U
Is de wereldvoorraad petroleum nog lang
toereikend
Synthetische smeerolie en benzine moeten
uitkomst brengen.
(Bijzondere correspondentie
Berlijn, Augustus 1940.
De enorme vlucht, welke de motorisee-
ring van de geheele wereld heeft genomen
en het in verband daarmede opduikende
schrikbeeld van een eventueele uitputting
der betrekkelijk, geringe petroleumvoorra-
den, welke onze aarde bevat, zijn voor tal
van landen aanleiding geweest, om het
voorbeeld van Duitschland te volgen en
deze brandstof uit kolen te winnen.
Bezien wij den toestand, dan blijkt ons,
dat de voorraad petroleum over de geheele
aarde wordt geschat op 4 tot 5 milliard
ton. Hiervan bedraagt de voorraad in
V. s. van Noord-Amerika 2 milliard ton
Rusland ruim 2 milliard ton
Iran 0,5 milliard ton
Irak 0,4 milliard ton
De productie van petroleum over de ge
heele wereld bedroeg in.:
1860 0,07 millioen ton
1880 4,1 millioen ton
1900 20 millioen ton
1920 100 millioen ton
1939 300 millioen ton
De levensduur der verschillende bronnen
wisselt af van 11 tot 30 jaar, met uit
zondering van Irak. China, dat het oudste
boorgat ter wereld bezit, is een van de
landen, waar de petroleum het veelvuldigst
voorkomt in den bodem.
DE V.S. VERBRUIKEN 146 MIL
LIOEN TON PER JAAR.
Waar men zich bepaalt tot het aan
brengen van eenvoudige boorgaten, komt
het vaak voor, dat slechts twintig pet, van
de in den bodem aanwezige petroleum
aan de oppervlakte kan worden gebracht,
terwijl tachtig pet. niet bereikbaar is. In
den. laatsterv tijd heeft men getracht, door
middel van een bijzondere inrichting' lucht
of aardgas in de boorgaten te pompen, ten
einde op deze wijze de petroleum omhoog
te persen. Bovendien tracht men het denk
beeld te verwezenlijken om de petroleum
onder de aarde te vergassen. Men stelt
zich echter gunstiger resultaten voor van
het bouwen van schachten, die goedkooper
zijn en tot op elke gewenschte diepte kun
nen worden aangebracht.
Het verbruik van minerale oliën over de
geheele wereld werd in 1938 geschat op
ongeveer 250 millioen ton, waartegenover
een productie van ongeveer 271 millioen
ton staat. Hiervan verbruikten de Ver-
eenigde Staten 146 millioen ton, de Ame-
rikaansche productie bedroeg 180 millioen
ton. West- en Midden-Europa verbruikten
in 1938 35 millioen ton.
HET TRANSPORT MAAKT DE
PETROLEUM DUUR.
De plaatsen, waar de bodem petroleum
bevat, liggen ver uiteen verspreid over de
aarde. De voornaamste producenten zijn
Rusland 30 millioen ton
Venezuela 29 millioen ton
Iran 11 millioen ton
Ned. Oost-Indië 9 millioen ton
Roemenië 6,7 millioen ton
Mexico 5,4 millioen ton
Irak 4,7 millioen ton
Trinidad 2,5 millioen ton
Overige landen
tesamen 13 millioen ton
Hieruit volgt reeds, dat in behoeften
van de verschillende landen slechts kan
worden voorzien door een zeer gecompli
ceerd, kostbaar transportsysteem, dat zich
over reusachtige afstanden uitstrekt.
Vooral in oorlogstijd gaat het vervoer
over zee met groote moeilijkheden en een
aanzienlijk risico gepaard, zooals Engeland
tot zijn schade heeft ondervonden.
SMEEROLIE EN BENZINE UIT
STEENKOLEN.
Nog in het jaar 1932 wilde bijna geen
enkel land ter wereld iets weten van het
procédé om motorbrandstof uit kolen te
vervaardigen, zooals in Duitschland. Op
het eind van 1938 evenwel beval de Britsche
minister van verkeer dit procédé aan met
de volgende woorden „Engeland bezit
bijna onbegrensde bodemschatten en er be
staan middelen, om uit dezen kolenrijk-
dom vloeibare brandstoffen voor motoren
te winnen". De voorzitter van het Engel-
sche Instituut voor Auto-technici verklaar
de, dat de vooruitgang, die in Duitschland
op dit gebied viel waar te nemen, uitslui
tend te danken was aan de omstandig
heid, dat de Duitsche regeering hierbij ad-
viseerend en helpend was opgetreden. Hij
zette uiteen, dat ook door de Engelsche
regeering leiding moest worden gegeven
op dit speciale gebied. Dit is een geheel
ander geluid dan men vroeger liet hooren,
toen de Duitsche onderzoekingen en-expe
rimenten met een medelijdend lachje wer
den gadegeslagen.
De torpedeering van den kruiser
„Helli".
De Italiaansche dagbladen publiceeren
een officieus communiqué, luidende „In
verband met zekere in het buitenland in
omloop gebrachte berichten, zijn wij in
staat uit gezaghebbende bron te verklaren,
dat tot dusverre niets is komen vast te
staan omtrent de identiteit van den on
derzeeër, die den Griekschen kruiser
Helli heeft getorpedeerd". Met dit com
muniqué, zoo voegt Stefani aan dit be
licht toe, wordt gedoeld op een Engelsch
bericht, volgens hetwelk een onderzoek zou
hebben uitgewezen, dat de torpedo van
Italiaanschen oorsprong was.
LUCHTPOSTVERKEER MET SPANJE
VIA DUITSCHLAND MOGELIJK.
Het A.N.P. werd medegedeeld, dat het
luchtpostverkeer Berlijn-Stuttgart-Barce-
lona, zulks in tegenspraak met een ge
rucht, als zou dit sinds 11 Augustus jl.
niet meer plaats vinden geregeld voort
gang vindt en dat ook de Nederiandsche
postkantoren dienaangaande inlichtingen
geven. Er is namelijk via Duitschland ook
luchtpostverkeer van. Nederland met Span
je mogelijk.
pin
door
JOHNSTON Mc.OULLEY
12)
„Ik had je opdracht gegeven, de Drie
Driehoeken te bemachtigen. Ik dacht, dat
je er met dat doel gisteravond was ge
weest. Ik kan je daarvoor geen maanden
tijd! geven".
„Dat begrijp ik", was alles, wat War
wik antwoordde.
„Ik had groote verwachtingen van je,
maar ik ben teleurgesteld".
„Dat spijt me. In welk opzicht teleur
gesteld?"
„Gisteravond was je eerste kans een
soort proef. Je hebt gefaald".
„Gefaald?"
„Ik heb dezelfde opdracht aan nog een
paar menschen gegeven. Ik wilde zien, of
je handiger was dan zij. Dat was je niet".
„Drommelsmededinging en zoo
meer? Dat is beslist interessant
„Natuurlijk zal ik je nog een kans ge
ven maar je moet je vernuft leeren ge
bruiken, meneer Warwik. Als je gister
avond! heelemaal alleen gewerkt had, was
het op een totale mislukking uitgeloopen.
Nu zijn anderen er wel in geslaagd".
„Toch waar?"
„Die anderen hebben de Drie Driehoe
ken wel bemachtigd, Je hebt ze bij mijn
heer Dwight gezien, nietwaar? Nu zal ik
je ze nogmaals laten zien".
Hij trok een lade van zijn bureau open
en legde het juweel voor zich neer.
Warwik nam het op, bekeek het nauw
keurig, draaide liet orn, onderzocht de
achterzijde, en legde het weer voor de
De betrekkingen tusschen Japan
en Ned. Indië.
Japansche minister van handel tot
bijzonder gezant benoemd.
Officieel wordt te Tokio medegedeeld,
dat de minister van handel, Kobayasji tot
bijzonderen gezant voor Nederlandsch-In-
dië is benoemd. De oorspronkelijk voorge
nomen reis van generaal Koiso schijnt
daarmede vervallen te zijn. In politieke
kringen te Tokio meent men daaruit de
gevolgtrekking te kunnen maken, dat het
zwaartepunt van de komende onderhande
lingen op economisch terrein zal liggen.
RIJKSMARK WETTIG BETAALMIDDEL
IN LUXEMBURG.
De Rijksmark geldt met ingang van
vandaag als wettig betaalmiddel in Luxem
burg, krachtens een verordening van. den
chef van bet burgerlijk bestuur. De her-
leidingskoers is 10 Luxemburgsche franken
1 Rijksmark. De „Reichsmarkkassen-
scheine" en de Luxemburgsche en Belgi
sche frank blijven eveneens wettig betaal
middel, doch. de Belgische frank zal bin
nenkort uit den omloop worden genomen.
Met eenige beperkingen is thans het vrije
betalingsverkeer tusschen Luxemburg en
het geheele Duitsche Rijk van kracht ge
worden.
DE BRANDSTOFFENDISTRIBUTIE.
In verband met de omstandigheid, dat
vele eigenaren van met olie gestookte
centrale verwarmings- of andere ketels
voorloopig de nog in hun bézit zijnde
voorraden olie zullen kunnen gebruiken
en dat bedrijven (bjjv. bakkers) nog voor
een gedeelte hunner brandstofbehoefte
olie-toewjjzingen ontvangen, is de vraag"
gerezen, of door hen een der foriftulieren
a. tot en met e. voor het verkrijgen van
vaste brandstoffen dient te worden inge
vuld.
Dit moet inderdaad geschieden, doch in
alle gevallen dient op het formulier te
worden vermeld, dat voorloopig nog hetzij
geheel, hetzij gedeeltelijk met olie zal
worden gestookt.
De betreffende formulieren zijn ver
krijgbaar gesteld bij de plaatselijke distri
butiediensten.
Stichting Noord-Nederland-Vlaanderen.
Dr. BormB spreekt.
Zaterdagavond vergaderde te 's-Graven-
hage de stichting Noord-Nederland-Vlaan
deren. Na opening door den voorzitter, ver
telde Willem de Meyer, de bekende bezieler
der Vlaamsche zangfeesten van de schrik
kelijke ei-varingen, die de Vlaamsche ge-
interneerden gehad hadden, toen zij wegge
sleept werden naar het zuiden van Frank
rijk en van hun troostlied „Mijn Vlaan
deren heb ik hartelijk lief". Met dit lied,
mede gezongen dooi- Wiesken Aerts, werd
de avond gc opend.
Menig lied volgde, zoowel van de beide
Vlaamsche kunstenaars, als van de gan-
sche vergadering in combinatie met hen.
Bij het binnenkomen van den grooten
Vlaamschen strijder dr. August Borms, voor
kort uit de Fransche gevangenschap be
houden huiswaarts gekeerd, werd staande
het strijdlied „Wij zijn bereid" met groot
enthousiasme aangestemd.
Dr. Borms vertelde hoe de Fransche ge
vangenschap hem dichter bij den dood had
gebracht dan de doodstraf, die 21 jaar ge
leden tegen hem werd uitgesproken.
Verder schetste hjj de afkeurenswaardige
wijze, waarop hij met de andere ge
vangenen werd behandeld.
Reeds eerder hebben wij hieromtrent het
een en ander in dit blad medegedeeld.
Dr. Borm besloot Zaterdag zijn rede
als volgt
Naast de namen van Coucke en Goet-
hals komen vooral de gevallenen der folter-
kampen van de Vlaamsche weggevoerden.
Zoo handelde België tegenover de Vla
mingen. Het is tijd, dat wij ons afkeeren
van de werkers dezer ongerechtigheden.
Wij willen vrij zijn, vrij
De heer Karal Waternaux, secretaris van
de stichting Noord-Nederland-Vlaanderen
huldigde vervolgens dr. Borms.
Met het zingen van de Vlaamsche
Leeuw werd de vergadering besloten.
BRAND DOOR HOOIBROEI.
Zondagavond ontstond, vermoedelijk door
hooibroei, brand in den hooiberg van den
veehouder J. Vernooy te Werkhoven, Het
vuur, dat spoedig hoog oplaaide, sloeg wel
dra over op de aangrenzende stalgebou-
wen. Men slaagde er nog in deze in groote
haast te ontruimen en ook den inboedel
van het woonhuis in veiligheid te brengen.
Het gelukte de brandweer van Werkhoven
het woonhuis te behouden. Hooiberg en
stalgebouwen gingen gehee.l in de vlam
men op. De heer Vernooy was tegen
brandschade verzekerd.
VIJFTIEN MIJNEN AANGESPOELD.
Aan het strand te Ouddorp zijn Zater
dagmorgen 15 mijnen aangespoeld.
D.D.D. is een holdore vloei
stof, die diep in de porlön
doordringt en de ziekte
kiemen doodt. Flacons a
75 ct., f. 1.50 on i. 2.50.
Uit de Pers.
„WIJ ZIJN GEEN POLEN".
„Het Vaderland" betoogt, dat de Polen
altijd een element van onrust aan de
Duitsche grens hebben gevormd - en het
blad acht het begrijpelijk, dat Duitschland
tot ingrijpende maatregelen overgaat om
aan die onrust eens en voor altijd een
einde te maken. Vandaar, dat dr. Frank,
de gouverneur-generaal van het Poolsche
gebied, dezer dagen heeft meegedeeld, dat
Polen deel van het Duitsche Rijk zal blij
ven uitmaken.
„In zkn groote rede te Krakau, waarin
hij dat woord over de toekomst zeide,
heeft dr. Frank ook de- Duitsche natio-
naal-socialisten opgewekt, zich voortaan
als de mannen van het heerschende en
leidende volk onder de Polen te gedra
gen. Den volgenden dag heeft W. Zarske,
perschef van Gouverneur-Generaal Frank,
nog een nadere beschouwing laten ver
schijnen in de Warschauer Zeitung. In dit
artikel werd gewezen op de plichten van
de Duitsche nationaal-socïalisten in een
veroverd gebied.
Dit heeft aanleiding gegeven tot eenig
misverstand. Een groote courant hier te
Jande had trouwens een verkeerden kop
geplaatst boven de vertaling van het
stuk. Het heette daar namelijk De taak
der N.S.D.A.P. in bezet gebied. Zarske
echter had niet geschreven over „bezet"
maar over „veroverd" gebied. De vergis
sing heeft sommige Nederlanders er toe
gebracht te denkenhet zou ons óók
wel eens zoo kunnen vergaan.
Neen Dat kan ons nooit overkomen,
want wij zijn geen Polen, wij zjjn Neder
landers en ons land is wel bezet, maar
het wordt niet beschouwd als veroverd
gebied. Wij zjjn geen Polen. Wij zeggen
dat met allen eerbied voor de ongetwijfeld
zeer talrijke fatsoenlijke menschen onder
de Polen, ook onder diegenen, die politiek
volkomen verkeerd gehandeld hebben.
Maar het is belachelijk en verkeerd, alle
volken en alle staten over één kam te
willen scheren. Een volk van 9 millioen
zielen heeft een andere positie in de we
reld dan een van negentig millioen zie
len en een land, dat door Nederlanders
wordt bewoond, is een heel ander land
dan de streken, waar een intelligente on
dikwijls zeer charmante, maar wanhopig
onsociaal en onpolitiek denkende leidende
stand heerscht over een mengite van nog
primitief levende boeren van verschillende
nationaliteit, die door middel van een
domme narionalistische ideologie worden
opgehitst tegen een meer ontwikkelde
minderheid, die onder hen leeft.
Twee, drie jaren lang hebben wij het
hier ter plaatse telkens herhaaldwij
zijn geen Tsjechen, wij zjjn geen Polen.
De domme doctrinaire gelijkschakeling
van allerlei staten en volken, die ons op
den duur allerlei min of meer wilde
volksstammen tot voorbeeld deed nemen,
heeft de zelfstandigheidspolitiek, althans
wat de geestelijke houding betreft, ook
verzwakt. Thans zou dit doctrinaire spel
eerst recht gevaarlijk zjjn.
Want men kan dit leert de psycholo
gie maar al té gemakkelijk worden,
wat men zich voorstelt te'zijn. Er zjjn
thans reeds Nederiandsche propagandis
ten in het buitenland, die er blijkbaar
trotsch op zjjn dat ons volk samen met
de Polen genoemd wordt in de rede van
een of anderen Engelschen staatsman.
Ons kan dat niet bekoren. Wjj wenschen
allerminst een invasie van romantiek in
de Nederiandsche politiek. Dat emigran
ten de aangewezen slachtoffers zijn van
een propaganda met holle frasen, weet
iedereen, maar dit is juist 'n reden te meer
om hier, waar het gezonde lichaam van
het heele volk leeft, zjj het dan ook in
zorgen, met den grootst mogelijken na
druk te zeggen vrij zjjn geen Polen. Wjj
zjjn te nuchter voor de romantiek van een
erfvjjandschapwij willen nuchter de
nieuwe situatie in Europa erkennen wjj
willen samenwerken met de Duitschers,
zoodi-a een waarlijk Nederiandsche sa
menwerking mogelijk is. Dat er hardhe
den zijn in de politiek, dat weten wjj. Wjj
hebb- zelf als volk langen tijd aandeel
gehad in de leiding der groote wereld
zaken. Hardheden echter zijn reëele din
gen, die men verwijderen kan. De sle
pende ziekte eener verkeerd ingestelde
geesteshouding is veel erger. Als een Ger-
maansch volk, dat den adel kent der
nuchtere zakelijkheid, willen 'tvij gezond
1'j /en. Dus geen Polen.
En ons land is ook geen veroverd ge
bied. Het land is bezet, niet veroverd. Dr.
Seyss-Inquart heeft dat volkomen duide
lijk gezegd. Hjj heeft ook de taak bespro
ken van de Duitsche nationaal-socialisten
hier té lande. Die taak is een heel andere,
dan die welke Frank in Krakau aan de
Duitsche nationaal-socialisten in Polen
heeft opgedragen. Daar heette hetheer-
schen en leiden, zjj het dan ook zóó, dat
de Poolsche mensch er tenslotte zelf goed
bij vaart. Hier heette hetbemiddelen
tusschen het eigen Duitsche volk en het
broedervolk der Nederlanders Nederland
beter leeren kennen in Duitschland' en
Duitschland beter leeren kennen in Ne
derland.
Een heel andere taak dus dan in Polen.
Een opdracht, die wjj als Nederlanders
met vreugde begroeten. Want er is, mede
onder invloed van vele verkeerde ideolo
gieën, veel misverstand ontstaan, dat uit
den weg dient geruimd te worden en er
zjjn ook c..igen gebeurd, waarover menig
Nederlander zich niet gemakkelijk heen
kan zetten. Historisch inzicht en beter
begrip voor wat de geschiedenis van
beide volken gemaakt heeft, zal de sa
menwerking in de toekomst gemakkelijker
en vrachtvaarder doen zjjn. Alles wat do
Duitscher hier in Nederland, als Duit-
scher en als nationaal-socialist, bijdraagt
tot zulk een betere verstandhouding, is
werk, dat ook aan het Nederiandsche
volk ten goede komt.
De verhouding tusschen Duitschers en
Polen is die van leidend tot een geleid
volk, dat blijkens de historie leiding noo-
dig heeft.
Nederland is een mondig volk en dó
verhouding tusschen den Duitscher en den
Nederlander kan er dan ook een zjjn van
broederlijke samenwerking.
Maar daartoe is allereerst noodïg, dat
wjj niet vluchten in de politieke roman
tiek, dat wjj met beide beenen gezond op
den vruchtbaren bodem der werkelijkheid
blijven staan.
Wat Frank in Krakau zei voor Polen,
moge goed zjjn voor dit land en daar ge
nezing brengen. Wat Seyss-Inquart hier
in Den Haag heeft gezegd, was echter
goed voor Nederland. Ieder misverstand
op dat gebied ware noodlottig. Als Ne
derlanders hebben wij een heel andere
houding tegenover de Duitschers ,dan de
Polen. Dit geeft ons ook uit de dingen
zelf voortspruitend recht op een heel an
dere houding van de Duitschers tegenover
ons dan tegenover den Pool. Zoolang wjj
echte Nederlanders blijven, zal de Duit
scher ons inderdaad ook anders bljjven
behandelen. Wjj' zjjn geen Polen en wjj
willen het niet worden. Een soort van
Poolsch nationalisme hier te lande zou
een geestesziekte zjjn. Iedere ziekte heeft
pjjnljjke gevolgen. Wjj willen gezond blij-
DE FINANCIEELS MOEILIJKHEDEN
DER 5FIAARLEMSCHE ORKEST
VEREENIGING.
B, en W. stellen voor liet subsidie van
15000 op 25000 te brengen.
De reeds lang bestaande financieele moei
lijkheden van de Haarlemschè Orkest Ver-
eeniging, welke sinds geruimen tijd oorzaak
waren, dat het orkest, de oudste instelling
van dezen aard in het land, zijn werkzaam
heid moest beperken tot 7 maanden per
jaar, hebben onder de tegenwoordige om
standigheden nog ernstiger vormen aange
nomen. De toestand is thans zoo, dat er voor
verdere exploitatie geen voldoende finan
cieele grondslag aanwezig is en een regel
matige stijging van het tekort als zeker
moet worden aangenomen, hetgeen onge
twijfeld binnen afzienbaren tjjd tot ophef
fing van het orkest zou moeten leiden.
B. en W. van Haarlem stellen thans den
raad voor het aan de H.O.V. voor 1940
reeds verleende subsidie van 15000 te ver-
hoogen met 10.000, waardoor het verder
werken tot het einde van het loopende jaar
mogelijk wordt gemaakt, "Voor het volgend
jaar kan dan een nieuwe regeling worden
getroffen, welke reeds bij B. en W. in over
weging is.
Spin neer.
„Dat schijnt het echte ding te zijn", zei
hij.
„Een meisje en drie mannen hebben het
gestolen. Ze hebben hun verstand' erbjj ge
bruikt, meneer Warwik. Ik zal hun vijf
duizend dollar geven. Als je succes had
gehad, zou ik je vijftienduizend gegeven
hebben".
„Dat is een heel verlies".
„Vooral, wanneer je het geld zoo hard
noodig hebt", zei de Spin. „Het meisje
stond vlak bij mevrouw Dwight, toen een
van haar helpers het licht buiten het huis
wist te dooven. Ze maakte zich van dat
juweel meester en daarop werd het licht
weer aangedraaid. Was dat niet handig,
meneer Warwik?"
„Het schijnt drommels handig", gaf
Warwik toe. „Dat ding moet heel wat
waard zjjn".
„Het is méér waard dan geld alleen",
zei de Spin. „Ik zal je er iets van ver
tellen. De eigenaar was dwaas genoeg,
om dat ding voor een paar dagen te ver
panden en de pandhuishouder beging een
vergissing en verkocht het aan Dwight.
De agent van dén eigenaar kon het niet
van hem terug koopen, want Dwight wou
het niet verkoopen en toen droeg hjj me
particulier op te zien, dat ik het ding
voor hem terug kreeg".
„Dat snap ik niet".
„Die gek speelde me in de kaart. Hij
stuurde me een namaaksel en het meisje,
dat de Driehoeken stal, bevestigde, dat
in hun plaats. Het kan een heele tjjd
duren voordat mevrouw Dwight er achter
komt, dat ze bestolen is. Gesnapt?"
„Maar wat is nu de bjjzondere waarde
van dat sieraad?"
„O Wel, op de achterzijde van de ro
bijnen en saffieren zitten kleine krasjes,
meneer Warwik. Die vormen een code.
Heri belangrijk voor mjj en anderen. Nu
ik die Driehoeken heb, kan ik die code
overschrijven en het sieraad aan den oor-
spronkelijken eigenaar teruggeven en de
belooning voor het terugbrengen in ont
vangst nemen. Maar ik heb tevens die
code. Hjj vermoedt niet, dat ik daarvan
afweet".
„Juist. En die code?" vroeg Warwik.
„Ik heb er niet op tegen, je dat te ver
tellen. Je bent een der onzen. Het is de
code van een nationalen geheimen dienst.
Een andere regeering heeft een berg cor
respondentie, die zonder die code niet te
ontcjjferen is. De rechtmatige eigenaar
van de Driehoeken is een agent van die
regeering en daarom wilde hij zooveel
voor dat sieraad betalen. Hij heeft geen
ander afschrift van die code en ze konden
het hem wel eens heel kwalijk nemen,
dat hij de Driehoeken verloren had. Hij
werkt samen met een vrouw, die het
sieraad draagt en hjj bezoekt haar, zoo
vaak hij een bericht wenscht te ontcijfe
ren. Toen hij het ding verpandde, had hij
het van haar gekregen om een paar
steener wat beter te laten vastzetten.
„O, juist".
„Nu zal .k hem dat juweel teruggeven
en het afschrift van de code geven aan
onze regeering. Zoo vang ik twee vliegen
in één klap en doe ik nog goed werk ook.
Je moet maar hersens hebben, meneer
Warwik."
„Ongetwijfeld. Mag ik het ding nog eens
bekijken?"
De Spin reikte het hem over. Warwik
bekeek het nauwkeurig en zag kleine
krasjes achterop de robijnen en saffieren.
Hij gaf het sieraad terug.
„Hebt u die code al overgeschreven?"
vroeg hij.
„Zeker. IIc laat nooit tijd verloren
Saan"
„Ik ben toch bang, dat u nu wat tijd
verknoeid hebt. Hebt u die steenen aan
dachtig bekeken?"
„Ik stelde meer belang in het over
nemen van de code".
„Dat dacht ik al. Bekijkt u ze nog eens
nauwkeurig. En als u daarmee klaar
bent, bekijk dit dan nog eens beter".
En Warwik haalde de echte Drie Drie
hoeken uit zijn zak te voorschijn en legde
het juweel voor de Spin op het bureau
neer.
„Ha, ha lachte de Spin heescli. Heb
jij dat nagemaakte ding van mevrouw
Dwight gestolen?"
„U moet nog niet lachen, mijnheer",
zei Warwik. „Neem een vergrootglas en
onderzoek die twee eens aandachtig. U
zult öan het verschil zien tusschen de
echte en de valsche steenen. En het zal
u opvallen, dat de teekens cp het ding
van mij nauwkeurig en diep zijn aange
bracht en er reeds eenigen tijd opzitten.
Uw vergrootglas zal u vertellen, dat de
krassen op dat ding van u er kort gele
den op zjjn aangebracht. Ik heb de echte
Driehoeken, mjjnheerU hebt me op
dracht gegeven, ze voor u te bemachtigen
en ik heb ze. Orders moet je opvolgen,
niet waar? Goed acht geven op je zaken
en zoo meerIs het zoo niet?"
Onkosten.
De Spin zat met wijd open mond en
knipperde met zjjn zwarte oogjes tegen
Warwik, zocht in een lade naar een ver
grootglas en begon de beide sieraden te
onderzoeken. Eindelijk hief hjj het hoofd
op en er verscheen een eigenaardige trek
op zijn gelaat.
„Wat moet dit allemaal?" vroeg hij.
„Het wil zeggen, antwoordde Warwik,
„dat ik geslaagd ben in de eerste opdracht
mjj door u gegeven, en dat ik die vijftien
duizend dollar graag wil opstrijken. Het
beteekent verder, dat ze u er tusschen ge
had hebben, waarde heer
„Er tusschen gehad? Alsof iemand het
wagen zou
„Nou, iemand heeft dat toch gedaan en
ik geloof, dat ik u er voor behoed heb,
voor gek te komen staan tegenover die
lui".
„Verklaar u nader, mijnheer 1" schreeuw
de de Spin woedend.
„Dat gaat doodgemakkelijk. Toen ik
gisteravond op weg was r.aar het huis van
Dwight hoorde ik. een gesprek tusschen
een meisje en een boef. Ze spraken over
het stelen van de Drie Driehoeken. Stom,
om je zoo te laten afluisteren, niet
waar?"
„Ja, heel stom", beaamde de Spin
droogweg.
„Ik nam dien boef onderhanden, ging
naar binnen en vond het meisje. En daar
ik opdracht had, de Driehoeken te be
machtigen moest ik er wel voor zorgen,
dat zij ze niet in handen kreeg. Ik danste
met haar en discuteerde met liaar. Ik
werd door haar drie medeplichtigen aan
gevallen, maar bleef hun gelukkig de
baas. Daarna kwam die geschiedenis met
dat licht. Toen het meisje in een limou
sine wegreed, volgde ik haar in een an
deren auto. Ze reed naar een kleine villa,
waar die drie mannen ook waren en een
samenkomst hadden met een zekeren
Richard Saxbury".
„Wat is dat nou? Heeft Saxbury hen
in een villa ontmoet?" riep de Spin. „En
Saxbury was de man
Die u opdracht had gegeven, de Drie
hoeken voor hem terug te krijgen......
Ik zei immers al, dat ze u or tusschen
hadden? Ik ben die villa binnengegaan en
heb mijn oogen en ooren goed den kost
gegeven, waarde heer. En wat denkt u
dat ik gehoord en gezien heb?"
„Ja, ga maar door 1" riep de Spin,
„Saxbury is iemand, die graag zijn geld
in zjjn zak houdt. Hjj had afgesproken,
u dertigduizend voor dat juweel te ge
ven. Hij maakte een andere afspraak met
die keurige schurken van u, om hem
tienduizend te geven. Van u zouden ze
maar vjjfd izend krjjgenze konden
dus bjj hem meer verdienen".
„Maar...... Ho.o zat dat verder in el
kaar?,"' f,Wordt vervolgd.),