Provinciale Zeeuwsche Courant
Dommelsch Bier is teler
Mioldelburgscfie, Vlissingsehe,
Goesche en Breskensche Courant
De waarheid over den toestand
in Duiischland.
183ste JAARGANG NUMMER 173
DINSDAG 30 JULI 1940
waarin opgenomen de
Uitgave dei Firma's F. van de Velde Jr. en G. W. den Boer
ABONNEMENTSPRIJS:
18 cent pei week ot 12.30 per kwartaal.
Franco pei post 2 50 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1—5 regels f 1 50, iedere regel meer
30 cent. Bij abonnement speciale prijs,
Kleine advertenties van 1—5 regels 10.50.
Iedere regel meer 10 ct (max. 8 regels).
POSTREKENING 359300 (MIDDELBURG),
Dit nummer bestaat uit twee bladen
Allerhande verhalen over ontevredenheid,
gebrek etc. zijn onzinnig
Het Dultsche volk is vastberaden
en aaneengesloten.
De verbinding tusschen Nederland en
zijn landgenooten in Duitschland begint
langzamerhand weer normaler vormen aan
te nemen. Normaal althans gezien in het
kader van de nu eenmaal allesbehalve nor
male algemeene omstandigheden Ik wil
maar zeggen, dat aan de vrijwel totale
isoleering, die het gevolg was van de vijan
delijkheden van den tienden Mei en daarop
volgende bange dagen, nu een eind is ge
komen. Het is nog wel tijdroovend, een
visum van Nederland naar Duitschland en
vooral omgekeerd te krijgen, maar in tal-
looze gevallen is het toch in de eerste
plaats voor Nederlandsche handelslieden,
die Duitschland wenschen te bereizen om
oude banden te hernieuwen of nieuwe aan
te ltnoopen, mogelijk gebleken. Men is al
druk aan hetaanknoopen, en dat is
waarschijnlijk ook wel het verstandigste
wat men op het oogenblik lean doen.
Men kan intusschen niet zeggen, dat voor
de Nederlanders in Duitschland de situatie
al weer volkomen normaal is gewor
den. Eenige weken geleden nog waren van
hen (naar schatting veertig tot vijftigdui
zend zielen) een 700-tal in hoofdzaak in
steden en dorpen in West-Duitschland
woonachtig, geinterneerd en wel voorname
lijk in Zuid-Duitschland, waar zich ook de
meeste geïnterneerde Franschen en Engel-
schen bevinden. Dit op zichzelf eigenlijk
zeer kleine getal waarbij nog eenige Ne
derlandsche diplomaten en zich eveneens
op doorreis in Duitschland bevonden heb
bende kooplieden 'gerekend moeten worden,
is sindsdien tot ongeveer 300 ingekrompen.
Wat wel een sprekend bewijs is voor de
bewering, dat men van Duitsehe zjjde het
ernstige streven heeft gehad, met Neder
land op zoo goed mogelijken voet te blij-
alle Nederlanders in Duitschland hun vrij-
ven staan. Het is wel zeker, dat vrijwel
heid herkregen zouden hebben, indien de
regeering in Nederlandsch-Indië even ge
matigd tegenover daar gevestigde Duit-
schers ware opgetreden. Waar dit helaas
blijkbaar niet het geval is men denke
alleen reeds aan het verschil in behande
ling doordat de Duitschers als Europeanen
in tropisch klimaat in gevange
nissen moeten doorbrengen, terwijl de
kleine groep Nederlanders in Zuid-
Duitschland slechts een soort vesting
afzondering doormaakt en bovendien nog
georganiseerden steun van Nederlandsche
zijde mag aanvaarden en ook ruimschoots
geniet mag met een invrijheidstellen
van deze groep landgenooten helaas tot
nader order niet worden gerekend en is
men in Duitschland nu ook er toe overge
gaan Nederlandsche vereenigingslokalen,
o.a. die van de oudste Nederlandsche ver-
eeniging „Nederland en Oranje" te Berlijn
te sluiten, totdat men in Weltevreden tot
een andere politiek jegens de Duitschers in
Indië zal zijn overgegaan.
Een prachtige zomer tracht ons hier in
Duitschland iets van het leed te vergoe
den, dat deze oorlog nu eenmaal over
het tot nu overwinnende volk heeft ge
bracht. De Duitsehe regeering heeft zoo
wel na den veldtocht in Polen als na af
loop van den grooten strijd in het Westen
overzichten van het aantal gesneuvelden,
gewonden en vermisten gegeven. Volgens
deze officieele getallen is dit verlies gering
vergeleken bijv. met de enorme getallen
waaraan de wereldoorlog ons had gewend.
Maar bedenke men, dat nog dagelijks sol-
deten en burgers vallen ook al is er een
periode van rust tusschen de groote slagen
ingetreden, dan komen toch cijfers te voor
schijn, die duidelijk maken, dat reeds vele
tien -renden gezinnen in het groote Duit
sehe Rijk in rouw zijn gedompeld en dat
wel een zeer diep gevoel van vaderlands
liefde noodig is om dat leed met zooveel
moed en vertrouwen op de leiding te dra
gen, als inderdaad hier in Duitschland te
constateeren valt.
Er is een tijd geweest, dat men lang
niet overal in Nederland de waarheid
over de situatie in Duitschland gedrukt
kon ki'ijgen. In diet vertrouwen, dat deze
betreurenswaardige periode tot het verle
den behoort, wil ik hier medeelen, dat alle
beweringen van andere en wel in hoofd
zaak Londensche zjjde over ontevre
denheid in Duitsehe kringen onzinnig zijn.
Het Duitsehe volk is in dezen strijd be
zield van een vinnige vastberadenheid' die
op den buitenstaander niet na kan laten
een diepen indruk te maken. Men heeft
vroeger wel eens aan deze groote Duitsehe
eenheid en volksgemeenschap getwijfeld en
het vermoeden uitgesproken, dat dit alles
op dwang berustte. Nu het om de grootste
beproeving gaat die voor een volk denkbaar
is, kan men opmerken, dat deze nationale
eenheid en geslotenheid echt is en voor
beeldig. Zeker, men zal hier met gejuich
en. gejubel het bericht ontvangen, dat alle
vyandelijkheden tot het verleden bebooren.
Maar men wenscht niet, dat deze ooi-log
met „gelijk spel" eindigt, om van een
nederlaag natuurlijk in het geheel niet te
spreken.. Het Duitsehe volk heeft dezen
strijd evenmin gewenscht als zijn leiding,
maar het is muurvast besloten, hem nu
.uit te vechten en wel tot een resultaat is
bereikt, dat alle gevaren voor het Rijk in
de toekomst menschelijkerwjjs gesproken
uitsluit. Wij moeten dat constateeren ge
heel afgezien van de gevolgen, welke deze
botsingen reeds voor ons eigen zwaar be
proefde land hebben gehad en nog zullen
hebben. Op deze plaats hebben wij nimmer
aan politiek gedaan, maar er slechts naar
gestreefd zoo volledig en waarheidslievend
voor te lichten over het land onzer inwo
ning.
Mochten er in Nederland nog menschen
zijn, die geloof hechten aan inblazingen
over toenemende moeilijkheden of gebrek
aan bepaalde voor weermacht en volk
noodzakelijke dingen in Duitschland, dan
wil ik hun hier de verzekering geven, dat
zij verkeerd ingelicht zijn en verstandig
zullen doen hun inzicht te wijzigen. Voeding
en kleeding en alles wat verder noodig is
om gezond en vol moed in de toekomst te
blijven, zijn in het Duitsehe Rijk in meer
dan voldoende hoeveelheid voorradig, en
er is niets, dat er op wijst, dat zulks in
de eerstvolgende jaren niet meer het ge
val zou zijn. Waarbij uitdrukkelijk moet
worden gezegd, dat wij er hier van het
begin van den oorlog en reeds vroeger aan
gewend waren met minder uit te komen,
dan bijv. de bevolking van Nederland na
de thans ingevoerde distributiemaatrege
len
Wat de Dultsche weerkracht aangaat
de prestaties der militair-noodige indus
trieën in het binnenland meegerekend
behoort men. bij het schatten van de kan
sen der beide thans nog strijdende volken
van de waarheid uit te gaan, dat de Duit
schers over alles wat voor dien strijd
noodig is, beschikken in een mate, die de
voorzieningen van 1939 nog verre .over
treft. Een volkomen onbegrijpelijke propa
ganda van de andere zijde heeft nu reeds
eenige malen tot voor de betrokken staten
fatale misrekeningen geleid. Men moge nu
uit deze ervaringen geleerd hebben. Het
Duitsehe Rijk zal, als straks de veldtocht
tegen de Britsche eilanden onvermijdelijk
blijkt (wat hier vrijwel algemeen nu reeds
als vaststaand worden aangenomen, ook al
ontbreekt heden nog elke officieele uiting),
dien strijd beginnen met een menschen-
materiaal en een voorraad aan oorlogsuit
rusting, die nog massaler is dan die welke
voor de overrompeling van de Westelijke
continentale landen en het Engelsche
expeditieleger noodig geacht werden. Het is
geen geheim, dat deze overwinningen be
haald werden, terwijl in Duitschland zelf
nog een volledige reserve-weermacht onder
de wapenen is gebleven, die niet aan
eenigen strijd behoefde deel te nemen.
Het is evenmin een geheim, dat pas in de
laatste weken nog groote lichtingen jonge
Duitschers zijn opgeroepen, nu oudere
lichtingen, die reeds in den wereldoorlog
hun sporen verdienden en nu ten tweeden
male in het vuur kwamen, naar huis zijn
gegaan en waarschijnlijk voor goed het
geweer kunnen afleveren. En desondanks
kan men in de straten van Berlijn nog zoo
talloos vele jonge mannen zien rondloo-
pen, die blijkbaar nog voor geen enkele
taak bij de landsverdediging noodig zijn
geworden, dat men zich afvraagt of het
materiaal aan weerbaren hier nimmer uit
geput raakt.
Ook valt het op, dat in vergelijking met
den wereldoorlog slechts in zeer weinige
beroepen de vrouw den man heeft vervan
gen. Hier en daar in groote provincieste
den ziet men conductrices op de tram en
ook in Berliin kan men ze in trams en
omnibussen aantreffen. Maar eigenlijk zoo
zelden, dat het nog opvalt. Natuurlijk zijn
ze in zeer groote getale in de fabrieken,
in de plaats der weerbare mannen geko
men, en ook op het land hebben ze vele
opengevallen plaatsen ingenomen. Maar
gelijk gezegd met den wereldoorlog kan
dit niet alles worden vergeleken. Wie zijn
oogen niet wijd openzet, merkt behalve dan
in steden in het Noorden en in het Wes
ten, die evenals Nederland helaas veel van
Britsche bommen te ljjden hebben, weinig
of niets.
In Bayreuth zijn de Wagnervoorstellingen
weer in vollen gang, ditmaal vooral voor
mannen en vrouwen van het Arbeidsfront
en voor soldaten. De sport is in Duitsch
land zelfs nog tot op zekere hoogte inter
nationaal gebleven. Het Berlijnsche sta
dion, dat honderdduizend zitplaatsen heeft,
is vele Zondagen volkomen uitverkocht.
Of men nu in de steden dan wel in de
dorpen rondziet, men zal overal opmerken,
dat de menschen er goed gekleed en wel
doorvoed uitzien en dat de stemming niets
te wenschen laat. Zooiets is in oorlogstijd
slechts mogelijk onder een bewind, dat
ver vooruitziend is geweest en onder zeer
Engelsche bommen op
Eindhoven.
Vier dooden.
Zondagnacht is ons land niet gespaard
gebleven voor Engelsche bommen, die ook
dezen keer het leven en den eigendom der
Nederlandsche bevolking niet hebben ont
zien. Het ergste is Eindhoven en omgeving
getroffen, waar Maandagochtend in alle
vroegte een Engelsch vliegtuig een zestig
tal brandbommen heeft uitgestrooid, welke
grootendeels buiten de stad- neerkwamen,
doch voor een deel ook de slapende burgers
in hun huizen verrasten. Twee huizen zijn
verwoest en een aantal andere huizen is be
schadigd. Het valt te betreuren, dat dit
bombardement aan twee vrouwen en twee
kinderen het leven heeft gekost en dat
twee personen zwaar zijn gewond.
De luchtbeschermingsbrandweer en de
gemeentelijke brandweer van Eindhoven
hebben uitbreiding van de branden weten
te voorkomen.
Ook op andere plaatsen vielen bommen,
zooals te Alkmaar en bij Zeist. Schade
werd niet of weinig aangericht.
Ook in den afgeloopen nacht hebben En
gelsche vliegers bommen over bns land
uitgestrooid. De schade aan burgereigen
dommen is echter zeer gering, daar de
bommen alle zijn neergekomen op open
vlakten. Slechts eenige koeien, kalveren en
vensterruiten zijn het slachtoffer gewor
den.
Aanzienlijke uitbreiding van den
Opbouwdienst.
Op 1 Augustus zullen in totaal rond
12.400 korporaals en soldaten en rond 2400
onderofficieren, die thans met groot ver
lof zijn, doch van wie door de burgemees
ters is verklaard dat zij geen loongevenden
arbeid verrichten, in den Ophouwdienst
worden opgenomen.
De bepalingen in verband met
den dienstplicht.
Het hoofd van het afwikkelingsbureau
van het departement van defensie heeft
aan de burgemeesters medegedeeld, dat
onder de tegenwoordige omstandigheden
vaststelling van een contingent gewone
dienstplichtigen voor de lichting 1941
niet plaats heeft. In verband hier
mede zal de bestemming van de voor deze
lichting ingeschreven personen tot ge-
wooon of tot buitengewoon dienstplichtige
en het beslissen op aanvragen om vrijstel
ling wegens broederdienst eveneens ach
terwege moeten blijven. Het hoofd van het
afwikkelingsbureau voornoemd noodigt de
burgemeesters uit van dit laatste mede-
deeling "aan belanghebbenden te doen.
Tevens wordt volgens het D.N.B. mede
gedeeld, dat voor overgang naar de aan
vullingsreserve tot nader order geen voor
bereidende maatregelen moeten worden ge
troffen.
De inschrijving van de daarvoor in aan
merking komende personen voor de lich
ting 1942 moet ingevolge beslissing van
de daartoe bevoegde Duitsehe autoriteit
op de gewone wijze geschieden. Daarom
verzoekt het hoofd aan de burgemeesters
er reeds thans rekening mee te houden,
dat deze inschrijving, evenals in de laat
ste jaren, in October zal plaats hebben.
Het ontslag van dienstplichtigen, het
welk ingevolge art. 43, eerste lid van de
Dienstplichtwet met ingang van 1 Octo
ber 1940 moet plaats hebben, gaat onge
wijzigd door. Hoe moet worden gehandeld
ten aanzien van hen, die naar de gewone
regelen reeds met ingang van 1 October
1939 uit den dienst hadden moeten wor
den ontslagen, doch wier ontslag krach
tens het Kon. Besluit van 14 September
1939 (Stbl. no. 589A) werd uitgesteld, zal
nader worden medegedeeld.
Controle op uitgeleende
legerp aarden.
In de maand Augustus zal door een spe
ciale commissie een contróle worden uit
gevoerd en alle door de Duitsehe of de
Nederlandsche weermacht uitgeleende le
gerp aarden.
Vroegere Fransche staatslieden
voor het gerecht.
Berichten uit Vichy melden, dat het
gisteravond door den ministerraad inge
stelde Hof van Justitie, dat moet oordee-
len over degenen, die verantwoordelijk ge
steld worden voor de oorlogsverklaring
en de oorlogvoering, zeer binnenkort zijn
werkzaamheden zal aanvangen. Tot de
voornaamste beschuldigden behooren Da-
ladier, Gamelin, Reynaud, Blum, Mandel,
Pierre Cot en Guy la Chambre.
bijzondere omstandigheden wat het alge
meen vertrouwen in de toekomst aangaat.
Ik geloof niet, dat ditmaal Duitschland
er onder is te krijgen, ook niet, als de
kansen voor dit land nog eens minder
gunstig mochten worden.
Mcj. ücveraing vierde Maanuag te haar,cm haar lüusien verjaaruag.
He jubilaiesse in de bloemen.
OM Hfcj'f V EVbALKAMFIO^NSCHAP VAN NEDERLAND. IN DEN ZONDAG
TE AMSTERDAM GESPEELDEN WEDSTRIJD BRACHT BLAUW-WIT HET
BEZOEKENDE FEYENOORD EEN 5—1 NEDERLAAG TOE. DE KEEPER VAN
FEYENOORD DOET EEN UITVAL TIJDENS EEN BESTORMING VAN
BLAUW WiT OP HET ROTTERDAMSCHE DOEL.
VERONTWAARDIGING IN
ZUID-AFRIKA.
De verontwaardiging der nationale Zuid-
Afrikaners over de oorlogspolitiek van de
Engelschgezinde regeering Smuts, komt
steeds weer in talrijke betoogingen tot uit
drukking.
Te Nijlstroom heeft de vergadering van
3.000 Zuid-Afrikaners scherp geprotesteerd
tegen de mishandeling van Duitsehe gein-
terneerden door de politie-organen van
Smuts. In dezelfde vergadering verklaar
de de nationale afgevaardigde Strijdom, dat
Smuts een aanbidder van het Britseh-
Joodsche imperialisme is en dat hjj Zuid-
Afrïka in den oorlog gesleept heeft. Wat
zal de heer Smuts, zoo vroeg Strijdom, op
het vredesaanbod van den Führer antwoor
den! De Zuid-Afrikaners, zoo riep hij uit,
willen in ieder geval den vrede.
Wanneer Smuts thans geen vrede sluit,
verklaarde de spreker Schoemann uit New-
lan'ds, dan zal hij ervoor verantwoordelijk
gesteld worden zijn land voor een verrot
empire verraden te hebben. Het Britsche
rijk noemde Schoemann een „zinkend
schip" en van Smuts zeide hij, dat deze niet
eens de intelligentie der ratten heeft, die
zinkende schepen gewoonlijk nog tijdig ver
laten.
Te Ottosdal verklaarde Strijdom, dat de
maatregelen van geweld waarmede Smuts
de Zuid-Afrikaners dwingt tot 't afleggen
van den nieuwen 'eed op Afrika,'met de in
Amerika tegen misdadigers gebruikte
dwangmethoden van de „third degree" ver
geleken kunnen worden. Te Schwizer-Re-
neke verklaarde Strijdom, dat er in Zuid-
Afrika 'n vijfde colonne bestaat, die thans,
evenals in den tweeden vrijheidsoorlog.
Zuid-Afrika aan Engeland wil verkoopen.
Tot deze colonne behoort Smuts, die thans
zonder bezwaar bereid is honderden vrou
wen en kinderen, wier kostwinners het af
leggen van den eed op Afrika weigerden, in
honger en ellende te laten omkomen.
De Japansche betrekkingen met
de Ver. Staten.
Het D.N.B. meldt uit Moskou: Met le
vendige belangstelling worden in de te
Moskou verschijnende bladen de betrek
kingen van Japan met de Vereenigde Sta
ten besproken.
De „Prawda" bespreekt de gevolgen van
het Amerikaansche uitvoerverbod voor
benzine en schroot met het oog op de
grondstoffenvoorziening van Japan en de
dieper liggende oorzaken voor de Ameri-
kaansch-Japansche tegenstelling in het
Verre Oosteu. Volgens de opvatting van
dit blad verraden de laatste maatregelen
der Vereenigde Staten het streven om een
maximum van druk op Japan uit te oefe
nen. hetgeen er wederom een bewijs van
is, dat de strijd tusschen de Vereenigde
Staten en Japan om de markten in het
Verre Oosten en de suprematie in den
Stillen Oceaan in vollen gang is. De laat
ste gebeurtenissen in Japan en in het bij
zonder de laatste kabinetswijziging, zoo
besluit de „Prawda" zijn beschouwing,
hebben de Vereenigde Staten aanleiding
gegeven zich voor te bereiden op een ver
dere verscherping van den strijd met Ja
pan om de heerschappij op den Stillen
Oceaan.
De Volkenbond is dood.
Met betrekking tot het vertrek van
den secretaris-generaal van den Volken
bond, Avenol, uit Gneève, schrijft de
„Corrière della Sera", dat dit den dood
van den Volkenbond beteekent, en dat
deze gebeurtenis geen enkele beteekenis
kan hebben voor den toestand in Europa,
waarna het blad vervolgt:
Het betreft hier iets dat erger is dan
de dood. De Volkenbond is verdwenen in
het niet, waaruit hij nooit meer te voor
schijn zal komen. Stellig zal de nieuwe
wereld, die uit dezen oorlog geboren
wordt, nooit iets oprichten gelijk aan den
Volkenbond. De nieuwe wereld zal zich
verheffen op het plan der positieve kwan
titeiten, waarop het werk van de twee
revoluties zich inspireert.