Ceta-Bever VLEKKENWATER
laatste bus
Tweede Blad
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Vrijdag-26 Juli Ï940
De behandeling van Duitsehers in Nederland
en Nederlandsch-Indië.
Mededeelingeti van Duitsche autoriteiten.
Achttien jeugdige inwoners en inwoonsters van Wageningen zijn Donderdag te Ilpendam aangekomen, waar ze gastvrij
ontvangen werden. De burgemeester, de heer W. A. van Oorschot, bracht de kinderen persoonlijk per boerenwagen naar
hun bestemming.
Het A.N.P. meldt uit Den Haag:
Nadat langen tijd de Duitsche autori
teiten gezwegen hebben over de behande
ling van Duitsche onderdanen in ons land
gedurende de oorlogsdagen, heeft echter
de starre houding van de Nederlandsche
autoriteiten in de overzeesche gebieds-
deelen, die geweigerd hebben de behan
deling van de Duitsche geïnterneerden te
verbeteren, ertoe geleid, dat gisteren in
een persconferentie de legatiesecretaris dr.
H. Wissmann en de Pressedezernent W.
Janke een boekje hebben opengedaan ook
over hetgeen in ons land gedurende de
oorlogsdagen is geschied. Wij vatten hun
betoog kort samen, ofschoon er vele spre
kende details te vermelden zouden zijn,
waardoor hun mededeelingen zouden wor
den gestaafd.
Reeds kort na 10 Mei kwamen te Ber
lijn berichten binnen uit de Nederlandsche'
overzeesche gewesten over de behandeling
van de aldaar geïnterneerde Duitsehers.
Deze waren in interneeringskampen met
een ongunstig klimaat ondergebracht. Het
transport was geschied op een wijze, die
tegen elk verstandig inzicht indruischte.
De behandeling van Duitsehers
in Nederland.
Deze berichten stemden overeen met
hetgeen in Nederland op dit gebied ge
schied was. De behandeling van de Duit
sche onderdanen in Nederland was zoo
slecht mogelijk. Bedreigingen met dood
schieten waren aan de orde van den dag
geweest. Daarvan zijn thans bijzondei'-
heden gepubliceerd, ook van de zijde der
N.S.B., welke door hen, die de internee-
ringen hebben medegemaakt, geenszinz
overdreven worden genoemd. In Filmstad
nabij Den Haag, in de gevangenis te Sche-
veningen, in de cavaleriekazerne te Am
sterdam en vooral in de beruchte gevan
genis te Hoorn hebben zeer ernstige mis
standen geheerscht. Eten, onderbrenging,
dekking en plaatsruimte waren slecht en
hygiënische inlichtingen ontbraken zelfs
geheel. Over de toestanden by de tran
sporten heeft onlangs een persbericht een
schel licht geworpen.
Tegenover de correcte behandeling, wel
ke de Nederlanders te Berlijn hebben ge
noten, steekt die van de Duitsche officieele
personen hier te lande wel scherp af. De
Duitsche gezant en zijn personeel zijn als
het ware uit het gezantschapsgebouw aan
de Lange Vijverberg gedreven. In een
ander gebouw van het gezantschap, aan
de Laan Copes van Cattenburch, zijn alle
kasten opengebroken en is alles overhoop
gehaald. Diplomatieke en consulaire ambte
naren werden van hun gezin gescheiden en
de accommodatie -van Hotel des Indes,
Amerika moet 3000 vliegtuigen
per maand aan Engeland leveren.
Het D.N.B. meldt uit Washington: De
Amerikaansche minister van financiën,
Morgenthau, heeft gisteren, naar de Asso
ciated Press meldt, medegedeeld, dat de
regeering der Vereenigde Staten zich ver
plicht heeft Engeland op alle manieren te
helpen en het per maand 3.000 militaire
vliegtuigen te verlcoopen buiten de reeds
vroeger geplaatste opdrachten. Voor dit
doel zullen groote fabrieken worden ge
bouwd. Engeland heeft beloofd de kosten
van het bouwen en de productie te be
talen. De Engelschen schijnen, zoo voegde
Morgenthau hieraan toe, over rijkelijke
geldmiddelen te beschikken, daar de hier
voor benoodigde bedragen geweldig zijn.
De Engelschen hebben een onmiddellijke
actie verlangd ten einde in de jaren 1941
en 1942 per maand drie duizend vliegtuigen
te krijgen.
waar zij werden ondergebracht, was voor
het zeer talrijke personeel lang niet vol
doende. Alleen de vrouwen en kinderen
konden een bed krijgen, de overigen slie
pen op den grond.
Indien de krijgsverrichtingen niet zoo
spoedig geëindigd waren, zouden tal van
geïnterneerden naar Engeland zijn ge
bracht, zooals met eenige parachutisten
reeds gebeurd was.
In Nederlandsch-Indië.
De behandeling in Nederlandsch Indië
was navenant. De Duitsehers zijn op 10
Mei geïnterneerd, zijn per trein in derde
klas coupé's naar Batavia gevoerd, van
waar zij in scheepsruimen naar het station
Onrust zijn gebracht. Op vochtige beton-
vloeren, zonder tafels, stoelen of bedden,
in te nauwe ruimten en met onvoldoen
de verzorging hebben zij daar dagen en
nachten doorgebracht. De bewaking ge
schiedde door Inlandsche soldaten, het
geen bijzonder grievend wordt geacht.
De geneeskundige verzorging was in han
den van drie eveneens geïnterneerde Jood-
sche artsen. Eenige paleontologen, die op
studiereis waren, zijn geboeid naar Soera-
baja overgebracht. De inlandsche soldaten
hebben bovendien herhaaldelijk op de ge
ïnterneerden geschoten, waardoor een man
overleden schijnt te zijn.
Byzonder kwalijk heeft men het in
Duitschland genomen, dat de consul-ge
neraal in zijn woning is geconsigneerd en
de andere consulaire beambten, tegen de
volkenrechtelijke voorschriften in, als de
andere geïnterneerden zijn behandeld.
Alle pogingen, door Duitschland gedaan,
om met Nederlandsch-Indië in contact te
komen zijn vergeefs geweest. Het is niet
aan te nemen, dat in dezen tijd van de
radio men daar onkundig is gebleven
van de wijze, waarop Duitschland de Ne
derlandsche krijgsgevangenen heeft be
handeld. Doch het is thans niet meer te
verwachten, dat men in Indië dit voor
beeld gaat volgen.
Daarom is in de laatste dagen een aan
tal op verlof zijnde mannen en vrouwen
naar Duitschland overgebracht en in een
intemeeringskamp geplaatst. De behan
deling, die zjj daar zullen ondervinden, zal
overeenkomen met de behandeling van de
Duitsehers in Indië en zal zoo lang aan
houden tot dezen verlof krijgen hun ar-
beid als normaal uit te oefenen. Het lot
van de geïnterneerde Nederlanders ligt in
handen van de Nederlandsche autoriteiten
overzee.
Het heeft geen zin te betoogen, dat de
geïnterneerden eerzame burgers zijn. De
Duitsche geïnterneerden in Indië zijn dat
ook.
DE BESSARABISCHE JODEN MOETEN
ROEMENIË VERLATEN.
Het D.N.B. meldt uit Boekarest De Jo
den, die uit Bessarabië en de Noordelijke
Boekowina afkomstig zijn, hebben van de
Roemeensche autoriteiten aanzegging ge
kregen, het land binnen vpf dagen te ver
laten. Dit bevel heeft de betrokkenen be
reikt in een persoonlijk hun ter hand ge
steld bevel van de politie. In Boekarest al
leen richt deze maatregel zich tegen onge
veer zeshonderd personen. Voorts hebben de
Roemeensche autoriteiten verschillende ver
dachte Joden uit het Zuidelijke deel van de
Boekowina, het deel, dat bij Roemenië is ge
bleven, samengebracht in een concentratie
kamp te Miereurea in Zevenburgen. Tot
dusver zjjn hier 112 Joden binnengebracht.
De spilrnogendheden en de
Balkan.
In het teeken der Europeesche
lotsgemeenschap.
Naar aanleiding, van het bezoek van
leidende staatslieden uit de Balkanlanden
aan Berlijn schrijft de',,Deutsch Diploma
tische Politische Korrespondenz" het vol
gende
Alleen reeds het feit, dat de leidende
staatslieden van een aantal landen in
Zuidoost-Europa naar Duitschland komen
om over de vraagstukken van hun landen
in den geest van een tot voordeel strek
kende samenwerking in het nieuwe Euro
pa te beraadslagen, is een teeken voor de
ommekeer, die dit deel van de oude wereld
in enkele maanden heeft doorgemaakt.
Nog tot voor kort heen en weer geslingerd
door druk en lokmiddelen belemmerd in
het juiste nastreven van hun belangen,
zijn thans de volken- yan hét Europeesche
Zuidoosten tot de erkenning gekomen,
dat de ware belangen van dit gebied
slechts door diegenen begrepen en behar
tigd kunnen worden, die zooals de spil
rnogendheden zich met hen verbonden
gevoelen in een natuurlijke lotsgemeen
schap. Thans zijn door het gewicht der
feiten eindelijk die mogendheden uitge
schakeld, die wilden verhinderen, dat de
gezonde krachten der Zuidoost-Europee-
sche volken aan hun eigen belangen
dienstbaar gemaakt konden worden, om
dat zjj deze voor alle tijden wenschten te
misbruiken voor de twist in Europa.
Thans willen de volken van het vasteland
hun wederzijdsche verhouding en daardoor
ook hun lot in overleg met de spilrnogend
heden regelen. De macht der spilrnogend
heden is er een garantie voor, dat Enge
land, ook wanneer het nog verder oorlog
wil voeren, niet meer in staat zal zijn.
Europa te verhinderen zijn nieuwe orde
vastbesloten ter hand te nemen.
Bereidt Engeische koninklijke
familie reeds haar vertrek voor?
De Italiaansche Gazzetta del Popoio pu
bliceert een artikel van haar correspondent
te Lissabon, waarin verklaard wordt, dat
de Engeische koninklijke familie reeds voor
bereidingen treft voor haar vertrek naar
Canada.
Deze geruchten, aldus het blad, worden
daardoor bevestigd, dat de inspecteur van
Scotland Yard, F. W. Cameron, de per
soonlijke veiligheidsattaché van den koning,
op doorreis te Lissabon vertoefd heeft. In
specteur Cameron kwam aan met een
Amerikaansch schip, dat 'de laatste repa-
trieerende Amerikaansche staatsburgers
aan boord had. Ook enkele Britsche groot-
industrieelen en bankiers uit de city bevon
den zich aan boord. Cameron zou op het
Britsche gezantschap te Lissabon een per
soonlijk schrijven van koning George aan
den hertog van Windsor hebben afgegeven.
Het blad meldt verder, dat koning George
waarschijnlijk met koningin Elizabeth, de
koningin-moeder en de. hertogen vanKent
en Gloucester den overtocht zal maken met
een Britsch oorlogsschip, dat door lichte
oorlogsvaartuigen geëscorteerd wordt. Vol
gens Amerikaansche berichten zou het ko
ningspaar zijn intrek nemen te Ottawa.
De visschersvloot van Oostende.
WEGGEHAALD DOOR FRANKRIJK EN
ENGELAND.
Een zeer groot deel van de te Oost
ende thuishoorende visschersvloot, bene
vens eenige vaartuigen der Belgische
marine, die in Oostende lagen, zijn door
Frankrijk en Engeland, weggehaald, meldt
het D.N.B. Verscheidene schepen werden
naar Fransche havens aan den Atlanti-
schen Oceaan gebracht. Het grootste
deel der treilers echter, benevens twee
patrouillebooten en twee motortorpedo-
booten zijn wederrechtelijk naar Dart
mouth gebracht. Vluchtelingen, die aan
boord waren gegaan, werden van de
schepen verdreven. Vele van deze in be
slag genomen schepen zijn in strijd
met alle .overeenkomsten gebruikt als
troepentransportschepen tusschen Frank
rijk en Engeland.
Bn'fsche schepen en militaire
doelen getroffen.
HET DUITSCHE LEGERBERICHT.
Het opperbevel van de Duitsche weer
macht maakte gisteravond bekend
Bij een aanval op de Engeische zuidkust
heeft een van onze motortorpedobooten, ten
zuiden van Portland, met een torpedo een
gewapend vijandelijk koopvaardijschip van
18.000 br. r. t. tot zinken gebracht.
Duitsche gevechtsvliegtuigen hebben on
danks den slechten weerstoestand het Brit
sche scheepvaartverkeer in het Kanaal en
aan de kust van Oost-Engeland aangeval
len, evenals industrie-installaties in Zuid-
Oost-Engeland en Schotland.
Naar reeds bekend gemaakt is daarbij
een convooi van 5 koopvaardijschepen met
een totalen inhoud van 17.000 br. r. t. ver
nietigd. Bovendien kregen nog 3 verdere
koopvaardijschepen zoo zware bomtreffers,
dat zij wel als verloren kunnen worden be
schouwd. Aangevallen werden verder o.rn.
de vliegtuigfabrieken van Vickers bij Wey-
brldge, waar op het fabrieksvliegveld 4=
vijandelijke vliegtuigen op den grond ver
nield werden, verder industrie-installaties
bij Creat Yarmouth en bij Glasgow.
Bij den aanval op de Britsche convooien
kwam het op verschillende plaatsen tot
hevige luchtgevechten tusschen onze en
Britsche jachtvliegtuigen, in den loop waar
van 6 vijandelijke vliegtuigen werden neer
geschoten.
In den nacht van 24 op 25 Juli hebben
vijandelijke vliegtuigen wederom vluchten
gemaakt naar Noord-Duitschland. Schade
werd door bomaanvallen niet aangericht.
De totale verliezen van den tegenstander
bedroegen Woensdag 10 vliegtuigen, 6 daar
van werden bij luchtgevechten, 4 op den
beganen grond vernield. Zes eigen vliegtui
gen worden vermist.
Beperking van het
vlees chgebruik in Italië.
In Italië wordt van Augustus af ook
de Dinsdag tot vleeschlooze dag. Boven
dien wordt de hoeveelheid brood, die aan
gasten in restaurants en kleinere eetgele-
genheden mag worden voorgezet, bepaald
op 150 gram per maaltijd, teneinde ver
spilling van brood te voorkomen.
Voor vuil, vet, smeer en zooveel meer. - 25 cent. Bij drogisten.
51)
CECIL FREEMAN CREGG.
„Ha Tommy. Je hebt den advocaat
zeker gesproken en je hart eens uitge
stort. En wat is het resultaat?"
„IkIk heb niets te zeggen, meneer."
„Wat? Hebben ze je gezegd je mond
te houden?" vroeg Higgins met prach
tige verbazing in zijn stem.
„Ja, meneer."
„Wie heb je gesproken?"
„Mr. William Succour, meneer. Een nian
van uw leeftijd. Hg was erg beslist. Hjj
zei me, dat ik geen letter van hetgeen ik
hem vertelde aan u moest loslaten. En
de dingen, die hij over jullie politie
mannen zeiTommy grinnikte van
plezier.
„Hè? Wat voor 'ingen?"
„Jee. Ik zal het niet graag oververtel
len, meneer."
„H'm."
De volgende maal, dat h\j Bill Succour
zag, besloot Higgins hem eens een paar
ongezouten waarheden te vertellen over
advocaten in het algemeen en over den
jongsten firmant van de firma Succour
Zoon in het bijzonder.
„Wel, het spijt me Tommy, maar we
zullen je een paar dagen moeten vast
houden."
„Gearresteerd, meneer
„Jaje weetehdat je geen
revolver mag dragen zonder wapen
vergunning."
Het jachtgeweer door inspecteur Hig
gins achter de plint in het huis aan de
Horton Road 79 gevonden, was terdege
door den wapenexpert van Scotland Yard
onderzocht. Hoewel het met de uiterste
nauwgezetheid onder de loupe was ge-
i, was er geen vingerafdruk op te
bespeuren geweest. De loop was na het
laatste schot niet meer schoongemaakt en
de kogel, welke op het lijk van den man
op de bu.'. was gevonden, paste in het
geweer. De naam van den fabrikant en
het serienummer waren zorgvuldig ver
wijderd waarschijnlijk langs chemi-
schen weg maar de fabrikant was de
Eureka Gun Manufacturing Corporation,
De directeur van deze firma was de be
lichaming van hoffelijkheid en gaf de
politie alle assistentie. Het geweer was
een van de laatste modellen van de firma
en dergelijke wapenen waren aan honder
den firma's gezonden, meest in commissie.
Hoofdzakelijk deden zij echter direct
zaken met schietbanen en clubs, hoewel
en daarvoor was de politie dankbaar
geen enkele club nog dit model ontvan
gen had.
Wat de in commissie gezonden wapenen
betróf, het model was nog maar zoo kort
uit, dat er nog geen enkele afrekening
betreffende eventueelen verkoop was
binnengekomen, zoodat overal ter plaatse
zou moeten worden geïnformeerd of zij
reeds geweren van dit model verkocht
hadden.
Meer dan tachtig firma's bleken er nog
geen verkocht te hebben en van de
resteerende twintig hadden er vijftien elk
eei verkocht, terw.jl de laatste vijf geen
telefoon hadden. Deze vijftien verkoopen
moesten worden nagegaan en zoodra de
namen en adressen der koopers verstrekt
werden, was het eenvoudig genoeg
verdere inlichtingen in te winnen. Op
deze wijze werden alle vijftien koopers
bezocht, die ieder hun wapen konden
toonen, en het toonen van het wapen was
al alibi genoeg.
De resteei-ende vjjf win'1 els, die zoo an
tiek waren, dat zij geen telefoon bezaten,
vroegen om een persoonlijk bezoek en in
specteur Higgins besloot die zelf ter hand
te nemen.
Drie waren er in Londen en twee in de
provincie. De twee laatste werden aan
geschreven, terwijl de drie in Londen be
trekkelijk dicht bij elkaar woonden. In
specteur Higgins ging op wég naar de
eerste van zijn lijstje, J. Liount Co.,
wapenhandel. Het Co" was blijkbaar
maar voor het decorum, want de eigenaar
was de heer Blount zelf en hij begroette
den inspecteur opgewekt.
„Neen, mijnheer. Wij hebben er nog
geen enkele verkocht, heewel ze mij ver
teld hebbèn, dat het een buitengewoon
goed geweer moet zijn. Erg accuraat en
zoo."
„Inderdaad, en wie vertelde u dat?"
vroeg Higgins rustig, terwijl hij den heer
Blount onverschillig aankeek.
„Eheigenlijk weet ik het van de
fabrikanten zelf". Blount lachte harte
lijk. „U moet maar niet te veel aandacht
schenken aan mijn toonbankpraatjes, in
specteur."
Higgins raadpleegde een lijst en vroeg
of hij de in voorraad zijnde geweren van
dat model mocht zien.
i,Zeker, mijnheer". Blount begaf zich
naar een rek en wenkte met de hand.
„Daar staan ze, vier op een rij".
„O ja, dank u wel. Ik moet nu gaan".
Een beetje teleurgesteld verliet Higgins
den winkel, want volgens de hem door
de fabriek verstrekte lijst, moesten er vier
stuks van dat model aan de firma Blount
Co. zijn geleverd.
De volgende op de lijst was de heer
Tyndall, wapensmid en patronenfabrikant
in Shoreditch. Geen Co." ditmaal.
De winkel was vuil en stoffig, hoewel
de letters op het raam tamelijk nieuw
schenen. Langs de muren bevonden zich
rekken waarin geweren van allerhande
modellen stonden, terwijl de toonbank
niet anders was dan een lage glazen kast,
welke alle mogelijke lederen uitrustingen
bevatte. Riemen, koffers en zelfs para-
pluies lagen daar tentoongesteld en het
was duidelijk, dat het vencoopen van ge
weren geenszins de eenige bron van in
komsten was van den eigenaar.
Achter de glazen kast, die als toonbank
dienst deed, stond een luguber individu
van een jaar of veertig. Hij was van
middelbare grootte en droeg een akelig
afhangende snor. Zijn houding was
moedeloos en somber. Toch leefde hij
zichtbaar op ,bij het binnenkomen van
den inspecteur.
„Goeden middag, mijnheer. En wat mag
ik het genoegen hebben u te laten zien?"
Er lag een noot van verwachting in de
stem van den man.
„Wel, ik ben eigenlijk niet gekomen om
iets te koopen", begon Higgins, en bij die
woorden versomberde het gelaat van den
man weer.
„O hemel!" zei hij vermoeid. „Niemand
schijnt dat in dezen akeligen winkel ooit
te doen. Ik word er ziek van. Ik ben hier
mee opgelicht".
Terwijl hij van het hem aangedane on
recht in deze vertelde, klaarde het gelaat
van den man weer eenigszins op en ge
deeltelijk uit medelijden en gedeeltelijk
ook in de hoop, dat hij iets zou vernemen
indien hij den man liet praten, deed Hig
gins geen poging den woordenvloed te
stuiten, noch om ter zake te komen.
„Ik heb mijn heele leven hard gewerkt
en toen heb ik deze zaak gekocht. Nu
heb ik nog maar nauwelijks drie honderd
pond over. Ilc verkoop den boel en ga
het land uit. Weet u wel, dat ik de heele
week nog maar één halshand heb ver
kocht? En daarop heb ik twee pence ver
diend!"Met duidelijk zichtbare in
spanning hield de man zich verder in,
terwijl hij den inspecteur flauwtjes toe
lachte.
„Neem me niet kwalijk, mijnheer, dat
ik u zoo met mijn moeilijltheden lastig
val. Wat is er eigenlijk van uw dienst?"
„Het gaat over een geweer, een nieuw
model van de Eureka Sport Gun Fabriek,
dat hier gekocht kan zijn."
„Er is toch niets verkeerds mee, hoop
ik. Ik kan het geld werkelijk niet terug
geven, U begrijpt
„U hebt dus zoo'n geweer verkocht?"
vroeg de inspecteur haastig.
..Nude man wist blijkbaar niet
wat te zeggen. Ongetwijfeld probeerde hij
er achter te komen, wat de beste politiek
zou zijn. Indien hij het ontkende, kon hem
wel eens een order voor hagel of patronen
ontgaan, terwijl aan den anderen kant,
als er iets met het geweer niet in orde
zou zijn
„Waarom?" vroeg hij voorzichtig.
Inspecteur haalde zijn legitimatiekaart
te voorschijn. De man kwam behoorlijk
onder den indruk.
„Het is een feit, mijnheer, dat ik een
paar weken een van de Eurekageweren
verkocht heb. Het is zoowat de eenige
order boven het pond, velke ik hier ge
boekt heb. Vuile afzetter, die kerel, die me
de zaak verkocht heeft. Niets te doen.
Geen loopGeenwoest brak hri
den zin' af. J
„U het dus zoo'n wapen verkocht, hé?"
Higgins wist zich kalm te houden. „Zoudt
u den man herkennen, denkt u, aan wien
u het hebt verkocht?"
„Denk het niet", antwoordde de man
ontmoedigd en zonder belangstelling. „Mo-
maardt man haalde mis
moedig de schouders op.
„Denk eens goed na, man!" zei inspec-
teru Higgins dringend. „Indien het toch
de eenige verkoop van beteekenis is
„Houd daarover op, inspecteur. Het "is
al pijnlijk genoeg, dat je beduveld bent
zonder dat er nog wat anders achter me
gezocht behoeft te worden."
„Geloof me, mijnheer, dat ik er niet op
uit ben om uw moeilijkheden te vergroo-
ten, maar als verantwoordelijk burger
heeft de politie uw hulp noodig. Nu dan
mijnheer Tyndallik vermoed, dat u
de lieer Tyndall bent?" JWordt vervolgd.)