in de Wildernis
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Tweede Blad
De distributie en het hotel», café-, restaurant-,
en pensionbedrijf.
Hoe aan de behoeften dezer ondernemingen tegemoet wordt
gekomen.
Vrijdag 9 Augustus 1940
Een historisch monument behouden Df restauratie van den
toren der Oude Kerk in de hooidstad is voltooid
In het sterk toenemend stelsel van dis
tributie-maatregelen zijn voor het hotel-,
café-, restaurant- en pensionbedrijf een
aantal bijzondere bepalingen gemaakt, die
aan de behoefden van deze ondernemin
gen, zooveel als mogelijk is, tegemoet
komen.
De leiding van het centraal distributie
kantoor te 's-Gravenhage heeft over deze
voorschriften een circulaire toegezonden,
welke een samenvatting geeft van deze be
palingen. Ten behoeve van de leiders in de
voorschriften aan een korte bespreking
genoemde bedrijven kan het nuttig zijn deze
te onderwerpen.
De bij het centraal distributie-kantoor
te 's-Gravenhage ingeschreven hotels, res
taurants, café's en- pensions, welke in
schrijving via het plaatselijk distributie
kantoor door middel van een aanvraagfor
mulier kan plaats vinden, kunnen hun be-
noodigde levensmiddelen op speciale toe
wijzingen ontvangen (aanvraagformulie
ren daarvoor zijn verkrijgbaar bij de dis
tributiediensten). Deze toewijzingen kun
nen worden verstrekt voor alle in
distributie gebrachte levensmiddelen. Hier
bij is slechts één uitzondering gemaakt,
die echter voor de keuken van bedoelde
bedrijven van het grootste gewicht is.
Er is namelijk bepaald, dat toewijzingen
voor margarine of spijsvetten onder geen
voorwaarde mogen worden verstrekt, het
geen dus wil zeggen, dat hotels, restau
rants, café's en pensions verplicht zijn om
te braden en te bakken met zg. „beste
boter". Het zal echter wel mogelijk zijn
om toewijzingen voor spijsolie aan te
vragen.
De opgaven op de aanvraagformulieren
moeten gebaseerd zijn op het normale ver
bruik in dezelfde maand van het jaar
1939, welke opgaven met bewijzen dienen
te kunnen worden gestaafd. In de meeste
gevallen zal dan een toewijzing worden
verstrekt van 75 van het opgegeven,
gecontroleerde verbruik. De opgegeven
voorraad op het einde van een maand mag
voldoende zijn voor het geschatte verbruik
tijdens een volgende maand. Indien een
voorraad méér bedraagt, dan wordt de toe
wijzing overeenkomstig verminderd.
Een zeer belangrijke bepaling is de ver
plichte inlevering van de consumentenbon
nen. De betrokken ondernemers zijn ver
plicht om tegelijk met hun aanvrage alle
beschikbare consumentenbonnen bij den
distributiedienst in te leveren. Alle bon
nen, de broodbonnen èn de aangewezen
nummers van het algemeene distributie
bonboekje moeten op opplakvellen worden
geplakt en op deze wijze worden ingele
verd. Dit geld natuurlijk alleen voor die
bonnen, welke betrekking hebben op de'
aangevraagde artikelen.
Ingeleverd moeten worden de bonnen
van den in wonenden ondernemer en zijn
gezin de bonnen van het personeel en
ook de bonnen van de gasten. Op deze be
paling zijn eenige uitzondering, meer in
het bijzonder voor het personeel en de gas
ten. De bonnen van den ondernemer en
zijn gezin moeten te allen tijde worden
ingeleverd, hetgeen ook geldt voor bon
nen van eventueel verstrekte vetkaarten
Het personeel is gesplitst in 3 groepen.
Het interne personeel moet alle distri
butiekaarten inleveren bjj het hoofd van
het bedrijf. Op hun vrjje dagen en bij va-
cantie dient de ondernemer hun de brood
bonnen voor die dagen ter hand te stel
len. In de tweede plaats komt het perso
neel, dat alleen de kost geniet. Deze per
sonen moeten eveneens alle distributie
kaarten by den ondernemers inleveren,
met uitzondering van de broodbonboekjes.
De broodbonnen mogen zij echter niet ten
volle behouden, omdat elke week de helft
van de gedurende die week geldige brood
bonnen moeten worden ingeleverd by den
ondernemer. Ook krijgen deze personen
de voor koffie of thee geldig verklaarde
bonnen terug, benevens om de andere
week een bon voor een half pond boter of
vet èn tegelijkertyd een kwart suikerbon.
Deze suikerbonnen kunnen door den
ondernemer bij de distributiediensten
worden aangevraagd. Tenslotte is er het
personeel, dat alleen broodkost geniet.
Deze personen behoeven hun distributie
kaarten niet in te leveren, doch wel dage
lijks al hun broodbonnen, benevens om de
andere week één der bonnen van him vet-
of boterkaait en een suikerbon.
Voor de gasten zijn overeenkomstige
regelingen getroffen. Gasten, die 6 dagen
en langer in een hotel vertoeven, moeten
van den 7en dag af iederen dag hun brood
bonnen bij den ondernemer inleveren, en
iedere week de geldige bonnen van him
boter- en vetkaarten, benevens per per
soon een V\ suikerbon. Indien vooraf be-
.kend is, dat 't verblijf langer dan 6 dagen
zal duren, dan moeten de broodbonnen van
den eersten dag af al worden ingeleverd.
Voor den langeren tijd verblijvende gasten,
zooals maandgasten, is bepaald, dat deze,
evenals het personeel, al hun geldige bon
nen moeten inleveren. Bij tusschentydsch
vertrek kunnen deze gasten de bonnen, als
de geldigheidsduur niet is verlqopen,
terugontvangen.
Voor de kleine hotels, restaurants en
café's, welke niet by het centraal distri
butie kantoor kunnen worden ingeschre
ven, doordat hun behoeften van te kleinen
omvang zijn, is een aparte regeling ge
maakt, waardoor deze bedrijven met be
hulp van losse bonnen in hun behoeften
kunnen voorzien. Deze regeling zal nader
worden behandeld.
Lloyds sluit niet meer af voor de
Oostkust van Engeland.
Naar „Aftonbladet" meldt heeft de En-
gelsche verzekeringsmaatschappij Lloyds
besloten voor de scheepvaart op de Oost
kust van Engeland geen verzekeringen
meer af te sluiten. Deze maatregel en de
verhooging van de premies voor de vaart
'op de westkust van Engeland tot 15%
hebben, naar verder uit Londen wordt
gemeld, in de Londensche city pessimisme
verwekt, daar men hierin een aanduiding
ziet hoe de toestand en de oorlogskansen
worden gewaardeerd. Op 1 Mei was de
premie in de vaart op de oostkust nog
3,5 op 1 Juni werden de verzekeringen
voor korten tijd gestaakt en op 1 Juli
bedroeg de premie voor de geheele Engel-
sche kust nog 7
De terugkeer der geëvacueerde
Luxemburgers vordert.
Het D.N.B. meldt:
De terugkeer der onder dwang door de
Fransche en geëvacueerde Luxemburgers
naar hun vaderland vordert. Pl.m. 80.000
van de 300.000 inwoners van Luxemburg
waren geëvacueerd. Daarvan waren 35.000
in het Noorden des lands ondergebracht,
terwijl 45.000 door de Franschen naar ver
schillende departementen in Frankrijk wer
den gebracht. Reeds op 20 Juni konden
de in het Noorden van Luxemburg ver
toevende vluchtelingen naar hun geboorte
plaatsen terugkeeren. Na het sluiten van
den wapenstilstand begon langzaam de
stroom terugkeerende geëvacueerde Luxem
burgers en Belgen uit Frankrijk te komen.
Half Juli waren alle Luxemburgsche vluch
telingen uit het bezette Fransche gebied
teruggekeerd. Zeer moeilijk was het te
rugbrengen van de door de Franschen weg
gevoerde Luxemburgers uit het onbezette
deel van Frankrijk. Men raamt het aantal
vluchtelingen, dat zich nog daar bevindt,
op 15.000 ten noorden van Lyon en in de
omgeving van Mo'ntpellier. Om hun toe
stand te verlichten worden regelmatig
transporten levensmiddelen naar deze eva
cuatiecentra gezonden. Uit het departe
ment Herault in het zuiden van Frank
rijk konden tot dusverre 2800 vluchte
lingen teruggehaald worden.
DE NEDERLANDSCHE UNIE IN
DE HOOFDSTAD BIJEEN.
De Nederlandsche Unie heeft Donder
dagavond in het Concertgebouw te Am
sterdam een openbare vergadering ge
houden. De groote zaal was tot in de
uiterste hoeken gevuld en velen konden
geen plaats vinden.
Ter opening zong Louis van Tulder „O
schitt'rende kleuren van Nederlands vlag".
De eerste spreker, mr. J. Linthorst Ho-
man, werd door de vergadering met een
langdurig applaus begroet.
Mr. Linthorst Homan zei o.m., dat in
het sociaal-economische leven, dat veel
meer bijeen behoort, dan voor den oorlog
in ons land werd ingezien, het vinden van
de beste oplossing zal worden bevorderd,
doordat voor bijna allen vaststaat dat de
volksgemeenschap boven den enkeling zal
moeten gaan en dat in ieder geval voor
den overgangstijd in het komende Europa
het economische leven van boven zal moe
ten worden geleid. Ook hier zal het na
tionale meer voorop moeten staan.
De uitweg, leidende naar een sterkere
Nederlandsche gemeenschap, zal moeten
worden gevonden. Ieder is het er over
eens, dat de parlementaire democratie met
evenredig kiesrecht voor goed voorbij is,
de staatsinrichting zal meer autoritair en
meer corporatief moeten zijn en dus voor
zien zijn van eeh apparaat voor snelle en
kordate beslissing en van een apparaat
voor deskundige uitwerking der sociaal-
economische behoeften en mogelijkheden.
Gezonde volksinvloed zal moeten blijven
bestaan.
Wie met de Nederlandsche Unie mede
werkt moet innerlijk oprecht verlangen
naar het nieuwe gemeenschapsbesef, het
welk het oude ingrijpend zal veranderen,
zoodat men dezen overgangstijd ook als
overgangstijd naar iets anders moet zien,
waarbij veel, dat de critisch ingestelden
reeds vóór Mei veroordeelden, straks voor
goed voorbij zal blijken te zijn.
De persoonlijke eisch van loslating van
een eventueel lidmaatschap van een partij
wordt niet gesteld. Men zal, wanneer men
eerlyk het programma van de Unie, het
welk een geestelijk reveil over de geheele
linie inhoudt, kan onderschrijven, met zijn
eigen geweten moeten uitmaken of men
lid blijft van een party. Maar wie alleen
meedoet om twee ijzers in het vuur te
hebben, dus om zich gedekt te houden, is
aan het verkeerde adres.
Vervolgens spraken prof. dr. J. E. de
Quay en mr. L. Einthoven. Ook hun rede
voeringen kwamen in groote trekken over
een met die welke in Den Haag zyn ge
houden.
Zang van Louis van Tulder, orgelspel
van Piet van Egmond en declamatievan
Frits van Dijk, luisterden de vergadering
op.
Inlevering akkerbouwproducten
oogst 1930.
Het rijksbureau voor de voedselvoorzie
ning in oorlogstijd .deelt mede, dat telers
vóór den lOden Augustus 1940 de op hun
bedrijf aanwezige akkerbouwproducten van
den oogst 1939 op de gebruikelijke wijze
moeten inleveren.
Ingeval het om „echnische redenen onmo
gelijk is aan deze-j. inleveringsplicht vóór
genoemden datum te voldoen, kunnen de
provinciale voedselcommissarissen toestem
ming verleenen, dit tijdstip te overschrijden.
Een opgave van de producten, welke on
der deze regeling vallen, wordt in alle dag
bladen gepubliceerd; daarbij wordt tevens
bekend gemaakt in hoeverre vrijstelling van
inleveringsplicht oestaat.
VEREENIGING VOOR CHRIST. VOLKS
ONDERWIJS.
Het 49e jaarverslag.
Aan het 49e jaarverslag van de Vereeni-
ging voor Chr. Volksonderwijs ontleenen
we dat op 31 December 1939 bij de ver-
eeniging waren aangesloten 562 scholen
tegen 557 op 31 December 1938. Het aantal
aangesloten kleuterscholen steeg van 13 op
16. Voorts Zjii aanger" een 5 kweekscholen.
De commissie van beroep kreeg 35 zaken
te behandelen. Het hoofdbestuur kwam 5
keer in vergadering bijeen. Bij het bureau
der vereeniging kwamen totaal 2808 stuk
ken in.
Verkoop en verhuur van
motorrijtuigen.
PRIJSOPDRIJVING VERBODEN.
De secretaris-generaal, waarnemend
hoofd van het departement van han
del, nijverheid en scheepvaart vestigt er
ten overvloede de aandacht van belang
hebbenden op, dat naar aanleiding van
klachten over prijsopdrijving in den han
del in oude auto's, ook voor tweedehands
motorrijtuigen het algemeene verbod van
prijsverhooging boven het peil van 9 Mei
j.l. van toepassing is. Voorts dienen be
langhebbenden er rekening mede te hou
den, dat de „prijzenbeschikking 1940 no. 1"
die het algemeene verlof tot prijsverhoo
ging voor alle roerende goederen inhoudt,
tevens een verbod inhoudt, de huurprijzen
voor roerende goederen, derhalve ook voor
motorrijtuigen, te verhoogen boven het
peil van 9 Mei j.l.
Hooger politiepersoneel in één bond.
Donderdagmiddag is Le Utrecht een
vt rgadering gehouden van de broederschap
van commissarissen van politie, de R.K.
vereeniging van hooger politiepersoneel en
den bond van hoogex politie-ambtenaren
in Nederland.
De bijeenkomst besloot deze drie ver-
eenigingen op te heffen om vervolgens
over te gaan tot het stichten van één
bond, den naam dragende: „Bond van
hooger politiepersoneel".
Besloten werd een actie te voeren om
te komen tot een bond, waarin alle politie
ambtenaren in Nederland zullen zijn ver-
eenigd.
FRANSCH-DUITSCHE
BESPREKINGEN TE PARIJS
Naar uit Genève gemeld wordt, zouden
er Woensdag of Donderdag te Parijs be
langrijke Frai.sch-Duitsche besprekingen
hebben plaats gehad. Pierre Laval, ver
gezeld van zijn dochter de comtesse
Dechambrun, zou de Duitselie linies gepas
seerd zyn om onderhandelingen te voeren
met den ambassadeur Abez die uit Ber
lijn is aan0ekomen. Abetz heeft de vol
macht van den rijksminister van buiten-
landsche zaken rechtstreeks uit naam van
de Duitsche regeering te onderhandelen.
Het belangrijkste punt van deze bespre
king is de mogelijke vrijlating van 1.5
millioen Fransche krijgsgevangenen, die
zich in het bezette Fransche gebied be
vinden. Him vrijlating is van groot belang
c het oog op den komenden oogst. Wel
licht is ook gesproken over den terugkeer
van de Fransche regeering naar Parijs.
Tenslotte zou nog op het programma ge
staan hebben het geheele vraagstuk der
aanvoeren voor Fran toy k in het bijzonder
van grondstoffen.
DE VREES VOOR VALSCHERM
TROEPEN IN ENGELAND.
Naar de Londensche correspondent van
de Zweedsche Nya Daglicht Allelianda
meldt, worden in de Engelsche bioscoop-
theaters zonder onderbreking films ge
draaid, die het volk moeten ieeren, hóe
het tegen Duitsche va«chermtroepen moet
optreden.
Qmd UI
naar het Èngélsch va/n I
C. VANDEBBILT Jr.
HOOFDSTUK L
Een herinnering enMimi.
Jim Wayne stond op de stoep van een
weelderig huis is Oakville, twintig mijlen
ten Westen van Toronto en haalde diep
adem, voordat hij aanschelde. Hij was ze
nuwachtigmisschien voor de eerste
maal in zijn rauwe, moeilijke, avontuurlijke
leven. De zwoele avondlucht drukte hem
zwaarde boomen langs den opryweg
achter hem stonden roerloos, als in af
wachting. Om den hoek van het x-eusachtige
huis heen kon Jim een deel zien van het
grasveld, dat naar het mistige water van
het Ontario Meer afhelde. Ja, er was on
weer op komst, dat de rijke omgeving van
Oakville met zyn pronkerige landgoederen
en strikt privé-badstranden zou teisteren.
Maar dat dreigende onweer maakte Jim
niet zenuwachtig. Hij had de natuur in
haar wildste stemmingen leeren kennen
en liefhebbenen overwinnen. Hij had
gejaagd, vallen gezet, gevischt, in de mijnen
gewerkt, en over de geheele lengte en
breedte van een harer laatste en ergste
slagvelden, het gebied van Noord-Canada,
gevlogen. Jim's vader was een doodarme
geleerde geweest, Verbonden aan een on
derzoekingsexpeditie. Zyn moeder was de
dochter Van een facteur op een ver afgele
gen post van de Hudson-Baai-Compagnie.
Jim zelf had alle mogeyke ontberingen
verduurd, om genoeg geld te verdienen,
zoodat hij kon leeren vliegen en een oude
vliegmachine koopen. En zoowat zijn eerste
tocht in zijn eigen machine was die ge
weest, waarbij hij met zijn moeder over de
bevroren oevers van het Abitibi Meer was
gevlogen om te zoeken naar den steenhoop
met een ruw kruis bekroond, die de plek
aanwees, waar zijn vader met de expeditie
van kou en ellende was omgekomen. En
zoo kwam het, dat nu, vyf jaren na die
jeugdworstelingen, geen enkele stemming
der natuur meer in staat was, Jim zenuw
achtig te maken. Geen dreigend onweer,
dat boven de deftige wijken van Oakville
hing, was in staat, hem zyn blonde haar te
doen gladstrijken, zijn verweerden nek te
beschutten, of zijn breede schouders in zijn
niet al te goed passende jas omhoog te
trekken. Neen. Mimi Jamieson was de
eenige reden van Jim's ongewone gejaagd
heid en zij bevond zich daar ergens achter
die helverlichte vensters.
Vier jaar is een lange tijd om aan een
meisje te denken, zonder haar te zien. En
een leven, zooals Jim dat leidde in de
noordelijke streken, verschilt grimmig veel
van het gulden, fabelachtige bestaan eener
millionnairsdochter op een luxe-badplaats
in de groote wereld
„Mimi Jamieson, de lieveling der society
van Chicago, zeilt op het Michigan
Meer"„Mimi, de jongste en vx'oolykste
dochter van Rob Jamieson, den Canadee-
schen Goudkoning, opent het dolste feest
van het seizoen in De Draak"Mimi
Jamieson, wier vader eens aan den Yukon
een houweel hanteerde, bevindt zich nu
met haar vrienden op haai' vaders jacht in
Miami „Mimi Jamieson en haar va
der zyn weer teruggekeerd in Oakville, om
zijn verjaardag te vieren, zooals sedert
jaren zyn gewoonte is'enz. enz.
Wanneer Jim uit elk tijdschrift, dat hy
maar in handen kon krygen, kiekjes en
portretten van Mimi Jamieson uitknipte en
tegen de balkwanden van zijn hut op Lone
Island vastprikte, had hij niet het gevoel,
dat ze onmogelijk ver van hem weg was.
Hij had toen naar haar lachende ge
zichtje kunnen kijken en zich herinneren
hoe roodgoud haar haren, hoe donker en
klaar haar oogen, hoe welluidend haar
stem waren. Hy kon zich voor den geest
halen, hoe 'n onbedorven lief kind ze op
haar zestiende jaar was, toen hy met haar
en haar vader de Jamieson Rivier langs
gevlogen was en drie heerlijke weken met
hen had doorgebracht.
Maar nu vanavond, nu diezelfde Mimi,
vier jaar ouder, te langen leste op zóó
korten afstand was. dat hij haar be-
schreeuwen kon, nu voelde Jim plotseling,
dat ze duizenden mijlen van hem verwij
derd stond.
De groote poort van dit buitengoed in
Oakville door den ouden Rob Jamieson
na zijn eerste goudvondst voor zyn moeder
en zusters gekocht was er mede schul
dig aan, dat ze zoo ver weg scheen. De
lange rij luxe wagens langs de oprijlaan,
de welverzorgde onnatuurlijke vormen der
geschoren heggen en boomen, de reusach
tige afmetingen van het huis en ten slotte
de huisknecht in livrei, die hem opendeed
al die dingen bij elkaar stonden als
bergen, wijde, niet over te steken meren,
mylendiepe wouden tusschen Jim Wayne en
Mimi Jamieson in. Jim had er bijna spijt
van, dat hij de ongewoon dringende uitnoo-
diging van den ouden Rob Jamieson, om
diens verjaardag te komen meevieren, aan
genomen had.
De butler nam hem koeltjes op met een
blik, die zyn afkeuring te kennen gaf van
zyn onvormelyke kleeding, zyn verweerde
uiteriyk en zijn to robuste postuur.
„Mijnheer Jamieson verwacht me", zei
Jim. „Ik ben WayneJim Wayne".
Do butler, die blijkbaar weinig kranten
las, veranderde niet van houdinghad
echter toevallig een der dienstmeisjes de
deur voor hem opengedaan, dan zou ze
misschien wèl belangstelling getoond heb
ben, want Jim was een der meest be
roemde vliegeniers van heel Canada. De
kranten in Toronto en Montreal hadden
herhaaldelijk geschreven over zijn prach
tige prestaties.
En had een der dienstmeisjes Jim open
gedaan, dan zou haar gezicht ongetwijfeld
bij het zien van Jim opgeklaard zyn, want
Jim was op zijn zeven en twintigste het
bekijken wel waard. Hy was forsch, onge
geneerd, overweldigend, zes en een halven
voet lang, goed gebouwd met stoere schou
ders, waarop een levendige kop stond, die
trotsch de wereld inkeek. Zijn haar had de
kleur van lijpe tarwe zijn verweerde juk
beenderen waren zoo hoog als die van een
Indiaan zyn groote neus was fraai ge
vormd zijn breede mond maakte in rust
een harden indruk, maar als hij lachte en
zijn schitterend witte tanden toonde, dan
was hij onweerstaanbaar vroolyk. Zijn hel
der blauwe oogen keken vrijmoedig de we
reld in, vol speelsche guitigheid, somwijlen
hartelijk gevoelig, maar op andere oogen-
blikken koud en stekend als de scherpe
wind uit zijn Noordelijke land. Ondanks
zijn reusachtige gestalte bewoog hij zich
rustig. Hij was in alle opzichten rustig
in het opnemen van zyn omgeving, het
verkondigen van scherpe meeningen, in
zijn omgang met andere mannen. De „fac-
teui'" op den handelspost aan de Athabasca
Landing had eens zijn meening over Jim
aldus ten beste gegeven „Omdat een rond-
zaag by het draaien niet veel leven maakt,
kun je het nog niet wagen, er grapjes mee
te maken, zonder dat je vingei'S afgezaagd
worden".
Een andere, belangrijke eigenschap van
Jim Wayne was zijn diepe verknochtheid
aan zijn land in het Noorden, waar hij op
zyn wyze tusschen de rivieren, meren en
bosschen en de half primitieve Indianen,
koning was.
Dat was de man, die zichzelf aandiende
met te zeggen „Mijnheer Jamieson ver
wacht me". En dat was de man, op wien
de oude Rob Jamieson met spanning üep
te wachten, terwijl hij heen en weer dren
telde door de oudex-wetsche, sombere
bibliotheek, vol smakelooze, dure meubels,
afschuwelijke schilderijen en duizenden
boeken, wier kostbare leeren banden nog
nimmer door een andere menschenhand
waren aangeraakt, dan door die van den
knecht, die ze afstofte.
Ergens verweg in het huis klonk muziek
en het lachen en praten van vele stemmen.
Maar in dit halfduistere vertrek iverd do
stilte slechts verbroken door de voetstap
pen van den ouden heer en het knetteren
van de houtsblokken in den grooten haard.
De kleine, oude Rob Jamieson leek hier
een eenzaam man. En hij whs eenzaam
want zyn eenige gezelschap werd gevormd
door de schimmen van hen, die zijn eersten
verjaardag in dit huis hadden meegevierd.
Zijn moeder met haar blozende ronde wan
gen, haar rossig-grijze haren in een toot
samengebonden, haar roode handen op den
schoot der zijden japon, door hem voor haar
gekocht, samengevouwen, had in den groo
ten fluweelen stoel voor het vuur gezeten.
Zyn broer Davey, barstend van zelfgenoeg
zaamheid, zat op de canapé. „Wacht maar,
tot ik terugkom, Ma. Dan zal ik op dit bui
tengoed een stal voor U bouwen, dit. het
heele huis van Rob op niet veeJ meer dan
een schuur zal doen lijken". Kort daaiop
was zijn broer Davey aan scheurbuik ge
storven aan het strand van de Hudson Baai.
En moeder zelf was gestorven „puur uit
ongewende luiheid", had ze tegen haar ein
de zelf bekend, „en van het tè fijne eten en
de hitte der centrale verwarming, waaraan
ik niet gewoon was".
(Wordt vervolgd).