in de Wildernis PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Tweede Blad De distributie en het hotel», café-, restaurant-, en pensionbedrijf. Hoe aan de behoeften dezer ondernemingen tegemoet wordt gekomen. Vrijdag 9 Augustus 1940 Een historisch monument behouden Df restauratie van den toren der Oude Kerk in de hooidstad is voltooid In het sterk toenemend stelsel van dis tributie-maatregelen zijn voor het hotel-, café-, restaurant- en pensionbedrijf een aantal bijzondere bepalingen gemaakt, die aan de behoefden van deze ondernemin gen, zooveel als mogelijk is, tegemoet komen. De leiding van het centraal distributie kantoor te 's-Gravenhage heeft over deze voorschriften een circulaire toegezonden, welke een samenvatting geeft van deze be palingen. Ten behoeve van de leiders in de voorschriften aan een korte bespreking genoemde bedrijven kan het nuttig zijn deze te onderwerpen. De bij het centraal distributie-kantoor te 's-Gravenhage ingeschreven hotels, res taurants, café's en- pensions, welke in schrijving via het plaatselijk distributie kantoor door middel van een aanvraagfor mulier kan plaats vinden, kunnen hun be- noodigde levensmiddelen op speciale toe wijzingen ontvangen (aanvraagformulie ren daarvoor zijn verkrijgbaar bij de dis tributiediensten). Deze toewijzingen kun nen worden verstrekt voor alle in distributie gebrachte levensmiddelen. Hier bij is slechts één uitzondering gemaakt, die echter voor de keuken van bedoelde bedrijven van het grootste gewicht is. Er is namelijk bepaald, dat toewijzingen voor margarine of spijsvetten onder geen voorwaarde mogen worden verstrekt, het geen dus wil zeggen, dat hotels, restau rants, café's en pensions verplicht zijn om te braden en te bakken met zg. „beste boter". Het zal echter wel mogelijk zijn om toewijzingen voor spijsolie aan te vragen. De opgaven op de aanvraagformulieren moeten gebaseerd zijn op het normale ver bruik in dezelfde maand van het jaar 1939, welke opgaven met bewijzen dienen te kunnen worden gestaafd. In de meeste gevallen zal dan een toewijzing worden verstrekt van 75 van het opgegeven, gecontroleerde verbruik. De opgegeven voorraad op het einde van een maand mag voldoende zijn voor het geschatte verbruik tijdens een volgende maand. Indien een voorraad méér bedraagt, dan wordt de toe wijzing overeenkomstig verminderd. Een zeer belangrijke bepaling is de ver plichte inlevering van de consumentenbon nen. De betrokken ondernemers zijn ver plicht om tegelijk met hun aanvrage alle beschikbare consumentenbonnen bij den distributiedienst in te leveren. Alle bon nen, de broodbonnen èn de aangewezen nummers van het algemeene distributie bonboekje moeten op opplakvellen worden geplakt en op deze wijze worden ingele verd. Dit geld natuurlijk alleen voor die bonnen, welke betrekking hebben op de' aangevraagde artikelen. Ingeleverd moeten worden de bonnen van den in wonenden ondernemer en zijn gezin de bonnen van het personeel en ook de bonnen van de gasten. Op deze be paling zijn eenige uitzondering, meer in het bijzonder voor het personeel en de gas ten. De bonnen van den ondernemer en zijn gezin moeten te allen tijde worden ingeleverd, hetgeen ook geldt voor bon nen van eventueel verstrekte vetkaarten Het personeel is gesplitst in 3 groepen. Het interne personeel moet alle distri butiekaarten inleveren bjj het hoofd van het bedrijf. Op hun vrjje dagen en bij va- cantie dient de ondernemer hun de brood bonnen voor die dagen ter hand te stel len. In de tweede plaats komt het perso neel, dat alleen de kost geniet. Deze per sonen moeten eveneens alle distributie kaarten by den ondernemers inleveren, met uitzondering van de broodbonboekjes. De broodbonnen mogen zij echter niet ten volle behouden, omdat elke week de helft van de gedurende die week geldige brood bonnen moeten worden ingeleverd by den ondernemer. Ook krijgen deze personen de voor koffie of thee geldig verklaarde bonnen terug, benevens om de andere week een bon voor een half pond boter of vet èn tegelijkertyd een kwart suikerbon. Deze suikerbonnen kunnen door den ondernemer bij de distributiediensten worden aangevraagd. Tenslotte is er het personeel, dat alleen broodkost geniet. Deze personen behoeven hun distributie kaarten niet in te leveren, doch wel dage lijks al hun broodbonnen, benevens om de andere week één der bonnen van him vet- of boterkaait en een suikerbon. Voor de gasten zijn overeenkomstige regelingen getroffen. Gasten, die 6 dagen en langer in een hotel vertoeven, moeten van den 7en dag af iederen dag hun brood bonnen bij den ondernemer inleveren, en iedere week de geldige bonnen van him boter- en vetkaarten, benevens per per soon een V\ suikerbon. Indien vooraf be- .kend is, dat 't verblijf langer dan 6 dagen zal duren, dan moeten de broodbonnen van den eersten dag af al worden ingeleverd. Voor den langeren tijd verblijvende gasten, zooals maandgasten, is bepaald, dat deze, evenals het personeel, al hun geldige bon nen moeten inleveren. Bij tusschentydsch vertrek kunnen deze gasten de bonnen, als de geldigheidsduur niet is verlqopen, terugontvangen. Voor de kleine hotels, restaurants en café's, welke niet by het centraal distri butie kantoor kunnen worden ingeschre ven, doordat hun behoeften van te kleinen omvang zijn, is een aparte regeling ge maakt, waardoor deze bedrijven met be hulp van losse bonnen in hun behoeften kunnen voorzien. Deze regeling zal nader worden behandeld. Lloyds sluit niet meer af voor de Oostkust van Engeland. Naar „Aftonbladet" meldt heeft de En- gelsche verzekeringsmaatschappij Lloyds besloten voor de scheepvaart op de Oost kust van Engeland geen verzekeringen meer af te sluiten. Deze maatregel en de verhooging van de premies voor de vaart 'op de westkust van Engeland tot 15% hebben, naar verder uit Londen wordt gemeld, in de Londensche city pessimisme verwekt, daar men hierin een aanduiding ziet hoe de toestand en de oorlogskansen worden gewaardeerd. Op 1 Mei was de premie in de vaart op de oostkust nog 3,5 op 1 Juni werden de verzekeringen voor korten tijd gestaakt en op 1 Juli bedroeg de premie voor de geheele Engel- sche kust nog 7 De terugkeer der geëvacueerde Luxemburgers vordert. Het D.N.B. meldt: De terugkeer der onder dwang door de Fransche en geëvacueerde Luxemburgers naar hun vaderland vordert. Pl.m. 80.000 van de 300.000 inwoners van Luxemburg waren geëvacueerd. Daarvan waren 35.000 in het Noorden des lands ondergebracht, terwijl 45.000 door de Franschen naar ver schillende departementen in Frankrijk wer den gebracht. Reeds op 20 Juni konden de in het Noorden van Luxemburg ver toevende vluchtelingen naar hun geboorte plaatsen terugkeeren. Na het sluiten van den wapenstilstand begon langzaam de stroom terugkeerende geëvacueerde Luxem burgers en Belgen uit Frankrijk te komen. Half Juli waren alle Luxemburgsche vluch telingen uit het bezette Fransche gebied teruggekeerd. Zeer moeilijk was het te rugbrengen van de door de Franschen weg gevoerde Luxemburgers uit het onbezette deel van Frankrijk. Men raamt het aantal vluchtelingen, dat zich nog daar bevindt, op 15.000 ten noorden van Lyon en in de omgeving van Mo'ntpellier. Om hun toe stand te verlichten worden regelmatig transporten levensmiddelen naar deze eva cuatiecentra gezonden. Uit het departe ment Herault in het zuiden van Frank rijk konden tot dusverre 2800 vluchte lingen teruggehaald worden. DE NEDERLANDSCHE UNIE IN DE HOOFDSTAD BIJEEN. De Nederlandsche Unie heeft Donder dagavond in het Concertgebouw te Am sterdam een openbare vergadering ge houden. De groote zaal was tot in de uiterste hoeken gevuld en velen konden geen plaats vinden. Ter opening zong Louis van Tulder „O schitt'rende kleuren van Nederlands vlag". De eerste spreker, mr. J. Linthorst Ho- man, werd door de vergadering met een langdurig applaus begroet. Mr. Linthorst Homan zei o.m., dat in het sociaal-economische leven, dat veel meer bijeen behoort, dan voor den oorlog in ons land werd ingezien, het vinden van de beste oplossing zal worden bevorderd, doordat voor bijna allen vaststaat dat de volksgemeenschap boven den enkeling zal moeten gaan en dat in ieder geval voor den overgangstijd in het komende Europa het economische leven van boven zal moe ten worden geleid. Ook hier zal het na tionale meer voorop moeten staan. De uitweg, leidende naar een sterkere Nederlandsche gemeenschap, zal moeten worden gevonden. Ieder is het er over eens, dat de parlementaire democratie met evenredig kiesrecht voor goed voorbij is, de staatsinrichting zal meer autoritair en meer corporatief moeten zijn en dus voor zien zijn van eeh apparaat voor snelle en kordate beslissing en van een apparaat voor deskundige uitwerking der sociaal- economische behoeften en mogelijkheden. Gezonde volksinvloed zal moeten blijven bestaan. Wie met de Nederlandsche Unie mede werkt moet innerlijk oprecht verlangen naar het nieuwe gemeenschapsbesef, het welk het oude ingrijpend zal veranderen, zoodat men dezen overgangstijd ook als overgangstijd naar iets anders moet zien, waarbij veel, dat de critisch ingestelden reeds vóór Mei veroordeelden, straks voor goed voorbij zal blijken te zijn. De persoonlijke eisch van loslating van een eventueel lidmaatschap van een partij wordt niet gesteld. Men zal, wanneer men eerlyk het programma van de Unie, het welk een geestelijk reveil over de geheele linie inhoudt, kan onderschrijven, met zijn eigen geweten moeten uitmaken of men lid blijft van een party. Maar wie alleen meedoet om twee ijzers in het vuur te hebben, dus om zich gedekt te houden, is aan het verkeerde adres. Vervolgens spraken prof. dr. J. E. de Quay en mr. L. Einthoven. Ook hun rede voeringen kwamen in groote trekken over een met die welke in Den Haag zyn ge houden. Zang van Louis van Tulder, orgelspel van Piet van Egmond en declamatievan Frits van Dijk, luisterden de vergadering op. Inlevering akkerbouwproducten oogst 1930. Het rijksbureau voor de voedselvoorzie ning in oorlogstijd .deelt mede, dat telers vóór den lOden Augustus 1940 de op hun bedrijf aanwezige akkerbouwproducten van den oogst 1939 op de gebruikelijke wijze moeten inleveren. Ingeval het om „echnische redenen onmo gelijk is aan deze-j. inleveringsplicht vóór genoemden datum te voldoen, kunnen de provinciale voedselcommissarissen toestem ming verleenen, dit tijdstip te overschrijden. Een opgave van de producten, welke on der deze regeling vallen, wordt in alle dag bladen gepubliceerd; daarbij wordt tevens bekend gemaakt in hoeverre vrijstelling van inleveringsplicht oestaat. VEREENIGING VOOR CHRIST. VOLKS ONDERWIJS. Het 49e jaarverslag. Aan het 49e jaarverslag van de Vereeni- ging voor Chr. Volksonderwijs ontleenen we dat op 31 December 1939 bij de ver- eeniging waren aangesloten 562 scholen tegen 557 op 31 December 1938. Het aantal aangesloten kleuterscholen steeg van 13 op 16. Voorts Zjii aanger" een 5 kweekscholen. De commissie van beroep kreeg 35 zaken te behandelen. Het hoofdbestuur kwam 5 keer in vergadering bijeen. Bij het bureau der vereeniging kwamen totaal 2808 stuk ken in. Verkoop en verhuur van motorrijtuigen. PRIJSOPDRIJVING VERBODEN. De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van han del, nijverheid en scheepvaart vestigt er ten overvloede de aandacht van belang hebbenden op, dat naar aanleiding van klachten over prijsopdrijving in den han del in oude auto's, ook voor tweedehands motorrijtuigen het algemeene verbod van prijsverhooging boven het peil van 9 Mei j.l. van toepassing is. Voorts dienen be langhebbenden er rekening mede te hou den, dat de „prijzenbeschikking 1940 no. 1" die het algemeene verlof tot prijsverhoo ging voor alle roerende goederen inhoudt, tevens een verbod inhoudt, de huurprijzen voor roerende goederen, derhalve ook voor motorrijtuigen, te verhoogen boven het peil van 9 Mei j.l. Hooger politiepersoneel in één bond. Donderdagmiddag is Le Utrecht een vt rgadering gehouden van de broederschap van commissarissen van politie, de R.K. vereeniging van hooger politiepersoneel en den bond van hoogex politie-ambtenaren in Nederland. De bijeenkomst besloot deze drie ver- eenigingen op te heffen om vervolgens over te gaan tot het stichten van één bond, den naam dragende: „Bond van hooger politiepersoneel". Besloten werd een actie te voeren om te komen tot een bond, waarin alle politie ambtenaren in Nederland zullen zijn ver- eenigd. FRANSCH-DUITSCHE BESPREKINGEN TE PARIJS Naar uit Genève gemeld wordt, zouden er Woensdag of Donderdag te Parijs be langrijke Frai.sch-Duitsche besprekingen hebben plaats gehad. Pierre Laval, ver gezeld van zijn dochter de comtesse Dechambrun, zou de Duitselie linies gepas seerd zyn om onderhandelingen te voeren met den ambassadeur Abez die uit Ber lijn is aan0ekomen. Abetz heeft de vol macht van den rijksminister van buiten- landsche zaken rechtstreeks uit naam van de Duitsche regeering te onderhandelen. Het belangrijkste punt van deze bespre king is de mogelijke vrijlating van 1.5 millioen Fransche krijgsgevangenen, die zich in het bezette Fransche gebied be vinden. Him vrijlating is van groot belang c het oog op den komenden oogst. Wel licht is ook gesproken over den terugkeer van de Fransche regeering naar Parijs. Tenslotte zou nog op het programma ge staan hebben het geheele vraagstuk der aanvoeren voor Fran toy k in het bijzonder van grondstoffen. DE VREES VOOR VALSCHERM TROEPEN IN ENGELAND. Naar de Londensche correspondent van de Zweedsche Nya Daglicht Allelianda meldt, worden in de Engelsche bioscoop- theaters zonder onderbreking films ge draaid, die het volk moeten ieeren, hóe het tegen Duitsche va«chermtroepen moet optreden. Qmd UI naar het Èngélsch va/n I C. VANDEBBILT Jr. HOOFDSTUK L Een herinnering enMimi. Jim Wayne stond op de stoep van een weelderig huis is Oakville, twintig mijlen ten Westen van Toronto en haalde diep adem, voordat hij aanschelde. Hij was ze nuwachtigmisschien voor de eerste maal in zijn rauwe, moeilijke, avontuurlijke leven. De zwoele avondlucht drukte hem zwaarde boomen langs den opryweg achter hem stonden roerloos, als in af wachting. Om den hoek van het x-eusachtige huis heen kon Jim een deel zien van het grasveld, dat naar het mistige water van het Ontario Meer afhelde. Ja, er was on weer op komst, dat de rijke omgeving van Oakville met zyn pronkerige landgoederen en strikt privé-badstranden zou teisteren. Maar dat dreigende onweer maakte Jim niet zenuwachtig. Hij had de natuur in haar wildste stemmingen leeren kennen en liefhebbenen overwinnen. Hij had gejaagd, vallen gezet, gevischt, in de mijnen gewerkt, en over de geheele lengte en breedte van een harer laatste en ergste slagvelden, het gebied van Noord-Canada, gevlogen. Jim's vader was een doodarme geleerde geweest, Verbonden aan een on derzoekingsexpeditie. Zyn moeder was de dochter Van een facteur op een ver afgele gen post van de Hudson-Baai-Compagnie. Jim zelf had alle mogeyke ontberingen verduurd, om genoeg geld te verdienen, zoodat hij kon leeren vliegen en een oude vliegmachine koopen. En zoowat zijn eerste tocht in zijn eigen machine was die ge weest, waarbij hij met zijn moeder over de bevroren oevers van het Abitibi Meer was gevlogen om te zoeken naar den steenhoop met een ruw kruis bekroond, die de plek aanwees, waar zijn vader met de expeditie van kou en ellende was omgekomen. En zoo kwam het, dat nu, vyf jaren na die jeugdworstelingen, geen enkele stemming der natuur meer in staat was, Jim zenuw achtig te maken. Geen dreigend onweer, dat boven de deftige wijken van Oakville hing, was in staat, hem zyn blonde haar te doen gladstrijken, zijn verweerden nek te beschutten, of zijn breede schouders in zijn niet al te goed passende jas omhoog te trekken. Neen. Mimi Jamieson was de eenige reden van Jim's ongewone gejaagd heid en zij bevond zich daar ergens achter die helverlichte vensters. Vier jaar is een lange tijd om aan een meisje te denken, zonder haar te zien. En een leven, zooals Jim dat leidde in de noordelijke streken, verschilt grimmig veel van het gulden, fabelachtige bestaan eener millionnairsdochter op een luxe-badplaats in de groote wereld „Mimi Jamieson, de lieveling der society van Chicago, zeilt op het Michigan Meer"„Mimi, de jongste en vx'oolykste dochter van Rob Jamieson, den Canadee- schen Goudkoning, opent het dolste feest van het seizoen in De Draak"Mimi Jamieson, wier vader eens aan den Yukon een houweel hanteerde, bevindt zich nu met haar vrienden op haai' vaders jacht in Miami „Mimi Jamieson en haar va der zyn weer teruggekeerd in Oakville, om zijn verjaardag te vieren, zooals sedert jaren zyn gewoonte is'enz. enz. Wanneer Jim uit elk tijdschrift, dat hy maar in handen kon krygen, kiekjes en portretten van Mimi Jamieson uitknipte en tegen de balkwanden van zijn hut op Lone Island vastprikte, had hij niet het gevoel, dat ze onmogelijk ver van hem weg was. Hij had toen naar haar lachende ge zichtje kunnen kijken en zich herinneren hoe roodgoud haar haren, hoe donker en klaar haar oogen, hoe welluidend haar stem waren. Hy kon zich voor den geest halen, hoe 'n onbedorven lief kind ze op haar zestiende jaar was, toen hy met haar en haar vader de Jamieson Rivier langs gevlogen was en drie heerlijke weken met hen had doorgebracht. Maar nu vanavond, nu diezelfde Mimi, vier jaar ouder, te langen leste op zóó korten afstand was. dat hij haar be- schreeuwen kon, nu voelde Jim plotseling, dat ze duizenden mijlen van hem verwij derd stond. De groote poort van dit buitengoed in Oakville door den ouden Rob Jamieson na zijn eerste goudvondst voor zyn moeder en zusters gekocht was er mede schul dig aan, dat ze zoo ver weg scheen. De lange rij luxe wagens langs de oprijlaan, de welverzorgde onnatuurlijke vormen der geschoren heggen en boomen, de reusach tige afmetingen van het huis en ten slotte de huisknecht in livrei, die hem opendeed al die dingen bij elkaar stonden als bergen, wijde, niet over te steken meren, mylendiepe wouden tusschen Jim Wayne en Mimi Jamieson in. Jim had er bijna spijt van, dat hij de ongewoon dringende uitnoo- diging van den ouden Rob Jamieson, om diens verjaardag te komen meevieren, aan genomen had. De butler nam hem koeltjes op met een blik, die zyn afkeuring te kennen gaf van zyn onvormelyke kleeding, zyn verweerde uiteriyk en zijn to robuste postuur. „Mijnheer Jamieson verwacht me", zei Jim. „Ik ben WayneJim Wayne". Do butler, die blijkbaar weinig kranten las, veranderde niet van houdinghad echter toevallig een der dienstmeisjes de deur voor hem opengedaan, dan zou ze misschien wèl belangstelling getoond heb ben, want Jim was een der meest be roemde vliegeniers van heel Canada. De kranten in Toronto en Montreal hadden herhaaldelijk geschreven over zijn prach tige prestaties. En had een der dienstmeisjes Jim open gedaan, dan zou haar gezicht ongetwijfeld bij het zien van Jim opgeklaard zyn, want Jim was op zijn zeven en twintigste het bekijken wel waard. Hy was forsch, onge geneerd, overweldigend, zes en een halven voet lang, goed gebouwd met stoere schou ders, waarop een levendige kop stond, die trotsch de wereld inkeek. Zijn haar had de kleur van lijpe tarwe zijn verweerde juk beenderen waren zoo hoog als die van een Indiaan zyn groote neus was fraai ge vormd zijn breede mond maakte in rust een harden indruk, maar als hij lachte en zijn schitterend witte tanden toonde, dan was hij onweerstaanbaar vroolyk. Zijn hel der blauwe oogen keken vrijmoedig de we reld in, vol speelsche guitigheid, somwijlen hartelijk gevoelig, maar op andere oogen- blikken koud en stekend als de scherpe wind uit zijn Noordelijke land. Ondanks zijn reusachtige gestalte bewoog hij zich rustig. Hij was in alle opzichten rustig in het opnemen van zyn omgeving, het verkondigen van scherpe meeningen, in zijn omgang met andere mannen. De „fac- teui'" op den handelspost aan de Athabasca Landing had eens zijn meening over Jim aldus ten beste gegeven „Omdat een rond- zaag by het draaien niet veel leven maakt, kun je het nog niet wagen, er grapjes mee te maken, zonder dat je vingei'S afgezaagd worden". Een andere, belangrijke eigenschap van Jim Wayne was zijn diepe verknochtheid aan zijn land in het Noorden, waar hij op zyn wyze tusschen de rivieren, meren en bosschen en de half primitieve Indianen, koning was. Dat was de man, die zichzelf aandiende met te zeggen „Mijnheer Jamieson ver wacht me". En dat was de man, op wien de oude Rob Jamieson met spanning üep te wachten, terwijl hij heen en weer dren telde door de oudex-wetsche, sombere bibliotheek, vol smakelooze, dure meubels, afschuwelijke schilderijen en duizenden boeken, wier kostbare leeren banden nog nimmer door een andere menschenhand waren aangeraakt, dan door die van den knecht, die ze afstofte. Ergens verweg in het huis klonk muziek en het lachen en praten van vele stemmen. Maar in dit halfduistere vertrek iverd do stilte slechts verbroken door de voetstap pen van den ouden heer en het knetteren van de houtsblokken in den grooten haard. De kleine, oude Rob Jamieson leek hier een eenzaam man. En hij whs eenzaam want zyn eenige gezelschap werd gevormd door de schimmen van hen, die zijn eersten verjaardag in dit huis hadden meegevierd. Zijn moeder met haar blozende ronde wan gen, haar rossig-grijze haren in een toot samengebonden, haar roode handen op den schoot der zijden japon, door hem voor haar gekocht, samengevouwen, had in den groo ten fluweelen stoel voor het vuur gezeten. Zyn broer Davey, barstend van zelfgenoeg zaamheid, zat op de canapé. „Wacht maar, tot ik terugkom, Ma. Dan zal ik op dit bui tengoed een stal voor U bouwen, dit. het heele huis van Rob op niet veeJ meer dan een schuur zal doen lijken". Kort daaiop was zijn broer Davey aan scheurbuik ge storven aan het strand van de Hudson Baai. En moeder zelf was gestorven „puur uit ongewende luiheid", had ze tegen haar ein de zelf bekend, „en van het tè fijne eten en de hitte der centrale verwarming, waaraan ik niet gewoon was". (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 5