Provinciale Zeeuwsche Courant Middelburgsche, Vlissingsche, Goesche en Breskensche Courant Een winstbelasting in de plaats van de dividend- en tantième-belasting. 183ste JAARGANG NUMMER 178 MAANDAG 5 AUGUSTUS 1940 waarin opgenomen de Uitgave der Firma's F. van de Velde Jr. en G. W. den Boer ABONNEMENTSPRIJS; 18 cent oei week of f2.30 per kwartaal. Franco per post t 2 50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIEPRIJS; Van 1-5 regels f 1 50, iedere regel meer 30 cent. Bij abonnement speciale prijs. Kleine advertenties van 1—5 regels f0.50. Iedere 'egel meer 10 ct. (max. 8 regels). POSTREKENING 359300 (MIDDELBURG). Dit nummer bestaat uit twee bladen 10 van de belastbare winst en 15 opcenten voor de gemeenten In het Verordeningenblad van S Augus tus zyn twee belangrijke besluiten van fis calen aard opgenomen. Zij behelzen het volgende lo. het heffen van een winstbelasting van Naamlooze Vennootschappen en Com manditaire Vennootschappen op aandeelen, Coöperatieve Vereenigingen e.d. en andere Vereenigingen, die een bedryf uitoefenen. De belasting zal bedragen 10 van de belastbare winst. 2o. het heffen van 15 opcenten op deze Winstbelasting ten behoeve van de gemeen ten. 3o..het afschaffen van de dividend- en tantièmebelasting. De verordeningen treden in werking op dèn dag van afkondiging. De voornaamste artikelen dezer verorde ning luiden als volgt Art. 1. (1) onder den naam van „winstbelas ting" wordt een belasting geheven, waar aan onderworpen zijn de binnen het ryk gevestigde a) naamlooze vennootschappen en com manditaire vennootschappen op aandeelen b) coöperatieve vereenigingen, onderlin ge verzekeringsmaatschappijen en andere vereenigingen op. coöperatieven of onderlin- gen grondslag c) vereenigingen, andere dan op coöpe ratieven of ouderlingen grondslag, die een bedrijf uitoefenen. Art. 4. De belasting wordt geheven over elk jaar, dat eindigt met of na 31 December 1939. ZUIVERE WINST. Art. 5. (1). Onder winst over eenig jaar wordt verstaan het verschil tusschen het zuivere vermogen van het lichaam bij het einde van het jaar en het zuiverevermogen bij het begin van dat jaar, vermeerderd met de geldswaarde van hetgeen in den loop van het jaar als terugbetaling van kapi taal, als uitdeeling aan deelgerechtigden in de winst, en, in het algemeen, anders dan voor bedrijfsdoeleinden aan het ver mogen is onttrokken en verminderd met de in den loop van het jaar ontvangen stortingen van kapitaal. Uitsluitend voor de toepassing van dit artikel geldt de winstbelasting als een uitdeeling aan deel gerechtigden in de winst. (3). Voor de toepassing van dit lid wordt niet als uitdeeling aan deelgerech tigden in de winst aangemerkt: a) het bedrag, waarmede de uitbetaling, door een lichaam op coöperatieven grond slag, aan zyn aandeelhouders of leden, naar de maatstaf van aan dat lichaam geleverde goederen of ten behoeve van dat lichaam verrichten arbeid, de markt waarde van die goederen of van dien ar beid te boven gaat. b) het bedrag, door een lichaam op coöperatieven of onderiingen grondslag toegekend aan aandeelhouders, leden of deelnemers, uit en naar den maatstaf van de in rekening gebrachte, tot hun bedryfs- of beroepskosten, behoorene pro- visiën, hufen of premiën. Art. 6. (1). Het overeenkomstig het vorige artikel berekende bedrag wordt, ter be rekening van de belastbare winst: 1) verminderd met het gedeelte van de winst, dat toekomt aan: a) den staat als zoodanig, b) anderen dan commissarissen, gecom mitteerden of bestuurders, ter zake van buiten het ryk verrichten arbeid, c) de voor het geheel aansprakelijke vennooten van commanditaire vennoot schappen op aandeelen als zoodanig. 2). Vermeerderd met de over het des betreffende jaar aan commissarissen, ge committeerden, bestuurders en binnen het rijk werkzaam verder personeel uitbetaal de salarissen, indien en voor zoover het jaarlyksche bedrag van deze salarissen de som te boven gaat, die in verband met het maatschappelijke kapitaal by het einde van het jaar hierna wordt be paald, te weten: bij een maatschappelijk kapitaal van 500.000 of minder bedraagt de belasting vrije som voor commissarissen, gecommit teerden 200 gulden, vermeerderd met 1/10 procent van het bedrag, waarmede het maatschappelijk kapitaal 100.000 te bo ven gaat. Bij een maatschappelijk kapitaal van meer dan 500.000, doch niet meer dan 1 millioen is de belastingvrije som 500 gulden, vermeerderd met 1/20 procent van het bedrag, waarmede het maatschappe lijk kapitaal 500.000 te boven gaat. Bij een maatschappelijk kapitaal van meer dan 1 millioen doch niet meer dan 3% millioen, bedraagt de belastingvrije som 750 gulden, vermeerderd met 1/50 procent van het bedrag, waarmede het maatschappelijk kapitaal 1 millioen te bo ven gaat. Bij een maatschappelijk kapitaal van meer dan 3V2 millioen is de belasting vrije som 1250. In alle gevallen bedraagt voorts de be lastingvrije som voor bestuurders en ver der personeel 10.000. AFTREK. Art. 7. (1). Indien het lichaam tevens in Neder- landsch-Indië, in Suriname, in Curagao of in het buitenland aan een landsbelasting is onderworpen, die in eenigen vorm naar de winst wordt geheven, wordt op zijn belastbare winst, ajvorens het tarief van artikel 9 wordt toegepast, een aftrek in rekening gebracht ten bedrage van negen tienden van de belastbare winst, welke geacht moet worden aldaar te zijn ver kregen. Bij het bereiken van laatstbe doelde belastbare winst wordt niets toege schreven aan de hoofdleiding. (2). iDdieh in de belastbare winst eenig bedrag is begrepen wegens zuiver voor deel uit deelgerechtigheid in de al dan niet verdeelde winst van een andere ven nootschap, vereeniging of maatschappij, wordt op de belastbare winst, alvorens het tarief van artikel 9 wordt toegepast, een aftrek in rekening gebracht ten be drage van: a) Het volle bedrag van bedoeld zuiver voordeel, indien de andere vennootschap, vereeniging of maatschappij binnen het rijk was gevestigd; b) negen tienden van bedoeld zuiver voordeelindien de andere vennootschap, vereeniging of maatschappij niet binnen het ryk was gevestigd en ter plaatse van haar vesti n.ig was onderworpen aan een landsbelasting, die in eenigen vorm naar de winst wordt geheven. TIEN PROCENT, Art. 9. De winstbelasting bedraagt 10 ten honderd van de belastbare som. Art. 10. De bestuurders van de in ar tikel 1 bedoelde lichamen zyn verplicht aangifte te doen van de belastbare som binnen een maand, nadat de winst over het jaar is vastgesteld, doch uiterlyk bin nen zes maanden na het einde van dat jaar. De termyn voor de inlevering van de aangifte kan door den inspecteur wor den verlengd. Art. 13. Het bestuur van het lichaam, dat bezwaar heeft tegen den opgelegden aanslag, kan binnen twee maanden na de dagteekening van het aanslagbiljet een bezwaarschrift indienen bij den inspecteur. AANSPRAKELIJKHEID. Art. 23. Hoofdelyk aansprakelijk zyn: 1) voor de belasting, verschuldigd door een vennootschap of vereeniging, die niet in het bezit is van rechtspersoonlijkheid: de bestuurders 2) voor de belasting, verschuldigd door een lichaam, dat wordt ontbonden: de met de vereffening belaste personen, behoudens voor zoover zij aantoonen, dat de niet- voldoening niet aan hen te wijten is. Art. 25. (1) De bestuurders van een lichaam, als bedoeld in artikel 1, zijn ge bonden, desgevraagd, aan den inspecteur de bestuurders en aan de door inspecteurs aangewezen ambtenaren inzage te verleenen van alle boekenen bescheiden, welke de boekhouding van het lichaam uitmaken, alsmede van an dere boeken en bescheiden, waarvan de ken nisneming voor 't vaststellen van een aan slag of voor het beoordeelen van de juist heid van een reeds vastgestelden aanslag van nut kan zijn. Zij zijn tevens vexplicht aan genoemde personen de voor de uit voering van dit besluit noodige inlichtingen te verstrekken. (2) Gelijke verplichtingen bestaan tegen over den Raad van Beroep en dê door den voorzitter van dien raad aangeprezen per sonen. Art. 28. 1Het is een ieder verboden, hetgeen hem in zijn ambt of betrekking, bij de uitvoering van dit besluit of in ver band daarmede, nopens winst, uitdeelingen en in het algemeen nopens de zaken of werkzaamheden van een ander, blijkt of medegedeeld wordt, verder bekend te ma ken, dan noodig is voor de uitoefening van dat ambt of die betrekking. (2) Het verbod van dit artikel geldt mede voor niet-ambtelyke deskundigen, die in verband met de uitvoering van dit be sluit worden geraadpleegd of met eenige werkzaamheid belast. Art 29. (1) Ieder, die met eenige werkzaamheid, den openbaren dienst be treffende, belast is, is verplicht aan de ambtenaren van 's Ryks belastingen koste loos alle gevraagde inlichtingen te geven nopens hetgeen door of in verband met deze werkzaamheid te zijner kennis is ge- STRAFFEN. Art. 30. (1) Hij, die een aangifte opzet telijk onjuist of onvolledig doet, wordt, indien daaruit nadeel' voor het Rijk. kan ontstaan, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden. (2) De bepaling van het eerste lid blijft buiten toepassing, indien de aangever, zoo lang het Openbaar Ministerie niet is ver wittigd, uit eigen beweging alsnog een juiste en volledige aangifte doet. (3) De aangever wordt geacht niet uit eigen beweging te hebben gehandeld, onder meer, indien de nadere aangifte wordt ge daan: a) alvorens de aanslag is vastgesteld, doch nadat de inspecteur inlichtingen heeft gevraagd of bedenkingen tegen de aangifte heeft gemaakt b) nadat inzage van boeken of andere bescheiden is gevraagd op den voet van artikel 25, zoolang het onderzoek niet is geëindigd; c) nadat de aanslag te hoog is vastge steld. Art. 31. Hij, die aan den inspecteur, den Raad van Beroep, aan een door den in specteur aangewezen ambtenaar of aan een door den voorzitter van den Raad van Beroep aangewezen persoon opzettelijk een valsch of vervalscht boek of ander geschrift overlegt of ter inzage aanbiedt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren. Art. 32. (1) Hij, die opzettelijk de bij artikel 28 opgelegde geheimhouding schendt, wordt gestraft met gevangenis straf van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste zes honderd gulden. (2) Hij, aan wiens schuld schending van de geheimhouding te wijten is, wordt ge straft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste driehonderd gulden. (3) Geen vervolging wordt ingesteld, dan op klachte van hem, te wien aanzien de geheimhouding is geschonden. Art. 33. Met geldboete van ten hoogste duizend gulden Moordt gestraft; 1) hij, die niet volledig voldoet aan de verplichtingen, opgelegd bij Artikel 10 of bij Artikel 39, 2) hy, die niet volledig voldoet aan de verplichtingen, opgelegd bij Artikel 25, 3) hy, die niet voldoet aan een ver zoek, als bedoeld in Artikel 29. DIVIDEND- EN TANTIÈME BELASTING VERVALLEN, Art. 38. (1) De wet op de Dividend en Tantième-belasting 1917 vervalt, be halve ten aanzien van boekjaren, welke eindigen vóór 31 December 1939. (2) De Dividend- en Tantième-belasting, vóór het in werking treden van dit be sluit ten kohiere gebracht in strijd met het vorige lid, wordt teruggegeven, zoo dra voor het eerste boekjaar, waarover de winstbelasting wordt geheven, de aangifte is behandeld. Art. 39. De bestuurders van een lichaam, als bedoeld is bij Artikel 1, zijn gehouden, vóór 1 September 1940 aangifte te doen van het zuivere vermogen van het lichaam op het overgangstijdstip, alsmede van het bedrag van de winst, welke op dat tijd stip in ^et lichaam aanwezig was, onder vermelding van de grondslagen voor de winstberekening, welke bij het opstellen van het zuiver vermogen zijn gevolgd en voortaan zullen worden gevolgd. Het in het eerste lid bedoelde ver mogen en het aldaar bedoelde bedrag aan winst worden, zoo noodig bij gebreke van of met afwijking van de aangifte, vastge steld door den inspecteur. OVERGANGSTIJDSTIP. Waar in dit artikel en in de volgende artikelen gesproken wordt van „over gangstijdstip", wordt daaronder verstaan het tijdstip waarop het eerste boek- of kalendex-jaar, dat eindigt met of na 31 December 1939, is aangevangen. Voor het boekjaar, dat met het overgangstijdstip aanvangt, eindigt de tijdruimte voor het doen van de aangifte, bedoeld bij Artikel 10, niet vóór 1 September 1940. Art. 45. Indien de zuivere opbrengst op de dividend- en tantième-belasting over eenig dienstjaar der rjjksbegrooting nega tief is, wordt het bedrag van die opbrengst in mindering gebracht van de opbrengst van de winstbelasting vcfor dat dienstjaar. Opcenten ten behoeve der gemeenten. Een afzonderlijk besluit van de Secre tarissen-Generaal van de Departementen van Financiën en van Binneniandsche Za ken in zake het heffen van opcenten op de winstbelasting ten behoeve van de ge meenten is in het Verordeningenblad op genomen. Daaraan ontleenen wy het volgende Art. 1. Ten behoeve van de gemeenten worden op de winstbelasting geheven 15 opcenten. Art. 5. 1. De bestuui'ders of de beheerende ven nooten van een aan de winstbelasting on derworpen vennootschap, vereeniging of maatschappij, de met haar vereffening be laste personen en de beheerders van ge deelten van haar bedryf bulten de gemeen te van aanslag, zyn verplicht, desge vraagd aan den inspecteur of zyn ambt genoot over de gemeente of het deel der gemeente, waar een gedeelte van het be-' drijf wordt uitgeoefend, binnen een dooi den inspecteur te stellen termijn de op- Onderricht in de beginselen van het spe-roerpen behoort ook in het dagelijksch programma van het Inst. voor sportleiders van den Opbouwdienst te Den Haag. EEN EXTRA SUIKER-RANTSOEN VOOR DEN INMAAK De loopende bon wordt met een week verlengd. De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van landbouw en visschery deelt mede, dat- binnenkort op een nader aan te wijzen bon van het algemeen distributiebonboekje per hoofd van de bevolking een extra rantsoen sui ker voor den inmaak beschikbaar zal wor den gesteld. In verband met het streven om de dis tributieperiode voor de verschillende in distributie gebrachte goederen zooveel mo gelijk te doen samenvallen, zal voorts de duur van de loopende distributie met een week worden verlengd, hetgeen dus beteekent, dat bon 66 inplaats van tot 24 Augustus tot 31 Augustus geldig blijft, en eerst met ingang van laatstgenoemde datum een nieuwe bon voor suiker zal worden aangewezen. Aangezien men dus met 't loopende rant soen 5 weken in plaats van 4 weken zal moeten toekomen, is besloten ter com pensatie hiei-van het extra rantsoen voor den inmaak te stellen op 1 kilogram, inplaats van, zooals aanvankelijk de be doeling was, op 1 kilogram. Het nummer van de bon, welke recht geeft op het extra rantsoen van 1% kilo gram, zal omstreeks 10 Augustus a.s. worden bekend gen-.aakt. Dr. Colijn adviseert zijn a.r. volgelingen „voorshands" tot onthouding. Naar „De Tijd" verneemt, heeft dr. H. Colijn persoonlijk aan de leden van de A.- R. partij geadviseerd, zich „voorshands", d. w.z. totdat omtrent doel en middelen der „Nederiandsche Unie" meer klaarheid is verkregen van het lidmaatschap van deze beweging te onthouen. gave te verstrekken omtrent personeel en beloohingen, welke voor de uitvoering van dit besluit wordt noodig geacht. (2). Gelijke verplichting bestaat jegens burgemeesters en wethouders van de ge meenten, waar de vennootschap, vereeni ging of maatschappij vaste inrichting heeft, (3). Hij, die een hem bij dit artikel op gelegde verplichting niet nakomt of op onjuiste wijze nakomt, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste duizend gulden. Art. 6. (1). Het is een ieder verboden, hetgeen hem in zyn ambt of betrekking, bij de uitvoering van dit besluit of in ver band daarmede, nopens de zaken of werk zaamheden van een ander, blfjkt of mede gedeeld wordt, verder bekend te maken, dan noodig is voor de uitoèfening van dat ambt of die betrekking. (2). Hy, die opzettelijk de bij het vorige lid opgelegde geheimhouding schendt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste zeshonderd gulden. (3). Hij, aan wiens schuld schending van de geheimhouding te wijten is, wordt gestraft met hechtenis van :ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoog ste driehonderd gulden, (4). Geen vervolging wordt ingesteld, dan op klachtevan hem, te wiens aan zien de geheimhouding is geschonden. (5). De feiten, strafbaar volgens hel tweede, en derde lid, zijn misdrijven. Art. 7: Dit besluip treedt in werking op den dag zijner afkondiging. Inenting tegen typhus of paratyphus kan verplichtend worden gesteld. Zaterdag- is in het Verordeningenblad een besluit van den secretaris-generaal van het departement van sociale zaken verschenen betreffende de inenting tegen typhus en pa ratyphus, waarin wordt bepaald dat de geneeskundig inspecteur van de Volksge zondheid kan bepalen, dat de bevolking van een door hem aan te wijzen gemeente in rijn ambtsgebied verplicht is zich binnen een door hem te bepalen termijn te doen inen ten tegen typhus en paratyphus typheuze vorm en gastro-enteritische vorm). Be paald kan worden dat deze verplichting niet geldt voor de bewoners van een door den in specteur van volksgezondhèid aan te wijzen gedeelte der gemeente. De genoemde ver plichting geldt niet: voor personen, die op den dag der bo venbedoelde aanwijzing den leeftijd van zes jaren niet hebben bereikt; die op grond van geneeskundige of gods dienstige motieven ovei-wegende bezwaren tegen de inenting hebben; die in het bezit zijn van een verklaring van een geneeskundige, waaruit blijkt, dat zjj binnen één jaar vóór den dag der aan wijzing, zy'n ingeënt. Van de personen die vanwege de gemeen te zijn ingeënt kan, met uitzondering van on- en minvermogenden, een bijdrage in of vergoeding van de kosten van inenting wor den gevorderd. De verklaring van den ge neeskundige dat de inenting is verricht, kan geschieden in den vorm van een aantee- kening op de distributiestamkaart. Niet voldoen aan de gegeven aanwijzing kan gestraft worden met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste 100 gulden. Niet strafbaar is hij, die aantoont dat hij binnen een jaar voor den dag der aanwijzing is ingeënt of dat hij een geldige reden van verhindering heeft. Canadeesch expeditiecorps in Engeland aangekomen. Het D.N.B. meldt uit Lissabon; Bij de aankomst van de tweede divisie van het Canadeesche expeditiecorps in En- geland heeft een der generaals verklaard, dat de Canadeezen met eerzucht naar Europa zyn gekomen, teneinde het offen sief naar het continent te verplaatsen en den oorlo op Duitsch gebied te voeren. Dergelijke verklaringen versterkte ook de Engelsche generaal sir Hubert Gough, die tijdens den wereldoorloog het bevel voerde over het vijfde Britsche leger. Deze generaal schryft in een artikel, dat hy, evenals millioenen Britten, zoolang hoopt te leven, dat hij zal kunnen deelne men aan de parade der geallieerde troepen in de straten van Berijn. HET BRITSCHE DEPARTEMENT VAN BINNENLANDSOHE ZAKEN WORDT GESPLITST. Volgens de „Sunday Express" zal het ministerie van binneniandsche zalven zeer binnenkort gesplitst worden. De afdeeling voor binneniandsche veiligheid zal worden afgescheiden, omdat het een „geweldige taak" te vervullen heeft,

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 1