Ie Spin Yfflortgegetie koersstijging op de Amsterdamscihe beurs. Derde Blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Zaterdag 17 Augustus 1940 Financieel Economisch Overzicht Ook aandeelen kwamen aanzienlijk hooger te liggen. Omvangrijke vlottende middelen, die belegging zoeken. Wie als vreemdeling de beurs in deze dagen zou bezoeken, zou waarschijnlijk niet den indruk krijgen, dat wij leven in een bezet land en dat de toekomst in ve lerlei opzichten nog als zeer onzeker moet worden beschouwd. Terwijl de stemming ter beurze gedurende de eerste week na heropening bepaald pessimistisch was en men vreesde, dat er voorloopig geen ople ving van den handel zou komen, is er den laatsten tijd wel een ingrijpende verande ring ingetreden. Men pleegt van de beurs te zeggen, dat zij nog al eens in uitersten vervalt en zoo is het pessimisme van on langs verkeei-d in een meer blijmoedige stemming. Ten deele mag de aanleiding hiertoe worden gezocht in technische fac toren, n.l. de aanwezigheid bij het publiek van ruime middelen, waarvoor bel egging wordt gezocht. Anderdeels heeft men echter ook te doen met een betere beoor deeling van de mogelijke toekomstige ont wikkeling op economisch gebied. Wij wil- len deze beide factoren hier nader bespre ken. In de eerste plaats dus de drang om de vrijgekomen middelen in effecten te be leggen. De vraag mag worden gesteld, waar deze geldmiddelen plotseling van daan komen en het antwoord kan luiden, dat het door de oorlogsomstandigheden onmogelijk is om de uitgeputte goederen voorraden door nieuwe goederen te ver vangen, zoodat men in vele zaken en on dernemingen niet weet wat men met het bedrijfskapitaal moet aanvangen. Het proces duurt nu reeds eenigen tijd voort en naarmate er meer "goederen in het ver bruik zijn opgegaan of wel aan den han del zijn onttrokken om later te worden gedistribueerd, treft men overal het ver schijnsel aan van een overvloed van geld middelen. Eigenaren van particuliere on dernemingen, die niet werken in den vorm van een N.V., kunnen geacht worden de vrije beschikking te hebben over deze be drijfsmiddelen. Sommigen beoordeelen den toestand zoodanig, dat zij hun zaken liqui deeren en willen trachten hun vrijgekomen kapitaal op de een of andere wijze te be leggen. Wat de tweede hierboven genoemde in vloed betreft, n.l. de beoordeeling van de economische ontwikkeling in een meer verwijderde toekomst, moet in aanmer king worden genomen, dat van Duitsche zijde den laatsten tijd herhaaldelijk wordt gesproken van een nieuwe organisatie van het economische leven, die dan op geheel andere basis 'zal berusten dan in het ver leden het geval was. Wij hebben deze kwestie reeds eerder ter sprake gebracht en naar men weet ligt het in de bedoeling om het buitenlandsche handelsverkeer ge leidelijk aan weer op gang te brengen, waarbij dan het historisch gegroeide niet uit het oog zal worden verloren. Ook ten aanzien van het betalingsverkeer wordt er met de plannen, waarvan wjj vroe ger reeds melding hebben gemaakt en die beoogen om van Berlijn een centraal clea- ringpunt te maken, waarover het betalings verkeer der verschillende landen zal wor den geleid, reeds een begin van uitvoering gemaakt. Zoo zal het in de toekomst moge lijk zjjn om betalingen te verrichten en te ontvangen naar en van het Duitsche pro tectoraat en Joego-Slavië via de clearing met Duitschland. Reeds eerder waren Bel gië, Zweden en Zwitserland in deze rege ling betrokken en men. mag verwachten, dat het aantal landen, dat zich bij deze centrale clearing zal aansluiten geleidelijk zal worden uitgebreid. Wij hebben hierboven uiteengezet, welke invloeden er op de beurs voornamelijk toe hebben eg moielde I hebben geleid om een vaste stemming in het leven te roepen en de koersen over de geheele linie te doen verbeteren. Aanvan kelijk richtte de kooplust zich nog ln hoofdzaak op staalfondsen, met name de 4 tweede leening 1940 en de 33% leening 1938. De koersen voor deze beide fondsen konden in den loop van een week verbeteren van resp. 91% tot 92% en 81 Va tot 83%. Later kwam er op het verhoogde koerspeil aanbod, met het gevolg, dat de koersen een fractie terugliepen. De verschillende gemeentelijke en pro vinciale leeningen zijn thans ook in de dagelijksche noteering opgenomen en dit heeft tot gevolg gehad, dat ook in deze rubriek' meer belangstelling ontstond. Niet alleen de leeningen van groote gemeenten, doch ook van verschillende kleine gemeen ten werden op een hooger koerspeil ver handeld, Het meest ging echter om in leeningen Amsterdam, 's-Gravenhage en Rotterdam. Pandbrieven heeft men tot nu toe nog niet in de lijst van de dagelijksche notee ringen opgenomen, maar toch is er ook in deze rubriek, nadat er geruimen tijd veel aanbod heeft bestaan, meer kooplust aan den dag getreden, zoodat bijv. pandbrieven der Nationale, Rotterdamsche en Neder- landsche Hypotheekbank eenige punten boven de vorige koersen worden verhan deld. Nadat het publiek gedurende eenigen tijd de beschikbare middelen voornamelijk in beleggingswaarden had vastgelegd keer de de belangstelling zich ook naar de aan- deelenmarkt. Hier heeft de belangstel ling zich voornamelijk gericht op aandee len Aku, die bijna iederen dag op hooger niveau kwamen en die tenslotte verbe terden van 67% tot 85 om daarna eenige procenten terug te loopen. De handel was daarbij zeer levendig. Overwegingen, die koopers in deze markt hebben gebracht, hebben wij reeds vroeger genoemd de afzet in het binnenland is zeer bevredi gend, terwijl men tevens rekening houdt met de mogelijkheid, dat er in de toe komst geen ernstige bezwaren zullen be staan om een deel van het winstaandeel van het Duitsche concern, de Glanzstoff, ten behoeve van de hier wonende aandeel houders der Aku naar Nederland over te maken. Overigens heeft men kunnen ervaren, dat in den laatsten tijd de fabricage van de zgn. celwol, die eveneens uit cellulose wordt vervaardigd, en die dient ter ver vanging van katoen en wol aanzienlijk toeneemt, terwijl daarentegen het verbruik van kunstzijde is afgenomen. Hierbij moet intusschen worden opgemerkt, dat celwol alleen een gereede markt zal vinden, zoo lang het natuurlijke product niet in vol doende hoeveelheid ter beschikking staat, terwijl aan kunstzijde ook en misschien juist dan in vredestijd behoefte blijft be staan. Van de andere industrieele waarden konden Unilever van 66 tot 81 verbeteren, Philips van 132 tot 158, Nederiandsche Ford van 311 tot 318. Verder waren ook aandeelen Koninklijke Petroleum goed ge vraagd en zooals 'uit het koersstaatje blijkt, boekten ook deze een krachtige koersverbetering. Bij de Indische waarden waren het vooral aandeelen H.V.A. die een krachtige koersverbetering boekten en die van 315 op 329 kwamen te staan. Voorts liepen ook tabaksaandeelen eeni ge procenten op. Ook rubberaandeelen ontmoetten iets meer kooplust, hoewel in deze rubriek het bericht, dat de rubber- prijs eerder iets is'teruggeloopen toch van remmenden invloed was. De afdeeling voor Amerikaansche waar den, die de vorige week een tamelijk goe- EEN SLECHTE TIJD VOOR DEN FISCUS. De belastingen brengen belangrijk minder op. Blijkens het overzicht van de rijksmid delen was op ultimo Juli 1940 de opbrengst der directe belastingen in totaal 85.202.866 tegen 94.027.941 ,op ultimo Juli van het vorige jaar. Aan grondbelasting was hiervan einde Juli j.l. 10.8 millioen (verleden jaar 10.6 millioen) ontvangen, aan inkom stenbelasting 46.2 millioen (verleden jaar 62.4 millioen, dus thans ruim 16 mil lioen minder dan tot en met einde Juli in het vorige jaar), aan vermogensbelasting thans 9.9 millioen (verleden jaar 13.2 millioen) en aan verdedigingsbelasting I 5 millioen (vorig jaar 7.6 millioen). Daartegenover staat, dat de bij de wet van 2 Dec. 1939 ingevoerde opcenten op de Gemeentefondsbelasting, voor den dienst 1940 reeds 13.1 millioen hebben opge bracht. Wat de Overige Middelen betreft, deze leverden in de afgeloopen maand een totale ontvangst van 38.009.128, tegen 50.026.196 in Juli 1939, deshalvé thans rond 12 millioen minder op. Over de afgeloopen zeven maanden brachten deze middelen 249.6 millioen binnen, tegen 274 millioen in de over eenkomstige periode van 1939, dus thans 23.4 minder. De inkomsten ten bate van het gemeen tefonds waren tot en rnet Juli 1940 van de gemeentefondsbelasting 69.8 millioen en van de opcenten vennogensbelasting 5.9 millioen voor den dienst 1939/40 (raming resp. 63 millioen en 6 mil lioen) en voor den dienst 1940/41 resp. 14.6 millioen en 1.2 millioen (raming resp. 65 millioen en 5.7 millioen). de stemming aan den dag legde, gaf thans van een grootere terughouding blijk. Toch is er in Amerika geen vermindering van de bedrijvigheid ingetreden; integendeel werkt bijv. de staalnijverheid met 95 van haar capaciteit. Ook zijn de vliegtuig fabrieken en de automobielindustrie ruim schoots van orders voorzien. Er doet zich echter bij de plaatsing en uitvoering van de bewapeningsopdraehten een ernstige moeilijkheid voor. Bij de uitvoering van de regeeringsbestellingen is n.l. bepaald, dat dc winst, niet boven 8 zal mogen stijgen. Onder normale omstandigheden zou een dergelijke winst misschien redelijk zijn te noemen, doch in vele gevallen is de uitvoering van deze orders slechts mogelijk, indien men gebouwen en instal laties aanzienlijk uitbreidt, Het is zeer goed mogelijk, dat de bedrijfswaarde van deze uitbreiding na enkele jaren als nihil is te beschouwen. Hetzelfde verschijnsel heeft zich immers ook na den vorigen oor log voorgedaan, toen de Amerikaansche industrie door de opeenvolgende uitbrei dingen als het ware 'in een te wijde jas was gestoken. De fabrikanten willen dus de garantie hebben, dat zij de kosten van de uitbreiding in enkele jaren kunnen af- schi-ijven uit de winst en vanzelfsprekend is dat niet mogelijk, indien men de winst marge tot 8 beperkt. Zoolang aan dezen maatregel de hand wordt gehouden, wei geren vele fabrikanten de bewapeningsor ders uit te voeren. Ook bestaat er onze kerheid omtrent de toepassing der belas tingwetten en op deze verschillende punten moet er eerst meer klaarheid komen, al vorens men de positie van de ondernemin gen kan beoordeelen. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop in de afgeloopen week. 4 Nederland 1940 lie leening 91%, 92%, 91%, 92. Aku 67%, 84%, 77%, 81%. Ned. Ford 311%, 318. Philips 132, 159%, 154%, 158. Koninklijke Petroleum 170%, 187%, 190, 189%. Amsterdam Rubber 172%, 176, 175%. H. V. A. 315, 330, 328. Deli Batavia Mij. 118, 117%, 123. 'Senembah 132, 13o, 136. Ned. Scheepvaart Unie 104, 116. Rep. Steel 15i/10, 16%, 14%, 15%. MEN LUISTERE NIET NAAR VERBODEN ZENDERS. Strenge straffen fa Duitschland opgelegd. Van Duitsche zijde, wijst men er nog eens op, aan welke strenge straffen men zich blootstelt, als men luistert naar ver boden radiozenders. In Duitschland zijn enkele recente gevallen aan te wijzen, waarbij de overtreders van het verbod zich zware straffen zagen toebedeeld. Zoo wer den door de bijzondere rechtbank te Klagenfurt vier inwoners van die stad veroordeeld, een tot drie jaren, zijn echt- genoote tot 15 maanden en twee anderen tot twee jaren tuchthuisstraf. In het von nis wordt o.m. overwogen, dat deze per sonen „gezellige avondjes" hadden gehou den met het doel om naar buitenlandsche zenders te luisteren, in het bijzonder naar de Duitsche nieuwsberichten van Londen. Iemand uit Dortmund is veroordeeld tot drie -jaren tuchthuisstraf en drie jaren eerverlies, daar hij regelmatig naar bui tenlandsche zenders luisterde en het ge hoorde verspreide. Dezelfde straf zag zich iemand door de bijzondere rechtbank te Essen opgelegd, daar hij in een vrrjgezel- lenwoning in Gladbach op een gemeen schappelijke kamer meermalen zijn toestel op buitenlandsche zenders had afgestemd en hiermede voortging ondanks de pro testen van de overige inwoners van het huis. Tot dezelfde straf werd iemand veroor deeld, die zelfs een zeven-lamps toestel had gebouwd om haar buitenlandsche zen ders te luisteren. Deze man antwoordde op de waarschuwingen van zijn familie leden, dat hij in zijn eigen huis de baas was. Het is echter duidelijk, dat men tijdens den oorlog niet meer "baas in eigen huis is, doch dat men zich te voegen heeft naar de wetten. Ook de Nederiandsche verordening be treffende het luisteren naar radiozenders bedreigt, zooals bekend is, de overtreders met zeer zware .straffen. Men neme dus een voorbeeld aan bovengenoemde geval len en stemjne alleen af op die zenders, waarvan het beluisteren is toegelaten. Naar een fusie van de kruldeniersorganisaties. De algemeene drang naar meer eenheid heeft ook de hier te lande bestaande krui deniersorganisaties doen besluiten tot meer dere samenwerking te geraken. Er bestaan momenteel hier te lande vijf organisaties van zelfstandige kruideniers, te weten drie neutrale organisaties, met name de Neder iandsche kruideniersbond, Febowiko en de Landelijke Bond van Kruideniers, voorts de Nederiandsch R. K. Kruideniersbond en de Christelijke bond van Kruideniers. Donderdag 15 Augustus zijn de besturen van deze organisaties met uitzondering van den landelijken bond van kruideniers in vergadering bijeen geweest te Utrecht, waarbij in principe is besloten, dat een nieuw bedrijfsorgaan voor de zelfstandige kruideniers zal worden opgericht, hetwelk dus een coördinatie bedoelt te zijn van vier organisaties. Het ligt in de bedoeling, dat dit nieuw bedrijfsorgaan naar buiten als een een heid zal optreden en alle sociaal-economi sche belangen van de zelfstandige kruide niers zal behartigen. Er is een voorloopig bestuur benoemd, waarin zitting hebben de heeren Joh. G. H. Cornelissen en J. Jonges, beiden te Amsterdam, namens Febowiko. De heeren P. van der Linde, Rotterdam en A. Bruin, Alkmaar, namens de N.K.B., de heeren H. Post, Amsterdam en C. Kok, Rotter dam, namens den Ned. R.K. Kruideniers bond en de heer G. W. Klein Obbink, Utrecht namens den Chr. bond van Krui deniers. Tot voorzitter is benoemd de heer Joh. G. H. Cornelissen. Het ligt in de bedoeling dat het voor- loopige bestuur een ontwerp-statuut voor dit nieuwe bedrijfsorgaan zal samenstellen, waarover dan in een vergadering op 5 September door de besturen van de sa menwerkende organisaties zal worden be slist. ENQUÊTE NAAR VERBORGEN WERKLOOSHEID. Begin Juli is onder leiding van dr. F. H. Fentener van Vlissingen een nationaal comité van economische samenwerking in het leven geroepen, hetwelk zich tot doel heeft gesteld ten eerste een doeltreffende coördinatie tusschen alle bedrijfstakken en geledingen van ons bedrijfsleven (zooals handel, nijverheid, scheepvaart, landbouw enz.) tot stand te brengen ten tweede het contact met de autoriteiten te bevorderen en te vergemakkelijken ten derde aan de aanpassing, die op economisch gebied thans noodig is gebleken, leiding te geven. In verband hiermede was een der eerste opgaven, welke het comité zich gesteld heeft, zich zoo snel mogelijk een duidelijk beeld van de bestaande werkloosheid te vormen, met name ten aanzien van de zgn. verborgen werkloosheid, een nieuw begrip, onder hetwelk valt het gebrek aan werk gelegenheid (voornamelijk doordat niet over de noodige grondstoffen vordt beschikt) voor die arbeiders, die de bedrijven ingevol ge het verbod tot ontslag in dienst moeten houden. Hoe groot het aantal dergenen is, dat onder deze categorie valt, is niet vast te stellen uit de cijfers van de arbeidsbeur zen. De eenige mogelijkheid om gegevens omtrent den omvang van deze verborgen werkloosheid te verkrijgen is het instellen van een enquête onder het bedrijfsleven. Naar wij van den secretaris van de Ka mer van Koophandel en Fabrieken voor het gebied Utrecht vernemen, heeft de Kamer eenigen tijd geleden reeds een orloopige enquête onder de voornaamste binnen haar ressort gevestigde bedrijven gehouden, ten einde zich omtrent deze materie eeniger mate te oriënteeren en aldus de aandacht van de autoriteiten op het acute karakter van dit vraagstuk te vestigen. Het is ech ter duidelijk, dat het voor het verkrijgen van een volledig en duidelijk overzicht nood zakelijk is, dat een dergelijk onderzoek niet slechts regionaal, doch in de eerste plaats landelijk geschiedt. Zeer verheugend is het daarom, dat het nationale comité er in is mogen slagen om het voor de behandeling van deze aangelegenheid zoo bij uitstek des kundige centraal bureau voor de statistiek bereid te vinden, hiertoe haar medewerking te verleenen. Naar wij thansvernemen zal bovenge noemd bureau aan het einde van deze week met de enquête naar de verborgen werkloosheid een aanvang maken. Plet ligt inde bedoeling dit onderzoek, hetwelk zich zal uitstrekken over 1200 industrieele be drijven en 800 bedrijven van de groep han del en verkeer, maandelijks te herhalen. Het eerste onderzoek zal eveneens dui zend kleinere bedrijven uit laatstgenoemds groep omvatten. Het is hierbij van belang, dat het centraal bureau voor de statistiek zich er van den aanvang af op zal instel len, die gegevens ook regionaal te ordenen. PUF- EN NESTBESLUIT, Verschenen is een besluit van den secre taris-generaal van het departement van landbouw en visscherij, waarbij het verhan delen of doen verhandelen, met inbegrip van het afleveren en doen afleveren, van puf en nest verboden wordt. Dit verbod geldt niet indien er voor zoover daarvan door het rijksbureau voor de voedselvoorzie ning inoorlogstijd ontheffing is verleend en de daarbij door dit bureau te stellen voorwaarden zijn nagekomen. Deze voor waarden kunnen o.m. betrekking hebben op de plaatsen van aanvoer, op de hoeveel heid af te leveren puf of nest, op de prij zen, welke bij de aflevering in acht moeten worden genomen, alsmede op de wijze van aflevering. Het besluit treedt in werking met ipgang van 12 Augustus 1940 en is geldig tot 1 September 1941. Onder „puf" wordt in dit besluit verstaan onvolwaar dige plat- of rondvisch, afkomstig uit de Noordzee, alsmede garnalen met uitzonde ring van consumptiegarnalen. Onder „nest" wordt verstaan onvolwaardige plat- of rondvisch afkomstig uit het IJselmeer en het niet afgesloten gedeelte van de Zui derzee. door JOHNSTON Mc.OULLBY 5) „Maar, als ik een lid van uwhm organisatie worden mijn orders van u moet krijgen en den buit moet komen brengendan zal ik hier toch wel vaak moeten komen...en..." „O, dat is gemakkelijk te regelen", zei de Spin. „U kunt alléén wei-ken, zonder medewerkers. Ut beraam de plannen. Mo gelijk zult u nooit een der anderen ont moeten. Mocht u echter ontrouw worden, dan zult u wel wat van hen te hooren krijgen. Er zullen steeds onzichtbare wachters om u heen zijn. U moet niet denken, dat ik overdrijf... u zult de bewij zen spoedig genoeg krijgen... En wat het hier komen betreft... u kunt toch zeggen, dat u mijn nicht in Europa ontmoet hebt? U hebt heel wat öp uw eentje rondge reisd, niet waar? Het publiek zal mis schien wel denken, dat u... nu, ja, op mijn nicht bijzonder gesteld bent. Het publiek zal er romantiek achter zoeken, als het er ten minste aandacht aan schenkt. En daardoor is dan alles gedekt."» „En als ik het niet aanneemzei Warwik. „Dan verlaat u dit huis en keert naar uw kamers terug en vergeet alles. Als u zin hebt, klaag me dan bij de politie aan, maar het zal op niets uitdraaien." De Spin had een goeden kijk op Warwik. Had hij hem met geweld gedreigd, dan zou Warwik, al was het louter uit kop pigheid, tegen hem gevochten hebben^ jMaar nu deed hij hem een aanbod, dat hij aannemen of weigeren kon. Dat was heel iets anders. Warwik stond op en begon heen en weer te loopen, nadenkend aan zjjn si gaar trekkend. Hier openden zich groote mogelijkheden voor hem. Hij kon zich op de valsche vrienden, die hem ten onder hadden willen brengen, wreken. Hij kon avonturen beleven, waarnaar hij ver langde. Hij zou geld krijgen, wat hij meer dan hard noodig had en hjj kon rijn stand ophouden....... totdat hjj een fout beging en gesnapt werd. Het zou een ge weldig spel worden. En dan dat meisje! Hjj zag haar plot seling voor zich met haar onschuldige oogen en haar lieve gezichtje. Was hjj nu al verliefd op haar geworden? Hij zette deze gedachte van zich af. Ze was natuur lijk een misdadigster, die deel uitmaakte van de bende van haar oom. Was hjj wel haar oom? Maar neen, hij had menschen- kennis genoeg om te zien, dat dit meisje geen misdadigster was. Ze was zonder het te weten in deze poel van ongerechtigheid terecht gekomen. Hjj zou haar redden. Een nieuw doel scheen in zjjn leven gekomen te zjjn. Dat meisje mocht daar niet blij ven. De Spin scheen zjjn gedachten te raden. „Mjjn nicht is een lief, onschuldig en fatsoenlijk meisje", zei hij. „Ze gehoor zaamt me, zooals een Europeesch meisje aan haar'vader gehoorzaamt. Ze weet zoo goed als niets van mij en mjjn werk af. Ze mag daar niet over tobben". „Dus ze weet er niet van, dat u een misdaxMger bent?" „Ze denkt, dat ik geheim politiek werk doen moet en dat alles daarmee in ver band staat. Gisteravond is ze naar den schouwburg geweest met een mjjner mede werkers, die voor mjjn oudsten zoon door gaat. Hij wees u haar aan en vertelde haar precies, wat ze doen en zeggen moest" r „Maarhoe vatte ze haar daden zelf op? Heeft ze geen verklaring ge vraagd?" „Ze meende, dat ik u slechts op een iet wat ongewone manier te spreken wilde krijgen. Ze meent, dat ik u een eerzame opdracht zou geven, die echter geheim moest bljjven". „Dus u bedriegt haar?" „In zeker opzicht. Maar daarover heb ben wij het nu niet, wel? Hoe is uw ant woord op mijn voorstel? Wij moeten nu meteen een beslissing nemen het is bijna ochtenden u bent nog in avondklee- ding".' Jolm Warwik liep het vertrek nog een paar maal door en trachtte tot een be sluit te komen. Het avontuurlijke trok hem sterk aanEn hij meende, zoodra nij wilde, uit de klauwen van de Spin vrij te kunnen komen. Plotseling bleef h\j vlak voor het bu reau van de Spin staan. „Ik dbe mee", zei hij. „Bedenk u goed, voordat u een beslis sing neemt, mijnheer Warwik. Terugkeer is onmogelijk". „Ik heb u mijn woord gegeven. Ik doe mee". „Uitstekend HOOFDSTUK IV. Achter de seringen. Het liep den volgenden morgen reeds tegen twaalf uur, voordat Warwik aan zijn ontbijt zat. Hij had dien morgen geen paard gereden als gewoonlijk. Hij had zijn gewone gymnastische oefeningen ook niet g-edaan. „U niet goed bent, mijnheer?" vroeg zijn Japansche huiskneeht bezorgd. „U ziek?" „Ik ben nooit ziek, Togo!" verklaarde Warwik. „Pardon, manheer. Ik dacht u wel ziek". „Ik probeer ernstig te denken", zei Warwik, „is dat geen wonder, Togo? Je hebt me er nog nooit op betrapt, dat ik nadacht, wel? Ik doe het zelden. Ga eens kijken, wie er zoo hard schelt". De Japanner kwam even later met een brief terug. „Door een kruier gebracht, mijnheer", zei Togo en ging weer aan zijn werk. Het was een onbedrukte enveloppe met onbekende hand geschreven. Vermoede lijk een uitnoodiging tot een gevaarlijke speculatie. Maar daar kregen ze hem niet meer toedank zij de Spin Hij scheur de den brief open. Mijnheer Warwik. Nu u besloten bent, valt er geen tijd te verliezen, U bent uitgenoodigd voor een bal bij mevrouw Eerman Dwight. Vanavond. De man van die dame heeft u voor duizenden bestolen. Vanavond zal mevrouw Dwight een prachtstel juweelen dragen, bekend als de „Drie Driehoeken". Steel dat. Het ding kan voor dertigduizend dollars verkocht worden. De helft is voor u. Wees zoo goed, dit als een bevel te beschouwen. U behoeft geen moeite te doen, dit schrijven te vernietigen, want binnen eenigen tijd is het schrift totaal ver dwenen. Onder in een hoek stond een rood stem pel, dat een spin voorstelde. „Nou, die laat er ook geen gras over groeienBevel Ik zal dus die juweelen van mevrouw Dwight moeten stelen. Geen tijd tot voorbereidingen. Stelen en naar de Spin brengen Daar is durf en sluwheid voor noodig, hè? Ik zou Berman wel wil len zien razen, als hij bemerkt, dat die juweelen weg zijn. Dat treft hem in zijn zak, wat? Net zooals hij mij gedaan heeft Hij bekeek den brief nogmaals. Dat schrift zou verdwijnen? Een grapje van de Spin, anders niet Hij liep naar zijn slaapkamer om zich verder te kleeden en legde den brief voor zich. Hij floot een deuntje en zei tegen Togo, dat hij hem met rust moest laten, omdat hij nog aan het denken was. Hij bestelde zijn sportwagen en wilde de ka mer verlaten. Toen dacht hij aan den brief en wilde hem veilig opbergen. Je kon zoo'n Japannees nooit vertrouwen;; Hij nam den brief op en zijn mond viel open van verbazing. Het was niet anders meer dan een stuk volkomen wit papier. Ieder spoor van schrift was verdwenen „Handige ouwe schurk Ik zal dus góed moeten letten, op wat hij me schrijft". Hq gooide papier en enveloppe in een lade en zag, dat ook het adres van de enveloppe verdwenen was. Hij ging het huis uit en reed naar zijn athletiek club. Daar bracht hij den middag door en keer de pas naar huis terug, om zich voor het diner te Ideeden. Hij at in een bekend restaurant in de buurt en wandelde op zijn gemak naar de woning van Berman Dwight. Tijd in overvloed. Het was mooi weer om te wandelenen na te denken. Dit werd geen gevaar voor lijf en levén, maar voor vrijheid en goeden naam. Hij moest heel voorzichtig zijn. Hij mocht den eersten keer geen fout begaan. Het groote huis was hel verlicht en auto's met. gasten reden aan en af. Hij hoorde een orkest spelen. Hij wist, dat Berman dit feest, wat hem schatten kost te, alleen ter wille van zijn lichtzinnigs vrouw gaf. Hoeveel van zijn eigen geld stak hierin, vroeg hij zich af. Het was nog vrij vroeg en hij had geen zin, reeds naar binnen te gaan. Langzaam liep hij over het groote grasperk naar een bank, die hij wist staan. Daar ging hij zitten. Hij haalde een sigaret te voorschijn, maar in plaats van zijn aanstekertje te doen ontvlam men, bleef hij aandachtig zitten luisteren. Dicht bU hem waren twee menschen in gesprek. moesten achter een seringen struik staan en zijn nadering niet bemerkt hebben. Bukkend zag hij even een witte japon. [(Wordt vervolgd.)]

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 9