 131%134 gl.
EEN LEERAAR IN HEILGYMNASTIEK
DEMONSTREERT NIEUWE
„METHODEN".
Zondagmiddag, na afloop van een zwem
wedstrijd te Naarden, wilde een leex'aar in
heilgymnastiek in Bussum zijn fiets uit de
rijwielstalling hebben, doch hij kon daar
voor geen bewijs van afgifte toonen. De
rijwielbewaarder vex-zocht hem Ixierop te
recht, te willen wachten tot alle fietsen
gehaald waren, dan kon hy zien of er een
fiets ovei'bleef. De leeraar werd hierop zoo
kwaad, dat hij den rijwielbewaarder een
schop in de zij gafhetgeen zoodanig aaxx-
kwam, dat de man ineenzakte. Een ontbo
den geneesheer achtte overbrenging naar de
Majellastichting noodzakelijk. De leeraar
had de beenen genomen, doch is door de po
litie geax-x'esteerd.
Reisbesluit 1916 gewijzigd.
Het verordeningenblad van gisteren be
vatte een wijziging van het Reisbesluit
1916, waarbij de vergoeding voor het ge
wicht van eigen auto's in dienst van den
staat opnieuw worden vastgesteld.
19)
„Er moet daarboven iets misgeloopen
zijn. We hebben het signaal van Brown
niet gekregen en daar gaat die Warwik
in zijn auto er vandoox-".
„En Brown is er nog niet met dien
ander uitgekomen. Wat moeten we in dat
geval doen?"
„Bij Warwik naar binnendringen en zien,
wat er gebeurd is. Er is alleen een Ja-
pansche bediende' in huis. Misschien zitten
onze kameraden gevangen. Het zal niet
lastig zijn, want we kennen dat huis door
en door".
De drie mannen keerden terug en gin
gen het flatgebouw binnen en brutaal
weg met de lift naar de derde verdieping.
Een hxxnner ging naar de deur'van Warwik
en twee anderen begaven zich door de
gang naar het langs het huis loopende
balcon.
Togo hoorde iemand aankloppen, maar
lette daar niet op. Na het vertrek van
Warwik had hij beide gevangenen een
prop in den mond geduwd, omdat hij wei
vreesde, dat er geklopt zou worden en dat
zij dan om hulp zouden schreeuwen. Toen
het kloppen herhaald werd, keek hij de
beide woedende mannen grijnzend aan.
En voor de tiende maal kwam hij naar
den divan toe om te kijken, of hun boeien
nog wel goed vast zaten.
Er brandde slechts één lamp in een hoek
van de kamer. Het was dan ook halfduister
in het vertrek en zoo kwam het, dat Togo
de schaduw der beide mannen niet op het
balcon voorbij zag glijden. Ze gluurden
tusschen de gordijnen door en zagen de
twee mannen gebonden op den divan lig
gen en Togo kaarsrecht op een stoel zit
ten. Hij zat een sigaret te rooken met 'de
oogen dicht, maar sliep niet.
Geruischloos wisten de twee mannen de
deur open te krijgen met een daartoe ge
schikt instrumentje. Intusschen had de
derde man, toen zijn kloppen onbeant
woord bleef, zich bij hen gevoegd.
„Ga jij tei-ug naar de gang en bewaak
de deur" werd hem bevolen. „Die Japan
ner kon wel eens trachten te ontsnappen,
als we binnen komen. Dan kun jij hem
daar opvangen. Hij mag niet bij de tele
foon kunnen komen. Pak hem niet ruw
aan, maar houd hem beleefd met smoes
jes tegen. Iemand mocht je eens zien. Als
wij maar eenmaal binnen zijn, is het mét
een paar minuten voor elkaar".
De man haastte zich naar de gang te
rug en de beide anderen bleven aan het
werk. Eindelijk waren de dubbele deuren
open en stonden de mannen op het punt
naar binnen te sluipen, net als Togo kort
te voren gedaan had.
Zachtjes gleden ze naar binnen. Togo
bemerkte blijkbaar hun aanwezigheid niet.
Ze slopen omzichtig naar den rechtop-
zittenden Togo toe in de hoop, hem te
kunnen overrompelen, voordat hij alarm
kon maken. Eén der gevangenen op den
divan zag hen aankomen en verried door
de uitdrukking van zijn gezicht hun aan
wezigheid.. Togo keek op dat moment juist
naar hem. Een oogenblik scheen hij te voe
len, dat er iets niet in den haak was. Maar
hij sprong niet op om zijn mogelijke vij
anden tegemoet te treden. Hij keek in een
grooten spiegel boven den divan en zag
de beide donkere schaduwen naar zich
toekomen. Togo kneep zijn oogen tot
spleetjes dicht en bleef zijn sigaret roo
ken. Maar zijn eene hand zakte als on
willekeurig naar zijn zak omlaag en greep
het pistool beet, dat hij bij zich had.
In den spiegel bleef hij de gedaanten
bespieden. Ze slopen steeds nader en- een
van de twee schoof in de lichting van de
deur, om Togo het ontsnappen te belet
ten. Toen xnaakte de voorste aanstalten
om zich op Togo te werpen. Togo rookte
rustig door, maar omklemde zijn pistool
vaster. De man deed een sprong vooruit.
Togo kwam tegelijkertijd in actie. De man
greep in de lucht, in plaats van den Ja
panner bij zijn keel te pakken, struikelde
hij tegen den stoel aan en viel ermee on
dersteboven. Togo was opzij gesprongen en
wendde zich nu onmiddellijk om, zoodat
hij hen beiden met. zijn pistool in be
dwang kon houden.
„Erg, erg onhandig!" merkte Togo op.
„Ik in spiegel gekeken. Ik u moet verzoe
ken tegen muur te gaan staan."
De man bij de deur vloekte, terwijl hij
zijn handen in de lucht hield. De andere
krabbelde overeind, maar deed geen aan
val op den Japanner.
„Erg onhandig," herhaalde Togo. „Wat
willen do heeren?"
„Ik geloof, dat jij jezelf als heel handig
beschouwt," zei de man bij de deur.
„Waarom bemoei jii je hiermee?"
„Een van deze twee heeren binnen
gekomen en heeft revolver op mijn ver
eerden meester gericht. De andere rnjj
trachtte neer te slaan. Ik hem gebonden
en mijn meester geholpen. En mijn méés
ter bevolen, ik deze twee bewaken moet,
tot hij terugkomt. Ik dat doe. Dat is
alles."
„Misschien kunnen we zaken doen," zei
de man bij de deur.
„Zaken
„Hoeveel betaalt je meester je?"
„Een heel behoox'lijk loon elke maand."
„Als je ons laat weggaan, zullen we hier
niet meer tex*ugkomen en je er veel geld
voor geven. We geven je honderd dollar,
als je ons dadelijk laat gaan."
„En wat dan zeggen tegen mijn ver-
eex-den meester?" vroeg Togo.
„Zeg, dat die twee ontsnapt zijn en
verder niets."
„Maar hoe zij moeten wegkomen? Zij
gebonden en Togo op wacht. Mijn ver
eerde meester zeker zou zeggen, Togo kan
wel twee gebonden mannen bewaken. En
wat ik dan zeggen moeten?"
„Zeg, dat een van de twee zich losge
werkt en je overrompeld heeft, toen je
den anderen kant uitkeek."
„Dan mijnheer Warwik dexxken zal ik
erg, erg dom. En bovendien, mijn vereerde
meester zelf heeft touwen vastgeknoopt."
„Maar wat wil je dan doen? Ons den
halven nacht zoo blijven bewaken?"
„Ik denk, ik pol!f'-> telefoneeren zal."
Hij zag, hoe de twee elkaar aankeken
en als hij Togo niet was geweest, zou hij
geglimlacht hebben. Die blikken beduid
den, dat Togo blijkbaar niet wist, wat zijn
meester uitvoerde, anders zou hij niet
over de politie gesproken hebben.
„Als je de politie erbij haalt komt er een
groot schandaal van en dat zal mijnheer
Waxwik beslist niet graag willen. Als we
jou eens bonden, een prop in je mond
stopten en op den divan legden. Dan kun
je zeggen,, dat twee man door de deur
naar binnengeslopen zijn en je onver
hoeds hebben overvallen. Dan treft jou
geen blaamen wij geven je honderd
dollar."
„Niet kan doen," zei Togo. „Na me ge
bonden te hebben, jullie kunnen geld me
weer afnemen."
„Och, we zullen eerlijk spel met je
spelen!" zei de man bij den divan.
„En als je er niet in toestemt, dan be
ginnen we allemaal tegen jou," voegde
die bjj de deur eraan toe. „Als je een van
ons doodschiet, kom je in de gevangenis
en misschien veroordeelt de rechtbank je
wel."
„Begin maar," zei Togo.
Hij deed een stap achteruit en scheen
op alles voorbereid. De beide mannen, wa
ren woedend, dat zoo'n kleine Japanner
hen allen in bedwang hield. Ze begrepen
niet, waarom de man in de gang niets
deed. De kerel bij de deur zei daarop heel
luid, in de hoop, dat die andere hem ver
staan zou: „Ben je van plan, ons hier den
heelen nacht te houden? Laat ons gaan,
dan krijg je honderd dollar. Steek dat
pistool weg. Je kunt vier man toch niet op
die manier hier blijven vasthouden!"
„Ga nu daar staan!" beval Togo. „Met
handen omhoog tegen muur. Ik u hier
houden moet tot mijnheer Warwik terug
zijn."
Grommend voldeed de man aan het be
vel. Maar de man op de gang had hem
verstaan en begreep den toestand. We
tend, dat zijn vrienden door de glazen
deur naar binnen gekomen waren, ver
onderstelde hij, dat Togo die deur in het
oog zou houden. Langs dien kant kon hij
't niet wagen binnen te dringen. Maar wel
door de gangdeur. Hij besloot het slot te
bewex'ken, erop lettend, dat niemand in
de gang kwam en hem overviel. Als
de lift omhoog kwam, wandelde hij door
de gang heen en weer, als wachtte hij op
iemand. Eindelijk had hij het slot open.
Togo was juist aan het praten en hoordé
het niet. Hij stond met zijn rug naar de
deur. Nu en dan keek hij naar de balcon-
deur. De man in de gang glipte naar bin
nen en sloop naderbij. De twee mannen,
die achter den divn tegen den muur
stonden, vertrokken geen spier van hun
Een slag trof Togo vlak onder het lin
keroor. Hij kreunde heel even en'zakte in
elkaar en de man, die hem den slag toe
gebracht had, ving hem op. De twee an
deren waren met een sprong b(j hem.
[(Wordt vervolgd.)