Provinciale Zeeuwsche Courant Middelburgsche, Vlissmgsehe» Goesche en Breskensche Courant De teerling is geworpen, zegt Berlijn. waarin opgenomen de 183ste JAARGANG NUMMER 168 WOENSDAG 24 JULI 1940 Uitgave der Firma's F. van de Velde Jr. en G. W. den Boer ABONNEMENTSPRIJS 18 cent per week of f2.30 per kwartaal- Franco per post t 2.50 per kwartasl Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIEPRIJS; Van 1-5 regels f1.50, iedere regel meer 30 cent. Bij abonnement speciale prijs Kleine advertenties van 1—5 regels f0.50, iedere regel meer 10 ct. (max. 8 regels). POSTREKENING 359300 (MIDDELBURG). Dit nummer bestaat uit twee bladen SANG ESLO T EN BIJ HET B UB EAU V O O H PUBLIC I.TEITS W AARDE. INGESTE L D D OO R DE V ER E-E NI GIN G „DE N E DE R L A ND SCHE DA GBL ADPE R S" Engeland zal de scherpte der wapenen voelen. Van semi-officieele zijde wordt uit Ber lijn gemeld De teerling is geworpen Aldus luidt de conclusie, welke in Duitsclie politieke krin gen wordt getrokken uit de radiorede, wel ke de Engelscho minister van buitenland- sche zaken gisteren heeft gehouden. Wij zijn, aldus verklaart men in deze kringen, de meening toegedaan, dat deze rede de laatste afwijzing is van de rede vair den 'Führer. De huichelachtige manier waarop liet aanbod van den Führer is bejegend, kan niet meer worden overtroffen. Het ■gefemel, waarmee Lord Halifax poogt het 'Engelsche volk met gebeden te mobilisee- ren is van dien aard, dat wij ons met dis cussies in dien trant niet inlaten. Wij zijn van meening, dat de rede van den Engel- schen minister van buitenlandsche zaken een anderen vorm van handelen noodzake- lijk heeft gemaakt. Indien Lord Halifax niet wil luisteren naar de woorden van den Führer, dat deze niet voornemens is het Britsche wex'eldryk te vernietigen, dan ne men wij er acte van, dat Lord Halifax en allen, in wier nrvam hij spreekt, de mee ting van den Führer niet deelen maar van opvatting zyn, dat het op een vernietiging van het Britsche wereldrijk niet aankomt. De Führer. zoo zegt men hier verder, heeft niet zooals Lord Halifax beweert, gedreigd, maar gevolgtrekkingen gemaakt uit poli tieke feiten en uit een politieke noodzaak. Of het gaat om dreigementen of om zulke •gevolgtrekkingen zal de toekomst leeren. Indien Lord Halifax meent zich te kunnen en te durven verlaten op bepaalde opmer kingen van staatslieden en uit dergelijke opmerkingen meent te kunnen afleiden, dat ook andere landen en werelddeelen de be slissing van Lord Halifax beschouwen als een bewys van historisch doorzicht, dan •blijve deze opvatting voor rekening van de Engelsche politici. De geschiedenis zal aan- loonen, wie gelijk heeft. Zij zal bewijzen, öf het juist was de .beslissing over de En gelsche politiek afhankelijk te maken van verstandelijke «meningsverschillen, van fi losofische stokpaardjes, van religieuze overtuigingen en van wensclien, die zijn ingesponnen in de redevoeringen van an dere staatslieden. Over de duidelijke ver- Waringen en mededeelingen van den Führer wordt van Duitsche zijde niet meer gediscussieerd. Van Duitsche zijde wordt vastgesteld, dat Lord Halifax en daarmee de Engelsche regeering en daarmee ook het Engelsche volk „neen" gezegd hebben. Pp dit „neen" is nog maar één antwoord mogelijk en dit antwoord staat niet op schrift en is geen gesproken woord. Wat de religieuze noot in de rede van den En- gelschen minister van buitenlandsche za ken betreft, herinnert elke zin, dien men in zijn rede leest, door zijn schijnheiligheid of femelary aan de beroemde vergelijking van den duivel met het brevier. Wanneer Lord Halifax het Engelsche volk met den bijbel toewenkt om het te mobiliseeren, staat achter hem de duivel, die dit Engel sche volk en zijn rylt naar een ander doel dan naar den hof van Eden wil leiden. PERSSTEMMEN. De Duitsche avondbladen van gisteren schreven boven hun commentaren op de rede van Halifax koppen als „De beslis sing is gevallen", „Engeland heeft zijn lot gekozen". Zij legden er den nadruk op, dat de verklaringen van den Britschen minister moeten worden beschouwd als een defini tieve afwijzing van het beroep, dat Adolf Hitler op het gezonde verstand heeft ge daan- De „Börsenzeitung" schreef: „Enge land heeft de uitgestoken hand terugge- stooten. Blind en doof voor alle overwe gingen van het verstand ey voor alle ge boden van ware menschelijkheid, drijven de Engelsche machthebbers hun land naar de catastrofe, om het daarna aan anderen over te laten het met hun nalatenschap klaar te spelen. Na datgene, wat de Brit sche minister van buitenlandsche zaken gisteren gezegd heeft, kan Churchill als minister-president zich verdere verklarin gen besparen. Engeland heeft den strijd op leven en dood gekozen. Duitschland neemt daarvan kennis en Duitschland zal de consequenties daaruit trekken". Het „Hamburger Fremdenblatt"„Door het besluit, dat het Britsche kabinet heeft genomen, is snel een einde gekomen aan het tijdperk van het verstand, dat de Führer hoopte nog eens tot gelding te kunnen brengen. Thans zullen de wapenen spreken. Hun scherpte zal het Britsche Rijk tot verbazing brengen. Het tijdstip daaz-voor zal alleen de Führer bepalen. En geland hoopt nu de geheele wereld den vrede te onthouden, doordat het in weerwil van den Duitschen oproep tot vrede een tegenstand biedt, die niet meer op mili taire doelwitten gei-icht kan zijn, Het is immers de Bfitsche eilanden onmogelijk geworden eenigen invloed op het Euro- peesche vasteland te doen gelden. Alleen het ooi-logszuchtige universalisme van Groot-Brittannië, dat altijd in de geschie denis bereid is geweest den vrede van alle volken aan zijn eigen belangen op te offe ren, heeft kunnen besluiten tot deze daad van een Herostratos". De bewering, dat een overwinning van Hitier het einde zou beteekenen van alle dingen, die het leven zijn waarde geven, wordt door de Duitsche bladen afgewezen als een brutaal vex'zinsel, dat slechts pro paganda ten doel heeft. Zij verklaren met nadruk, dat hier ten hoogste spi'ake kan zijn van voorrechten der Engelsche heerschende klassen. Deze dingen zyn bekend uit de levensopvatting dei1' Britsche plutoci'atie, aldus merkte de „Deutsche Allgemeine Zeitung" op. Daar toe behooren ook de x'enpaarden, die in Canada in veiligheid gebracht zijn, terwyl Voor de-kinderen der armen geen scheeps- l-uimte beschikbaar gesteld kon worden. Duitschland strijdt voor een sociale staat en een sociale orde van Eui-opa, waarin het bezit van de dingen, die het leven zijn waarde geven, niet het monopolie van een enkele klasse of een enkel volk is. In dit verband schreef de „Lokal An- zeiger": „De volken van Europa zullen alle gemeenschappelijk en vrij samenwer ken tot heil van het geheel. Dat zal de orde zyn, die Duitschland instelt. Het is de politiek van Engeland geweest de volken van Europa tegen elkaar op te zetten. Dat zal voorbij zijn, Loi-d Halifax. En gij zult ook geen uitval in uw „vesting" meer be leven. De volken zullen ten uiterste ont goocheld zijn over Engeland, wanneer dat werkelijk de vuurproef van een harden oorlog moet doormaken". Italiaansche persstemmen. De Italiaansche bladen wijzen nogmaals o. het feit, dat Engeland bij monde van lord Halifax het laatste beroep van den Führer op het gezonde verstand definitief heeft afgewezen. De „Messaggero" wijst er op, dat nog nimmer een politieke domheid van zulk een omvang is vertoond als in hetgeen de Engelsche minister van buiten landsche zaken heeft gezegd. Deze dom heid is, tezamen met de Engelsche schijn heiligheid, leugenachtigheid, eerloosheid en roofzucht de ware „vijfde colonne" van Groot-Brittannië. De „Popoio d'Italia" schrijft: Na een groot aantal Engelsche fouten is thans het laatste bedrijf be gonnen. Het lot, dat zal leiden tot de in eenstorting van het rijk, ligt in handen van een kleine kaste, wier belangen geen enkel punt van overeenstemming hebben met de belangen van het volk. Niet de Engelsche volkswil, maar de wil van een ouden pruikendrager geven hier den door slag. De „Gazeta del Popoio" verklaart: Wat men gisteren nog meende te moeten be schouwen als domheid, blindheid en doof heid, ontpopt zich nu als een doodgewone misdaad. De misdadigers, die hieraan schuldig zijn, laten een volk ombrengen en een rijk verwoesten, alleen om de eigen brandkast te kunnen redden. Nachtelijke bomaanvallen op Nederland. VERSCHEIDENE DOODEN. In den afgeloopen naclit is tijdens een bomaanval door Engelsche vliegers te Groet in de omgeving van Bergen nabij een noodslachtplaats een bom neergeko men in een zomerhuis, waar de familie L. haar vacantie doorbracht. De 59-jarige heer des huizes en een 25-jarige dochter werden gedood, terwijl twee liuisgenooten ernstig en een licht werd gewond. Ook Amersfoort gebombardeerd. Bij een door het nachtelijk duister be gunstigden aanval van Engelsche vliegers heeft ook een dichtbevolkte woonwijk van Amersfoort het moeten ontgelden. Een woniwg werd door een voltreffer getrof- fen. Hierbij werden vijf personen gedood. Zij allen behoorden tot het gezin van den sigarenmaker E. J. D. Verder werd de leerlingmachinist der Nederlandsche Spoorwegen M., die zich naar zijn woning begaf, door een granaatscherf getroffen en gedood. Het aantal gewonden is zeer groot. In andere straten is een aantal wo ningen door brandbommen getroffen, ver schillende huizen zijn vernield. Van talrijke woningen zijn de ruiten gesprongen en dakpannen van de daken gerukt. In verschillende straten is een groote ravage aangericht. ROTTEDAMSCHE KINDEREN NAAR FRIESLAND. Gistermiddag zijn in Friesland ongeveer 400 kinderen uit Rotterdam en Dordrecht aangekomen, die vier weken bij pleeg ouders in eenige dorpen in die provincie zullen worden ondergebracht. Dit was liet eerste kindertransport uit Rotterdam naar Friesland. Het ligt in de bedoeling, dat nog eenige zullen volgen. Het koren is rijp. De oogst voor het dagelijksch brood is in vollen gang De Nederlandsche Unie. Een oproep aan het Nederlandsche volk. De reeds bij name bekende „Neder- lanösche Unie", vertegenwoordigd door een driemanschap bijstaande uit de heeren mr. L. Einthoven, rir. J. Linthorst Ho- man en prof. dr. J "3. de Quay heeft zich thans met den volgenden oproep tot het Nederlandsche volk gewend: Landgenooten, Uit den nood - der tyden is een nieuwe taak geboren. Wij noodigen U uit, met ons deze taak op te nemen. Wij roepen U op, met eigen kracht en overeenkomstig onzen eigen Nederland- schen aard, gezamenlijk door kordaten arbeid naar een nieuwe Nederlandsche saamhoorigheid te streven. Allereerst is noodig: Erkenning van de gewijzigde verhou dingen. Nationale samenwerking op den al- lerbreedsten grondslag. Harmonische economische opbouw, met samenbinding van alle arbeidskrachten in ons volk. Sociale rechtvaardigheid opdat er kome werk voor allen en arbeidsvreugde voor allen, voor jong en oud, voor den sterke en den zwakke. Bezieling van de jeugd in vader landschen zin. Dit willen wij verwezenlijken op Neder landsche wijze, eerbiedigende de traditi- oneele geestelijke vrijheid en verdraag zaamheid. Wij willen ons werk verrichten in con- tacht met de Nederlandsche autoriteiten en met de bezettingsautoriteiten. Nederlanders Geeft aan ons streven Uw aller krach ten. Wie zich afzijdig houdt schaadt de Ne derlandsche zaak. Sluit U aan L. Einthoven. J. Linthorst Homan. J. E. de Quay. Het voorloopige adres van de Neder landsche Unie is: Alexanderstraat 20, 's- Gravenhage. G 3 Naar aanleiding van dezen oproep heeft het A.N.P. zich t^t den heer Linthorst.Ho- man gewend en nog de volgende bijzon derheden vernomen. De Nederlandsche Unie wil een zelfstan dige beweging zijn, die uit eigen kracht en .op eigen gezag haar actie zal voeren. Of schoon de onderteekenaars door van aller lei kanten ontvangen sympathie-betuigin gen de zekerheid hebben gekregen, dat zij op den steun van personen, uit verschil lende kampen afkomstig, zullen kunnen rekenen, zullen zij zelfstandig, zonder eenig mandaat, een nieuwen weg inslaan. Zy zullen daarbij gaarne, contact opne men met anderen, die eveneens bezig zijn met pogingen tot nationale concentratie. Het driemanschap zal worden bijge staan door een raad van bijstand, waarin belangrijke personen, deskundig op eco nomisch en sociaal gebied, zitting zullen NOODLOTTIGE VAL. Gisteren is de 42-jarige A. van der H. uit Amersfoort, die per fiets van de werkver schaffing naar den trein reed om naar zijn woonplaats terug te keeren, gevallen. De man bekwam een ernstige hoofdwonde. In het St. Elisabethgasthuis te Amersfoort is hij vanochtend overleden. De onbekende soldaat Op den Grebbeberg. De heer C-. Redert heeft in het „Kerk blad van de Geref. Kerken in Hersteld Verband" de volgende beschrijving van een bezoek aan den Grebbeberg gegeven: „Toen ik in Rhenen aankwam en een voorbijganger vroeg waar ik heen moest om de oorlogsgraven te zien. antwoordde hij: „Dan moet u den berg op". Ik ben den Grebbeberg opgegaan en sta nu bij de oorlogsgraven. Oorlogsgraven Wy kenden ze niet. Wij hadden er wel eens foto's van gezien uit andere landen, maar dit alles lag zoo ver van ons af. Het was zco onwerkelijk voor ons. De „eeuwige vlam", die in andere lan den brandt bij het graf van den onbeken den soldaat was ons vreemd en haar sym boliek konden wy moeilijk verstaan. Thans kennen wij onze oorlogsgraven, donker en diep. Ik sta hier bij de Grebbe en zie de lange rijen waar onze mannen en jongens begraven zijn. Op elk graf staat een bord je, in den vorm van een kruis, waarop de naam van den gesneuvelde staat ver meld. Soms staat er een geweer, een ba jonet of een helm bij E en herinnering. Er zijn ook graven van Duitsche sol daten. By het graf van een Duitschen officier zie ik tusschen de bloemen een paar klei ne foto's. Wellicht heeft hij deze foto's bij zich gedragen als een herinnering aan huis. Op de eene foto staat een huis, en op de andere een jonge vrouw Ik zie een bont gezelschap van men- schen, die deze graven komen bezoeken. Stil wandelen ze langs de rijen en lezen de namen. Er zijn veel bloemen. Twee mannen zijn bezig ze te verzorgen. Dicht bij me staat een meisje en schreit. Gin der staat een man te turen bij een graf. Hij is bewogen maar beheerscht. Ik lees de namen. Hier liggen onze mannen, onze jongens. Tusschen de bloemen ontdek ik een naamkaartje, waarop wat geschreven staat. Ik lees enkele lieve woorden van een verloofde. Even verder zie ik een ander kaartje en ik lees: „Een laatste groet voor myn lieven jongen. Tot weerziens in den He mel. Je moeder". De zon speelt door de boomen en vlecht lichte plekken over de graven. Ja, er is nog licht. Ik was het byna vergeten. Deze plaats herinnert er ons wel zeer smartelijk aan, dat we op een donkere en zondige wereld leven. Dat kleine kaartje is een lichte plek op eendonker graf. Het spreekt van een hoop, die alle leed verzacht. Het wijst ons heen naar een nieuwen hemel en een nieuwe aarde ja óók een nieuwe aarde waar geen oorlogsgraven meer zullen zijn. Gevallen kameraden. Voor den ingang van het kerkhof stopt een auto. Twee Nederlandsche officieren en een soldaat stappen uit. De soldaat draagt een plant met witte bloemen. Ze loopen langs de graven. Wellicht zoeken ze naar een bekenden naam. Nu hebben ze blijkbaar de rustplaats van hun ka meraad gevonden, want ze blijven staan, en wanneer de soldaat de bloemen ge plant heeft, dan brengt het drietal, stram in de houding, den militairen groet. Het is een plechtigheid, die op de bezoekers een diepen indruk maakt. Ik ga er heen om te zien wie er be graven ligt. Maar er staat geen naam op dit graf. Ik vind alleen deze simpele maar diep ontroerende woorden: „Onbekende soldaat". In dezen onbekende hebben zij al hun gevallen kameraden willen eeren. Er zijn verschillende graven, waarop ik ipilUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM Welke bonnen geldig zijn. I (OM UIT TE KNIPPEN). M Broodbons 71 tot en met 80 (broodbonboekje) geldig van 22 Juli m tot en met 28 Juli a.s. (niet ge- 1 bruikte tot en met 1 Augustus) g M rechtgevende op 2500 gram rogge- brood of 2000 gram ander brood n g Voorts' zyn de niet gebruikte bons g van de serie 61 tot en met 70 nu H nog geldig tot en met 25 Juli. j Bons 67 en 68 (algemeen distri- g s butie-bonboekje)Op eiken bon 2 y2 p ons boter öf margarine öf vet tot n I! en met 28 Juli a.s. |j Bon 80: één kilo suiker tot en g met 25 Juli: daarna bonnummer jj| H nog niet bekend. jp g Bon 85: y2 pond koffie of ons g p thee tot en "met 2 Augustus. p g Bon 90: Vz pond tarwebloem, of g g tarwemeel, of boekweitmeel of rog- p §f gemeel, of roggebloem of zelfrij- g g zend bakmeel, of roggebloem of p g zelfrijzend bakmeel tot en met M 9 Augustus. Op bon 75 kan men g g tot en met 26 Juli een dier pro- g g ducten ook nog bekomen tot een g gewicht van een half pond. g Bon 95: /2 pond x-ijst of rijste- g g meel van 22" Juli tot en met 11 g g Augustus a.s. g j§ Bon 100: Vz pond havermout of g g havervlokken of gort of grutten g g van 22 Juli tot en met 11 Augus- g g tüs. g g Bon 105: 1 ons maizena of gries- g g meel of puddingpoeder van 22 Juli g g tot en met 11 September. (Pudding- g g poeders, die niet vervaardigd zijn g g van of niet hoofdzakelijk bestaan g g uit producten bereid uit granen, g g rijst of tapioca zijn vrij van de dis- g g tributieregeling)g Bon 110: 1 ons macaroni of ver- g p micelli of spaghetti van 22 Juli g g tot en met 11 September. g p Pelroleumzegel Periode 8. Geldig g g voor 2 liter petroleum tot en met g g 11 Augustus (alleen voor diegenen g g die daartoe vergunning hebbenDe g p petroleumzegelperiode4 wordt g g niet geldie verklaard en kan ver- g g nietige! worden. g g Kolen, enz. Tot 30 September kan g g men bij handelaren koopen 20% g g van het verbruik van April 1939 g g tot en met Maart 1940. g lllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllif Enquête oorlogsschade In aansluiting aan de publicaties om trent de registratie voor oorlogsschade en de standplaatsen en rayons der schade- enquéte-commissies in de verschillende provincies kan thans worden medegedeeld, dat de bureaux der schade-enquête-com missies Donderdag 25 Juli door het gehee le land met hun werkzaamheden zullen beginnen. Alleen in de provincies Zeeland en Groningen nemen de werkzaamheden Vrijdag 26 Juli een aanvang, terwyl in Rotterdam, zooals bekend, reeds eenige weken geleden een schade-enquéte-commis- sie aan het werk is gegaan. Alle instanties, byv. gemeentebesturen, welke gegevens omtrent oorlogsgeweld- schade onder haar berustüig hebben, kun nen deze thans in handen van de schade- enquête-commissies stellen. Particulieren kunnen met ingang van de bovengenoemde data zich om inlichtingen inzake oorlogs- geweldschade 'tot de bureaux der schade- enquête-commissies wenden. dit opschrift lees. Ook bij de Duitschers. Wellicht staan hun namen op de lijst der vermisten, en wellicht wordt er nog ge hoopt en uitgeziencn gewacht „Onbekende soldaat." Er ligt een onuitsprekende weemoed over deze graven. Ik tracht me, terwyl ik hier sta, het leed in te denken, dat over de wereld, en ook over ons land, gekomen is. Vlak by zie ik een korenveld. De wind ruischte door de rijpende halmen. Zy hoo- ren het niet meer. Straks komt de oogst, maar zij zullen het oogsten niet meer zien. Het koren wordt gemaaid als het uit geleefd is, als het heelemaal x-ijp is om te worden oinnengehaald. Maar deze jonge mannen zijn plotseling weggéxnxkt uit het leven, terwyl ze nog jong en krachtig waren. Dat is de oogst van den oorlog. Nog even wandel ik langs de rijen. Ik zie menschen komen en' gaan. Stille handen 11jgen bloemen neer. Ik zie een meisje, dat gehurkt by een graf zit, en schreiend den lielnx van een gevallene streelt, en onwillekeurig moet ik denken aan de woorden van den man, die my den weg wees. Hij zei: „U moet den bex-g op". Inderdaad, wij moeten den berg op.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 1