Ie Spin
Yfflortgegetie koersstijging op
de Amsterdamscihe beurs.
Derde Blad
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Zaterdag 17 Augustus 1940
Financieel Economisch Overzicht
Ook aandeelen kwamen aanzienlijk hooger
te liggen.
Omvangrijke vlottende middelen,
die belegging zoeken.
Wie als vreemdeling de beurs in deze
dagen zou bezoeken, zou waarschijnlijk
niet den indruk krijgen, dat wij leven in
een bezet land en dat de toekomst in ve
lerlei opzichten nog als zeer onzeker moet
worden beschouwd. Terwijl de stemming
ter beurze gedurende de eerste week na
heropening bepaald pessimistisch was en
men vreesde, dat er voorloopig geen ople
ving van den handel zou komen, is er den
laatsten tijd wel een ingrijpende verande
ring ingetreden. Men pleegt van de beurs
te zeggen, dat zij nog al eens in uitersten
vervalt en zoo is het pessimisme van on
langs verkeei-d in een meer blijmoedige
stemming. Ten deele mag de aanleiding
hiertoe worden gezocht in technische fac
toren, n.l. de aanwezigheid bij het publiek
van ruime middelen, waarvoor bel egging
wordt gezocht. Anderdeels heeft men
echter ook te doen met een betere beoor
deeling van de mogelijke toekomstige ont
wikkeling op economisch gebied. Wij wil-
len deze beide factoren hier nader bespre
ken.
In de eerste plaats dus de drang om de
vrijgekomen middelen in effecten te be
leggen. De vraag mag worden gesteld,
waar deze geldmiddelen plotseling van
daan komen en het antwoord kan luiden,
dat het door de oorlogsomstandigheden
onmogelijk is om de uitgeputte goederen
voorraden door nieuwe goederen te ver
vangen, zoodat men in vele zaken en on
dernemingen niet weet wat men met het
bedrijfskapitaal moet aanvangen. Het
proces duurt nu reeds eenigen tijd voort
en naarmate er meer "goederen in het ver
bruik zijn opgegaan of wel aan den han
del zijn onttrokken om later te worden
gedistribueerd, treft men overal het ver
schijnsel aan van een overvloed van geld
middelen. Eigenaren van particuliere on
dernemingen, die niet werken in den vorm
van een N.V., kunnen geacht worden de
vrije beschikking te hebben over deze be
drijfsmiddelen. Sommigen beoordeelen den
toestand zoodanig, dat zij hun zaken liqui
deeren en willen trachten hun vrijgekomen
kapitaal op de een of andere wijze te be
leggen.
Wat de tweede hierboven genoemde in
vloed betreft, n.l. de beoordeeling van de
economische ontwikkeling in een meer
verwijderde toekomst, moet in aanmer
king worden genomen, dat van Duitsche
zijde den laatsten tijd herhaaldelijk wordt
gesproken van een nieuwe organisatie van
het economische leven, die dan op geheel
andere basis 'zal berusten dan in het ver
leden het geval was. Wij hebben deze
kwestie reeds eerder ter sprake gebracht
en naar men weet ligt het in de bedoeling
om het buitenlandsche handelsverkeer ge
leidelijk aan weer op gang te brengen,
waarbij dan het historisch gegroeide niet
uit het oog zal worden verloren.
Ook ten aanzien van het betalingsverkeer
wordt er met de plannen, waarvan wjj vroe
ger reeds melding hebben gemaakt en die
beoogen om van Berlijn een centraal clea-
ringpunt te maken, waarover het betalings
verkeer der verschillende landen zal wor
den geleid, reeds een begin van uitvoering
gemaakt. Zoo zal het in de toekomst moge
lijk zjjn om betalingen te verrichten en te
ontvangen naar en van het Duitsche pro
tectoraat en Joego-Slavië via de clearing
met Duitschland. Reeds eerder waren Bel
gië, Zweden en Zwitserland in deze rege
ling betrokken en men. mag verwachten,
dat het aantal landen, dat zich bij deze
centrale clearing zal aansluiten geleidelijk
zal worden uitgebreid.
Wij hebben hierboven uiteengezet, welke
invloeden er op de beurs voornamelijk toe
hebben eg moielde
I hebben geleid om een vaste stemming in
het leven te roepen en de koersen over de
geheele linie te doen verbeteren. Aanvan
kelijk richtte de kooplust zich nog ln
hoofdzaak op staalfondsen, met name de
4 tweede leening 1940 en de 33%
leening 1938. De koersen voor deze beide
fondsen konden in den loop van een week
verbeteren van resp. 91% tot 92% en 81 Va
tot 83%. Later kwam er op het verhoogde
koerspeil aanbod, met het gevolg, dat de
koersen een fractie terugliepen.
De verschillende gemeentelijke en pro
vinciale leeningen zijn thans ook in de
dagelijksche noteering opgenomen en dit
heeft tot gevolg gehad, dat ook in deze
rubriek' meer belangstelling ontstond. Niet
alleen de leeningen van groote gemeenten,
doch ook van verschillende kleine gemeen
ten werden op een hooger koerspeil ver
handeld, Het meest ging echter om in
leeningen Amsterdam, 's-Gravenhage en
Rotterdam.
Pandbrieven heeft men tot nu toe nog
niet in de lijst van de dagelijksche notee
ringen opgenomen, maar toch is er ook in
deze rubriek, nadat er geruimen tijd veel
aanbod heeft bestaan, meer kooplust aan
den dag getreden, zoodat bijv. pandbrieven
der Nationale, Rotterdamsche en Neder-
landsche Hypotheekbank eenige punten
boven de vorige koersen worden verhan
deld.
Nadat het publiek gedurende eenigen
tijd de beschikbare middelen voornamelijk
in beleggingswaarden had vastgelegd keer
de de belangstelling zich ook naar de aan-
deelenmarkt. Hier heeft de belangstel
ling zich voornamelijk gericht op aandee
len Aku, die bijna iederen dag op hooger
niveau kwamen en die tenslotte verbe
terden van 67% tot 85 om daarna eenige
procenten terug te loopen. De handel was
daarbij zeer levendig. Overwegingen, die
koopers in deze markt hebben gebracht,
hebben wij reeds vroeger genoemd de
afzet in het binnenland is zeer bevredi
gend, terwijl men tevens rekening houdt
met de mogelijkheid, dat er in de toe
komst geen ernstige bezwaren zullen be
staan om een deel van het winstaandeel
van het Duitsche concern, de Glanzstoff,
ten behoeve van de hier wonende aandeel
houders der Aku naar Nederland over te
maken.
Overigens heeft men kunnen ervaren,
dat in den laatsten tijd de fabricage van
de zgn. celwol, die eveneens uit cellulose
wordt vervaardigd, en die dient ter ver
vanging van katoen en wol aanzienlijk
toeneemt, terwijl daarentegen het verbruik
van kunstzijde is afgenomen. Hierbij moet
intusschen worden opgemerkt, dat celwol
alleen een gereede markt zal vinden, zoo
lang het natuurlijke product niet in vol
doende hoeveelheid ter beschikking staat,
terwijl aan kunstzijde ook en misschien
juist dan in vredestijd behoefte blijft be
staan.
Van de andere industrieele waarden
konden Unilever van 66 tot 81 verbeteren,
Philips van 132 tot 158, Nederiandsche
Ford van 311 tot 318. Verder waren ook
aandeelen Koninklijke Petroleum goed ge
vraagd en zooals 'uit het koersstaatje
blijkt, boekten ook deze een krachtige
koersverbetering.
Bij de Indische waarden waren het
vooral aandeelen H.V.A. die een krachtige
koersverbetering boekten en die van 315
op 329 kwamen te staan.
Voorts liepen ook tabaksaandeelen eeni
ge procenten op. Ook rubberaandeelen
ontmoetten iets meer kooplust, hoewel in
deze rubriek het bericht, dat de rubber-
prijs eerder iets is'teruggeloopen toch van
remmenden invloed was.
De afdeeling voor Amerikaansche waar
den, die de vorige week een tamelijk goe-
EEN SLECHTE TIJD VOOR DEN
FISCUS.
De belastingen brengen
belangrijk minder op.
Blijkens het overzicht van de rijksmid
delen was op ultimo Juli 1940 de opbrengst
der directe belastingen in totaal 85.202.866
tegen 94.027.941 ,op ultimo Juli van het
vorige jaar.
Aan grondbelasting was hiervan einde
Juli j.l. 10.8 millioen (verleden jaar
10.6 millioen) ontvangen, aan inkom
stenbelasting 46.2 millioen (verleden jaar
62.4 millioen, dus thans ruim 16 mil
lioen minder dan tot en met einde Juli in
het vorige jaar), aan vermogensbelasting
thans 9.9 millioen (verleden jaar 13.2
millioen) en aan verdedigingsbelasting I
5 millioen (vorig jaar 7.6 millioen).
Daartegenover staat, dat de bij de wet van
2 Dec. 1939 ingevoerde opcenten op de
Gemeentefondsbelasting, voor den dienst
1940 reeds 13.1 millioen hebben opge
bracht.
Wat de Overige Middelen betreft, deze
leverden in de afgeloopen maand een totale
ontvangst van 38.009.128, tegen
50.026.196 in Juli 1939, deshalvé thans
rond 12 millioen minder op.
Over de afgeloopen zeven maanden
brachten deze middelen 249.6 millioen
binnen, tegen 274 millioen in de over
eenkomstige periode van 1939, dus thans
23.4 minder.
De inkomsten ten bate van het gemeen
tefonds waren tot en rnet Juli 1940 van
de gemeentefondsbelasting 69.8 millioen
en van de opcenten vennogensbelasting
5.9 millioen voor den dienst 1939/40
(raming resp. 63 millioen en 6 mil
lioen) en voor den dienst 1940/41 resp.
14.6 millioen en 1.2 millioen (raming
resp. 65 millioen en 5.7 millioen).
de stemming aan den dag legde, gaf thans
van een grootere terughouding blijk. Toch
is er in Amerika geen vermindering van
de bedrijvigheid ingetreden; integendeel
werkt bijv. de staalnijverheid met 95
van haar capaciteit. Ook zijn de vliegtuig
fabrieken en de automobielindustrie ruim
schoots van orders voorzien. Er doet zich
echter bij de plaatsing en uitvoering van
de bewapeningsopdraehten een ernstige
moeilijkheid voor. Bij de uitvoering van
de regeeringsbestellingen is n.l. bepaald,
dat dc winst, niet boven 8 zal mogen
stijgen. Onder normale omstandigheden
zou een dergelijke winst misschien redelijk
zijn te noemen, doch in vele gevallen is
de uitvoering van deze orders slechts
mogelijk, indien men gebouwen en instal
laties aanzienlijk uitbreidt, Het is zeer
goed mogelijk, dat de bedrijfswaarde van
deze uitbreiding na enkele jaren als nihil
is te beschouwen. Hetzelfde verschijnsel
heeft zich immers ook na den vorigen oor
log voorgedaan, toen de Amerikaansche
industrie door de opeenvolgende uitbrei
dingen als het ware 'in een te wijde jas
was gestoken. De fabrikanten willen dus
de garantie hebben, dat zij de kosten van
de uitbreiding in enkele jaren kunnen af-
schi-ijven uit de winst en vanzelfsprekend
is dat niet mogelijk, indien men de winst
marge tot 8 beperkt. Zoolang aan dezen
maatregel de hand wordt gehouden, wei
geren vele fabrikanten de bewapeningsor
ders uit te voeren. Ook bestaat er onze
kerheid omtrent de toepassing der belas
tingwetten en op deze verschillende punten
moet er eerst meer klaarheid komen, al
vorens men de positie van de ondernemin
gen kan beoordeelen.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop in de afgeloopen week.
4 Nederland 1940 lie leening 91%, 92%,
91%, 92.
Aku 67%, 84%, 77%, 81%.
Ned. Ford 311%, 318.
Philips 132, 159%, 154%, 158.
Koninklijke Petroleum 170%, 187%, 190,
189%.
Amsterdam Rubber 172%, 176, 175%.
H. V. A. 315, 330, 328.
Deli Batavia Mij. 118, 117%, 123.
'Senembah 132, 13o, 136.
Ned. Scheepvaart Unie 104, 116.
Rep. Steel 15i/10, 16%, 14%, 15%.
MEN LUISTERE NIET NAAR
VERBODEN ZENDERS.
Strenge straffen fa Duitschland
opgelegd.
Van Duitsche zijde, wijst men er nog
eens op, aan welke strenge straffen men
zich blootstelt, als men luistert naar ver
boden radiozenders. In Duitschland zijn
enkele recente gevallen aan te wijzen,
waarbij de overtreders van het verbod zich
zware straffen zagen toebedeeld. Zoo wer
den door de bijzondere rechtbank te
Klagenfurt vier inwoners van die stad
veroordeeld, een tot drie jaren, zijn echt-
genoote tot 15 maanden en twee anderen
tot twee jaren tuchthuisstraf. In het von
nis wordt o.m. overwogen, dat deze per
sonen „gezellige avondjes" hadden gehou
den met het doel om naar buitenlandsche
zenders te luisteren, in het bijzonder naar
de Duitsche nieuwsberichten van Londen.
Iemand uit Dortmund is veroordeeld tot
drie -jaren tuchthuisstraf en drie jaren
eerverlies, daar hij regelmatig naar bui
tenlandsche zenders luisterde en het ge
hoorde verspreide. Dezelfde straf zag zich
iemand door de bijzondere rechtbank te
Essen opgelegd, daar hij in een vrrjgezel-
lenwoning in Gladbach op een gemeen
schappelijke kamer meermalen zijn toestel
op buitenlandsche zenders had afgestemd
en hiermede voortging ondanks de pro
testen van de overige inwoners van het
huis.
Tot dezelfde straf werd iemand veroor
deeld, die zelfs een zeven-lamps toestel
had gebouwd om haar buitenlandsche zen
ders te luisteren. Deze man antwoordde
op de waarschuwingen van zijn familie
leden, dat hij in zijn eigen huis de baas
was.
Het is echter duidelijk, dat men tijdens
den oorlog niet meer "baas in eigen huis
is, doch dat men zich te voegen heeft naar
de wetten.
Ook de Nederiandsche verordening be
treffende het luisteren naar radiozenders
bedreigt, zooals bekend is, de overtreders
met zeer zware .straffen. Men neme dus
een voorbeeld aan bovengenoemde geval
len en stemjne alleen af op die zenders,
waarvan het beluisteren is toegelaten.
Naar een fusie van de
kruldeniersorganisaties.
De algemeene drang naar meer eenheid
heeft ook de hier te lande bestaande krui
deniersorganisaties doen besluiten tot meer
dere samenwerking te geraken. Er bestaan
momenteel hier te lande vijf organisaties
van zelfstandige kruideniers, te weten drie
neutrale organisaties, met name de Neder
iandsche kruideniersbond, Febowiko en de
Landelijke Bond van Kruideniers, voorts
de Nederiandsch R. K. Kruideniersbond en
de Christelijke bond van Kruideniers.
Donderdag 15 Augustus zijn de besturen
van deze organisaties met uitzondering van
den landelijken bond van kruideniers in
vergadering bijeen geweest te Utrecht,
waarbij in principe is besloten, dat een
nieuw bedrijfsorgaan voor de zelfstandige
kruideniers zal worden opgericht, hetwelk
dus een coördinatie bedoelt te zijn van
vier organisaties.
Het ligt in de bedoeling, dat dit nieuw
bedrijfsorgaan naar buiten als een een
heid zal optreden en alle sociaal-economi
sche belangen van de zelfstandige kruide
niers zal behartigen.
Er is een voorloopig bestuur benoemd,
waarin zitting hebben de heeren Joh. G.
H. Cornelissen en J. Jonges, beiden te
Amsterdam, namens Febowiko. De heeren
P. van der Linde, Rotterdam en A. Bruin,
Alkmaar, namens de N.K.B., de heeren
H. Post, Amsterdam en C. Kok, Rotter
dam, namens den Ned. R.K. Kruideniers
bond en de heer G. W. Klein Obbink,
Utrecht namens den Chr. bond van Krui
deniers. Tot voorzitter is benoemd de
heer Joh. G. H. Cornelissen.
Het ligt in de bedoeling dat het voor-
loopige bestuur een ontwerp-statuut voor
dit nieuwe bedrijfsorgaan zal samenstellen,
waarover dan in een vergadering op 5
September door de besturen van de sa
menwerkende organisaties zal worden be
slist.
ENQUÊTE NAAR VERBORGEN
WERKLOOSHEID.
Begin Juli is onder leiding van dr. F. H.
Fentener van Vlissingen een nationaal
comité van economische samenwerking in
het leven geroepen, hetwelk zich tot doel
heeft gesteld ten eerste een doeltreffende
coördinatie tusschen alle bedrijfstakken en
geledingen van ons bedrijfsleven (zooals
handel, nijverheid, scheepvaart, landbouw
enz.) tot stand te brengen ten tweede het
contact met de autoriteiten te bevorderen
en te vergemakkelijken ten derde aan de
aanpassing, die op economisch gebied thans
noodig is gebleken, leiding te geven.
In verband hiermede was een der eerste
opgaven, welke het comité zich gesteld
heeft, zich zoo snel mogelijk een duidelijk
beeld van de bestaande werkloosheid te
vormen, met name ten aanzien van de zgn.
verborgen werkloosheid, een nieuw begrip,
onder hetwelk valt het gebrek aan werk
gelegenheid (voornamelijk doordat niet over
de noodige grondstoffen vordt beschikt)
voor die arbeiders, die de bedrijven ingevol
ge het verbod tot ontslag in dienst moeten
houden. Hoe groot het aantal dergenen is,
dat onder deze categorie valt, is niet vast
te stellen uit de cijfers van de arbeidsbeur
zen. De eenige mogelijkheid om gegevens
omtrent den omvang van deze verborgen
werkloosheid te verkrijgen is het instellen
van een enquête onder het bedrijfsleven.
Naar wij van den secretaris van de Ka
mer van Koophandel en Fabrieken voor het
gebied Utrecht vernemen, heeft de Kamer
eenigen tijd geleden reeds een orloopige
enquête onder de voornaamste binnen haar
ressort gevestigde bedrijven gehouden, ten
einde zich omtrent deze materie eeniger
mate te oriënteeren en aldus de aandacht
van de autoriteiten op het acute karakter
van dit vraagstuk te vestigen. Het is ech
ter duidelijk, dat het voor het verkrijgen
van een volledig en duidelijk overzicht nood
zakelijk is, dat een dergelijk onderzoek niet
slechts regionaal, doch in de eerste plaats
landelijk geschiedt. Zeer verheugend is het
daarom, dat het nationale comité er in is
mogen slagen om het voor de behandeling
van deze aangelegenheid zoo bij uitstek des
kundige centraal bureau voor de statistiek
bereid te vinden, hiertoe haar medewerking
te verleenen.
Naar wij thansvernemen zal bovenge
noemd bureau aan het einde van deze
week met de enquête naar de verborgen
werkloosheid een aanvang maken. Plet ligt
inde bedoeling dit onderzoek, hetwelk zich
zal uitstrekken over 1200 industrieele be
drijven en 800 bedrijven van de groep han
del en verkeer, maandelijks te herhalen.
Het eerste onderzoek zal eveneens dui
zend kleinere bedrijven uit laatstgenoemds
groep omvatten. Het is hierbij van belang,
dat het centraal bureau voor de statistiek
zich er van den aanvang af op zal instel
len, die gegevens ook regionaal te ordenen.
PUF- EN NESTBESLUIT,
Verschenen is een besluit van den secre
taris-generaal van het departement van
landbouw en visscherij, waarbij het verhan
delen of doen verhandelen, met inbegrip
van het afleveren en doen afleveren, van
puf en nest verboden wordt. Dit verbod
geldt niet indien er voor zoover daarvan
door het rijksbureau voor de voedselvoorzie
ning inoorlogstijd ontheffing is verleend
en de daarbij door dit bureau te stellen
voorwaarden zijn nagekomen. Deze voor
waarden kunnen o.m. betrekking hebben
op de plaatsen van aanvoer, op de hoeveel
heid af te leveren puf of nest, op de prij
zen, welke bij de aflevering in acht moeten
worden genomen, alsmede op de wijze van
aflevering. Het besluit treedt in werking
met ipgang van 12 Augustus 1940 en is
geldig tot 1 September 1941. Onder „puf"
wordt in dit besluit verstaan onvolwaar
dige plat- of rondvisch, afkomstig uit de
Noordzee, alsmede garnalen met uitzonde
ring van consumptiegarnalen. Onder „nest"
wordt verstaan onvolwaardige plat- of
rondvisch afkomstig uit het IJselmeer en
het niet afgesloten gedeelte van de Zui
derzee.
door
JOHNSTON Mc.OULLBY
5)
„Maar, als ik een lid van uwhm
organisatie worden mijn orders van
u moet krijgen en den buit moet komen
brengendan zal ik hier toch wel vaak
moeten komen...en..."
„O, dat is gemakkelijk te regelen", zei
de Spin. „U kunt alléén wei-ken, zonder
medewerkers. Ut beraam de plannen. Mo
gelijk zult u nooit een der anderen ont
moeten. Mocht u echter ontrouw worden,
dan zult u wel wat van hen te hooren
krijgen. Er zullen steeds onzichtbare
wachters om u heen zijn. U moet niet
denken, dat ik overdrijf... u zult de bewij
zen spoedig genoeg krijgen... En wat het
hier komen betreft... u kunt toch zeggen,
dat u mijn nicht in Europa ontmoet hebt?
U hebt heel wat öp uw eentje rondge
reisd, niet waar? Het publiek zal mis
schien wel denken, dat u... nu, ja, op mijn
nicht bijzonder gesteld bent. Het publiek
zal er romantiek achter zoeken, als het er
ten minste aandacht aan schenkt. En
daardoor is dan alles gedekt."»
„En als ik het niet aanneemzei
Warwik.
„Dan verlaat u dit huis en keert naar
uw kamers terug en vergeet alles. Als u
zin hebt, klaag me dan bij de politie aan,
maar het zal op niets uitdraaien."
De Spin had een goeden kijk op Warwik.
Had hij hem met geweld gedreigd, dan
zou Warwik, al was het louter uit kop
pigheid, tegen hem gevochten hebben^
jMaar nu deed hij hem een aanbod, dat
hij aannemen of weigeren kon. Dat was
heel iets anders.
Warwik stond op en begon heen en
weer te loopen, nadenkend aan zjjn si
gaar trekkend. Hier openden zich groote
mogelijkheden voor hem. Hij kon zich op
de valsche vrienden, die hem ten onder
hadden willen brengen, wreken. Hij kon
avonturen beleven, waarnaar hij ver
langde. Hij zou geld krijgen, wat hij meer
dan hard noodig had en hjj kon rijn
stand ophouden....... totdat hjj een fout
beging en gesnapt werd. Het zou een ge
weldig spel worden.
En dan dat meisje! Hjj zag haar plot
seling voor zich met haar onschuldige
oogen en haar lieve gezichtje. Was hjj
nu al verliefd op haar geworden? Hij zette
deze gedachte van zich af. Ze was natuur
lijk een misdadigster, die deel uitmaakte
van de bende van haar oom. Was hjj wel
haar oom? Maar neen, hij had menschen-
kennis genoeg om te zien, dat dit meisje
geen misdadigster was. Ze was zonder het
te weten in deze poel van ongerechtigheid
terecht gekomen. Hjj zou haar redden. Een
nieuw doel scheen in zjjn leven gekomen
te zjjn. Dat meisje mocht daar niet blij
ven.
De Spin scheen zjjn gedachten te raden.
„Mjjn nicht is een lief, onschuldig en
fatsoenlijk meisje", zei hij. „Ze gehoor
zaamt me, zooals een Europeesch meisje
aan haar'vader gehoorzaamt. Ze weet zoo
goed als niets van mij en mjjn werk af. Ze
mag daar niet over tobben".
„Dus ze weet er niet van, dat u een
misdaxMger bent?"
„Ze denkt, dat ik geheim politiek werk
doen moet en dat alles daarmee in ver
band staat. Gisteravond is ze naar den
schouwburg geweest met een mjjner mede
werkers, die voor mjjn oudsten zoon door
gaat. Hij wees u haar aan en vertelde haar
precies, wat ze doen en zeggen moest" r
„Maarhoe vatte ze haar daden
zelf op? Heeft ze geen verklaring ge
vraagd?"
„Ze meende, dat ik u slechts op een iet
wat ongewone manier te spreken wilde
krijgen. Ze meent, dat ik u een eerzame
opdracht zou geven, die echter geheim
moest bljjven".
„Dus u bedriegt haar?"
„In zeker opzicht. Maar daarover heb
ben wij het nu niet, wel? Hoe is uw ant
woord op mijn voorstel? Wij moeten nu
meteen een beslissing nemen het is bijna
ochtenden u bent nog in avondklee-
ding".'
Jolm Warwik liep het vertrek nog een
paar maal door en trachtte tot een be
sluit te komen. Het avontuurlijke trok hem
sterk aanEn hij meende, zoodra nij
wilde, uit de klauwen van de Spin vrij te
kunnen komen.
Plotseling bleef h\j vlak voor het bu
reau van de Spin staan.
„Ik dbe mee", zei hij.
„Bedenk u goed, voordat u een beslis
sing neemt, mijnheer Warwik. Terugkeer
is onmogelijk".
„Ik heb u mijn woord gegeven. Ik doe
mee".
„Uitstekend
HOOFDSTUK IV.
Achter de seringen.
Het liep den volgenden morgen reeds
tegen twaalf uur, voordat Warwik aan
zijn ontbijt zat. Hij had dien morgen geen
paard gereden als gewoonlijk. Hij had zijn
gewone gymnastische oefeningen ook niet
g-edaan.
„U niet goed bent, mijnheer?" vroeg
zijn Japansche huiskneeht bezorgd. „U
ziek?"
„Ik ben nooit ziek, Togo!" verklaarde
Warwik.
„Pardon, manheer. Ik dacht u wel ziek".
„Ik probeer ernstig te denken", zei
Warwik, „is dat geen wonder, Togo? Je
hebt me er nog nooit op betrapt, dat ik
nadacht, wel? Ik doe het zelden. Ga eens
kijken, wie er zoo hard schelt".
De Japanner kwam even later met een
brief terug.
„Door een kruier gebracht, mijnheer",
zei Togo en ging weer aan zijn werk.
Het was een onbedrukte enveloppe met
onbekende hand geschreven. Vermoede
lijk een uitnoodiging tot een gevaarlijke
speculatie. Maar daar kregen ze hem niet
meer toedank zij de Spin Hij scheur
de den brief open.
Mijnheer Warwik.
Nu u besloten bent, valt er geen tijd
te verliezen, U bent uitgenoodigd voor
een bal bij mevrouw Eerman Dwight.
Vanavond. De man van die dame heeft
u voor duizenden bestolen. Vanavond
zal mevrouw Dwight een prachtstel
juweelen dragen, bekend als de „Drie
Driehoeken". Steel dat. Het ding kan
voor dertigduizend dollars verkocht
worden. De helft is voor u. Wees zoo
goed, dit als een bevel te beschouwen.
U behoeft geen moeite te doen, dit
schrijven te vernietigen, want binnen
eenigen tijd is het schrift totaal ver
dwenen.
Onder in een hoek stond een rood stem
pel, dat een spin voorstelde.
„Nou, die laat er ook geen gras over
groeienBevel Ik zal dus die juweelen
van mevrouw Dwight moeten stelen. Geen
tijd tot voorbereidingen. Stelen en naar de
Spin brengen Daar is durf en sluwheid
voor noodig, hè? Ik zou Berman wel wil
len zien razen, als hij bemerkt, dat die
juweelen weg zijn. Dat treft hem in zijn
zak, wat? Net zooals hij mij gedaan
heeft
Hij bekeek den brief nogmaals. Dat
schrift zou verdwijnen? Een grapje van
de Spin, anders niet
Hij liep naar zijn slaapkamer om zich
verder te kleeden en legde den brief voor
zich. Hij floot een deuntje en zei tegen
Togo, dat hij hem met rust moest laten,
omdat hij nog aan het denken was. Hij
bestelde zijn sportwagen en wilde de ka
mer verlaten. Toen dacht hij aan den
brief en wilde hem veilig opbergen. Je kon
zoo'n Japannees nooit vertrouwen;; Hij
nam den brief op en zijn mond viel open
van verbazing. Het was niet anders meer
dan een stuk volkomen wit papier. Ieder
spoor van schrift was verdwenen
„Handige ouwe schurk Ik zal dus góed
moeten letten, op wat hij me schrijft".
Hq gooide papier en enveloppe in een
lade en zag, dat ook het adres van de
enveloppe verdwenen was. Hij ging het
huis uit en reed naar zijn athletiek club.
Daar bracht hij den middag door en keer
de pas naar huis terug, om zich voor het
diner te Ideeden. Hij at in een bekend
restaurant in de buurt en wandelde op zijn
gemak naar de woning van Berman
Dwight. Tijd in overvloed. Het was mooi
weer om te wandelenen na te denken.
Dit werd geen gevaar voor lijf en levén,
maar voor vrijheid en goeden naam. Hij
moest heel voorzichtig zijn. Hij mocht den
eersten keer geen fout begaan.
Het groote huis was hel verlicht en
auto's met. gasten reden aan en af. Hij
hoorde een orkest spelen. Hij wist, dat
Berman dit feest, wat hem schatten kost
te, alleen ter wille van zijn lichtzinnigs
vrouw gaf. Hoeveel van zijn eigen geld
stak hierin, vroeg hij zich af. Het was nog
vrij vroeg en hij had geen zin, reeds naar
binnen te gaan. Langzaam liep hij over
het groote grasperk naar een bank, die hij
wist staan. Daar ging hij zitten. Hij haalde
een sigaret te voorschijn, maar in plaats
van zijn aanstekertje te doen ontvlam
men, bleef hij aandachtig zitten luisteren.
Dicht bU hem waren twee menschen in
gesprek. moesten achter een seringen
struik staan en zijn nadering niet bemerkt
hebben. Bukkend zag hij even een witte
japon.
[(Wordt vervolgd.)]