Brussel wordt weer een Nederlandsche stad.
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Tweede Blad
BRIEVEN Uil VLAANDEREN
Maar er is nog vee! leed door de
vluchtelingen-misère.
Zaterdag 10 Augustus 1940
De Do 215 is het nieuwste Duitsche gevechtsvliegtuig, dat speciaal geconstrueerd
is voor verre verkenningsvluchten en bombardementen (foto WeHbdd)
De goede herder.
Te midden der trillende werkkracht, die
de Vlaamsche steden sinds enkele weken
aangegrepen heeft en ze tot nieuwen bloei
tijd en herboren leven voortstuwt, onder
scheidt Brussel zich op een bijzondere
wijze. Alles wat aan den oorlog herinnert
is er verdwenen en het leven gaat er weer
zijn normalen gang. Het sluitingsuur is
wel 'n beetje vroeg, maar niet zoo onge
woon vroeg, want men is er het vroege
sluitingsuur al ongeveer een jaar gewoon.
Reeds einde Augustus 1939 en telkens na
dien als er weer soldaten opgeroepen wa
ren moesten de' koffiehuizen 's avonds om
tien uur sluiten en zelfs enkele uren
midden op den dag, zoodat men den hui-
digen toestand op het gebied te Brussel al
niet meer als een uitzondering beschouwt.
Het eenige oorlogsleed, dat nog schrij
nend gevoeld wordt, is de onzekerheid
over het lot van vele familieleden, die
zoek geraakt zijn op hun vlucht naar
Frankrijk, alsook van de naar Zuid-Frank
rijk gezonden weerbare mannen van 16
tot 35 jaar. Pijnlijke onzekerheid heerscht
eveneens over het lot van het grootste
deel der reeds ingelijfde recruten van de
lichting194=0, welke ook al in Zuid-Frank
rijk zouden vertoeven. De Brusselsche be
volking is zeer verontwaardigd over de
houding der Fransche autoriteiten, die
niets doen om den terugkeer der Vlaam
sche vluchtelingen', weerbare mannen en
soldaten te bevorderen en dien terugkeer
zelfs bemoeilijken. Zoo is het bekend, dat
de Brusselsche recruten van de lichting
1940 van het 5-de Reg. Karabiniers-Wiel-
rijders, die in de omgeving van Toulouse
vertoeven en nog voor het meerendeel
voorzien zijn van hun fietsen, aan de Fran
sche autoriteiten gevraagd hadden per
lij wiel naar Brussel te mogen terugkeeren,
hetgeen hun geweigerd werd. Van deze
tegenwerking, die hier alle Fransche sym
pathie in antipathie heeft doen veran
deren, zal Frankrijk te zijner tijd reken
schap gevraagd worden. Van Duitsche zijde
wordt alles gedaan om den terugkeer van
de vluchtelingen, van de weerbare man
nen en zoo mogelijk van de nog in Frank
rijk achtergebleven soldaten te bevorde
ren en de laatste dagen komen steeds
meer vluchtelingen te Brussel aan. Deze
organisatie van den weg terug in ver
sneld tempo is Duitsch werk, een prach
tige organisatie, die wel zeer gunstig af
steekt bij de Fransche lakschheid, welke
niets organiseert en alles bij de oude
sleur laat. Het energiek ingrijpen der
Duitschers, dat ten doel heeft spoedig een
eind te maken aan de 'jammerlijke vluch-
telingenmisère, is van heilzamen invloed
gebleken op dementaliteit van het volk,
wijl het gezinsleven zoo hersteld wordt
en de familiebanden er weer door her-
eenigd worden. De massale terugkeer der
vluchtelingen schept te Brussel een soort
feeststemming en al is er dit jaar geen
kermis, toch fe'est is het in de
kermis, toch feest is het in de gezinnen
waar een doodgewaande terugkeert.
Andere jaren vas het in dezen tijd zes
weken kermis te Brussel. Van half Juli
tot einde Augustus stond ze opgericht
dwars over de Zuidlaan, van de Hoog
straat bij de Hailepoort tot aan de Poort
van Anderlecht. Het was het reuzenfeest
van Brussel, in letterlijken zin, want het
werd Ingewijd met een rondgang van de
reuzen, den stoet van den vier-mëter-
langen Kaboebel, van Mieke en Janneke
en heel de Brusselsche reuzenschaar.
De groote Brusselsche kermis was vooral
het feest der Marollen, de uitgestrekte
wijk achter het hooggerechtshof. Van de
Kapelleplaats tot aan de Hallepoort, in de
honderd en een straatjes en steegjes die
de Hoogstraat, de Blaasstraat, de Looiers
straat en het Nieuwland doorsnijden, laaide
de vreugde dag aan dag. In geen der
Brusselsche wijken was de kermisleute zoo
algemeen als in de Marollenbuurt, waar
Breugel leefde en zijn volgelingen college
liepen op straat. In die wijk leefden ook,
in hun Brusselsche adademiejaren, een
Toorop, een Vanderkindere, een Jacob
Smits en andere Noord-Nederlandsche
schilders. Zij vonden er gastvrijheid, Breu-
geliaansche leute en Vlaamsche gemoede
lijkheid, al wat zij behoefden voor een
vruchtbare inspiratie. In den mond van
vele buitenstaanders, die over de kwestie
vermoedelijk nooit ernstig hebben nage
dacht en die de bevolking der Marollen
noch in oorsprong, noch in wezen, noch
den gemoedstoestand er van kennen, heeft
het daar gesproken dialekt de benaming
„Beulemans" gekregen. Daarmee wordt
dan bedoeld, een mengelmoes van slecht
Vlaamsch en even slecht Fransch. Het is
echter verkeerd geen scheidingslijn te trek
ken tusschen de taal gébruikt door de
„bourgeoisie" en de taal van het volk.
De „bourgeoisie" bestaat er voor 99 ten
honderd uit geïmporteerde Vlamingen en
Walen; het volk huist er in de wijken,
straatjes en steegjes, is er geboren en ge
togen, draagt den stempel van het midden
en Is typisch Brusselsch. De „bourgeoisie"
spreekt een kunstmatige taal, Beule-
mansch of, zoo men wil, Fransch met haar.
Het volk spreekt Marolliaansch, oftewel
„Brusselsch". Het eerste is het uitvloei
sel van de verfransching van 1830 af,
versterkt nog door het binnendringen van
een overwegend Waalsch element in de
Brusselsche volksopeenhooping; het twee
de, het Brusselsch, haalt zijn oorsprong
in de Nederlandsche geschiedenis der stad,
want het Brusselsch dialekt is oorspronke
lijk Nederlandsch. De studie er van loont
de moeite voor diegenen die er zich van
weten te bedienen. Eerst dan doet men
innerlijk de overtuiging op, dat het „ar-
tificieele gepraat", het zoogenaamde Beu-
lemansch, niet de ziel weerkaatst van het
volk. Die zit dieper en wortelt in de oude
Nederlanden, want Brussel la Nederlandsch
innerlijk en ulterljjk, in het karakter- van
het autochthone volk en het wezen der-
oude stad. Het Fransch vernis hetwelk
over Brussel ligt is nog een slecht vernis
ook, dat al aardig begint af te bladderen,
zoodat Brussel zeer spoedig weer zal zijn
een gave Vlaamsche stad met een Neder
landsche ziel, een der grootste en schoon
ste steden van het ééne Dietschland!
„Ouders, opgelet, hier slapen elf ver
loren kinderkens, als ge soms een verloren
hebt?" Dat lazen Vlaamsche vluchtelin
gen, ergens op him marteltocht door
Frankrijk. De Vlaamsche bladen brengen
deze door ooggetuigen bevestigde geschie
denis, de historie i an een braven zon
derling die opgenomen in den uit Vlaan
deren deinenden vluchtelingenstroom naar
Frankrijk niet in de eerste plaats dacht
aan di in dergelijke omstandigheden alles-
overheerschende vraag „Hoe red ik me
zelf?" Er zijn nog van die zonderlingen
die, in oogenblikken waarop hun mede-
menschen alleen maar op eigen lijfsbe
houd bedacht zijn, geen andere zorg
hebben dan die voor hun naaste. Er zijn
eigenlijk veel te weinig van die zonder
lingen, zooals deze man van zestig jaar,
'n "arme sukkelaar, die uit zijn onder het
vuur der kustbatterijen liggend dorp had
moeten vluchten. De geschiedenis zegt
niet wat hij van zijn stiel was. Misschien
hoedde hij in zijn dorp de schapen, want
op zijn tocht door Noord-Frankrijk had hij
een schare verdwaalde schapen onder zijn
hoede, niet minder dan elf verloren kin
deren, die hun ouders kwijt geraakt wa
ren'. Als een goede herder droeg hij het
kleinste in zijn armen en de andere verlo
ren schapen volgden hem, blij iemand ge
vonden te hebben, die zich over hen
ontfermde. Ze hielden elkander krampach
tig vast, hand in hand, als broertjes en
zusjes in de ellende der verlorenheid,
want zij wisten nu, dat het elkander los
laten nog meer leed beteekende. Zij had
den de hand van hun moeder losgelaten en
daarom doolden ze verloren. Gelukkig had
den ze een trooster gevonden, een redder
in den nood, die hen niet alleen vol zorg
bij elkaar hield maar ock alle mogelijke
moeite deed om de ouders van de kleine
doolaars te vinden. Langs heel den vluch-
telingenstoet, van dorp tot dorp, infor
meerde de man en deed hij vragen of er
geen ouders waren, die hun kinderen
verloren hadden. En als de duisternis het
land bedekte en hij eindelijk een schuil
plaats voor zijn beschermelingen gevonden
had, waar zij den nacht konden door
brengen, schreef hij op de muren van
het. gebouw, in groote letters van schoon
Vlaamsch, maar met een Fransch tus-
schenvoegsel, opdat iedereen het lezen en
verder zeggen zou: „Ouders opgelet, hier
slapen elf verloren kinderkens, onze en-
fants perdus cherchent leurs parents, als
ge soms een verloren hebt
Scherpe Jaoansche critiek op
Engeland.
Uit Tokio De nestor der- Japansche
journalisten, de 77-jarige auteur Tokoe-
tomi, lid van het Hoogerhuis en van de
keizerlijke academie schrijft in „Nitsji
Nitsji" Wij behoeven niet te herhalen,
dat Engeland Japan verraden heeft". Hij
waarschuwt dan de hoogste klassen voor
het aanbidden van Engeland. „Zij hebben
klaarblijkelijk nog niet begrepen, dat het
verwijderen van Engeland uit het Verre
Oosten de voorwaarde is voor een nieuwen
opbouw van Groofc-Azië.
Dezelfde Churchill, die terwille van Ame
rika Japan na den wereldoorlog heeft op
geofferd, wil thans de wereld wijsmaken,
dat Engeland den Japansch-Chineeschen
vrede wenscht. Doch Engelands ware pi-
ratendom is weer eens bij de arrestatie van
Japanneezen te voorschijn gekomen. Ook
Frankrijk en België hebben Engeland den
rug toegekeerd, waardoor de waarde van
Engeland als bondgenoot in het licht wordt
gesteld. Tokoetomi verklaart tenslotte, dat
hij dertig jaar lang zijn landgenooten het
ware Engeland steeds weer voor oogen
heeft gehouden, hetgeen langzamerhand tot
zijn vreugde door de breede lagen der be
volking wordt begrepen.
Met weet nog niet wat de laatste knoeie
rijen van Engeland zijn. Daarom is het een
gebod van het oogenblik, steeds weer en
hartstochtelijk te waarschuwen voor de
Britsche politiek".
Moskousche persstem over den
zee-oorlog.
Uit Hioskou wordt gemeld:
Het blad der Russische oorlogsmarine
„Krassny Flot" zet zijn studie over den
zee-oorlog met een beschouwing over de
resultaten van de operaties in de Noord
zee vanuit een zee-strategisch standpunt
voort.
Het blad komt tot de conclusie, dat het
verloop van den zeeoorlog van tot dusverre
en wel zoowel in de Noorsche wateren als
in het Kanaal, de duidelijke superioriteit
van het Duitsche strategische genie heeft
aangetoond, niettegenstaande Groot Brit-
tannië een oorlogsvloot bezit, die aan de
Duitsche verre superieur is. Den Duit
schers is het gelukt door een voorbeeldig
samenwerken van de verschillende wapen
soorten, voornamelijk van de oorlogsmarine
en het luchtwapen geheel nieuwe taken
ten uitvoer te leggen. Daarentegen moeten
de mislukkingen en nederlagen van Enge
land verklaard worden door het ten achter
zijn van het Engelsche strategische genie.
De Britsche vloot, die zich heeft vastge
klampt aan de wetten van de tradities van
Nelson en aan oude methoden voor de
oorlogvoering- ter zee, is ook thans nog niet
boven de methoden van de zeeoorlogvoe
ring tjjdens den wereldoorlog uitsekomea.
Nederlandsche Unie
en N.S.B.
Scherpe critiek van de heeren
Woudenberg en Van Geelkerken.
Iir een zeer druk bezochte vergadering
van de Nationaal-Socialistische Beweging
hebben gisteravond in de groote zaal van
den Dierentuin te Den Haag de heeren
Woudenberg en Van Geelkerken gespro
ken.
De heer Woudenberg wierp een 'terug
blik op de gebeurtenissen van Europa in
den laatsten tijd en gaf uiting aan zijn
vreugde over het zegevieren van de Duit
sche wapenen over het regeeringssysteem
hier te lande, omdat een overwinning als
deze tevens een overwinning van het so
cialisme beteekent.
Komende tot de Nederlandsche Unie cri-
tiseerde spreker in felle bewoordingen,
dat de heer Linthorst Homan thans allerlei
fouten van de vroegere regeermethoden
meent te hebben ontdekt, die hij voor dien
tijd blijkbaar nimmer heeft gezien, doch
voor de wegneming, waarvan Mussert al
negen jaren iang heeft gevochten. De
heer Linthorst Homan is overigens van
oordeel, dat eenige zaken nu moeten blij
ven rusten. Spreker weet wel, welke zaken
daarmede worden bedoeld, maar de heer
Linthorst Homan zal nimmer de gelegen
heid krijgen die zaken ter hand te nemen,
want voordat het zoover komt zal hij wel
hebben ervaren, dat Mussert de leider is.
De taak, welke spreker ten aanzien van
de vakbeweging is opgedragen, vat hij zoo
danig op, dat hij deze menschen bijeen
wenscht te houden om te voorkomen, dat
zij ten prooi vallen aan diverse verscheu
rende politieke concentratiebewegingen.
Wij bouwen, aldus spreker, één breed en
krachtig front van den arbeid.
Alleen de N.S.B., die onder Musserts
leiding jaren lang heeft gestreden, die al
dien tijd aan onderdrukking en misken
ning was blootgesteld en het grootste leed
in de weinige dagen van den oorlog heeft
moeten doorstaan, heeft thans het recht
de hand aan te bieden aan ons volk, om
dit naar een betere toekomst te wijzen.
Na de pauze was het woord aan den
algemeenen secretaris der N.S.B., den
heer Van Geelkerken.
Deze bracht in herinnering dat de N.S.
B. in 1931 is gesticht twee jaren voor
dat Hitier aan de macht zou komen uit
liefde voor het Nederlandsche volk. De
eindstrijd democratie of nationaal socia
lisme, is thans voor iedereen zichtbaar.
Dit is de strijd tusschen Engeland en
Duitschland, die zonder eenigen twijfel
door het eensgezinde Duitschland zal wor
den gewonnen. De gedachte, dat Churchill
het nog wel zou kunnen winnen, is vol
komen-absurd, afgezien van de zekerheid,
dat zulk een overwinning van de „demo
cratie" het. uitmoorden van alle nationaal-
socialisten zou beteekenen. Wij staan niet
meer op de grens van twee werelden en
hebben niet meer te'kiezen tusschen twee
regeerstelsels. Europa zal geheel natio-
naal-socialistisch worden bestuurd. Neder
land zal zich daaraan niet kunnen ont
trekken. De dagen van voor den tienden
Mei zullen nimmer terugkeeren, evenmin
als de vier daarop 'gevolgde dagen, toen
de Nederlandsche generaals in de achter
hoede hun veege lijf hadden geborgen en
de soldaten aan het front sneuvelden, al
thans hun leven moesten wagen. Die ge
neraals zullen zich echter straks hebben
te verantwoorden. De in die dagen jegens
de N.S.B. rondgestrooide laster van schie
ten op eigen troepen en van hulp aan
parachutisten berustte alleen maar op de
zucht, om de ware landverraders te ver
bergen. Die landverraders zitten thans
voor een deel met het Nederlandsche goud
in Londen en er zitten er nu nog eenige
tientallen of honderdtallen in Den Haag.
De opzet van de Nederlandsche Unie ge
schiedt naar sprekers overtuiging met
goedvinden van de gevluchte regeering in
Londen.
Alleen een zuiver nationaal-socialisti-
sche regeering, onder Musserts leiding, zal
zoo eindigde spreker, straks het Neder
landsche volk mogen hebben.
Britsche troepen worden
uit China teruggetrokken.
De Britsche Ambassade te Tokio heeft
de Japansche regeering er van in kennis
gesteld, dat de Britsche troepen uit China
worden teruggetrokken en wel uit
Sjanghai, Peiping en Tientsin.
DE KOLENPRIJZEN.
Ter aanzien van de kolenprijzen ver
neemt het Volksbl. van bevoegde zijde,
dat deze prijzen in het algemeen zijn ver
hoogd boven de op 9 Mei geldende prijzen
(de vorige prijzen) met 10 ct. per h.l. voor
anthraciet, en met 5 ct. per h.l. voor
cokes en voor eierkolen, met dien verstan
de, dat de prijzen niet mogen stijgen boven
de in den winter van 19391940 geldende
prijzen.
Hierop zijn echter eenige uitzonderingen
mogelijk voor die plaatsen waar, tengevol
ge van een abnormale concurrentie, de
prijzen vroeger abnormaal laag waren.
Mochten in deze plaatsen de prijzen niet
worden verhoogd, dan zouden de leveran
ciers, nu die abnormale concurrentie is
verdwenen, er toch nog de dupe van
worden. Als zulke plaatsen noemde men
de stad Utrecht en Zeeland, speciaal
Zeeuwsch Vlaanderen.
Spoorwegverkeer tijdens de
verduistering.
GEEN UITBREIDING EN GEEN
INKRIMPING.
Aan de „Deutsche Zeitung in den Nie-
derlanden" ontleenen wij, dat een uitbrei
ding voor het spoorwegverkeer in ons
land onder de gegeven omstandigheden
niet mogelijk is. De onvoldoende verduis
teringsmogelijkheden bij het Nederlandsche
spoorwegwezen laten het niet toe, tijdens
de duisternis late treinen te laten loopen.
Echter ligt het niet in de bedoeling, bij
een vroeger intreden der duisternis van
de tegenwoordige regeling af te wijken.
De bezordgheid, dat in den herfst of den
winter de laatste treinen vroeger dan thans
van het station zullen vertrekken, is dan
ook ongegrond.
Uitbetaling van gelden aan
gewezen krijgsgevangenen.
Het informatie-bureau van het Neder
landsche Roode Kruis deelt mede dat een
aanvang zal worden gemaakt met de uit
betaling dei- gelden van de in Duitsche
krijgsgevangenschap geweest zijnde Neder
landsche militairen.
De uit die krijgsgevangenschap bereids
in Nederland teruggekeerde militairen, die
nog niet in het bezit van de in Duitsch
land afgedragen gelden zijn gesteld, worden
uitgenoodigd aan gemeld informatiebureau
Zwarteweg 75 Den Haag. opgaaf te
verstrekken van hun tegenwoordig adres,
onder duidelijke vermelding van naam
en voorletters, c.q. nummer postrekening,
voormalig legeronderdeel en het te vor
deren bedrag met gelijktijdige overleg
ging van het aan hen verstrekte kwijtings-
bewijs.
Het ligt in de bedoeling om daarna, al
naar gelang- gemeld bureau de gelden zal
hebben ontvangen, deze aan belangheb
benden over te maken, hetzij per post-
chèque hetzij door overschrijving of stor
ting op de betrekkelijke postrekeningen.
.De handel in textielgoederen.
Van bevoegde zijde vernemen wij, dat in
verband met het groot aantal nagekomen
aanvragen tot het verkrijgen van een alge-
meene vergunning, het den handel tot
uiterlijk 1 September 1940 geoorloofd blijft,
zonder deze vergunning te koopen en te
verkoopen.
Desgéwenscbt is het geoorloofd, ook na
11 Augustus 1940 de zaken nog enkele da
gen gesloten te houden, voorzoover dit, in
verband met de inventarisatie noodzakelijk
is, want deze moet gereed zijn, voordat de
handelaar met aflevering kan beginnen.
Tevens vernemen wij, dat de heer H. G.
Hey, directeur van het rijksbureau voor de
distributie van textielproducten door den
handelaar, op Maandag 12 Augustus a.s.,
19.40 uur over den zender Jaarsveld een
uiteenzetting zal geven over het gebruik
van de textielkaart.
Het Nederlandsch legermuseum.
EEN OPROEP.
De volgende oproep aan commandanten
van regimenten, korpsen, enz. en voorts
aan allen, die deel hebben uitgemaakt van
het voormalige Koninklijke Nederlandsche
leger, wordt bekend gemaakt.
Bij den'directeur van het Nederlandsche
legermuseum „Generaal Hoefer", kolonel
der Koninklijke marechaussee b.d. M. C.
van Houten, huize „Oudeweg" Doorn (tel.
Driebergen 265) wordt gaarne een opgave
ingewacht van regiments- of korpsverza
melingen, van afzonderlijke voorwerpen,
als oude wapenen, modellen, miniatuurma-
terieel, boekwerken op materieelgebied, tee-
lceningen, materieelfoto's, schilderstukken,
prenten, bijzondere muziekinstrumenten,
(laroenen, paradetrommen, pauken, schelle-
boomen enz.), gedenkpenningen enz., welke
voor het legermuseum van belang kunnen
zijn. De opgave bij voorkeur onder bijvoe
ging van een inventaris en met vermelding
van de plaats, waar tijdelijke opberging
heeft plaats gevonden of van de namen en
adressen van degenen, die de voorwerpen
tijdelijk onder hun berusting hebben geno
men. Voorts zullen gaarne alle voorwerpen
of bescheiden, welke verband houden met
de krijgsverrichtingen van 1015 Mei jl.
en welke als herinneringsstuk voor het
legermuseum waarde hebben, ter opname
in de verzameling in ontvangst worden
genomen. Een toelichting bij bedoelde her
inneringsstukken zal op prijs worden ge
steld. Men hoopt, dat het legermuseum
hierdoor straks in staat zal zijn een zoo
getrouw mogelijk beeld te geven van de
geschiedenis van het Nederlandsche leger
tot en met den datum van 15 Juli 1940.
JONGETJE DOOR AUTO OVERREDEN
Elf GEDOOD.
Door een noodlot ing ongeval is het vier
jarig zoontje van den heer H. te Voort
huizen om het leven gekomen. Het kind,
dat op den rijksstraatweg in de kom van
het dorp speelde, werd in een onbewaakt
oogenblik door een passeerenden auto ge
grepen en ernstig gewond. In zorgwekken
de toestand is de knaap naar 't ziekenhuis
te Amersfoort overgebracht, alwaar hij
kort na aankomst is overleden.
Met de Nederlandsche kinderen in de Ostmark. Een vrooiijkgroepje op een graswagen temidden van de Osuc.arksche
vriendjes en vriendinnetjes te Maria Smolia -