REDEVOERING VAN HILTER IN DEN
RIJKSDAG.
De Führer doet nog eenmaal een beroep op het
gezonde verstand van Engeland
De Duitsche rijkskanselier Adolf Hitler
heeft gisteravond voor den Rijksdag een
rede uitgesproken, welke door alle Duit
sche zenders en tal van aangesloten zen
ders werd uitgezonden.
Hitier zeide o.m.:
„Te midden van den geweldigen strijd
Om de vrijheid en voor de toekomst van
hot Duitsche volk heb ik tot deze zit
ting bijeen doen roepen. De motieven daar
voor liggen in de noodzakelijkheid, dat wij
ons eigen volk Inzicht geven in den unie
ken historischen aard der gebeurtenissen,
welke wjj beleefd hebben, dat w\j verdien
den dank brengen aan de soldaten, en
in het streven, een poging te doen om nog
eens en voor het laatst een beroep op het
gezonde verstand te doen.
Wie de factoren van dit historische con-
flict vergelijkt met omvang, grootte en
draagwijdte der militaire gebeurtenissen,
zal inzien, dat feiten en offers van dezen
strijd in geen verhouding staan tot de
beweerde aanleidingen, zij het ook, dat
deze aanleidingen zelf slechts voorwend
sels voor verborgen bedoelingen waren.
Hitier wees vervolgens op de pogingen
om een herziening van het verdrag van
Versailles tot stand te brengen, langs
vreedzamen weg. Alle pogingen bleven
echter zonder resultaat.
Naast de binnenlandsche verlossing van
de Joodsche kapitalistische boeien, van een
dunne pluto-democratische laag van uit
buiters, heeft de nationaal-socialistische
beweging in haar programma, voor de
buitenlandsche politiek den wil tot be
vrijding van het Rijk uit de boeien van
het dictaat van Versailles „verkondigd. De
Duitsche eisch tot herziening was een na
tuurlijke noodzakelijkheid, iets dat vanzelf
spreekt voor het bestaan en de eer van
elk groot volk. Door het nageslacht zul
len deze eischen eens buitengewoon ge
matigd genoemd worden. Al deze eischen
moesten in de practijk echter tegen den wil
van de Britsch-Fransche machthebbers
doorgezet worden.
Toen het er echter eindelijk naar uit
zag, dat dank zij een ontwakend gezond
verstand door internationale samenwerking
ook de overblijvende vraagstukken op
vreedzame wijze zouden kunnen worden
«■eregeld, werd de overeenkomst van Mun-
chen van 29 September 1938 door de
openbare meening in Londen en Parijs niet
alleen niet toegejuicht, maar zelfs ver
oordeeld, als een afschuwelijk teeken van
zwakheid. De met bloed bevlekte Joodsch-
kapitalistische oorlogsophitsers zagen in
de mogelijkheid van zulk een vreedzame
herziening het verdwijnen van een tast
bare aanleiding voor de verwezenlijking
hunner waanzinnige plannen.
Aan deze misdadige Joodsche figuren
was het toe te schrgven, dat de Poolsche
staat werd aangezet tot het aannemen
van een houding, die in geen proportie
stond tot den Duitschen eisch en nog veel
minder tot de gevolgen daarvan. Want
juist tegenover Polen heeft het nationaal-
socialistische Duitsche Rijk een ware zelf
overwinning getoond.
Na verwezen te hebben naar dc maan
denlange en bovenmenschelgke zelfbeheer-
sching van Duitschland, ondanks de voort
durende moordaanslagen, op volks-Duit-
schers, zeide de Führer verder:
„NOG OP 2 SEPTEMBER KON DE
STRIJD VERMEDEN WORDEN"
Nog op 2 September kon de strijd ver
meden worden. Mussolini stelde voor, alle
vijandelijkheden onmiddellijk te staken en
tot vreedzame onderhandelingen over te
gaan. Ofschoon Duitschland zijn legers
zegevierend zag oprukken, nam ik dit
voorstel aan. Doch de Engelsch-Fransche
oorlogsophitsers hadden oorlog noodig en
geen vrede.
De Führer sprak daama over de ver
zameling documenten op het station te La
Charité aangetroffen, die van unieke his
torische beteekenis is.
Deze documenten, aldus Hitier, bevat
ten de eigenhandige aanteekeningen van
de heeren Gamelin, Daladier, Weygand
enz. Zij geven opheldering over het drijven
van heh, die bij den oorlog en bij de uit
breiding van den oorlog belang hebben.
Zij toonen aan, hoe voor deze ijskoude
politici en militairen alle kleine volken
slechts middel tot het doel waren, hoe zij
trachtten Finland voor hun belangen te
gebinriken, hoe zij besloten hadden, Noor
wegen en Zweden tot het tooneel van
den oorlog te maken, hoe zij beraamden
den Balkan in brand te zetten, om van
daar uit honderd divisies als hulptroepen
te krijgen. Hoe zij voorbereidingen troffen
voor het bombardement van Batoem en
Bakoe onder even geraffineerde als ge-
wetenlooze uitlegging van de Turksche
neutraliteit, die hun niet genegen was,
hoe zij Nederland en België steeds vaster
in hun netten verstrikten en eindelijk vast
legden in bindende stafbesprekingen, en
vele andere dingen van dezen aard.
HITLER WAARSCHUWDE.
Hitier herinnerde aan zgn waarschu
wing van 6 October 1939, om den oorlog
voort te zetten, waarvan de gevolgen slechts
verwoestend konden zijn. De verantwoor
delijke elementen in Engeland en Frank
rijk hebben in mijn oproep een gevaarlij
ken aanval op hun oorlogszaak gespeurd.
Zij maakten zich dan ook onmiddellijk op
om te verklaren dat iedere gedachte aan
een vergelijk kansloos was, ja, als een
misdaad beschouwd werd, en dat de strijd
moest worden voortgezet in naam van de
cultuur, de menschelgkheid, den vooruit
gang en de beschaving en ook nog in
naam van de heilige religie, dat tot dat
doel negers en Boschjesmannen gemobi
liseerd moesten worden en dat dan deze
vanzelf moest komen.
In enkele dagen waren deze ophitsers
erin geslaagd mij voor de rest van de
wereld eenvoudig als een lafaard voor te
stellen. Zoo heeft de groot-kapitalistische
kliek van belanghebbenden om voortzet
ting van den oorlog geschreeuwd.
Die voortzetting is thans begonnen. In
den loop van laart kregen wij kennis
van BritschFransche plannen tot in
menging in het RussischFinsche con
flict, niet zoozeer om den Finnen te hel
pen als om. Rusland, waarin men een met
Duitschland samenwerkende mogendheid
zag, schade te berokkenen. Uit dit plan
ontwikkelde zich het besluit, zoo mogelijk
actief in Finland in te grijpen, om een
basis te krijgen voor het uitbreiden van
den oorlog over de Oostzee.
EEN LANDING IN NOORWEGEN.
Een landing in Noorwegen zou door de
geallieerden worden ondernomen om in
de eerste plaats den ertsspoorweg van
Narvik over Zweden naar Lulea in han
den te krijgen. Deze beraamde actie ver
viel door den Russisch-Finschen vrede.
Later werden de voornemens weer ster
ker. Engeland en Frankrijk zouden by
verrassing een aantal punten van Noor
wegen bezetten en om een einde te ma
ken aan den steun van het Zweedsche erts
aan de Duitsche oorlogsvoering hadden de
geallieerden het plan in Zweden binnen
te rukken. Dat de termijn tweemaal uitge
steld is en dat de achtste April de derde
en definitieve termijn was, weten wij
echter pas sedert kort en definitief is
dat eerst bevestigd na het vinden der pro
tocollen van den geallieerden oorlogsraad.
Zoodra het gevaar duidelijker werd, gaf
ik de Duitsche weermacht de noodige
orders. In feite was nu de toestand iets
anders, dan hij zich op 9 April aan ons
voordeed. Terwijl wij toen geloofden, en
kele uren voor de Engelsche bezetting te
hebben ingegrepen, weten wij thans, dat
de landing der Engelsche troepen reeds
voor 8 April vastgesteld was, dat de in
scheping der Britsche afdeelingen reeds
op 5 en 6 April begonnen was, dat echter
op hetzelfde oogenblik bij de Britsche ad
miraliteit de eerste berichten over de
Duitsche maatregelen en over het uit-
loopen der Duitsche vloot binnenkwamen.
Naar aanleiding hiervan besloot Chur
chill de afdeelingen, die reeds aan boord
gegaan waren, weer tf ontschepen, opdat
de Britsche vloot eerst de Duitsche sche
pen zou kunnen opzoeken en aanvallen.
Dit plan mislukte.
Zoo landde op 9 April een Duitsche
voorhoede in een gebied, dat zich van
Oslo tot Narvik uitstrekte. Toen te Londen
het bericht hiervan binnenkwam, loerde
de eerste lord der admiraliteit reeds sedert
vele uren op de successen van zjjn vloot.
Deze slag was de vermetelste onderne
ming uit de Duitsche krijgsgeschiedenis.
Wat onze drie weermachtsonderdeelen
in dezen strijd om Noorwegen hebben ge
presteerd, verzekert hun de kwalificatie
van een allerhoogst soldatendom.
Hitier ï-oemde het optreden van de ma
rine, luchtmacht, luchtlandingstroepen en
de soldaten.
De naam Narvik zal in de geschiedenis
voor alle tijden een heerlijk getuigenis van
den geest der weermacht van het natio
naal-socialistische groot-Duitsche rijk zijn.
NEDERLAND EN BELGIË.
Nog voor de veldtocht in Noorwegen ge
ëindigd was, werden de berichten over het
Westen steeds dreigender. Terwijl voor het
begin van den oorlog voorbereidingen wa
ren getroffen om in geval van een onver-
mijdelglc conflict met Frankrijk, resp. En
geland door de Maginotlinie te breken,
kwam reeds in den loop der eerste oor
logsmaanden de noodzakelijkheid op, dat
men ook een eventueel optreden tegen
België, resp. Nederland onder het oog zag.
De Führer wees er hier op, dat Duitsch
land tegenover Nederland en België
slechts de noodige beveiligingstroepen had
opgesteld, terwijl in dezen sector een dui
delijke ophooping van Fransche formaties,
in het bijzonder van bijna alle gepantserde
en gemotoriseerde divisies plaats vond.
Beslissend echter, aldus vervolgde de
Führer, was de volgende constateering
terwijl bij een loyale interpretatie der Bel-
gisch-Nederlandsche neutraliteit beide
landen gedwongen zouden zijn geweest,
de sterkste Engelsch-Fransche strijd
krachten aan hun grenzen, ook hunner
zijds het oog in de eerste plaats op het
Westen gevestigd te houden, begonnen zij
daar in gelijke mate steeds meer hun
troepen te verzwakken om de grenzen
tegenover Duitschland te bezetten. Ook de
berichten over besprekingen tusschen de
generale staven wierpen een eigenaardig
licht op de Belgisch-Nederlandsche neu
traliteit.
Ik behoef er niet op te wijzen, dat deze
besprekingen, wanneer zij werkelijk neu
traal geweest zouden zijn, met beide par
tijen hadden moeten worden gevoerd.
Overigens vermeerderden de aanwijzingen
voor een optreden der Fransch-Engelsche
troepen door Nederland en België tegen
het Duitsche industriegebied zich zoo zeer,
dat men ook aan onzen kant deze bedrei
ging als een zeer ernstig gevaar in het oog
moest houden. De geheele Duitsche op-
marsch onderging dienovereenkomstig de
noodige wijzigingen. De nauwkeurige
waarnemingen, die overal gedaan waren,
gaven langzamerhand de zekerheid, dat
van begin Mei af elk oogenblik een En
gelsch-Fransche aanval verwacht kon
worden. Op 6 en 7 Mei nam de vrees toe,
dat van oogenblik tot oogenblik een bin
nenrukken der zoogenaamde geallieerden
in Nederland en België tegemoet moest
worden gezien. Op 8 Mei gaf ik daarom
bevel voor den onverwglden aanval op 10
Mei, des ochtends te 5.35 uur.
DE GRONDGEDACHTE DER
OPERATIES EN HET WESTEN.
De grondgedachte dezer operaties wa3,
dat, terwijl men afzag van kleine neven
successen, de geheele weermacht, vooral
leger en luchtwapen, zoo in den strijd werd
gebracht, dat by consequente uitvoering
der voorgenomen operaties, de totale ver
nietiging der Fransch-Engelsche strijd
krachten bereikt moest worden. In afwij
king van het plan-von Schliefen van 1914
verplaatste ik het zwaartepunt der opera
ties op den linkervleugel van het door-
braakfront, maar met schijnbare handha
ving van het omgekeerde plan.
Deze misleiding is gelukt. Overigens
werd de tenuitvoerlegging der operatie in
haar geheel vergemakkelijkt door de
maatregelen van den tegenstander zelf.
Uit de concentratie immers van de geheele
Engelsch-Fransche gemotoriseerde strijd
macht tegenover België bleek duidelijk,
dat het opperbevel der geallieerde legers
besloten had, zoo snel mogelijk dit gebied
binnen te rukken. Met het vertrouwen,
dat wij hadden op de standvastigheid van
alle in het vuur gebrachte Duitsche infan-
térie-divisies, moest echter een stoot in
den rechtervleugel der Fransch-Engelsche
gemotoriseerde troepen leiden tot een
volledige vernietiging en ontbinding, ja
waarschijnlijk tot insluiting dier troepen.
Als tweede operatie had ik de beheer-
sching van de Seine tot Havre aangege
ven, alsmede het verwerven van een basis
aan Somme en Aisne voor den derden aan
val, die met zeer sterke strijdkrachten
over de hoogvlakte van Langres tot de
Zwitsersche grens moest leiden. Het be
reiken van de kust tot het gebied ten Zui
den van Bordeaux was als slot der opera
tie vastgesteld.
BEVORDERINGEN.
Hitier noemde vervolgens een groot
aantal legerleiders,, die zich bij de opera
ties hebben onderscheiden. En wat het
leger en de luchtmacht betreft, zei de
rijkskanselier, dat beide de hoogste lof
waardig zijn. Ook den organisatoren van
het reserveleger en -luchtmacht bracht
Hitier dank. Eerst na het einde van den
oorlog zal het mogelijk zijn de prestaties
van de marine en haar leider in vollen
omvang te waardeeren. Hitier noemde ook
de talrijke leiders van organisaties van
het binnenlandsche front die zich ver
dienstelijk maakten.
De Führer deed hierop mededeeling van
de onderscheidingen, die aan de generaals,
die zich het meest verdienstelijk hebben
gemaakt, verleend worden.
Goering, de organisator van het Duit
sche luchtwapen is door den Führer be
noemd tot rijksmaarschalk van het
groot Duitsche rijk en begiftigd met het
grootkruis van het ijzeren kruis.
Voor verdiensten om de overwinning
van de Duitsche wapens in den strijd voor
de vrijheid en de toekomst van het Groot
Duitsche rijk werden verder, naar de
Führer mededeelde, bevorderd tot gene-
raal-veldmaarschalk de opperbevelhebber
van het leger, Von Brauchitsch, en de
opperbevelhebbers Von Rundstedt, Ritter
von Heeb, von Bock, List, von Kluge, von
Witzleben en von Reichenau. Voorts wer
den verschillende opperbevelhebbers en
bevelvoerende generaals tot kolonel-gene
raal bevorderd.
In het opperbevel van de weermacht
heeft de FÏlhrer kolonel-generaal Keitel
tot generaal-veldmaarschalk en generaal-
majoor Jodl tot generaal der artillerie be
vorderd.
„Ik kan, zoo ging de Führer voort, de
beschouwing over dezen strijd niet be
sluiten, zonder hierbij direct onzen bond
genoot te gedenken. Het stemt mjj ge
lukkig dat ik pe.soonlijk de eer heb
de vriend te kunnen zijn van het hoofd
van den Italiaanschen staat. Het nut dat
de houding van Italië voor het Duitsche
rijk opleverde was buitengewoon groot.
En het ingrijpen van Italië heeft ertoe
bijgedragen dat het besef van de totale
nutteloosheid van het bieden van ver
deren tegenstand in Frankrijk bespoedigd
werd,
EEN FRONT VAN DE NOORD
KAAP TOT DE SPAANSCHE
GRENS.
Wanneer ik thans, zoo vervolgde de
Führer, over de toekomst spreek, geschiedt
dit niet om te pralen. Ik wil zonder eeni-
ge overdrijving een beeld geven van den
toestand, zooals ik die zie. Het verloop
van de achter ons liggende tien maanden
van dezen oorlog heeft mijn opvatting in
het gelijk gesteld en de meeningen van
onze tegenstanders in het ongelijk. Wan
neer zoogenaamde Engelsche staatslieden
verzekeren, dat hun land uit iedere ne
derlaag en iedere mislukking sterker te
voorschijn treedt, dan is het zeker geen
grootspraak, wanneer ik thans zeg, dat
wij uit de successen eveneens sterker te
voorschijn zijn gekomen. Wanneer gij
bedenkt, dat wij de laatste drie maanden
een front gevormd hebben, dat thans van
den Noordkaap tot de Spaansche grens
reikt, zijn de verliezen, in het bijzonder
wanneer zij met die van den wereldoorlog
vergeleken worden, buitengewoon gering.
De oorzaak hiervan ligt afgezien van
de in doorsnee uitstekende leiding in de
schitterende tactische opleiding van den
soldaat individueel, van de eenheden als
mede in de samenwerking der wapens.
Niettemin hebben wij natuurlijk voorzorgs
maatregelen genomen voor verliezen, wel
ke veel grooter zijn. De daardoor uitge
spaarde mannen van ons volk zullen ten
goede komen aan de voortzetting van den
vrijheidsoorlog, welke ons is opgedron
gen. Op het oogenblik worden vele onzer
divisies lüt Frankrijk teruggetrokken en
naar hun vredesstandplaatsen getranspor
teerd. Vele mannen kunnen met verlof
gaan. Wapens en uitrusting worden weder
in orde gebracht of met nieuwer materi
aal aangevuld. Over het geheel is de weer
macht thans sterker dan ooit tevoren.
Ten tweede: de wapens. Het verlies aan
wapens in den veldtocht tegen Noorwegen
en vooral ook tegen Nederland, België en
en Frankrijk, is volkomen onbeteekenend.
Het staat in geen verhouding tot de pro
ductie. Leger en luchtmacht zgn op het
oogenblik, dat ik tot U spreek, ook wat
hun uitrusting betreft sterker, dan zij voor
het offensief in het Westen waren.
ONTZAGGELIJKE VOORRADEN.
Ten derde: de munitievoorziening. De
munitievoorziening werd op zulk een
schaal voorbereid en de aangelegde voor
raden zijn zoo groot, dat op vele gebieden
thans moet worden overgegaan tot een
beperking, resp. omschakeling der pro
ductie, daar de ter beschikking staande
depóts en opslagruimten, ook bij de groot
ste uitbreiding, voor een deel niet meer de
sterk toegenomen aanvoeren zouden kun
nen bergen. Het munitieverbruik was,
evenals in Polen, boVen alle verwachting
gering en over het geheel staat het in
geen verhouding tot de voorraden. De
gezamenlijke voorraden zgn derhalve bij
het leger en de luchtmacht op het oogen
blik voor alle wapens aanzienlijk grooter
dan voor den aanval in het Westen.
Ten vierde: voor den oorlog belangrijke
grondstoffen. Dank zij het werk van den
rijksmaarschalk is de omschakeling van
het Duitsche bedrijfsleven tot een autar
kisch oorlogsbedrijfsleven reeds in vredes
tijd voltrokken. Wij bezitten in de eerste
plaats de beide belangrijkste grondstof
fen, kolen en ijzer in ik mag wel zeg
gen - - onbegrensde mate. Wat de brand-
stofvoorzienirfg betreft, de voorraden zijn
rijkelijk groot en de capaciteit van onze
productie stijgt en zal binnenkort wan
neer iedere invoer uitblijft voor onze
behoeften volkomen toereikend zijn. Door
onze inzamelingen van metaal is reeds
aanstonds onze mefaalreserve zoo ver
groot, dat wij tegen een oorlog van eiken
duur zijn opgewassen en geen enkele ge
beurlijkheid behoeven te vreezen. Hierbij
komen thans nog de geweldige mogelijk
heden, die in het verkrijgen van een on-
afzienbaren buit, zoowel als in het ont
sluiten van de door ons bezette gebieden
liggen. Duitschland en Italië bezitten in de
door hen gereguleerde en gecontroleerde
economische ruimte rond 200 millioen,
menschen, waarvan slechts 130 millioen
soldaten opleveren, terwijl meer dan 70
milioen uitsluitend in economisch opzicht
werkzaam zijn.
DE TIJD GEEN DREIGENDE
FACTOR MEER.
„Ik kan u thans verzekeren, dat ik,
onverschillig wat ook komen kan, tlians
in den tgd geen factor meer zie, die ons
op de een of andere wjjze bedreigt. Ook
de voedselvoorziening is dezen keer, dank
zü de tijdig getroffen maatregelen, voor
den duur van den oorlog verzekefd.
Ten vijfde De houding van het Duit
sche volk. Het Duitsche volk is dank zij
de nationaal-socialistische opvoeding, niet
in dezen oorlog gegaan met de oppervlak
kigheid van een hoera-patriotisme, doch
met den fanatieken ernst van een ras, dat
het lot kent, dat het te wachten staat
voor het geval het overwonnen zou wor
den. De pogingen van de propaganda on
zer vijanden, om deze aaneengesloten
heid te verbreken, waren even dom als
nutteloos.
STAATSHOOFDEN ZONDER TRAAN.
Ten zesde Het overige deel van de
wereld. De laatste hoop echter schijnt in
de oogen der Engelsche politici, behalve
op de verbonden, en geallieerde volken
bestaande uit een aantal van door hen
onderhouden staatshoofden "zonder troon,
staatslieden zonder volken en generaals
zonder leger, op nieuwe verwikkelingen
gevestigd te zijn, die zij hopen te voor
schijn te kunnen roepen, dank zij hun in
dit opzicht beproefde handigheid. Het ge
loof aan een mogelijke nieuwe vervreem
ding tusschen Duitschland en Rusland is
van deze verwachtingen een werkelijke
Ahasverus. De Duitsch-Russische verhou-
ding is definitief bepaald.
Destijds heb ik Frankrijk en Engeland
de hand toegestoken om tot overeenstem
ming te komen. Het antwoord, dat ik
daarop ontving, zult gij U nog herinneren,
Al mijn argumenten over het onzinnige
van voortzetting van dezen strijd, over de
zekerheid, zelfs in het gunstigste geval
geen winst, doch slechts offers te verkrij
gen, werden of wel met spot en hoon be
antwoord, of wel doodgezwegen.
Wat de heeren Churchill en Reynaud
met hun adviezen en instructies millioenen
menschen aan leed berokkend hebben,
kunnen zij noch by hun leven,, noch in het
hiernamaals verantwoorden. Dit alles
had zooals gezegd niet behoeven te
gebeuren. Want ik heb nog in October
noch van Frankrijk, noch van Engeland
iets anders verlangd dan alleen den vrede.
Doch de heeren, belanghebbenden bij de
bewapeningsindustrie, wilden de voortzet
ting van dezen oorlog tot eiken prijs en
zij hebben dezen oorlog thans gekregen.
Ik hoor thans uit Londen slechts een
schreeuwen het is niet het schreeuwen
der massa's, doch der politici dat de
strijd moet worden voortgezet. Ik weet
niet, of deze politici reeds de juiste voor
stelling van de komende voortzetting van
dezen strijd hebben. Ik geloof nauwelijks,
dat het Engelsche volk naar Canada gaat,
doch het zullen toch wel alleen de heeren
belanghebbenden bij de bewapeningsindus
trie zijn, die zich naar Canada terugtrek
ken. Het volk zal, naar ik meen, toch wel
in Engeland moeten blijven. En het zal den
oorlog in Londen dan ongetwijfeld met
andere oogen bezien dan zijn zoogenaamde
leiders in Canada. Gelooft mij vrij, ik ge
voel een innerlijken afkeer van dit soort
gewetenlooze parlementaire volks- en
statenvernietigers.
HET WAS NIET MIJN OOGMERK
OORLOG TE VOEREN.
Het doet mij bijna pijn, wanneer het lot
mij er toe uitverkoren heeft, datgene te
stuiten, wat door deze menschen ten val
gebracht wordt, want het was niet mijn
oogmerk, oorlog te voeren, doch een
nieuwen socialen staat van zeer hooge cul
tuur op te bouwen. Elk jaar van dezen
oorlog berooft mij van dezen arbeid. En
de oorzaken van dezen roof zijn belache
lijke nullen, die men hoogstens als poli
tieke fabriekswaar der natuur kan betite
len. De heer Churchill heeft het zoojuist
v. ;er verklaard, dat hg den oorlog wil. Hij
is thans ongeveer zes weken geleden be
gonnen met den oorlog op het terrein,
waar hij schijnbaar gelooft, wel bijzonder
sterk te zijn, namelijk den luchtoorlog
tegen de burgerbevolking, zij het ook on
der het op den voorgrond geschoven motto
tegen zoogenaamde oorlogsdoelen. Deze
oorlogsdoelen zgn sinds Freiburg open
steden, gehuchten en boerendorpen, woon
huizen, ziekenhuizen, scholen, kinderbe
waarplaatsen en wat er al meer getroffen
wordt. Ik heb hierop tot nu toe nauwe
lijks laten antwoorden. Doch dit moet nu
niet beteekenen, dat dit het eenige ant
woord is of zal blijven.
Ik ben mg er thans van bewust, dat ons
antwoord, dat eens zal komen, onnoemelijk
leed en ongeluk over de menschen zal uit
storten. Natuurlijk niet over den heer
Churchill, want hy zal dan immers onge
twijfeld in Canada zitten, daar waar men
reeds het vermogen en de kinderen van de
voornaamste belanghebbenden bij den oor
log heen gebracht heeft.
Doch er zal voor millioenen andere men
schen veel leed ontstaan. En de heer
Churchill zal mij ditmaal wellicht bij wijze
van uitzondering willen gelooven, wan
neer ik als profeet thans het volgende zeg:
Er zal daardoor een groot wereldrijk
vernietigd worden. Een wereldrijk, dat
ik nooit het voornemen heb gehad te
vernietigen o£ ook maar te benadeelen.
Alleen ben ik mij er van bewust, dat de
voortzetting van dezen strijd slechts zal
eindigen met de algelieele vernietiging
van der beide strijdenden. De heer Chur
chill kan gelooven, dat dit Duitschland is.
Ik weet, dat het Engeland zal zijn. lu
dit uur voel ik mij verplicht, voor miju
geweten nog eenmaal een beroep te doen
op het verstand. Ook in Engeland. Ik
meen, dit te kunnen doen, omdat ik immers
niet als overwonnene iets vraag, doch als
overwinnaar een beroep doe op het ge
zonde verstand. Ik zie geen reden, die
tot voortzetting van dezen strjjd zou kun
nen dwingen. Ik betreur de slachtoffers,
die hij zal eischen. Ook mijn eigen volle
zou ilc ze willen sparen. Ik weet, dat
millioenen Duitsche mannen en jongelin
gen in vuur geraken bij de gedachte, ein
delijk den strgd te kunnen aanbinden met
den vijand, die ons zonder eenigen grond
voor de tweede maal den oorlog verklaar
de. Alleen weet ik, dat ook thuis vele
vrouwen en moeders zijn, die ondanks de
grootste bereidwilligheid, ook het laat
ste te offeren, toch met haar hart aan dit
laatste hangen. Do heer Churchill mag nu
deze verklaring weer afdoen door te
schreeuwen, dat dit slechts het product
is van mjjn angst en van mijn twjjfel aan
de eindoverwinning. Ik heb dan In elk
geval mgn geweten tegenover de komende
dingen ontlast.
De Führer besloot: terugblikkende op
de achter ons liggende tien maanden wor
den wij wel alle vermeesterd door de
genado van do voorzienigheid, die ons dit
groote werk liet gelukken. Zij heeft onze
besluiten gezegend en ons op de moei
lijke wegen begeleid. Ut zelf ben geroerd
door het bewustzijn van het mij door haar
toebedeelde lot, mijn volk dc vrijheid en
eer hergeven te hebben. De schande, die
22 jaar geleden in het bosch van Com-
piègne haar ontstaan vond, is op dezelfde
plaats voor altijd teniet gedaan. Ik heb
nu vandaag voor de geschiedenis de man
nen genoemd, die mg in staat gesteld
hebben, het groote werk te volbrengen.
Zjj allen hebben gedaan wat zy konden
en hun bekwaamheid en vlgt aan het Duit
sche volk gevrijd.
Ik wil besluiten met al die naamloozen
te vermelden, die niet minder hun plicht
hebben vervuld, die tot in het milioen-
voudige hun lichaam en hun leven op het
spel hebben gezet en te allen tijde bereid
waren voor hun volk het laatste offer te
brengen,, dat een man kan geven. Velen
hunner vinden thans een laatste rust
plaats naast de graven, waarin reeds
hun vaders uit den wereldoorlog rusten.
Zy zgn getuigen van een stil heldendom.
Zg zijn het symbool voor de honderddui
zenden, die in den strijd der Duitsche
weermacht opgekomen zijn voor do vrg-
heid en de toekomst van ons volk en voor
de eeuwige grootheid van het nationaal-
socialistische grootduitsche rijk.
Kerknieuws
ALGEMEENE SYNODE DER
NED. HERV. KERK.
Se zitting.
In de derde zitting van de 125ste verga
dering der Algemeene Synode der Ned
Herv. Kerk, Vrijdag te Den Haag gehou
den, werd de behandeling der financieele
aangelegenheden voortgezet. Namens de
commissie ad hoe bracht de quaestor-gene
raal rapport uit over de voorgestelde kleine
toelagen aan gemeenten en personen uit
het fonds „noodlgdende kerken en perso
nen Een bedrag van 7105 werd daar
voor uitgetrokken. Met dank werd het rap
port aanvaard. Vervolgens deed dezelfde
eenige mededeelingen over zgn arbeid van
de laatste weken. Aan het einde van de
behandeling der financieele aangelegenhe
den gekomen, dankte de president den
quaestor-generaal hartelgk voor zgn tegen
woordigheid en adviezen en al den arbeid,
met zooveel toewijding door hem verricht.
De vice-president rapporteerde vervol
gens over de registers van den secretaris.
In het voorbggegane jaar waren ingekomen
rr.? stukken en uitgegaan 2245 stukken.
Hg stelde voor aan den oud-secretaris en
den tegenwoordigen functionaris dank te
brengen voor hun veelomvattenden en
nauwkeurigen arbeid. De vergadering ging
hiermede accoord.
De groslijst voor 2 leden der alg. Syn.
commissie met hun secundi werd onge
maakt. 16
Na behandeling van verschillende zaken
werd de zitting, wegens het houden van
een synodus contracta gesloteü en de ver
gadering verdaagd tot Zaterdagmorgen
tien uur.