REDEVOERING VAN HILTER IN DEN RIJKSDAG. De Führer doet nog eenmaal een beroep op het gezonde verstand van Engeland De Duitsche rijkskanselier Adolf Hitler heeft gisteravond voor den Rijksdag een rede uitgesproken, welke door alle Duit sche zenders en tal van aangesloten zen ders werd uitgezonden. Hitier zeide o.m.: „Te midden van den geweldigen strijd Om de vrijheid en voor de toekomst van hot Duitsche volk heb ik tot deze zit ting bijeen doen roepen. De motieven daar voor liggen in de noodzakelijkheid, dat wij ons eigen volk Inzicht geven in den unie ken historischen aard der gebeurtenissen, welke wjj beleefd hebben, dat w\j verdien den dank brengen aan de soldaten, en in het streven, een poging te doen om nog eens en voor het laatst een beroep op het gezonde verstand te doen. Wie de factoren van dit historische con- flict vergelijkt met omvang, grootte en draagwijdte der militaire gebeurtenissen, zal inzien, dat feiten en offers van dezen strijd in geen verhouding staan tot de beweerde aanleidingen, zij het ook, dat deze aanleidingen zelf slechts voorwend sels voor verborgen bedoelingen waren. Hitier wees vervolgens op de pogingen om een herziening van het verdrag van Versailles tot stand te brengen, langs vreedzamen weg. Alle pogingen bleven echter zonder resultaat. Naast de binnenlandsche verlossing van de Joodsche kapitalistische boeien, van een dunne pluto-democratische laag van uit buiters, heeft de nationaal-socialistische beweging in haar programma, voor de buitenlandsche politiek den wil tot be vrijding van het Rijk uit de boeien van het dictaat van Versailles „verkondigd. De Duitsche eisch tot herziening was een na tuurlijke noodzakelijkheid, iets dat vanzelf spreekt voor het bestaan en de eer van elk groot volk. Door het nageslacht zul len deze eischen eens buitengewoon ge matigd genoemd worden. Al deze eischen moesten in de practijk echter tegen den wil van de Britsch-Fransche machthebbers doorgezet worden. Toen het er echter eindelijk naar uit zag, dat dank zij een ontwakend gezond verstand door internationale samenwerking ook de overblijvende vraagstukken op vreedzame wijze zouden kunnen worden «■eregeld, werd de overeenkomst van Mun- chen van 29 September 1938 door de openbare meening in Londen en Parijs niet alleen niet toegejuicht, maar zelfs ver oordeeld, als een afschuwelijk teeken van zwakheid. De met bloed bevlekte Joodsch- kapitalistische oorlogsophitsers zagen in de mogelijkheid van zulk een vreedzame herziening het verdwijnen van een tast bare aanleiding voor de verwezenlijking hunner waanzinnige plannen. Aan deze misdadige Joodsche figuren was het toe te schrgven, dat de Poolsche staat werd aangezet tot het aannemen van een houding, die in geen proportie stond tot den Duitschen eisch en nog veel minder tot de gevolgen daarvan. Want juist tegenover Polen heeft het nationaal- socialistische Duitsche Rijk een ware zelf overwinning getoond. Na verwezen te hebben naar dc maan denlange en bovenmenschelgke zelfbeheer- sching van Duitschland, ondanks de voort durende moordaanslagen, op volks-Duit- schers, zeide de Führer verder: „NOG OP 2 SEPTEMBER KON DE STRIJD VERMEDEN WORDEN" Nog op 2 September kon de strijd ver meden worden. Mussolini stelde voor, alle vijandelijkheden onmiddellijk te staken en tot vreedzame onderhandelingen over te gaan. Ofschoon Duitschland zijn legers zegevierend zag oprukken, nam ik dit voorstel aan. Doch de Engelsch-Fransche oorlogsophitsers hadden oorlog noodig en geen vrede. De Führer sprak daama over de ver zameling documenten op het station te La Charité aangetroffen, die van unieke his torische beteekenis is. Deze documenten, aldus Hitier, bevat ten de eigenhandige aanteekeningen van de heeren Gamelin, Daladier, Weygand enz. Zij geven opheldering over het drijven van heh, die bij den oorlog en bij de uit breiding van den oorlog belang hebben. Zij toonen aan, hoe voor deze ijskoude politici en militairen alle kleine volken slechts middel tot het doel waren, hoe zij trachtten Finland voor hun belangen te gebinriken, hoe zij besloten hadden, Noor wegen en Zweden tot het tooneel van den oorlog te maken, hoe zij beraamden den Balkan in brand te zetten, om van daar uit honderd divisies als hulptroepen te krijgen. Hoe zij voorbereidingen troffen voor het bombardement van Batoem en Bakoe onder even geraffineerde als ge- wetenlooze uitlegging van de Turksche neutraliteit, die hun niet genegen was, hoe zij Nederland en België steeds vaster in hun netten verstrikten en eindelijk vast legden in bindende stafbesprekingen, en vele andere dingen van dezen aard. HITLER WAARSCHUWDE. Hitier herinnerde aan zgn waarschu wing van 6 October 1939, om den oorlog voort te zetten, waarvan de gevolgen slechts verwoestend konden zijn. De verantwoor delijke elementen in Engeland en Frank rijk hebben in mijn oproep een gevaarlij ken aanval op hun oorlogszaak gespeurd. Zij maakten zich dan ook onmiddellijk op om te verklaren dat iedere gedachte aan een vergelijk kansloos was, ja, als een misdaad beschouwd werd, en dat de strijd moest worden voortgezet in naam van de cultuur, de menschelgkheid, den vooruit gang en de beschaving en ook nog in naam van de heilige religie, dat tot dat doel negers en Boschjesmannen gemobi liseerd moesten worden en dat dan deze vanzelf moest komen. In enkele dagen waren deze ophitsers erin geslaagd mij voor de rest van de wereld eenvoudig als een lafaard voor te stellen. Zoo heeft de groot-kapitalistische kliek van belanghebbenden om voortzet ting van den oorlog geschreeuwd. Die voortzetting is thans begonnen. In den loop van laart kregen wij kennis van BritschFransche plannen tot in menging in het RussischFinsche con flict, niet zoozeer om den Finnen te hel pen als om. Rusland, waarin men een met Duitschland samenwerkende mogendheid zag, schade te berokkenen. Uit dit plan ontwikkelde zich het besluit, zoo mogelijk actief in Finland in te grijpen, om een basis te krijgen voor het uitbreiden van den oorlog over de Oostzee. EEN LANDING IN NOORWEGEN. Een landing in Noorwegen zou door de geallieerden worden ondernomen om in de eerste plaats den ertsspoorweg van Narvik over Zweden naar Lulea in han den te krijgen. Deze beraamde actie ver viel door den Russisch-Finschen vrede. Later werden de voornemens weer ster ker. Engeland en Frankrijk zouden by verrassing een aantal punten van Noor wegen bezetten en om een einde te ma ken aan den steun van het Zweedsche erts aan de Duitsche oorlogsvoering hadden de geallieerden het plan in Zweden binnen te rukken. Dat de termijn tweemaal uitge steld is en dat de achtste April de derde en definitieve termijn was, weten wij echter pas sedert kort en definitief is dat eerst bevestigd na het vinden der pro tocollen van den geallieerden oorlogsraad. Zoodra het gevaar duidelijker werd, gaf ik de Duitsche weermacht de noodige orders. In feite was nu de toestand iets anders, dan hij zich op 9 April aan ons voordeed. Terwijl wij toen geloofden, en kele uren voor de Engelsche bezetting te hebben ingegrepen, weten wij thans, dat de landing der Engelsche troepen reeds voor 8 April vastgesteld was, dat de in scheping der Britsche afdeelingen reeds op 5 en 6 April begonnen was, dat echter op hetzelfde oogenblik bij de Britsche ad miraliteit de eerste berichten over de Duitsche maatregelen en over het uit- loopen der Duitsche vloot binnenkwamen. Naar aanleiding hiervan besloot Chur chill de afdeelingen, die reeds aan boord gegaan waren, weer tf ontschepen, opdat de Britsche vloot eerst de Duitsche sche pen zou kunnen opzoeken en aanvallen. Dit plan mislukte. Zoo landde op 9 April een Duitsche voorhoede in een gebied, dat zich van Oslo tot Narvik uitstrekte. Toen te Londen het bericht hiervan binnenkwam, loerde de eerste lord der admiraliteit reeds sedert vele uren op de successen van zjjn vloot. Deze slag was de vermetelste onderne ming uit de Duitsche krijgsgeschiedenis. Wat onze drie weermachtsonderdeelen in dezen strijd om Noorwegen hebben ge presteerd, verzekert hun de kwalificatie van een allerhoogst soldatendom. Hitier ï-oemde het optreden van de ma rine, luchtmacht, luchtlandingstroepen en de soldaten. De naam Narvik zal in de geschiedenis voor alle tijden een heerlijk getuigenis van den geest der weermacht van het natio naal-socialistische groot-Duitsche rijk zijn. NEDERLAND EN BELGIË. Nog voor de veldtocht in Noorwegen ge ëindigd was, werden de berichten over het Westen steeds dreigender. Terwijl voor het begin van den oorlog voorbereidingen wa ren getroffen om in geval van een onver- mijdelglc conflict met Frankrijk, resp. En geland door de Maginotlinie te breken, kwam reeds in den loop der eerste oor logsmaanden de noodzakelijkheid op, dat men ook een eventueel optreden tegen België, resp. Nederland onder het oog zag. De Führer wees er hier op, dat Duitsch land tegenover Nederland en België slechts de noodige beveiligingstroepen had opgesteld, terwijl in dezen sector een dui delijke ophooping van Fransche formaties, in het bijzonder van bijna alle gepantserde en gemotoriseerde divisies plaats vond. Beslissend echter, aldus vervolgde de Führer, was de volgende constateering terwijl bij een loyale interpretatie der Bel- gisch-Nederlandsche neutraliteit beide landen gedwongen zouden zijn geweest, de sterkste Engelsch-Fransche strijd krachten aan hun grenzen, ook hunner zijds het oog in de eerste plaats op het Westen gevestigd te houden, begonnen zij daar in gelijke mate steeds meer hun troepen te verzwakken om de grenzen tegenover Duitschland te bezetten. Ook de berichten over besprekingen tusschen de generale staven wierpen een eigenaardig licht op de Belgisch-Nederlandsche neu traliteit. Ik behoef er niet op te wijzen, dat deze besprekingen, wanneer zij werkelijk neu traal geweest zouden zijn, met beide par tijen hadden moeten worden gevoerd. Overigens vermeerderden de aanwijzingen voor een optreden der Fransch-Engelsche troepen door Nederland en België tegen het Duitsche industriegebied zich zoo zeer, dat men ook aan onzen kant deze bedrei ging als een zeer ernstig gevaar in het oog moest houden. De geheele Duitsche op- marsch onderging dienovereenkomstig de noodige wijzigingen. De nauwkeurige waarnemingen, die overal gedaan waren, gaven langzamerhand de zekerheid, dat van begin Mei af elk oogenblik een En gelsch-Fransche aanval verwacht kon worden. Op 6 en 7 Mei nam de vrees toe, dat van oogenblik tot oogenblik een bin nenrukken der zoogenaamde geallieerden in Nederland en België tegemoet moest worden gezien. Op 8 Mei gaf ik daarom bevel voor den onverwglden aanval op 10 Mei, des ochtends te 5.35 uur. DE GRONDGEDACHTE DER OPERATIES EN HET WESTEN. De grondgedachte dezer operaties wa3, dat, terwijl men afzag van kleine neven successen, de geheele weermacht, vooral leger en luchtwapen, zoo in den strijd werd gebracht, dat by consequente uitvoering der voorgenomen operaties, de totale ver nietiging der Fransch-Engelsche strijd krachten bereikt moest worden. In afwij king van het plan-von Schliefen van 1914 verplaatste ik het zwaartepunt der opera ties op den linkervleugel van het door- braakfront, maar met schijnbare handha ving van het omgekeerde plan. Deze misleiding is gelukt. Overigens werd de tenuitvoerlegging der operatie in haar geheel vergemakkelijkt door de maatregelen van den tegenstander zelf. Uit de concentratie immers van de geheele Engelsch-Fransche gemotoriseerde strijd macht tegenover België bleek duidelijk, dat het opperbevel der geallieerde legers besloten had, zoo snel mogelijk dit gebied binnen te rukken. Met het vertrouwen, dat wij hadden op de standvastigheid van alle in het vuur gebrachte Duitsche infan- térie-divisies, moest echter een stoot in den rechtervleugel der Fransch-Engelsche gemotoriseerde troepen leiden tot een volledige vernietiging en ontbinding, ja waarschijnlijk tot insluiting dier troepen. Als tweede operatie had ik de beheer- sching van de Seine tot Havre aangege ven, alsmede het verwerven van een basis aan Somme en Aisne voor den derden aan val, die met zeer sterke strijdkrachten over de hoogvlakte van Langres tot de Zwitsersche grens moest leiden. Het be reiken van de kust tot het gebied ten Zui den van Bordeaux was als slot der opera tie vastgesteld. BEVORDERINGEN. Hitier noemde vervolgens een groot aantal legerleiders,, die zich bij de opera ties hebben onderscheiden. En wat het leger en de luchtmacht betreft, zei de rijkskanselier, dat beide de hoogste lof waardig zijn. Ook den organisatoren van het reserveleger en -luchtmacht bracht Hitier dank. Eerst na het einde van den oorlog zal het mogelijk zijn de prestaties van de marine en haar leider in vollen omvang te waardeeren. Hitier noemde ook de talrijke leiders van organisaties van het binnenlandsche front die zich ver dienstelijk maakten. De Führer deed hierop mededeeling van de onderscheidingen, die aan de generaals, die zich het meest verdienstelijk hebben gemaakt, verleend worden. Goering, de organisator van het Duit sche luchtwapen is door den Führer be noemd tot rijksmaarschalk van het groot Duitsche rijk en begiftigd met het grootkruis van het ijzeren kruis. Voor verdiensten om de overwinning van de Duitsche wapens in den strijd voor de vrijheid en de toekomst van het Groot Duitsche rijk werden verder, naar de Führer mededeelde, bevorderd tot gene- raal-veldmaarschalk de opperbevelhebber van het leger, Von Brauchitsch, en de opperbevelhebbers Von Rundstedt, Ritter von Heeb, von Bock, List, von Kluge, von Witzleben en von Reichenau. Voorts wer den verschillende opperbevelhebbers en bevelvoerende generaals tot kolonel-gene raal bevorderd. In het opperbevel van de weermacht heeft de FÏlhrer kolonel-generaal Keitel tot generaal-veldmaarschalk en generaal- majoor Jodl tot generaal der artillerie be vorderd. „Ik kan, zoo ging de Führer voort, de beschouwing over dezen strijd niet be sluiten, zonder hierbij direct onzen bond genoot te gedenken. Het stemt mjj ge lukkig dat ik pe.soonlijk de eer heb de vriend te kunnen zijn van het hoofd van den Italiaanschen staat. Het nut dat de houding van Italië voor het Duitsche rijk opleverde was buitengewoon groot. En het ingrijpen van Italië heeft ertoe bijgedragen dat het besef van de totale nutteloosheid van het bieden van ver deren tegenstand in Frankrijk bespoedigd werd, EEN FRONT VAN DE NOORD KAAP TOT DE SPAANSCHE GRENS. Wanneer ik thans, zoo vervolgde de Führer, over de toekomst spreek, geschiedt dit niet om te pralen. Ik wil zonder eeni- ge overdrijving een beeld geven van den toestand, zooals ik die zie. Het verloop van de achter ons liggende tien maanden van dezen oorlog heeft mijn opvatting in het gelijk gesteld en de meeningen van onze tegenstanders in het ongelijk. Wan neer zoogenaamde Engelsche staatslieden verzekeren, dat hun land uit iedere ne derlaag en iedere mislukking sterker te voorschijn treedt, dan is het zeker geen grootspraak, wanneer ik thans zeg, dat wij uit de successen eveneens sterker te voorschijn zijn gekomen. Wanneer gij bedenkt, dat wij de laatste drie maanden een front gevormd hebben, dat thans van den Noordkaap tot de Spaansche grens reikt, zijn de verliezen, in het bijzonder wanneer zij met die van den wereldoorlog vergeleken worden, buitengewoon gering. De oorzaak hiervan ligt afgezien van de in doorsnee uitstekende leiding in de schitterende tactische opleiding van den soldaat individueel, van de eenheden als mede in de samenwerking der wapens. Niettemin hebben wij natuurlijk voorzorgs maatregelen genomen voor verliezen, wel ke veel grooter zijn. De daardoor uitge spaarde mannen van ons volk zullen ten goede komen aan de voortzetting van den vrijheidsoorlog, welke ons is opgedron gen. Op het oogenblik worden vele onzer divisies lüt Frankrijk teruggetrokken en naar hun vredesstandplaatsen getranspor teerd. Vele mannen kunnen met verlof gaan. Wapens en uitrusting worden weder in orde gebracht of met nieuwer materi aal aangevuld. Over het geheel is de weer macht thans sterker dan ooit tevoren. Ten tweede: de wapens. Het verlies aan wapens in den veldtocht tegen Noorwegen en vooral ook tegen Nederland, België en en Frankrijk, is volkomen onbeteekenend. Het staat in geen verhouding tot de pro ductie. Leger en luchtmacht zgn op het oogenblik, dat ik tot U spreek, ook wat hun uitrusting betreft sterker, dan zij voor het offensief in het Westen waren. ONTZAGGELIJKE VOORRADEN. Ten derde: de munitievoorziening. De munitievoorziening werd op zulk een schaal voorbereid en de aangelegde voor raden zijn zoo groot, dat op vele gebieden thans moet worden overgegaan tot een beperking, resp. omschakeling der pro ductie, daar de ter beschikking staande depóts en opslagruimten, ook bij de groot ste uitbreiding, voor een deel niet meer de sterk toegenomen aanvoeren zouden kun nen bergen. Het munitieverbruik was, evenals in Polen, boVen alle verwachting gering en over het geheel staat het in geen verhouding tot de voorraden. De gezamenlijke voorraden zgn derhalve bij het leger en de luchtmacht op het oogen blik voor alle wapens aanzienlijk grooter dan voor den aanval in het Westen. Ten vierde: voor den oorlog belangrijke grondstoffen. Dank zij het werk van den rijksmaarschalk is de omschakeling van het Duitsche bedrijfsleven tot een autar kisch oorlogsbedrijfsleven reeds in vredes tijd voltrokken. Wij bezitten in de eerste plaats de beide belangrijkste grondstof fen, kolen en ijzer in ik mag wel zeg gen - - onbegrensde mate. Wat de brand- stofvoorzienirfg betreft, de voorraden zijn rijkelijk groot en de capaciteit van onze productie stijgt en zal binnenkort wan neer iedere invoer uitblijft voor onze behoeften volkomen toereikend zijn. Door onze inzamelingen van metaal is reeds aanstonds onze mefaalreserve zoo ver groot, dat wij tegen een oorlog van eiken duur zijn opgewassen en geen enkele ge beurlijkheid behoeven te vreezen. Hierbij komen thans nog de geweldige mogelijk heden, die in het verkrijgen van een on- afzienbaren buit, zoowel als in het ont sluiten van de door ons bezette gebieden liggen. Duitschland en Italië bezitten in de door hen gereguleerde en gecontroleerde economische ruimte rond 200 millioen, menschen, waarvan slechts 130 millioen soldaten opleveren, terwijl meer dan 70 milioen uitsluitend in economisch opzicht werkzaam zijn. DE TIJD GEEN DREIGENDE FACTOR MEER. „Ik kan u thans verzekeren, dat ik, onverschillig wat ook komen kan, tlians in den tgd geen factor meer zie, die ons op de een of andere wjjze bedreigt. Ook de voedselvoorziening is dezen keer, dank zü de tijdig getroffen maatregelen, voor den duur van den oorlog verzekefd. Ten vijfde De houding van het Duit sche volk. Het Duitsche volk is dank zij de nationaal-socialistische opvoeding, niet in dezen oorlog gegaan met de oppervlak kigheid van een hoera-patriotisme, doch met den fanatieken ernst van een ras, dat het lot kent, dat het te wachten staat voor het geval het overwonnen zou wor den. De pogingen van de propaganda on zer vijanden, om deze aaneengesloten heid te verbreken, waren even dom als nutteloos. STAATSHOOFDEN ZONDER TRAAN. Ten zesde Het overige deel van de wereld. De laatste hoop echter schijnt in de oogen der Engelsche politici, behalve op de verbonden, en geallieerde volken bestaande uit een aantal van door hen onderhouden staatshoofden "zonder troon, staatslieden zonder volken en generaals zonder leger, op nieuwe verwikkelingen gevestigd te zijn, die zij hopen te voor schijn te kunnen roepen, dank zij hun in dit opzicht beproefde handigheid. Het ge loof aan een mogelijke nieuwe vervreem ding tusschen Duitschland en Rusland is van deze verwachtingen een werkelijke Ahasverus. De Duitsch-Russische verhou- ding is definitief bepaald. Destijds heb ik Frankrijk en Engeland de hand toegestoken om tot overeenstem ming te komen. Het antwoord, dat ik daarop ontving, zult gij U nog herinneren, Al mijn argumenten over het onzinnige van voortzetting van dezen strijd, over de zekerheid, zelfs in het gunstigste geval geen winst, doch slechts offers te verkrij gen, werden of wel met spot en hoon be antwoord, of wel doodgezwegen. Wat de heeren Churchill en Reynaud met hun adviezen en instructies millioenen menschen aan leed berokkend hebben, kunnen zij noch by hun leven,, noch in het hiernamaals verantwoorden. Dit alles had zooals gezegd niet behoeven te gebeuren. Want ik heb nog in October noch van Frankrijk, noch van Engeland iets anders verlangd dan alleen den vrede. Doch de heeren, belanghebbenden bij de bewapeningsindustrie, wilden de voortzet ting van dezen oorlog tot eiken prijs en zij hebben dezen oorlog thans gekregen. Ik hoor thans uit Londen slechts een schreeuwen het is niet het schreeuwen der massa's, doch der politici dat de strijd moet worden voortgezet. Ik weet niet, of deze politici reeds de juiste voor stelling van de komende voortzetting van dezen strijd hebben. Ik geloof nauwelijks, dat het Engelsche volk naar Canada gaat, doch het zullen toch wel alleen de heeren belanghebbenden bij de bewapeningsindus trie zijn, die zich naar Canada terugtrek ken. Het volk zal, naar ik meen, toch wel in Engeland moeten blijven. En het zal den oorlog in Londen dan ongetwijfeld met andere oogen bezien dan zijn zoogenaamde leiders in Canada. Gelooft mij vrij, ik ge voel een innerlijken afkeer van dit soort gewetenlooze parlementaire volks- en statenvernietigers. HET WAS NIET MIJN OOGMERK OORLOG TE VOEREN. Het doet mij bijna pijn, wanneer het lot mij er toe uitverkoren heeft, datgene te stuiten, wat door deze menschen ten val gebracht wordt, want het was niet mijn oogmerk, oorlog te voeren, doch een nieuwen socialen staat van zeer hooge cul tuur op te bouwen. Elk jaar van dezen oorlog berooft mij van dezen arbeid. En de oorzaken van dezen roof zijn belache lijke nullen, die men hoogstens als poli tieke fabriekswaar der natuur kan betite len. De heer Churchill heeft het zoojuist v. ;er verklaard, dat hg den oorlog wil. Hij is thans ongeveer zes weken geleden be gonnen met den oorlog op het terrein, waar hij schijnbaar gelooft, wel bijzonder sterk te zijn, namelijk den luchtoorlog tegen de burgerbevolking, zij het ook on der het op den voorgrond geschoven motto tegen zoogenaamde oorlogsdoelen. Deze oorlogsdoelen zgn sinds Freiburg open steden, gehuchten en boerendorpen, woon huizen, ziekenhuizen, scholen, kinderbe waarplaatsen en wat er al meer getroffen wordt. Ik heb hierop tot nu toe nauwe lijks laten antwoorden. Doch dit moet nu niet beteekenen, dat dit het eenige ant woord is of zal blijven. Ik ben mg er thans van bewust, dat ons antwoord, dat eens zal komen, onnoemelijk leed en ongeluk over de menschen zal uit storten. Natuurlijk niet over den heer Churchill, want hy zal dan immers onge twijfeld in Canada zitten, daar waar men reeds het vermogen en de kinderen van de voornaamste belanghebbenden bij den oor log heen gebracht heeft. Doch er zal voor millioenen andere men schen veel leed ontstaan. En de heer Churchill zal mij ditmaal wellicht bij wijze van uitzondering willen gelooven, wan neer ik als profeet thans het volgende zeg: Er zal daardoor een groot wereldrijk vernietigd worden. Een wereldrijk, dat ik nooit het voornemen heb gehad te vernietigen o£ ook maar te benadeelen. Alleen ben ik mij er van bewust, dat de voortzetting van dezen strijd slechts zal eindigen met de algelieele vernietiging van der beide strijdenden. De heer Chur chill kan gelooven, dat dit Duitschland is. Ik weet, dat het Engeland zal zijn. lu dit uur voel ik mij verplicht, voor miju geweten nog eenmaal een beroep te doen op het verstand. Ook in Engeland. Ik meen, dit te kunnen doen, omdat ik immers niet als overwonnene iets vraag, doch als overwinnaar een beroep doe op het ge zonde verstand. Ik zie geen reden, die tot voortzetting van dezen strjjd zou kun nen dwingen. Ik betreur de slachtoffers, die hij zal eischen. Ook mijn eigen volle zou ilc ze willen sparen. Ik weet, dat millioenen Duitsche mannen en jongelin gen in vuur geraken bij de gedachte, ein delijk den strgd te kunnen aanbinden met den vijand, die ons zonder eenigen grond voor de tweede maal den oorlog verklaar de. Alleen weet ik, dat ook thuis vele vrouwen en moeders zijn, die ondanks de grootste bereidwilligheid, ook het laat ste te offeren, toch met haar hart aan dit laatste hangen. Do heer Churchill mag nu deze verklaring weer afdoen door te schreeuwen, dat dit slechts het product is van mjjn angst en van mijn twjjfel aan de eindoverwinning. Ik heb dan In elk geval mgn geweten tegenover de komende dingen ontlast. De Führer besloot: terugblikkende op de achter ons liggende tien maanden wor den wij wel alle vermeesterd door de genado van do voorzienigheid, die ons dit groote werk liet gelukken. Zij heeft onze besluiten gezegend en ons op de moei lijke wegen begeleid. Ut zelf ben geroerd door het bewustzijn van het mij door haar toebedeelde lot, mijn volk dc vrijheid en eer hergeven te hebben. De schande, die 22 jaar geleden in het bosch van Com- piègne haar ontstaan vond, is op dezelfde plaats voor altijd teniet gedaan. Ik heb nu vandaag voor de geschiedenis de man nen genoemd, die mg in staat gesteld hebben, het groote werk te volbrengen. Zjj allen hebben gedaan wat zy konden en hun bekwaamheid en vlgt aan het Duit sche volk gevrijd. Ik wil besluiten met al die naamloozen te vermelden, die niet minder hun plicht hebben vervuld, die tot in het milioen- voudige hun lichaam en hun leven op het spel hebben gezet en te allen tijde bereid waren voor hun volk het laatste offer te brengen,, dat een man kan geven. Velen hunner vinden thans een laatste rust plaats naast de graven, waarin reeds hun vaders uit den wereldoorlog rusten. Zy zgn getuigen van een stil heldendom. Zg zijn het symbool voor de honderddui zenden, die in den strijd der Duitsche weermacht opgekomen zijn voor do vrg- heid en de toekomst van ons volk en voor de eeuwige grootheid van het nationaal- socialistische grootduitsche rijk. Kerknieuws ALGEMEENE SYNODE DER NED. HERV. KERK. Se zitting. In de derde zitting van de 125ste verga dering der Algemeene Synode der Ned Herv. Kerk, Vrijdag te Den Haag gehou den, werd de behandeling der financieele aangelegenheden voortgezet. Namens de commissie ad hoe bracht de quaestor-gene raal rapport uit over de voorgestelde kleine toelagen aan gemeenten en personen uit het fonds „noodlgdende kerken en perso nen Een bedrag van 7105 werd daar voor uitgetrokken. Met dank werd het rap port aanvaard. Vervolgens deed dezelfde eenige mededeelingen over zgn arbeid van de laatste weken. Aan het einde van de behandeling der financieele aangelegenhe den gekomen, dankte de president den quaestor-generaal hartelgk voor zgn tegen woordigheid en adviezen en al den arbeid, met zooveel toewijding door hem verricht. De vice-president rapporteerde vervol gens over de registers van den secretaris. In het voorbggegane jaar waren ingekomen rr.? stukken en uitgegaan 2245 stukken. Hg stelde voor aan den oud-secretaris en den tegenwoordigen functionaris dank te brengen voor hun veelomvattenden en nauwkeurigen arbeid. De vergadering ging hiermede accoord. De groslijst voor 2 leden der alg. Syn. commissie met hun secundi werd onge maakt. 16 Na behandeling van verschillende zaken werd de zitting, wegens het houden van een synodus contracta gesloteü en de ver gadering verdaagd tot Zaterdagmorgen tien uur.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 6