ie Spi pin Een groote dichter te Brugge geëerd. BRIEVEN UIT VLAANDEREN De volksvreemde kapitalisten en franskiljons zijn verdwenen. Het Sodom der luxe uitgeroeid. "Van onzen correspondent.) Dezer dagen zijn wij naar Brugge ge togen om er een grootsche Gezelle-hulde bij te wonen die daar den Prins der Vlaamsche dichters gebracht werd. Er waren geen vacantiegangers te Brugge, geen druk verkeer van vreemde toeristen als andere jaren. Er was slechts de stille ingetogenheid der oude stede, die onder de rustige grootheid van het stoere bel fort praalde in de glorie van het verleden. Juist een jaar geleden werd te Brugge, aan het huis waar Guido Gezelle woonde en stierf, een gedenkplaat onthuld met den volgenden tekst„Op 27 Slacht maand 1899 overleed hier GUIDO GEZELLEen 'k hoorde de veugeltjes zoo geerne schuffelenBij de plech tigheid van verleden jaar voerde het koor „Kunst en Vermaak" uit Antwerpen het Gezelle-lied uiter werd gedeclameerd uit het werk van den dichterde „Ge kamde Koning Canteclaar" uit het ge lijknamig gedicht trad op in zijn hanen- gestalte, het „Meezennestje in den wul- gentronk gedoken" brak uithet „Melk meisje op de bloote voetjes" kwam dansen zoetjes ,zoo zoetjes", er werden spreekbeurten gehouden en een grootsche bloemenhulde gebracht bij het Gezelle- standbeeld. Dit jaar zorgde de „Brugsche Kamermuziekvereeniging" voor het mu zikale gedeelte. De dichter Wies Moens hield de slotrede en trok daarin een lijn tusschen de poëzie van Gezelle en die van Cyriel Verschaeve. Gezelle en Verschaeve belichamen een verschillend tijdperk der Vlaamsche nationale worsteling. Ver schaeve staat in het tijdperk waarin wij streven naai- een ruimer en dieper inzicht in den strijd van het Vlaamsche volk. Hij leeft de armoe en de worsteling van het volk mee. Verschaeve is de geestelijke wapensmid van den Vlaamschen opgang. De plaats van Gezelle wordt bepaald door den tijd waarin hij geleefd heeft. Zijn poëzie is een wonder. Een volk waaraan een dergelijk geschenk is te beurt geval len kan niet twijfelen aan Gods beschik king. Het zal den dood overwinnen. Ge- zelle's poëzie is nationaal en vollcsch. Zij wordt nog beter verstaan in dezen tijd, nu ook in Vlaanderen een groote wending zich voltrekt. Bij dit prachtig geslaagde huldebetoon kwam ook tot uiting het streven naar de hereeniging onzer lage landen, waarvan de Vlaamsche dichters steeds de zangers zijn geweest, in hun liederen van heimwee naar een vaderland, dat België den Vlamingen nooit heeft kunnen bieden. Bet kapitalisme in Vlaanderen. De capitulatie van België heeft voor Vlaanderen vérstrekkende gevolgen ge had. Zij beteekende niet alleen het einde van een zoo ongelijken als onnoodigen strijd voor belangen, welke niet die der IHamingen waren, maar bracht tevens het einde van de heerschappij der vreemden, die in Vlaanderen het economisch appa raat in handen hadden. In tegenstelling met Wallonië is Vlaanderen nooit gegre pen geweest door de volksontaardende koorts van het kapitalisme. De groote ondernemers waren in Vlaanderen meest al Walen en Franschen. Na hun eigen land ondermijnd en uitgemergeld te heb ben kwamen de Waalsche ondernemers naar Vlaanderen, waar de grond zich ech ter niet leende voor hun plannen en ook het volk niet. Slechts zeer langzaam is de kapitalistische mentaliteit in Vlaanderen doorgedrongen. Het volk heeft er zich al tijd tegen verzet en soms met een hard nekkigheid die aan het heroïsche grensde. De Vlamingen waren terecht beducht voor de ontaarding van het volkskarakter welke het kapitalisme zou brengen en ge bracht heeft, waar het zich nestelde. Materieele ellende of moreel verval was dikwijls het resultaat. Nooit heeft de Vla ming het geestelijke aan het economische willen offeren. Het middeleeuwsche gilde- wezen heeft op Vlaanderen zoo diep zijn stempel gedrukt, dat de kapitalistische mentaliteit nooit geheel vat op het volk heeft kunnen krijgen. Men beschouwde er het groot-kapitalisme als een vreemde zonde, een kwaad dat den vrijen werker zijn persoonlijkheid rooft en hem tot pro leet maakt. De leidende functies in handel en nijverheid waren in Vlaanderen steeds in handen van vreemdelingen. De oorlog heeft ook daarin verandering gebracht. Het rijk der Franskiljons is uit. Tal van leidende functies in het econo mische leven zijn thans in Vlaanderen onbezet, omdat vele groothandelaars en industrieelen de wijk genomen hebben naar Frankrijk of naar Engeland. De heeren die in Vlaanderen hun goud ver gaard hebben lieten er hun schulden en hun werklieden achter, om nooit meer terug te keeren. Hun rekening zal zeker eens vereffend worden, maar de afwezig heid van die vreemde uitbuiters wordt in Vlaanderen als een opluchting gevoeld. Men is er van af en kan zijn eigen, lot ook economisch in handen nemen. De heerschappij van die Franskiljons heeft in Vlaanderen veel schade aangericht. Want grooter dan de materieele oorlogs schade is de geestelijke schade welke de Fransche invloeden der vreemde brood- heeren in Vlaanderen gesticht hebben. Die vreemde invloeden verbruikten meer dan de arbeidskracht van het Vlaamsche volk. Zij verbruikten de meisjes-reinheid en speelden uitbuitend met de dingen der ziel. Zjj organiseerden de almachtige ver leiding, de trek naar de stad. Brussel en de strandsteden waren in Vlaanderen de groote haarden der vreemde besmetting door Franschen invloed. Wat men te Brussel van Frankrijk te zien kreeg was niet veel meer dan het schuim der natie, hetwelk de avondstraten en de nachtge legenheden bevolkte met menschelijke koopwaar. En de politie van het parket te Brugge zou kunnen zeggen wat al moeite zij zich de laatste jaren heeft moe ten getroosten om de Fransche en ver- franschte Brusselsche dametjes met hun exploitanten eenigszins uit Oostende en verder van het Vlaamsche strand te we ren. De strafkolonies te Merxplas, voor mannen en te Sint-Andries-bij-Brugge, voor vrouwen, zijn er voor jaren mee ge vuld. Thans is de vuurregen van den oorlog over Oostende gekomen en heeft er het Sodom der Fransche "luxe uitge roeid. Een frissche wind waait zuiverend over het puin, dat het graf werd van weelde en zonde. Het volksche Oostende, het Vlaamsche, is geestelijk gaaf en on geschonden gebleven. Het bouwt een nieuwe stad en een nieuwe toekomst, die Vlaamsch zal zijn en vrij, zooals de Vlaamsche Leeuw zingt De tijd verslindt de steden, geen tronen blijven staan, de legerbenden sneven Een volk zal niet vergaan (Nadruk verboden.) Scheiding in de partij van majoor Kruyt. NIEUWE GROEP „N.S.N.A.P., DE HAKENKRUIZERS" OP GERICHT. Naar ons wordt medegedeeld, heeft zich uit de N.S.N.A.P., leider majoor Kruyt, op initiatief van een aantal hoofdfunctionaris sen dier partij, een nieuwe groep gevormd, die den naam heeft aangenomen „N.S.N.A. P.-de Hakenkruizers". Als leider treedt de heer F. de Mos op. Het orgaan „De Neder- landsche nationaal-socialist" zal onder den naam „De Hakenkruizers" verschijnen. HET BEVAREN VAN ONZE RIVIERMONDINGEN. EEN VERORDENING VAN DEN RIJKSCOMMISSARIS. Het gisteren verschenen verordeningen blad bevat een verordening van den Rijks commissaris voor het bezette Nederland- sche gebied, houdende beperking ten aan zien van het bevaren van het gebied der Schelde- en Rijnmondingen. Hierin wordt bepaald Als gebied, waarvoor de beperking in den zin van deze verordening' geldt, moe ten alle wateren, waar eb en vloed gaat, worden beschouwd die 1. Ten Zuiden door den Zuidelijken oever van de Westerschelde 2. ten Noorden door het Haringvliet en het Hollandsch Diep tot voorbij Willem stad 3. in het Noordwesten door de zee be grensd worden. Vaartuigen mogen het gebied' waarvoor de beperking geldt, niet bevaren, wanneer het varen uitsluitend of overwegend be doeld is als sport of genoegen, of het maken van uitstapjes dient. Vaartuigen, die uitsluitend of overwe gend voor sport, genoegen of uitstapjes dienen, mogen alleen dan in bedoeld ge bied liggen, wanneer de inrichtingen tot voortdrijving' door het wegnemen van on- derdeelen onklaar zijn gemaakt en de zeilen van boord gehaald zjjn. Komen in het gebied, waarvoor de be perking geldt, varende vaartuigen, die de Duitsche oorlogsvlag voeren, in zicht, dan moet elk ander varend vaartuig terstond zoo ver mogelijk naar den uitersten rand van het vaarwater gaan, Degene, die aan boord de leiding heeft, zijn plaatsvervanger, de roerganger en de loods van een vaartuig worden, wanneer door hun schuld hun vaartuig zoo wordt bestuurd, dat in strijd wordt gehandeld met de voornoemde voorschriften, ge straft met hechtenis van ten hoogste zes weken en met geldboete van ten hoogste vijf duizend rijksmark of met een dezer straffen. Met dezelfde straffen -wordt de eigenaar van een vaartuig en degene, die een vaartuig daadwerkelijk onder zich heeft, gestraft, wanneer deze in strijd handelt meöj het voorschrift, dat de in richtingen tot voortdrijving onklaar moe ten z\jn gemaakt. In ernstige gevallen wordt gevangenis straf (Duitsch recht) uitgesproken. Ook kan het vaartuig verbeurd verklaard wor den. Ieder feit, gepleegd in strijd met de voorschriften van deze verordening, is een delict,1 als bedoeld in de verordening no. 12/1940 van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied. Andere strafrechtelijke voorschriften blijven van kracht, voor zoover deze niet met 'deze verordening in strijd zijn. Deze verordening geldt niet vöor vaar tuigen, welke de Duitsche oorlogsvlag voe ren of met bijzondere toestemming van den bevelhebber der Duitsche marine in Nederland in meerbedoeld gebied mogen varen of liggen. Deze verordening is gisteren in werking getreden met uitzondering van de bepalin gen ten aanzien van het onklaar maken van vöortdrijvingsinrichtingen. Dit voor schrift treedt 10 September a.s. in wer king. Distributie van hars, gom en terpentijn. Het verordeningenblad bevat een be schikking van den Secretaris-Generaal van het departement van handel, nijverheid en scheepvaart ingevolge de distributiewet 1939 (distributie van hars, gom en terpen tijn). Hierbij wordt bepaald, dat hars, gom en terpentijn aangewezen worden als' distri butiegoederen in den zin van artikel 4 der distributiewet 1939. Deze beschikking is gisteren in werking getreden. Het nieuwe K.L.M.~gebouw aan Sociale Zaken verhuurd. OFFIdEEUE OVERDRACHT. Gisteren heeft de directeur, van de ILL. M., de heer A. Plesman, het nieuwe K.L. M.-gebouw aan den Raamweg te Den Haag overgedragen aan het departement van so ciale zaken, dat daarin tijdelijk is gehuis vest. Vanzelfsprekend betreuren wij het, al dus de heer Plesman, dat de omstandighe den ons dwingen onze organisatie tot een minimum terug te brengen, anderzijds zijn wij dankbaar, dat wij dit mooie gebouw aan een der departementen hebben mo gen verhuren. Wij hopen dat zij hier aan genaam en met vrucht zullen kunnen wer ken. Spreker herinnerde hierna aan de tot standkoming en sprak verder in zijn rede voering o.m. den wensch uit, dat de tijd moge komen, dat de K.L.M. weer kan wer ken, dat de vliegtuigen van de K.L.M. Ne derlands vlag in de lucht hoog houden en dat zj] zich over alle zeeën en continenten zullen vertoonen. Dan zal ook de dag geko men zijn, dat het personeel der K.L.M. weer terugkeert naar zijn werkplaatsen en kantoren, en zijn plaats zal innemen in dit gebouw. De secretaris-generaal, wnd. hoofd van het departement van sociale zaken, ir. Ver- wey dankte den heer Plesman voor zijn woorden en voor het tijdelijk gebruik van dit fraaie gebouw. Ook wij, aldus spr/; zijn trots op het werk van de K.L.M., dat moe dig en bekwaam was, en een der grootste vredeswerken van den laatsten tijd, de taak van sociale zaken is in dezen trjd zwaar, doch mooi, evenals die van de K.L.M. De K.L.M. heeft gerealiseerd wat aanvanke lijk fantastisch leek, o.a. op het gebied van de luchtverbinding met onze överzeesche gewesten, doch sociale zaken heeft dit ge daan op het gebied der volksgezondheid en ten aanzien van het apparaat der sociale verzekeringen. Vervolgens waren de genoodigden in d< gelegenheid het gebouw te bezichtigen. Zooals bekend zijn er boven dén beganen grond nog vier verdiepingen, de verdiepin gen zijn uniform ingericht, met verstelba re wanden zoodat de ruimten kunnen wor den aangepast aan de verschillende werk zaamheden. Alleen de bovenste verdieping bestemd voor huisvesting van de directie en de staf maakt hierop een uitzondering. Ter illustratie van de afmetingen kunnen nog de volgende cijfers dienen. De afstand tusschen de uiteinden van het gebouw be draagt ongeveer 84 meter, het kantoorge bouw zelf is 58 meter lang en ongeveer 15meter breed. De dakgoot ligt op een hoogte van 21'/, meter boven het maaiveld waarboven nog" een koperen dak komt waarvan de nok op 25 meter hoogte ligt. De ruimte in het gebouw is ongeveer 28000 m3. Het gebouw rust op een „doos" van gewapend beton waarop een staalconstruc tie is opgetrokken. De verdiepingen zijn ge scheiden door twee betonnen lagen waar- tusschen een open ruimte van ongeveer 40 cm. Waartusschen de leidingen voor licht, verwarming, enz. loopen. In het ge bouw zijn 2500 m3 beton verwerkt en 310.000 kg betonijzer. Het staalskelet weegt 500 ton. Er liggen in totaal 17 Ulo- meter pijpleiding in het gebouw waarin 40 km draad, en iy2 km. verwarmingsbuizen. De verwarming'wordt gevoed door drie groote ketels. Het bebouwde oppervlak be draagt 1645 m2. Door de hoogte van het gebouw is het noodig het water op te voeren met circu- latiepompen, twee groote en een kleinere, waarvan de groote per uur ieder 57.000 li ter verwerken. In de lichte, geheel openliggende cantine, waar ook vergaderingen e.d. zullen worden gehouden, is tevens een filmcabine inge bouwd waardoor het mogelijk wordt ook films te vertoonen. ie- Opgave voorraden non-ferro metalen. De .secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van handel, nij verheid en scheepvaart maakt bekend, dat alle niet ingeschrevenen bij het rijksbureau voor non-ferro .metalen, dié tenminste 50 kg. van deze metalen voorhanden of in voorraad hebben, verplicht zyn hiervan binnen 10 dagen opgave te doen aan ge noemd rijksbureau. Kalme handel op de Amsterdamsche effectenbeurs. Tijdens het week-end hadden zich geen omstandigheden voorgedaan, welke een nieuwe kijk op de algemeene situatie kon den openen. Hoewel ten opzichte van de effecten beurs nog wel eenige terughoudendheid aan den dag- werd gelegd, ging er op de markt verhoudingsgewijze toch nog al wat om. De handel was wel niet omvangrijk, doch verscheidene specialiteiten waren toch be- hoox-lijk in trek, zij het dan ook dat dit uiterlijk niet op nadrukkelijke wijze in de omzetten tot uiting kwam. Voor locale fondsen was de stemming prijshoudend: Hier iets hooger, daar een kleinigheid la ger. Op "e petx'oleumafdeeling waren Olies bij de opening vast gestemd. In het verdere verloop zakte de koers echter een kleinig heid in. Nederlandsche industrieelen waren door elkander genomen goed prijshoudend. Voor aku's werd nogal belangstelling aan den dag gelegd. De Philipsaandeelen wa ren in doorsnee nauwelijlcs iets veranderd. In Unilevers was weinig te doen. De scheepvaartpapieren konden zich ge makkelijk op peil houden, zonder dat de koers veel vex-andering onderging. De sui- kerafdeeling was stil. H.V.A.'s werden op zeer kleiixe schaal verhandeld, op ongeveer het ixiveau van de hoogste prijzen van Vrij dag. De tabaksafdeeling was stil, goed ge disponeerd maar eveneens weinig gewij zigd. Op de afdeeling der rubberfondsen werden Amsterdam nxbbers iets vaster in gezet, waarna later een kleine inzinking plaats vond. In de minder courante soor ten werd weinig gedaan. Voor de Amerikaaxxsche waarden be stond, klaarblijkelijk in navolging van Wallstreet een vaste stemming. De affaire was niet van grooten omvang. De beleggingsafdeeling was kalm. De Stemming was prijshoudend en de Neder- 'landsche staatspapieren konden zich mee- rendeels ruimschoots handhaven, maar de koersen gaven toch slechts geringe afwij kingen te zien. Amsterdam 1936 3 y2 81 Zeeuwsche Hyp. Bank 79%' A Schelde K.M. Nat. Bez. 5414 Nedex-land le lng. 1940 4 99% dito 2e lng. 1940 4 91% dito met bel. fac. 99% Nedei'l. 1000 1938 (3%) 3 82%—% Indië 1000 1937 3 78% A Van Berkel Pat. 40 C Calvé Delft 63 A Lever Bx-os en Unilever SS A Philips Gloeil. Genx. Bez. 15148 A Amstex'd. Rubber C 20501% Koersen van nog niet tot de officieele noteering toegelaten fondsen, waarvan pu blicatie bij besluit van den wnd. secretaris generaal, wnd. hoofd van het departement van financiën, is toegestaan. Anaconda Copper 22% gb9/16, Bethlehem Steel 71%. Shell Union 9% gb9% gl. Ned. Scheepvaai't Unie 131%134 gl. EEN LEERAAR IN HEILGYMNASTIEK DEMONSTREERT NIEUWE „METHODEN". Zondagmiddag, na afloop van een zwem wedstrijd te Naarden, wilde een leex'aar in heilgymnastiek in Bussum zijn fiets uit de rijwielstalling hebben, doch hij kon daar voor geen bewijs van afgifte toonen. De rijwielbewaarder vex-zocht hem Ixierop te recht, te willen wachten tot alle fietsen gehaald waren, dan kon hy zien of er een fiets ovei'bleef. De leeraar werd hierop zoo kwaad, dat hij den rijwielbewaarder een schop in de zij gafhetgeen zoodanig aaxx- kwam, dat de man ineenzakte. Een ontbo den geneesheer achtte overbrenging naar de Majellastichting noodzakelijk. De leeraar had de beenen genomen, doch is door de po litie geax-x'esteerd. Reisbesluit 1916 gewijzigd. Het verordeningenblad van gisteren be vatte een wijziging van het Reisbesluit 1916, waarbij de vergoeding voor het ge wicht van eigen auto's in dienst van den staat opnieuw worden vastgesteld. 19) „Er moet daarboven iets misgeloopen zijn. We hebben het signaal van Brown niet gekregen en daar gaat die Warwik in zijn auto er vandoox-". „En Brown is er nog niet met dien ander uitgekomen. Wat moeten we in dat geval doen?" „Bij Warwik naar binnendringen en zien, wat er gebeurd is. Er is alleen een Ja- pansche bediende' in huis. Misschien zitten onze kameraden gevangen. Het zal niet lastig zijn, want we kennen dat huis door en door". De drie mannen keerden terug en gin gen het flatgebouw binnen en brutaal weg met de lift naar de derde verdieping. Een hxxnner ging naar de deur'van Warwik en twee anderen begaven zich door de gang naar het langs het huis loopende balcon. Togo hoorde iemand aankloppen, maar lette daar niet op. Na het vertrek van Warwik had hij beide gevangenen een prop in den mond geduwd, omdat hij wei vreesde, dat er geklopt zou worden en dat zij dan om hulp zouden schreeuwen. Toen het kloppen herhaald werd, keek hij de beide woedende mannen grijnzend aan. En voor de tiende maal kwam hij naar den divan toe om te kijken, of hun boeien nog wel goed vast zaten. Er brandde slechts één lamp in een hoek van de kamer. Het was dan ook halfduister in het vertrek en zoo kwam het, dat Togo de schaduw der beide mannen niet op het balcon voorbij zag glijden. Ze gluurden tusschen de gordijnen door en zagen de twee mannen gebonden op den divan lig gen en Togo kaarsrecht op een stoel zit ten. Hij zat een sigaret te rooken met 'de oogen dicht, maar sliep niet. Geruischloos wisten de twee mannen de deur open te krijgen met een daartoe ge schikt instrumentje. Intusschen had de derde man, toen zijn kloppen onbeant woord bleef, zich bij hen gevoegd. „Ga jij tei-ug naar de gang en bewaak de deur" werd hem bevolen. „Die Japan ner kon wel eens trachten te ontsnappen, als we binnen komen. Dan kun jij hem daar opvangen. Hij mag niet bij de tele foon kunnen komen. Pak hem niet ruw aan, maar houd hem beleefd met smoes jes tegen. Iemand mocht je eens zien. Als wij maar eenmaal binnen zijn, is het mét een paar minuten voor elkaar". De man haastte zich naar de gang te rug en de beide anderen bleven aan het werk. Eindelijk waren de dubbele deuren open en stonden de mannen op het punt naar binnen te sluipen, net als Togo kort te voren gedaan had. Zachtjes gleden ze naar binnen. Togo bemerkte blijkbaar hun aanwezigheid niet. Ze slopen omzichtig naar den rechtop- zittenden Togo toe in de hoop, hem te kunnen overrompelen, voordat hij alarm kon maken. Eén der gevangenen op den divan zag hen aankomen en verried door de uitdrukking van zijn gezicht hun aan wezigheid.. Togo keek op dat moment juist naar hem. Een oogenblik scheen hij te voe len, dat er iets niet in den haak was. Maar hij sprong niet op om zijn mogelijke vij anden tegemoet te treden. Hij keek in een grooten spiegel boven den divan en zag de beide donkere schaduwen naar zich toekomen. Togo kneep zijn oogen tot spleetjes dicht en bleef zijn sigaret roo ken. Maar zijn eene hand zakte als on willekeurig naar zijn zak omlaag en greep het pistool beet, dat hij bij zich had. In den spiegel bleef hij de gedaanten bespieden. Ze slopen steeds nader en- een van de twee schoof in de lichting van de deur, om Togo het ontsnappen te belet ten. Toen xnaakte de voorste aanstalten om zich op Togo te werpen. Togo rookte rustig door, maar omklemde zijn pistool vaster. De man deed een sprong vooruit. Togo kwam tegelijkertijd in actie. De man greep in de lucht, in plaats van den Ja panner bij zijn keel te pakken, struikelde hij tegen den stoel aan en viel ermee on dersteboven. Togo was opzij gesprongen en wendde zich nu onmiddellijk om, zoodat hij hen beiden met. zijn pistool in be dwang kon houden. „Erg, erg onhandig!" merkte Togo op. „Ik in spiegel gekeken. Ik u moet verzoe ken tegen muur te gaan staan." De man bij de deur vloekte, terwijl hij zijn handen in de lucht hield. De andere krabbelde overeind, maar deed geen aan val op den Japanner. „Erg onhandig," herhaalde Togo. „Wat willen do heeren?" „Ik geloof, dat jij jezelf als heel handig beschouwt," zei de man bij de deur. „Waarom bemoei jii je hiermee?" „Een van deze twee heeren binnen gekomen en heeft revolver op mijn ver eerden meester gericht. De andere rnjj trachtte neer te slaan. Ik hem gebonden en mijn meester geholpen. En mijn méés ter bevolen, ik deze twee bewaken moet, tot hij terugkomt. Ik dat doe. Dat is alles." „Misschien kunnen we zaken doen," zei de man bij de deur. „Zaken „Hoeveel betaalt je meester je?" „Een heel behoox'lijk loon elke maand." „Als je ons laat weggaan, zullen we hier niet meer tex*ugkomen en je er veel geld voor geven. We geven je honderd dollar, als je ons dadelijk laat gaan." „En wat dan zeggen tegen mijn ver- eex-den meester?" vroeg Togo. „Zeg, dat die twee ontsnapt zijn en verder niets." „Maar hoe zij moeten wegkomen? Zij gebonden en Togo op wacht. Mijn ver eerde meester zeker zou zeggen, Togo kan wel twee gebonden mannen bewaken. En wat ik dan zeggen moeten?" „Zeg, dat een van de twee zich losge werkt en je overrompeld heeft, toen je den anderen kant uitkeek." „Dan mijnheer Warwik dexxken zal ik erg, erg dom. En bovendien, mijn vereerde meester zelf heeft touwen vastgeknoopt." „Maar wat wil je dan doen? Ons den halven nacht zoo blijven bewaken?" „Ik denk, ik pol!f'-> telefoneeren zal." Hij zag, hoe de twee elkaar aankeken en als hij Togo niet was geweest, zou hij geglimlacht hebben. Die blikken beduid den, dat Togo blijkbaar niet wist, wat zijn meester uitvoerde, anders zou hij niet over de politie gesproken hebben. „Als je de politie erbij haalt komt er een groot schandaal van en dat zal mijnheer Waxwik beslist niet graag willen. Als we jou eens bonden, een prop in je mond stopten en op den divan legden. Dan kun je zeggen,, dat twee man door de deur naar binnengeslopen zijn en je onver hoeds hebben overvallen. Dan treft jou geen blaamen wij geven je honderd dollar." „Niet kan doen," zei Togo. „Na me ge bonden te hebben, jullie kunnen geld me weer afnemen." „Och, we zullen eerlijk spel met je spelen!" zei de man bij den divan. „En als je er niet in toestemt, dan be ginnen we allemaal tegen jou," voegde die bjj de deur eraan toe. „Als je een van ons doodschiet, kom je in de gevangenis en misschien veroordeelt de rechtbank je wel." „Begin maar," zei Togo. Hij deed een stap achteruit en scheen op alles voorbereid. De beide mannen, wa ren woedend, dat zoo'n kleine Japanner hen allen in bedwang hield. Ze begrepen niet, waarom de man in de gang niets deed. De kerel bij de deur zei daarop heel luid, in de hoop, dat die andere hem ver staan zou: „Ben je van plan, ons hier den heelen nacht te houden? Laat ons gaan, dan krijg je honderd dollar. Steek dat pistool weg. Je kunt vier man toch niet op die manier hier blijven vasthouden!" „Ga nu daar staan!" beval Togo. „Met handen omhoog tegen muur. Ik u hier houden moet tot mijnheer Warwik terug zijn." Grommend voldeed de man aan het be vel. Maar de man op de gang had hem verstaan en begreep den toestand. We tend, dat zijn vrienden door de glazen deur naar binnen gekomen waren, ver onderstelde hij, dat Togo die deur in het oog zou houden. Langs dien kant kon hij 't niet wagen binnen te dringen. Maar wel door de gangdeur. Hij besloot het slot te bewex'ken, erop lettend, dat niemand in de gang kwam en hem overviel. Als de lift omhoog kwam, wandelde hij door de gang heen en weer, als wachtte hij op iemand. Eindelijk had hij het slot open. Togo was juist aan het praten en hoordé het niet. Hij stond met zijn rug naar de deur. Nu en dan keek hij naar de balcon- deur. De man in de gang glipte naar bin nen en sloop naderbij. De twee mannen, die achter den divn tegen den muur stonden, vertrokken geen spier van hun Een slag trof Togo vlak onder het lin keroor. Hij kreunde heel even en'zakte in elkaar en de man, die hem den slag toe gebracht had, ving hem op. De twee an deren waren met een sprong b(j hem. [(Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 6