Provinciale Zeeuwsche Courant Middelburgsche, Vlissingsche, Goesche en Breskensche Courant Eén algemeene Nederlandsche Landbouworganisatie gewenscht. Engeland zet den strijd voort. waarin opgenomen de 183ste JAARGANG NUMMER 167 DINSDAG 23 JULI 1940 Uitgave der Firma's F. van de Velde Jr. en G. W. den Boer ABONNEMENTSPRIJS: 18 cent per week of f2.30 per kwartaal. Franco per post f 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 5 cent, ADVERTENTIEPRIJS: Van 1—5 regels f 1.50, iedere regel meer 30 cent. Bij abonnement speciale prijs.. Kleine advertenties van 1—5 regels f0.50, iedere regel meer 10 ct. (max. 8 regels)- POSTREKENING 359300 (MIDDELBURG). Dit nummer bestaat uit twee bladen Het Kon. Ned. Landbouwcomité zal deze kwestie aan de orde stellen. Onder voorzitterschap van den heer H. D. Louwes uit Ulrum werd dezer dagen de gecombineerde vergadering van het be stuur en de eerste afdeeling te 's-Graven- hage gehouden. Omtrent de in deze vergadering gedane mededeelingen of genomen besluiten valt het navolgende te berichten. De organisatie i in Nederland. t den landbouw Aan de hand van een door den voorzitter samengestelde nota, werd uitvoerig van gedachten gewisseld omtrent de toekom stige organisatie van den landbouw in Ne derland. Daarbjj werd in herinnering gebracht, dat het Kon. Ned. Landbouw-comité tot 1920 de eenige algemeene landbouworga nisatie in Nederland is geweest en dat daarna de confessioneele landbouworgani saties zich uit dit allesomvattende verband hebben afgesplitst. Echter is het Kon. Ned. Landbouw-co mité zich steeds blijven beschouwen als de algemeene landbouworganisatie, waarvan alle boeren zonder onderscheid van - ge loofsovertuiging of richting lid kunnen zijn. De sedert opgedane ervaring lieeft het Kon. Ned. Landbouw-comité nog versterkt in de van den beginnen af gekoesterde op vatting, dat de splitsing noch in het belang van den Nederiandschen boerenstand, noch in dat van het Nederlandsche volk als geheel is. De vergadering was dan ook unaniem van oordeel, dat stappen moeten worden gedaan om" zoo spoedig mogelijk het ideaal van één algemeene Nederlandsche land bouworganisatie opnieuw te verwezenlijken. Besloten werd deze aangelegenheid in de eerstvolgende bijeenkomst met de confes sioneele centrale landbouw-organisaties aan de orde te stellen. Aanmoediging verbouw van Vanwege een der aangesloten organisa ties werd de aandacht gevestigd op de propaganda van den landbouwvoorlieh- tingsdienst ten gunste van den verbouw van stoppelgewassen voor gebruik als vee voeder op zuivere akkerbouwbedrijveh. Zoolang echter de akkerbouwers niet weten hoe zij het op deze wijze verbouwde ruw-voeder op loonende wijze kunnen af zetten, mag het resultaat van deze actie niet worden overschat. Besloten werd deze aangelegenheid met den directeur-generaal van den landbouw te bespreken. ONTSLAG AAN LANDARBEIDERS. Van verschillende zijden werd de veror dening inzake het ontslag aan arbeiders ter sprake gebracht. Opgemerkt werd, dat het landbouwbe drijf, da.t naast vaste arbeiders veel los personeel voor seizoenwerkzaamheden in dienst heeft, in tegenstelling tot industriee- le bedrijven, niet licht op groote schaal tot ontslag van arbeiders zal overgaan daar het bedrijf niet plotseling sterk kan wor den ingekrompen of stopgezet. Bemoeilijkt men het ontslag van arbeiders, dan zal de neiging bestaan zich bij het aanstellen van personeel tot het uiterste te beperken. Besloten werd na te gaan of het moge lijk zou zijn, dat de verordening niet op den landbouw van toepassing wordt ver klaard. Hul! spreekt over „vernietiging der internationale moraal". De Inter-Amerikaansche conferentie begonnen. Zooals men weet, worden op gezette tij den conferenties gehouden tusschen de ministers van buitenlandsche zaken der Noord- Midden- en Zuid-Amerikaansche staten, ter bespreking van de belangen van het Amerikaansche werelddeel. Thans is zulk een Inter-Amerikaansche conferen tie in vei'band met den oorlog in Euro pa te Havana op Cuba bijeengekomen. Gister werd het woord gevoerd door den minister van buitenlandsche zaken der Ver. Staten, den heer Huil. Hij verklaarde, dat bepaalde krachten bezig zijn, de „in ternationale moraal" te vernietigen. Ver scheidene naties waren daardoor reeds ge troffen. Haar souvereiniteit was met voe ten getreden. Het zou tragisch zijn, wan neer Amerika onverschillig toezag en zich verbeeldde, dat dit gevaar niet ook naar Amerika zou kunnen komen. Er bestaat gevaar, zeide Huil, dat po gingen worden ondernomen, met alle mid delen eenige der Amerikaansche landen economisch onder contróle te brengen en politiek te doordringen en tusschen Ameri kaansche republieken argwaan en strjjd te zaaien. Dit gevaar dwingt tot gemeen schappelijke beraadslaging over afweer- maatregelen, in de eei'ste plaats op eco nomisch gebied. De oorlog in Europa heeft normale afzetmarkten gesloten, de koop kracht verminderd en in eenige gevallen geleid tot het opslaan van overschotten, waarvan de uitvoer van het allergrootste belang is. Aan den anderen kant zal na afloop van den oorlog in Europa vraag naar goederen en levensmiddelen ontstaan, welke hervatting van het internationale handelsverkeer noodzakelijk zal maken. Helaas ziet men zich voor twee tegenover gestelde handelsmethoden geplaatst: vrij handel tegen reglementeering. De Ameri kaansche landen zouden onder reglemen- téering niet kunnen bloeien. Huil verT klaarde, de noodzakelijkheid in te zien van een overgangsperiode, doch op den langen duur zou slechts vrijhandel kunnen bevre digen. Intusschen dienden de Amerikaan sche landen hun handel onder elkaar uit te breiden en aan te vullen. De regeering der Vereenigdt, Staten, aldus Huil, draagt haar deel bij door deelname aan de In ter-Amerikaansche economische commis sie, aan de Inter-Amerikaansche centrale bank en aan de 'commissie, die tot taak heeft de productie van Zuid-Amerikaansche producten te verbeteren en op te voeren. Om echter de urgente problemen op te lossen, dienen mogelijkheden geschapen te worden voor regelmatigen afzet van overschotproducten en voor de grootst mogelijke vergemakkelijking van den han del tusschen do Amerikaansche naties. De bank voor den buitenlandschen han del te Washington is hierbij reeds be hulpzaam. Thans zal Washington maatre gelen nemen om den omvang en de wijze van deze hulp aan den handel uit te breiden, zoowel financieel alsook waar het ondernemingen op langen termijn be treft. Hierbij hoopt Washington op be grip en medewerking van de zijde der andere twintig republieken. „DUISTERE KRACHTEN". De Amerikaansche minister heeft in zijn rede verder uiteengezet, dat een oplos sing van de Inter-Amerikaansche econo mische problemen niet voldoende was om den vrede en de veiligheid op het Weste lijk halfrond te behoeden. „Duistere krach ten" zijn in Amerika aan het werk om Amerika in het verderf te storten en willig te maken voor buitenlandsche doel einden. Haar einddoel is de poging om, aldus Huil, de Amerikaansche republieken te overheerschen in buitenlandsch belang. Daartegen afweermaatregelen te nemen kan echter geen vreemde staat euvel duiden. Het derde punt is de kwestie van de Europeesche bezittingen in Amerika. Tot dusverre hebben zij geen gevaar voor Ame rika gevormd, maar men mag niet toe laten, dat zij objecten voor ruilingen of strijdgebieden worden. Iedere poging om den status quo te wijzigen, hetzij door af stand of overdracht of vermindering van de tot dusverre bestaande contröle-macht zou voor alle Amerikaansche republieken aanleiding zijn tot ernstige en onmiddel lijke bezorgdheid. De regeering der Ver- eenigde Staten stemt toe in het voorstel van een collectief beschermheerschap voor dergelijke gevallen, zonder dat dit de instelling van speciale belangen üi deze ge bieden met zich mee zou mogen brengen. Zoodra de toestand het zou veroorloven, zouden zij de bezittingen teruggeven of onafhankelijk verklaren ingeval zij in staat zouden zijn tot zelfbestuur. Tenslotte keerde Huil zich tegen „ver draaide voorstellingen", die de laatste weken door verantwoordelijke en onverant woordelijke instanties in omloop gebracht zijn ten aanzien van het doel dezer c.on- ferentie. Men is hier bijeengekomen, zoo verklaarde Huil, om dringende problemen te bespreken. Men wil echter van niemand in de wereld iets. Men is vrij van den geest van vijandschap tegen welke natie ook, maar men kan niet vermijden bewust te worden van de gevaren, waartegen men zich moet verdédigen. Desondanks zoo besloot spr., geef ik niet het geloof aan de menschheid en het geloof, aan den terugkeer van .een vreedzaam wereldver keer op, waaruit Amerika in ieder geval geeü ander land wil uitsluiten. oorlogsgraven in Nederland worden versierd. Met medewerking van de Nederlandsche Sierteelt Centrale is het daartoe gevormde comité met haar werkzaamheden begonnen Geen sprake van onderhandelingen, zegt Halifax. Het D.N.B. meldt uit Londen In een radiorede heeft Lord Halifax het beroep van den Führer op het gezonde verstand als een dreigement bestempeld. Engeland ziet, zoo vervolgde hij, zooals ook Roose velt en Smuts reeds gezegd hadden. Euro pa als „een vrije vereeniging van onafhanke lijke staten". In elk deel van Groot-Brit- tannië heerscht een onwrikbare geest van vastberadenheid. Engeland zal den strijd voortzetten, „ook wanneer het ons alles zou kunnen kosten". Engeland heeft den oorlog nooit gewild. Het wenscht ook niet, dat de oorlog langer dan noodzakelijk voortgezet wordt. Engeland wenscht zijn eigen leven te kunnen leven. „Wij willen een godsdienst en een ver eering van God zooals het ons belieft. Alle volken van het Britsche gemeenebest zullen nooit de nieuwe wereld van Hitier aan vaarden". Na zalvende woorden over „de oneindig groote menschelijke tragedie", die een Duitsche overwinning zou beteekenen, be weerde Halifax, dat de volkeren bidden, dat de Duitsche aanvallen op de verdedi gingswerken van Engeland stranden. „Zij zien reikhalzend uit naar den dag, dat wij een uitval uit onze vesting doen en Hitier slag voor slag teruggeven. Wij zullen hen zeker niet teleurstellen. En dan zal de dag der eindafrekening komen". Vervolgens sprak Halifax over de Ver- eenigde Staten, waarvan hjj beweerde, dat zij voor de Engelsche overwinning even hartstochtelijk bidden. Hij twijfelde er niet aan, dat „de rede van den Koning", toen hij met Kerstmis zeide, dat wij onze hand in de hand Gods willen leggen, tot in hun ziel is doorgedrongen als in de onze". Tenslotte noemde Halifax den Engelschen oorlog een „kruistocht voor het Christen dom". Canada wijst vredesaanbod af. Het D.N.B. meldt uit New York dat de Canadeesche minister-president Mackenzie King, naar uit Ottawa gemeld wordt, Maandag voor het parlement heeft ver klaard, dat Canada het vredesaanbod van den Führer met dezelfde vastbeslotenheid van de hand wijst, als Lord Halifax dit in naam van Engeland heeft gedaan. INSTEMMING DER ENGELSCHE PÉRS. Het D.N.B. meldt uit Londen: De Brit sche bladen juichen de radiorede van Halifax toe. De „Times" verklaart: Groot Britarinië is vastbesloten de beginselen te doen pverwinnen, die het empire dierbaar der zijn dan het leven. Deze beginselen zijn: de vrijheid van het woord, de vrij heid van gedachte, de vrijheid van gods dienst, de vrijheid van de pers, de vrije ontplooiing der individuen en der naties. Het empire en zjjn bondgenooten zullen tot den laatsten man tegen de „ontken ning van een beschaafd bestaan" strijden. EEN „ALLERTREURIGSTE INDRUK" TE ROME. Het D.N.B. meldt uit Rome: De radio rede, welke Halifax gisteren heeft gehou den, heeft in politieke kringen te Rome 'een allertreurigsten indruk gemaakt. Uit deze rede blijkt, zoo zegt men, een bijna angstwekkende onbekwaamheid om het begin van den heropbouw van Europa te begrijpen en een volslagen gebrek aan eerlijken wil om daarmee samen te wer ken. Uit zijn woorden spreekt een ge slacht, dat elk contact met het ÜTeden heeft verloren. Overigens wordt deze rede beschouwd als een laatste, vertwijfelde roep om hulp aan de Vereenigde Staten. De Romeinsche ochtendbladen onthouden aan de rede van Halifax niet hun hoon en hun spot. De „Messaggcro" noemt Ha lifax „een sidderenden held'". De Engel sche minister van buitenlandsche zaken, aldus het blad, heeft gisteren in zijn rede de stelling verkondigd van den verplich ten zelfmoord. De „Popoio di Roma" spreekt van een „middelmatig document van juristerij". „Het Engelsche antwoord". Tal van bomaanvallen op Duitsche steden en dorpen. Het D.N.B. meldt uit Berijjn Uit een zorgvuldige registratie van de vijandelijke luchtbombardementen van den laatsten tijd blijkt, dat de Britsche luchtmacht haar aanvallen op niet-militaire doelen sede-t Vrjjdag, den dag van de rede van den Führer, verveelvoudigd heeft. Groot was het aantal geworpen bommen en daarmede in geen verhouding staand de geringe militaire schade. Het is duidelijk te zien, dat de vijand er op uit is, de Duitsche burgerbevolking te treffen. Tal rijke Duitsche plaatsjes, open steden en dorpen zijn de laatste dagen herhaaldelijk aangevallen. Zoo zijn in den nacht van 20 op 21 Juli bommen geworpen in de bin nenstad van Wismar en eveneens in den daarop volgenden nacht. Daarbij waren 5 dooden en 20 zwaargewonden te betreu ren. De stad Bremen heeft een der laatste nachten krachtige aanvallen op verschei dene woonwijken te verduren gehad. Drie dooden en drie zwaargewonden vielen aan den Britschen aanval ten offer. Vele badplaatsen op de Duitsche Noordzee- eilanden zijn het doelwit van zinnelooze bombardementen geweest. Ook de stad Hamburg is in den nacht van 20 op 21 Juli aangevallen. In woonwijken en dicht bevolkte stadsdeelen kwamen bommen te recht. In het naburige Pinneberg werd het ziekenhuis beschadigd. Ook boven de ste den Paderborn, Hagen en Bochun hebben herhaalde malen vijandelijke vliegers ge vlogen, die meedoogenlooze aanvallen op burgerlijke doelen ondernamen. In Schwe- rin werden vier mannen, drie vrouwen en drie kinderen door Engelsche bommen ger dood. Talrijke gewonden zijn te betreuren. In Wilhelmshaven werden het cremato rium en een lijkenhuis vernield. Het ver dient opmerking, dat de vijandelijke vlie gers, alvorens zij hun bommen wierpen, talrijke lichtfakkels gebruikten, waardoor zij ondubbelzinnig hadden kunnen vast stellen, dat zij geen militaire doelen voor zich hadden. De stad Kassei is in den nacht van 21 op 22 Juli eveneens het doelwit van vijan- Ordening in den automobiel handel. Gisteren is te Haarlem een bespreking gevoerd tusschen de besturen van de* Ne derlandsche vereeniging „De Rijwiel- en Automobielindustrie (afd. automobielen), R.A.I, en van den Bond van Automobiel- handelarën en Garagehouders (B.O.V.A, G.), waarbij de onderhandelingen der laatste jaren volledige overeenstemming is verkregen ten aanzien van de algeheele ordening van den automobielhandel. Er zal een centraal orgaan opgericht worden onder neutrale leiding, waarover binnen kort nadere bijzonderheden zullen worden bekend gemaakt. De dichter H. Marsman overleden. Naar het Vad. meldt is de bekende Ne derlandsche dichter, criticus en prozaïst H, Marsman dezer dagen overleden. EENVOUDIGER MENU'S IN RESTAURANTS ENZ. Naar het Alg. Hbld. verneemt is binnen afzienbaren tijd in hotels, restaurants en pensions een vereenvoudiging van de me nu's te verwachten. Op dit gebied zal het Rijksbureau voor hotel-, café-, restaurant- en pensionbedrijf richtlijnen geven, waar bij het zich door deskundigen zal laten voorlichten. Eenvoudiger menu's bestaan reeds ge- ruimen tijd in Duitschland en zjjn ook in Engeland en Frankrijk ingevoerd. delijke aanvallen geweest. Ook hier werkte de vijand met een aanzienlijk aan tal lichtfakkels. Desondanks kwamen alle bommen, terecht op niet-militaire doelen in de woonwijken en tuinen. O.a. zijn hier wagens van den geneeskundigen dienst ge troffen. Daarenboven werden de Land- kreis Kassei en de naburige gouw Hanno- ver-Zuid door Engelsche bombardementen geteisterd. Op vele plaatsen, en wel kleine boerendorpjes, werden vijandelijke bom men geworpen. Van Duitsche zijde wordt vastgesteld: Nog in den nacht van Vrijdag op Zater dag hebben de Engelschen het grootmoe dige aanbod van den Führer beantwoord, door in nog grooter getale vliegtuigen naar het Duitsche rijksgebied te zenden. Ze hebben nog meer dan voorheen op mis dadige wijze hun bomaanvallen op de burgerbevolking gericht en open steden, boerendorpen, gehuchten, lazaretten en scholen als doelwit gekozen. Deze opzet blijkt hieruit, dat de laatste nachten bij zonder helder waren en den Engelschen vliegers goed zicht boden. Bovendien hebben de Engelschen een groot aantal lichtfakkels uitgeworpen, die hun geen twijfel erover konden laten, dat zij zich hoven open steden, boven woon wijken en dorpen bevonden. Geen enkel noemenswaardig militair doel hebben zji in den loop der laatste nachtelijke vluchten getroffen. Wij zijn er van overtuigd, dat zij hiernaar niet gezocht hebben. Uit den geheelen opzet en de wijze van uitvoering der Britsche luchtaanvallen blijkt, dat Churchill het Duitsche volk wil laten zien, hoe hij - zich het antwoord op de vredesdaad van den Führer denkt. Het is moord op Duitsche vrouwen en kinderen, verwoesting van vreedzame Duitsche ste den en dorpen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 1