.Waarom dr. H. Colijn adviseerde niet
tot de NederlandscSie Unie toe te treden.
De geestelijke verscheidenheid moet
geëerbiedigd blijven.
Groote vergadering te Amsterdam.
Zaterdag is in de Apollohal te Amster
dam een vergadering gehouden, welke
door het provinciale comité van A.R. kies-
vereenigingen in Noord-Holland, in over
leg met de betrokken instanties der Christ.
Hist. Unie was belegd en in welke verga
dering als sprekers het woord voerden
de heeren dr. H. Colijn en prof. dr. Slote-
maker de Bruine.
Voor deze vergadering bestond een zoo
groote belangstelling, dat de groote zaal,
die ruim 5000 personen kan bevatten, bij
lange na geen plaats bood om allen, die
de vergadering wilden bijwonen, plaats te
bieden. Daarom werd een drietal vergade
ringen achter elkaar belegd, n.l. des mid-
ilags te half twee en te vier uur en des
ivonds te half acht.
Na een openingswoord van den voorzit
ter van het provinciaal comité van A.R.
kiesvereenigingen, prof. dr. V. H. Rutgers,
ving dr. H. Colijn zijn rede aan.
Spr. begon met de herinnering aan den
titel van zijn jongste geschrift. Hg heeft
de critiek vernomen, dat men niet op de
grens van twee werelden moest big ven
staan, doch moedig de nieuwe wereld, die
voor ons lag, moest binnentreden. Op zich
zelf vereischt de critiek geen wederleg
ging, omdat spreker het er mee eens is.
Wanneer spreker met die critiek gedeel
telijk instemt, dan is dat geen novum.
Twintig jaar lang heeft hij in woord en
geschrift op de fouten van de moderne
democratie gewezen. Fouten, die tot ge
volg hadden onzelfstandigheid van de ka
binetten, afhankelijkheid van de politieke
partijen, verzwakking van het eigen recht
der overheid. Ook de volksvertegenwoordi
ging zelf is in de vervulling van haar
taak dikwerf gehinderd door druk van
buiten de Kamer. Maar omdat men op
fouten uit het verleden wijst, behoeft mên
nog niet alles, wat als nieuw wordt aan
geprezen, met gretigheid te aanvaarden.
Van alle kanten klinkt het haastig ge
roep Er moet wat gebeuren, er moet wat
gedaan worden, en dan liefst in hetzelfde
tempo, waarmede de Duitsche weermacht
haar aanvallen verricht. Men is daarbij al
spoedig tevreden en denkt iets gedaan te
hebben, wanneer men ergens een kaartje
heenstuurt met een adhaesiebetuiging.
Maar om iets te doen is meer noodig. Om
iets te doen is het hebben van bestuurs
macht vereischt en de vrijheid om die be
stuursmacht uit te oefenen. Aan die voor
waarde is op het oogenblik echter niet te
voldoen. Begrijpelijk is het, dat men zoekt
naar een nauwer aaneensluiting, naar een
hechter samenbinding van het Nederland
sche volk, omdat men niet ten onrechte
daarin een soort waarborg zoekt voor het
behoud van wat ons lief is.
DE NEDERLANDSCHE UNIE.
In dit verband wilde spreker iets mede-
deelen over den gang van zaken met de
Nederlandsche Unie en van deze gelegen
heid gebruik maken, om zijn advies aan de
kiesvereenigingen in het openbaar toe te
lichten.
Den eersten Juli van dit jaar zijn te
"s-Gravenhage bijeengekomen een twaalf
tal personen, twee aan twee afkomstig uit
de zes groote politieke partijen. Voor de
anti-revolutionnairen waren de heer
Schouten en spreker zelf. Deze twaalf per
sonen, overtuigd van de noodzakelijkheid
van grooter eensgezindheid, besloten er
naar te streven dat de politieke partijen
hun verschillen laten rusten en dat zij zich
zouden vereenigen op een kort program
van actie, dat aller instemming zou moe
ten hebben. Die algemeene instemming
werd gemakkelijk verkregen en vijf dagen
later (6 Juli), werd een tweede vergadering
gehouden, waarbij ook aanwezig waren
drie heeren van de Nederlandsche ge
meenschap. Weer twee dagen later, den
Sen Juli, werd ook met deze heeren over
eenstemming verkregen over een gemeen
schappelijk door de 15 heeren uit te vaar
digen manifest. Op 18 Juli was er dus een
Nederlandsche Unie, een gemeenschappe
lijk gekozen naam, die geacht kon wor
den na verloop van tijd waarschijnlijk 90
procent van het Nederlandsche volk te re-
presenteeren. Om redenen, die niet gelegen
zijn in verschil tusschen de vijftien heeren,
heeft de uitvaardiging van dit manifest
geen voortgang kunnen hebben.
Een goede veertien dagen later duikt nu
plotseling een nieuwe Nederlandsche Unie
op, geleid door dezelfde personen (althans
twee personen van de drie), die aan de
vorming der eerste Nederlandsche Unie
hadden deelgenomen. Dit optreden ging
vergezeld van een geheel nieuw program,
dat sterk afweek van het program, waar
over overeenstemming verkregen was in
de eerste Nederlandsche Unie. Het blijkt
niet het doel te zijn om te trachten de
bestaande organisaties en stroomingen in
ons volksleven in een bedding te brengen,
teneinde een groote nationale beweging te
verkrijgen, maar feitelijk te komen tot
de stichting van,een nieuwe partij, met de
daarbij gedachte algeheele oplossing van
de andere op beginselen opgebouwde par
tijen. Ook is vrij duidelijk aangekondigd,
dat bijv. onze jeugdbeweging, die bijna een
eeuw oud is, zal moeten worden samenge
smolten met de andere onder eenhoofdige
leiding. Toen spreker op 31 Juli in zijn ad
vies aan de kiesvereenigingen den raad
gaf zich voorshands te onthouden, zal dit
voorshands thans dienen te vervallen. Zoo,
aldus vervolgde spr., zoo kan het niet, want
zoo wordt het voor 1/3 van het Nederland
sche volk onmogelijk mee te doen.
Dit doet spreker leed voor de zaak, die
hem zeer ter harte ging. Het doet hem ook
leed voor het driemanschap, dat van goe
den wille is, maar dat voor onvoldoende
inzicht in de structuur van het Nederland
sche volk het spoor bijster is geraakt. Op
allerlei detailbezwaren tegen het program
gaat spreker thans niet in. Want veel be
langrijker blijft de vraag: als het dan niet
zoo kan, wat kan er dan wel geschieden?
Spreker begint op den voorgrond te stel
len, wat moet er dan wel gebeuren? Dat
hg voor zich nog altijd bereid is tot sa
menwerking op zoó breed mogelijke basis.
Die samenwerking was verkregen in het
program van de eerste Nederlandsche
Unie. Die samenwerking is nog mogelgk,
indien men de nuchtere, klare werkelijk
heid tot uitgangspunt neemt. Dit betee-
kent internationaal, dat men de gewijzig
de toestanden op het continent van Euro
pa als feit moet aanvaarden. Hoe de oor
log ook eindigt, naar den mensch gespro
ken kan men geen andere uitkomst zien
dan dat het Duitsche overwicht op het
vasteland van EEuropa moet worden aan
vaard. Dat een nieuwe oriënteering op na
tionaal terrein noodzakelijk is, behoeft wel
geen betoog. Maar even duidelijk is het,
dat wij aan een vernieuwing van ons
staatsbestel tijdens de bezetting- niet kun
nen bouwen en ook niet moeten willen bou
wen, al zijn er tal van begeerten, die wij-
in ons hart koesteren en al mogen wij de
omtrekken van het toekomstbeeld voor
ons zelf trachten in gereedheid te brengen.
Heroriënteering is ook op sociaal en econo
misch gebied noodzakelijk. Maar hierbij zal
men er wel op hebben te rekenen, dat som
mige sociale of economische hervormingen
zoodanig afhankelijk zijn van de toestan
den, zooaols die na den oorlog zullen zijn.
dat het dwaasheid is er nu reeds bespie
gelingen over te houden.
Schade voor de eensgezindheid.
Al zulk streven schaadt de eensgezind
heid, die thans bovenal noodig is. Dit be-
teekent niet, dat men op sociaal-econo
misch gebied intusschen niets kan verrich
ten. Alles wat kan strekken tot verster
king van het gemeenschapsbesef, tot hech
ter sameribinding van het Nederlandsche
volk met eerbiediging van de geestelijke
verscheidenheid, verdient met kracht te
worden gesteund.
Op zulk een basis zou het mogelgk
zijn, samenwerking te verkrijgen, waar
van nu een derde deel van het Neder
landsche volk om gewichtige redenen zich
zal hebben te onthouden. In dit opzicht
is er ook in eigen kring nog heel wat
te doen, want ook daar werd wel wat heel
erg naast elkaar heengeleefd. Het is dan
ook verheugend te kunnen zeggen, dat
anti-revolutionairen en christelijk-histori-
schen begonnen zijn hun eigen organisa
ties met elkander in aanraking te bren
gen, door een contact-commissie in het
leven te roepen.
Spreker besloot met de betuiging van
zijn inzicht, dat de vormen waaronder
een groote nationale beweging zich moet
openbaren, bijzaak zijn, mits de leidende
gedachte van die vormgeving Neder-
landsch is in den historischen zin, dat
volksinvloed niet wordt buitengesloten.
Ook de vraag, welke personen leiding
moeten geven, is bijzaak, mits deze lei
ders inderdaad berekend zijn voor hun
taak, zuiver Nederlandsch denken en voe
len en een goede dosis historisch besef be
zitten, en tegelijk beseffen, dat de Ne
derlandsche bevolking is samengesteld uit
V;, roomsch-katholieken, i/;t orthodox-pro
testanten en 1/3 op wie het humanisme
beslag heeft gelegd.
Wat tot nu toe door spreker gezegd is,
was bedoeld voor-het Nederlandsche volk
in zijn geheel, voor zoover dit althans
naar hem luisteren wil.
Daarna richtte spreker zich tot zijn
engere geestveiwanten met de vermaning
ook in eigen kring reformatie niet uit
het oog te verliezen.
Voorts sprak prof. dr. J. R. Slotemaker
de Bruine over het Nederlandsche volks
karakter. Alom, waar Duitschers wo
nen, aldus spr., breekt de eene Duitsche
ziel naar buiten. Zoo willen wij een klaar
naar buiten treden van de Nederlandsche
ziel.
Neem ons, zoo vragen wij, ten bate
van ons volk, zooals wij zijn. Vraag ons
niet het heiligste, dat wij bezitten, bui
ten het openbare leven te plaatsen. Vraag
dat niet, juist ter wille van ons volk.
Vooreerst zoudt gij door anders te doen,
onszelf verzwakken en daarmede dus het
volksgeheel. Bovendien zal het nationale,
het „volksche" een geestelijken inhoud
moeten hebben, anders blijkt het hol.
De Rijkscommissaris heeft op 29 Mei
verldaard, niet onze vrijheid ons te wil
len ontnemen en niet ons volkskarakter
te willen vernietigen.
Ter bepaling van ons volkskarakter
noemde hij onzen vrijheidsoorlog tegen
den geloofsdwang. Dat sloeg den spijker
precies op den kop. Zonder 1568 zou ons
volkskarakter anders gevuld zijn. De
geestelijke vrijheid zit ons in het bloed.
De Rijkscommissaris wil het ons bewaard
zien. Laten Nederlanders niet pogen het
ons te ontnemen.
Men zal nu vragen, of deze opvatting
niet leiden moet tot de vorming van
een aantal onderscheiden en elkaar be
strijdende kringen, waardoor het nationa
le zeer ver te zoeken zal zgn. Het ant
woord luidt, dat het tegendeel het geval
is. In 1568 bestond een sterk-gefundeerde
groep, die tot concentratie-punt werd
voor de velen. Het is waarschijnlijk, dat
dit verschijnsel zich herhalen zal. Want
dagelijks beter wordt beseft, dat „na
tionaal" zonder vulling leeg is. Na den
jongsten storm wankelen personen, groe
pen, ja heele partijen. Wie thans zal blg-
ven staan, behoeft een houvast voor zgn
handen boven en voor zijn voeten beneden.
Er is een roep om een steunpunt.
Neem de vrijheid. Gij zult haar niet kun
nen handhaven doch juist vervallen eerst
tot een chaos en dan tot een mist; tenzij
ge in Gods openbaring de ljjnen voor de
vrijheid vindt. Dat zien thans telkens
meerderen, ongeacht welk geesteskind ze
zijn en welke confessie zij belijden. Neem
De distributie van maïzena en
puddingpoeder-
NADERE BEPALINGEN.
De secretaris-generaal, wnd. hoofd van
het dept. van landbouw en visscherg
maakt bekend, dat met betrekking tot den
met „105" genummerde bon van het al
gemeen distributiebonboekje, welke gedu
rende het tgdvak van 22 Juli tot en met
8 September a.s. recht geeft op het koo-
pen van maizena, griesmeel of pudding
poeders, het volgende is bepaald.
Aangezien in den handel nog een groot
aantal pakjes maizena met een inhoud
van 225 gram voorradig is, kan goedge
keurd worden, dat tot een nader te be
palen dag deze pakjes worden gekocht
tegen afgifte van twee der bovengenoem
de met „105" genummerde bonnen. Het
betreft hier een bepaalde fabrieksverpak-
Iting. In verband hiermede is bepaald, dat
slechts pakjes maizena van 225 gram,
welke reeds vóór 22 Juli 1940 waren ver
vaardigd, tegen afgifte van twee bonnen
„105" gekocht kunnen worden.
Met betrekking tot puddingpoeders is
verder bepaald, dat de met „105" genum
merde bon recht geeft op hét koopen van
twee pakjes puddingpoeder, waarvan elk
ten hoogste 50 gram zetmeel bevat, dan
wel drie pakjes puddingpoeder, waarvan
elk ten hoogste 33 gram zetmeel bevat.
Van de samenstelling der puddingpoe
ders zal dus afhangen, of tegen afgifte
van één bon twee of drie pakjes verkocht
mogen worden. Het is echter, ongeacht
de samenstelling van het puddingpoeder,
verboden meer dan drie pakjes per bon te
verkoopen.
Voorts zal op de met „105" genummer
de bon inplaats van puddingpoeder ook
puddingsauspoeder gekocht kunnen wor
den, en wel tot een hoeveelheid welke ten
hoogste 100 gram zetmeel bevat. Het is
echter, ongeacht de samenstelling, verbo
den meer dan 6 pakjes puddingsauspoe
der tegen inlevering van één bon te koo
pen.
In verband met het bovenstaande wordt
er de aandacht- op gevestigd, dat onder
de distributieregeling vallen alle soorten
puddingpoeder en puddingsauspoeder, die
geheel of ten deele zgn vervaardigd van
producten, bereid uit granen, rijst of ta
pioca.
CONCENTRATIE IN DE VOEDINGS
MIDDELENINDUSTRIE.
In verband met de huidige omstandig
heden hebben de fabrikanten, die voe-
dings- en genotmiddelen vervaardigen, be
sloten een nauwere samenwerking in het
leven te roepen, ten einde daardoor het
contact tusschen de industrieën onderling
en bovendien het contact tusschen de be
treffende industrieën en de overheid,
waarbij in het bijzonder gedacht wordt
aan het rijksbureau Voedselvoorziening in
oorlogstijd, zoo goed mogelgk te kunnen
onderhouden. In verband hiermede is een
centrale commissie gevormd, die thans
reeds de belangen van het grootste deel
van de hier te lande gevestigde voedings-
en genotmiddelenindustrieën behartigt. De
dagelijkschè leiding van deze commissie is
in handen gelegd van een bestuur, be
staande uit de heeren ir. W. H. van Leeu
wen, voorzitter, rar. D. U. Stikker en ir.
S. H. Visser, secretaris. Het secretariaat
is gevestigd Kneuterdijk S te 's-Graven
hage.
GOEDKOOPERE SPOORBANEN.
Naar wij vernemen zgn de Ned. spoor
wegen voornemens over te gaan tot het
verbeteren van de spoorbanen door ver
lenging van de rails. Deze verlenging
kan op eenvoudige wijze geschieden. Een
gangbare spoorstaaf lengte is die van
achttien meter. Twee zulke staven aan-
eengelascht geven een staaf van 36 meter.
Men verkrijgt door dit lasschen niet al
leen een verbetering van de baan maar
tevens lage aanlegkosten. Een gelaschte
spoorstaaf- van 36 meter is per meter
goedkooper dan een van 24 meter. De
spoorbanen künnen op deze wijze dus
goedkooper worden," bovendien wordt bij
toepassing van deze werkwijze nog dit
voordeel verkregen, dat korte stukken
spoorstaaf ook nog weer productief kun
nen worden gemaakt. Wanneer de spoor
staaf wordt afgekeurd, dan geschiedt dat
hoofdzakelijk om de slijtage aan den kop.
Indien de koppen worden afgezaagd blij
ven er stukken spoorstaaf over die nog
volwaardig bruikbaar zgn. Door lasschen
kunnen deze stukken dan worden samen
gevoegd tot staven van de gewenschte
lengte. Het is de bedoeling om het las
schen van spoorstaven centraal te doen
geschieden en wel in de werkplaatsen
voor den bovenbouw te Utrecht. Het is
echter noodig daarvoor een speciale in
stallatie te stichten, waar dit lasschen
electrisch kan geschieden. Bezwaren tegen
het vervoer van zulke lange staven zijn
niet aanwezig. Ook in het buitenland wor
den zij zonder eenige moeite toegepast.
De in te richten werkplaats zal uiter
aard van vrij grooten omvang moeten
zgn, omdat de staven niet alleen gelascht
moeten worden, maar ook geschaafd of
gefraisd.
DE NEDERLANDERS TE HAMBURG
SLUITEN ZICH AANEEN.
Het D.N.B. meldt: Ongeveer 3000 in
Hamburg levende Nederlanders hebben
zich bg elkaar aangesloten in „de Neder
landsche kolonie in Groot-Hamburg". De
vereeniging wil alle, in de Hanzestad
Hamburg wonende Nederlanders, in zoo
verre zg van arische afstamming zijn, bij
een brengen.
de sociale bemoeienis. Zij is brandend
noodig; dan slechts aan het spook der
werkloosheid. Gerechtigheid en erbarmen
moeten ons voortjagen. Zij wellen nergens
zoo krachtig als in Christus. Spr. eindigt
met een roep om eenheid van allen, die
bouwen op hetzelfde fundament: met de
waarschuwing dat men in dezen kring
alle pharizeïsme moet bestrijden; met den
drang, dat dit geestelijk bezit de zware
verantwoordelijkheid doe beseffen jegens
heel ons volk. Want christelijk is natio
naal.
De Engelsche honger-
blokkade
De „Deutsche Diplomatisch-Politische
Korrespondenz" beschreef een dezer dagen
de wijze waarop in het buitenland de
levensmiddelenpositie in de door de oor
logsgebeurtenissen getroffen landen sinds
eenigen tgd besproken wordt.
Terwijl de Fransche regeering, zoo con
stateert het blad, van haar kant er tegen
geprotesteerd heeft, dat Engeland het
vertrek van graanschepen van overzee
naar Frankrijk verhindert en het Fransche
volk onthoudt van levensmiddelen, die
reeds lang te voren besteld waren, spi'eken
ook stemmen uit de nieuwe wereld over
een hongersnood in deze gebieden als een
nuttig element van den oorlog tegen het
Duitsche rijk, daar dit onder de bevolking
onrust en een oproerige stemming zou
verwekken. Daarom mag dit in geen ge
val worden tegengewerkt. Het is de taak
van Duitschland, zoo wordt er hoonend
aan toegevoegd, voor deze gebieden te
zorgen.
In verband met het vorenstaande is het
noodig en nuttig, schrijft de Korrespon
denz, eraan te herinneren wie eigenlijk de
schuld ervan is, dat in bepaalde gebieden
de levensmiddeienvoorziening moeilijkhe
den oplevert. Zooals bekend, is de honger
van het begin af aan het oorlogsmiddel
geweest, waarvan de Westelijke mogend
heden dé krachtigste uitwerking tegen
Duitschland verwachtten. In strijd met de
in het Volkenrecht verankerde beginselen
van beschaving en menschelijlcheid heeft
Engeland, evenals ill den vorigen oorlog
en in den Boerenoorlog, ook dezen keer
gehoopt door uitmergeling van het Duit
sche volk tenslotte de moreele weerstands
kracht ook van het Duitsche leger te bre
ken. Door deze gedachte liet men zich
blijkbaar aan de zijde der Westelijke mo
gendheden ook bij het Duitsche offensief
in het Westen leiden. Men vernietigde op
slagplaatsen van levensmiddelen' en de
voor de verdeeling noodige vervoersmidde
len. Men evacueerdo de landbouwbevol
king, hetgeen tot een vernietiging van
enorme voorraaden aan doode en levende
inventaris leidde. Dan liet men den zorg
voor de achtergebleven bewoners aan de
grootmoedigheid van den vijand over.
Dit alles is alleen reeds een feit, dat ge
weldige schuld laadt op hen, die verant
woordelijk waren jegens de bevolking der
landen, welke door hen als „bondgenoo-
ten" den oorlog zijn ingejaagd. Deze ge
bieden echter voor den geregelden aan
voer van overzee voor hun eigen verbruik
en behoefte te willen afsnijden, is een dui-
velsche handelwijze, die in moreele laagte
nauwelijks te overtreffen is. Engeland
acht het volkomen in orde, dat hem wordt
toegestaan zgn eigen voedingspositie
door de evacuatie van zooveel mogelijk
kinderen te verlichten. Het verbeeldt zich
dat- zoo iets in den geest der wetten van
menschelijkheid door alle anderen, ook
door den vijand, als billijk erkend wordt,
doch' hetzelfde Engeland acht zich verder
gerechtigd den tegen het Volkerenrecht
indruischenden blokkade-oorlog tegen
vrouwen en kinderen der anderen met de
brutaalste middelen voort te zetten.
Het allerchristelijkste Engeland, zoo be-
'sluit het blad, eischt in de heele wereld
van hen die uit een echt gevoel van naas
tenliefde de offers van de Britsche oor
logshulp wilden brengen, hun hart tot
steen te maken. Het denkt er blijkbaar
niet aan, dat ook voor het Engelsche volk
het uur van nood en honger kan slaan,
waarin de anderen zich dan dgze houding
zullen herinneren.
Hoe de Italianen Zeila innamen.
Een bijzondere correspondent van het
agentschap Stefani meldt bijzonderheden
over de inneming van Zeila in Britsch-
Somaliland.
j De intocht in Zeila geschiedde na twee
dagen van zware marschen. De Italiaan-
sche troepen en afdeelingen inlanders
moesten na de bestorming van het fort
Pierch in een verstikkende temperatuur
groote afstanden door de woestijn afleg
gen. Zeila, dat door sterke vestingwerken
en een sterk garnizoen verdedigd was,
moest bestormd worden. Talrijke Engel
sche afdeelingen kameelvijders werden
onder het vernietigende Italiaansche vuur
uiteengejaagd.
Aan een in de haven liggenden Engel-
schen torpedojager, die reeds door het
Italiaansche luchtwapen hevig beschadigd
was, gelukte het nog met een kleine groep
vluchtelingen aan boord de haven te ver
laten. De inlandsche bevolking, die als
gevolg van de Engelsche propaganda op
de vlucht geslagen was, kwam kort na
den Italiaanschen intocht te Zeila terug en
juichte de Italiaansche troepen toe.
HET GROOTSTE TURKSCHE
DAGBLAD VERBODEN.
Het D.N.B. meldtHet grootste Turk-
sche dagblad, de „Cumhuriyet", dat uit
gegeven wordt door den afgevaardigde
Nadi, moest op besluit van den minister
raad verboden worden. Het verbod ge
schiedde op grond van do perswet krach
tens welke couranten wegens publicatie,
die de algemeene landspolitiek schaden,
verboden kunnen worden.
In perskringen verluidt, dat het verbod
te wijten is aan een reeks artikelen van
Nadi over de noodzakelijkheid, dat Turkije
rekening houdt met de nieuwe ordening
van Europa en naar betere en breedere
betrekkingen jegens Duitschland zal stre
ven. Deze reeks artikelen heeft een scherpe
polemiek verwekt in de Engelsch gezinde
Turksche pers en het misnoegen opgewekt
van vooraanstaande kringen, die door den
afgevaardigde Sadak in het blad „Ak-
scham" lieten schrijven, dat er geen aan
leiding bestaat tot een wijziging in de bui-
tenlandsche politiek van Turkije. Dit laat
ste standpunt wordt nu door het verbod
van de „Cuhmury et" met nadruk vastge
steld. In politieke kringen te Istanboel
wordt verklaard, dat de opvatting van
'Nadi in strijd met de officieele politiek van
Turkije en daarom ontoelaatbaar is.
Britsche duikboot en
transportschip verloren gegaan.
II :t D.NB. meldt: De Britsche admi
raliteit deelt mede, dat de duikboot
„Odin" over tijd is en als verloren be
schouwd moet worden. De „Odin" was
een groote duikboot (1475 ton) en ge
bouwd in 1929.
Voorts meldt de admiraliteit dat het
transportschip „Mohamed Ali Elkebir"
tot zinken is gebracht. Van de 860 leden
der bemanning zijn er 740 gered.
HOE HET FRANSCHE LEGER ZICH
AAN DRANKMISBRUIK TE BUITEN
GING.
Over het misbruik van alcohol in het
Fransche leger bréngt de „Temps" eenige
bijzonderheden, die zijn ontleend aan een
mededeeling van het hoofdkwartier, geda
teerd April 1940. Volgens ze mededeelin-
gen was gedurende de eerste 8 oorlogs
maanden bij de Fransche soldaten en onder
officieren en zelfs bij vele officieren een
ware alcoholvergiftiging merkbaar gewor
den. In de mededeelingen wordt er op ge
wezen, dat de coöperatieve vereenigingen
til de handelsfirmas gedurende deze maan
den enorme hoeveelheden brandewijn en
andere geestrijke dranken hadden ver
kocht. De gewoonte alcohol te gebruiken
heeft voor de gezondheid, voor de zenuwen
en voor het moreel van de troepen ernstige
gevolgen gehad. Iet percentage wegens al
cohol vergif tigiirg 1 de hospitalen opreno
men soldaten is twintig maal grooter ge
weest dan tijdens de jaren na den oorlog.
Dit feit is zoowel door neuropsychiatrische
onderzoekingen en door de militaire recht
banken bevestigd.
DE EVACUATIE VAN KINDEREN
NAAR AMERIKA.
Reuter meldt uit Washington: Het wets
ontwerp betreffende de evacuatie van
Europeesche kinderen naar de Vereenig-
de Staten, is met algemeene stemmen aan
genomen. Deze wet zal twee jaar van
kracht blijven. Men is voornemens in to
taal 200.000 kinderen op te nemen.
Rechtszaken
MISBRUIK VAN DEN NOOD
GEMAAKT.
Anderhalfjaar tegen oplichter
geëischtu
De 45-jarige electro-monteur J. H. K.,
afkomstig uit Rotterdam, thans echter
gedetineerdte Groningen, heeft gisteren
voor de vacantiekamer der Groningsche
rechtbank terecht gestaan wegens oplich
ting, waarbij hg misbruik heeft gemaakt
van den nood, waarin een deel zijner stad-
genooten verkeert.
De man is in de vorige maand bij ver
schillende menschen in Onstwedde en om
geving gekomen, wien hij lange verhalen
deed over den nood in Rotterdam, terwijl
hg daarbij vertelde, zelf ook gewond te
zijn geraakt en daarvoor nog onder be
handeling te staan in het ziekenhuis te
Winschoten. Hij verkocht nu schrijfmap
pen, waarvan de opbrengst ten goede zou
komen aan Rotterdamsche ingezetenen,
die alles kwijt waren. Een door verdachte
met name genoemde dame in Winschoten
zou voor het geld kleeren koopen en deze
opsturen naar Rotterdam. Verschillende
menschen zijr door deze verhalen bewogen
verdachte bedragen van een gulden of
meer te geven. Het geld verdween echter,
naar al spoedig bleek, in verdachte's eigen
portemonnaie.
Verdachte, die reeds elf vonnissen ach
ter den rug heeft, ontkende. Volgens zgn
verklaring zouden de menschen hem ver
keerd hebben begrepen.
Zoowel de president als de officier van
justitie, gaven uiting aan hun verontwaar
diging over de wijze, waarop verdachte het
medelijden van de menschen met de slacht
offers van Rotterdam heeft misbruikt,
welke wgze zij kwalificeerden als misse
lijk, buitengewoon gemeen en zeer erger
lijk. De officier eischte tenslotte een ge
vangenisstraf voor dén tijd van anderhalf
jaar.
De rechtbank zal 22 dezer uitspraak
doen.
Radioprogramma
Dinsdag 13 Augustus.
JAARSVELD, 414,5 M. AVRO-UitZ.
8,00 Ber. ANP, gram. 8,30 Orgelspel.
8,50 Gram. 10,00 Morgenwijding. 10,15
Gram. 10,30 Causerie. 10,35 Ensemble
Jonny Kroon. 11,00 Wenken voor de huis
houding. 11,20 Ensemble Jonny Kroon.
12,00 AVRO-Amusementsork. 12,45 Ber.
ANP, event, gram. 1,00 De Speellieden
en een koor. 1,20 AVRO-Aeolian-ork. 2,00
Causerie. 2,10 Philharmonisch kwartet.
3,00 Causerie. 3,30 Piano. 4,00 Puszta-ork.
(opn.). 4,25 Declamatie (gr.pl.). 4,45 De
Vroolgke Vgf. 5,15 Ber. ANP. 5,30 Ora-
roepork. en soliste. 6,30 VPRO: Jeugduitz.
6,45 Gram. 7,00 Vragen van den dag
/rfANP). 7,15 Ber. 7,20 Gram. 7,40 Cau
serie. 8,00 Ber. ANP. 8,15 Cabaret. 8,55
Gram. (met toel.). 9,25 „De Opbouw-
dienst", interview. 9,45 Omroepork, 10,15
Ber. ANP, sluiting.
KOOTWIJK, 1875 M. KRO-Uitz.
7,00 Ber. (Duitsch). 7,15 Ber. (En
gelsch). 7,30 Wij beginnen den dag. 8,00
Gram. 9,00 Haarlemsche Oratoriumver.
Utrechtsch Sted. ork. en solisten (opn.).
9,45 Gram. 11,15 Ber. (Engelsch). 11,30
Gram. 12,30 Ber. (Duitsch). 12.45 Ber.
ANP. 1,00 Gram. 2,00 Ber. (Duitsch).
2,15 Gram. 3,15 Ber. (Engelsch). 3,30
Gram. 5,00 Bor. (Duitsch). 5,15 Ber. ANP.
5,30 Gram. 6,15 Ber. (Engelsch). 6,30
RVU: Cyclus. 7,00 Vragen van den dag
(ANP). 7,20 Gram. 8,00 Ber. (Duitsch).
8,15 Ber. ANP. 8,30 Ber. (Engelsch). 8,45
Gram. 9,15 Ber. (Engelsch). 9,30 Gram.
9,55 Wij sluiten den dag. 10,00 Ber.
(Duitsch). 10,15 Ber. ANP. 10,3010,45;
11,15—11,30; 0,15—0,30 cn 1,15—1,30
Ber. (Engelsch)