Feestelijke ©nivaigst in «ie rijkshoofdstad van de eerste Berlipsche divisie. Tweede Blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Vrijdag 19 Juli 1940 Minister Goebbels bracht den groet van het vaderland. Onder het feestelijke gelui der klokken' is gisteren de eerste divisie Berlijnsche en Brandenburgsche troepen met de lauwer kransen van hun glorierijke overwinnin gen in Polen en Frankrijk door het Bran denburger Tor in de rijkshoofdstad aan gekomen. Op 't fraai versierde Pariser Platz wer den zij verwelkomd in naam van den Führer, de rijksregeering en de Berlijn sche bevolking door den gouwleider van Berlijn, rijksminister dr. Goebbels en na mens de Duitsche weermacht door den be velhebber van het vervangingsleger, den generaal der artillerie Fromm. Onder het onbeschrijfelijk gejubbel der bevolking mar cheerden de troepen met bloemen over- Jaden twee uur lang door de historische straat van de rijkshoofstad, Unter den Linden. Voor de aan weerszijden van het Pariser Platz opgerichte eeretribunes, die voor de vertegenwoordigers van staat, weermacht en partij, de familieleden van de Berlijn sche gesneuvelden en gewonden, de arbei ders in de Berlijnsche wapenfabrieken als mede de binnen- en buitenlandsche pers zyn gereserveerd, hadden de Berlijnsche gewonden met hun verpleegsters een eereplaats gekregen. Rijksminister Goebbels bracht den terug keerenden troepen den eersten groet van het vaderland. Hij zei o.m. „Een oorlog, die ons nationaal bestaan moest vernie tigen, was het rijk opgedrongen. Onze vij anden wilden ons den socialen, culturee- len, economischen en nationalen opbloei van ons land niet gunnen, die met het .overnemen van de macht door den Führer was ingeluid. Zij wilden opnieuw, evenals in 1914, het rijk omsingelen, door een overmachtige coalitie ons overvallen, onze nationale moraal ondermijnen, onze vrou wen en kinderen door een laffe blokkade aan een langzamen hongerdood prijsgeven en ons dan door een binnenlandsche revo lutie de wapens uit de handen slaan. Dit gemeens plan hebben xvij en hebt vooral gij, soldaten, verijdeld. Meer dan de helft van U heeft reeds in den wereldoorlog het leven van Duitsch- land met Uw eigen leven gedekt .en be schermd. Hoeveel anders was het toen dan nu. Toen deze oorlog uitbrak, was de omsingeling reeds mislukt. De ver vooruit ziende vooroorlogsche politiek van den Führer had den ring, dien onze vijanden om het rijk wilden leggen, doen springen. Dë blokkade, waarmede men ons gedreigd heeft, werd door het geweld van onze wapens zeer spoedig in een worgende tegenblokkade veranderd. Gij trolct als sol daten van de modernste weermacht, die de wereldgeschiedenis kent, te velde. Gij waart met de beste wapens uitgerust. Officier of soldaat, gij waart vervuld van de beste soldatenmoraal. Gij behoefdet niet te vreezen, dat U in het beslissende uur van het vaderland uit de dolk in den rug gestooten zou worden. De binnenlandsche revolutie, waarop onze vijanden rekenden, zal eeuwig op zich laten wachten. In den rug gedekt door een vastbesloten en tot offers bereid vader land, hebt gij den zegetocht door Polen kunnen beginnen. Gij vocht heldhaftig aan de Brahe en op de Tucheler heide. Gij hebt den strengsten winter in het gouver nement-generaal medegemaakt. Gij zijt naar het Westen getrokken, toen daar het uur der beslissing gekomen was. Gij hebt het Uwe er toe bijdragen, Frankrijk in een moedigen stormloop te verslaan. Na een dagenlange zegerijke doorbraak door de voor onneembaar gehouden Maginot- linie, hebt gij het gevangen nemen van 74.000 Franschen kunnen melden. Gij. behoeft U in geen enkel uur, zooals in 1917 en 1918 voor het vaderland te schamen. Wjj in het vaderland hebben ge werkt, zooals men slechts werken kan. Ook in December 1918 werd gij, soldaten van de toenmalige legers, op deze plaats ontvangen. Landsverraders en Joden heb ben U toen ontvangen. In hun begroetings reden verklaarden zij den oorlog dien gij 4>/2 jaar metheldenmoed, zooals de we reldgeschiedenis dien tot dusverre nog niet kende, had gestreden, voor een zinne- looze massa-slachtpartij. Gij, soldaten van onzen oorlog, vindt daarentegen het vaderland zoo terug als U het verlaten hebt. En diegenen, die in Uw voorwaarts stormende rijen vielen, zijn niet gestorven voor een leeg schijnbeeld, doch voor het grootere, mooiere, vrije va derland. De generaal der artillerie Fromm hield eveneens een toespraak tot de Berlijnsche divisie. Daarin zei hij o.m. De oudsten van diegenen onder U, die in den wereld oorlog reeds vier jaar voor Duitschland hebben gestreden, zullen thans den grijzen wapenrok voor altijd afleggen. Hun geldt onze bijzondere dank. De anderen zullen met verlof gaan, daarna terugkomen -en zich voorbei'eiden voor nieuwe opdrachten, die de Führer het leger gegeven heeft. Want nog voeren wij oorlog. Gij blijft voortdurend bereid, de eindoverwinning te bevechten voor Führer, volk en vaderland. Bij het Amsterdamsch politiecorps is een „Poslciuivenh. qade' ir» hst teven Qevoepen. gevormd door twee brigadiers en eeriige agenten, uitsluitend belast met de controle op de naleving der bepalingen der desbetreffende nieuwe verordening. Tiidens de controle Denemarken uit den Volkenbond getreden. Het Deensche ministerie van buitenland sche zaken deelt mede Daar de gebeurtenissen langzamerhand er toe geleid hebben, dat de Volkenbond niet langer een reëel bestaan bezit, heeft de Deensche regeering besloten, haar ver tegenwoordiging by den Volkenbond terug te trekken en het verleenen van econo mischen steun aan den bond te staken. Ook Amerika gaat valscherm jagers opleiden. Volgens een mededeeling van het Ame- rikaansche ministerie van oorlog zal bij wjjze van proef een uit twee officieren en 48 man bestaande afdeeling valscherm jagers worden opgeleid, die in samen werking met een particulieren leverancier van valschermen einde Juli een zesdaag- sche oefening zal houden. De valschermtroepen werden in Amerika tot dusverre dikwijls voor een militaire onbenulligheid gehouden, aldus het D.N.B. Gibraltar opnieuw gebombardeerd. Stefani meldt uit Madrid: Donderdagochtend is Gibraltar opnieuw gebombardeerd door twee vliegtuigen van onbekende nationaliteit. Hoewel een hevig afweervuur op hen werd geopend, wisten de toestellen te ontkomen. Het D.N.B. meldt nader dat de aanval des ochtend vroeg om drie uur begon. Vier onbekende vliegtuigen wierpen in totaal vijf bommen van het zwaarste kaliber. Enkele dezer bommen ontploften in de omgeving van het marine-arsenaal van Gibraltar, waardoor vijf personen gedood en talrijke gewond werden. Verscheidene huizen werden vernield. DE „CHURCHILL-LINIE". Volgens Aftonbladet heeft de News Chronicle de Engelsche verdedigingslinie den naam „Churchill-linie" gegeven. Een Britsche officier heeft het blad gezegd, dat „de landing op Gallipoli kinderspel was, vergeleken by een poging tot landen in Engeland". AFLEVERING VAN SIGAREN EN SIGARETTEN TIJDELIJK STOPGEZET- Naar wij vernemen is de aflevering van sigaren en sigaretten door een aantal groote fabrieken voor minstens twee we ken stopgezet. De winkeliers moeten dus zoolang op hun oude voorraden teren. De sigaren betreffen voornamelijk die in de prijsklassen 6, S en 10 ets., terwijl het bij de sigaretten in hoofdzaak om de Zgn. Engelsche en Amerikaansche soorten gaat. Officier in arrest. WEGENS DOOD VAN N.S.B.-ER. Naar het „Nationale Dagblad" meldt, is volgens mededeeling van den audi teur-militair aan den Afweerdienst der N.S.B. de officier, die bekend heeft het N.S.B.-lid J. Rademakers te hebben doodgeschoten, in arrest gesteld. De zaak is naar den krijgsraad verwezen. De heer Rademakers werd als lid der N.S.B. op 9 Mei in arrest gesteld. Hij werd onder het gemeentehuis, te Kessel gevangengezet.. In den ochtend van den tienden Mei is hij overleden ten gevolge van een schot in het achterhoofd. De Afweerdienst der N.S.B. heeft nog klachten indediend wegens moord op zes personen. De schuldigen zijn tot nog toe niet ontdekt. DE DOOP VAN DEN ZOON VAN DEN GRIEKSCHEN KROONPRINS. De zoon van den Griekschen kroonprins zal Zaterdag om 10.30 uur worden ge doopt in de groote zaal van het Koninklijk paleis. Hij krijgt den naam van Constan- tijn. Op besluit van den koning zal een dele gatie van de drie onderdeelen der weer macht den doopeling boven het doopvont houden om, naar de koning schryft in een brief aan Metaxas, „de heilige banden, die den zoon van den kroonprins binden aan de troepen van mijn geliefd volk, zoo talrijk mogelyk te maken". De doop zal voltrokken worden door den aartsbisschop van Athene in tegenwoordigheid van leden der heilige synode. Peet zullen o.m. zijn de koning van Denemarken, de koning van Groot Brittanje, prins regent Paul van Zuidslavië en de kroonprinsen van Italië en Roemenië. De Dultscbe bommen op Engeland. Het D.N.B. meldt uit Berlijn Het Duit sche luchtwapen zet zijn aanvallen tegen Engeland met onverbiddelijke hevigheid en trefzekerheid voort. Op 16 Juli kregen groote gebieden van het Britsche eiland als gevolg van het buitengewoon slechte weer een korte adempauze. Toch werden ook op dezen dag nog verschillende doelen in Noord-Schotland en bij Scapa Flow op succesvolle wijze met bommen bestookt. In de Firth of Forth werden vier groote koop vaardijschepen met een totalen inhoud van ongeveer 24.000 ton in brand geschoten. Eveneens werden de haveninstallaties van Thourso met groote trefzekerheid gebom bardeerd. Op 17 Juli waren de aanvallen op een fabriek in Eastbourne en op de havenin stallaties van Portland, waar groote bran den het vernietigingswerk der Duitsche bommen voltooiden, van bijzonder door slaggevende uitwerking. Een groote wapenfabriek bij Greenock werd door duikbommenwerpers aangevallen en door verscheidene voltreffers grooten- deels vernield. CENSUUR OP DE PUBLICATIE DER SLACHTOFFERS. In liet Lagerhuis heeft Churchill gisteren medegedeeld, dat de Engelsche bladen voortaan niet meer dagelijks het aantal slachtoffers der luchtaanvallen mogen pu- bliceeren. De raadhuizen en op andere geschikte plaatsen zullen echter mededeelingen wor den aangeplakt, zoodra bijzonderheden over de slachtoffers bekend zijn. Het totaal aantal slachtoffers wordt maandelijks in het parlement bekend gemaakt en in de bladen gepubliceerd. De Amerikaansche oorlogsleveranties aan Engeland. Tijdens een debat in het Engelsche Hoo- gerhuis over de oorlogsleveringen uit Ca nada en Amerika becritiseerde gisteren lord Addison, de traagheid der productie. De minister voor de voorraden, Woolton, gaf toe, dat de Noord-Amerikaansche in dustrie bij het begin van den oorlog niet gereed was tot het uitvoeren van het oor logsprogramma en dat het tempo der productie werkelijk te langzaam is ge weest. Er zijn echter maatregelen geno men om deze productie te bespoedigen, daar anders de overwinning niet behaald Duitsche waarschuwing tegen het optreden van tranctireurs in Engeland. Het D.N.B. meldt uit BerlijnZooals reeds gemeld werd, heeft een Engelsche geestelijke een dezer dagen in zijn kerke lijk gemeenteblad openlijk opgeroepen tot den franctireur-oorlog tegen de Duitsche weermacht. Het schijnt, zoo verklaart men naar aan leiding hiervan in politieke kringen te Berlijn, dat men hier te doen heeft met een door de Britsche regeering zelf uit gegeven parool en dat men de vorming van vrijkorpsen in Engeland tot een systeem heeft gemaakt. Thans wordt een dergelijk geval bekend, dat de juistheid van deze meening nog eens onderstreept een Engelsche militaire schrijver publi ceert in een veelgelezen tijdschrift een artikel met dezelfde strekking, waarbij hij steunt op zijn ervaringen als leider van een bataljon der internationale brigade in den Spaansehen burgeroorlog. Hij ver langt evenals de genoemde geestelijke de bewapening van de burgerbevolking ter verdediging tegen valschermjagers. Woordelijk schrijft hij Men werpt te gen, dat de valschermjagers in Spanje niet zijn gebruikt. Doch dat had zijn reden, want in het republikeinsche Spanje droeg iedereen wapens, die ze wist te bemach tigen. In een land, waar op ieder kruis punt van straten gewapende lieden staan, de stenotypistes revolvers dragen en in de café's de aandacht er op gevestigd wordt, „dat handgranaten en machinege weren aan den ingang afgegeven moeten worden", kan een volk de valscherm jagers nog op zijn nuchtere maag verte ren". Dit, zoo verklaren dezelfde kringen te Berlijn, is een opwekking tot moord, te vergelijken met soortgelijke instructies van de Poolsche regeering van September 1939. Engeland en de Britsche regeering kennen het voorbeeld van Polen. De Pool sche soldaat kon als wettig wapendrager ook als gevangene op fatsoenlijke behan deling rekenen en heeft deze ook gekre gen. Tegen moordenaai-s en franctireurs echter zullen alle leden van de Duitsche weermacht met alle gestrengheid van het internationale oorlogsrecht optreden zou kunnen worden. Tenslotte zei deze mi nister, dat hij niets zou nalaten om zich te verzekeren van het grootste gedeelte der oorlogsproductie van het Noord-Ame rikaansche vasteland. Door CECIL FREEMAN CREGG. 45) „U hebt te lang gewacht met het beant woorden van onzen brief. Wij namen na tuurlijk aan, dat de zaak u verder niet in teresseerde". „Maar verdraaid, mynheer Ik heb uw brief pas enkele uren geleden ontvangen „Het spyt me maar „Doet er niet toe, mijnheer. Ik moet weg. Vriendelijk bedankt." Inspecteur Higgins rende weg. Horsestreet 1, in de wylt Poplar. Waar om hadden die beursmenschen voor den drommel niet gewacht, tot zij iets van hem gehoord hadden? Hij moest dien ochtend den brief zeker over het hoofd gezien heb ben „Hebt u een brief, geadresseerd aan den heer Robinson?" Zoodra hij het bekende kleine boekwinkeltje was binnengegaan, stelde Higgins ademloos deze vraag aan den verveeld uitzienden man achter de toonbank. Het was een ander dan degeen, die hem de vorige maal, toen hij er om informaties kwam, had te woord gestaan. Dë man ging naar de lade, welke hij opende, en na eenigen tijd gespannen wach ten kwam hy terug met een pakje. Dit gooide hij met een smak op de toonbank. „Asjeblieft. Kosten een shilling". Inspecteur Higgins verwonderde er zich over, dat vijfhonderd pond voor een der gelijk gering bedrag gekocht konden wor den. Het scheen niet te gelooven. De inspecteur had een kort gesprek met den eigenaar van de zaak en werd ge ïnstalleerd als assistent van den vermoeid uitzienden man, die hem het pakje had aangeboden. Higgins had ongeveer een uur achter de toonbank doorgebracht, toen hij zich niet langer verwonderde over het verveelde ge zicht van den ander, want een saaier baan tje was niet denkbaar. Gedurende de vele pauzes, dat er niets te doen viel, wandelde hij in den winkel rond, en opnieuw zag hij het vodderige pakket, dat vier velletjes briefpapier, vier enveloppen en een stukje vloeipapier bevatte, met het opschrift: Waarde! Waarde! Waarde! Hij zou veel blyder geweest zyn mét de ontdekking, indien hij niet reeds vernomen had, dat dergelijke pakketjes in bijna iederen win kel van Londen verkocht werden. Hij besloot er den volgenden ochtend ook nog aan te geven in de hoop, dat er alsnog iemand zou opdagen oin het pakje bankbiljetten op te vragen, en dat hij er daarna een ondergeschikte mee zou belasten. Hy zou niet zooveel tijd in dien winkel verknoeid hebben, als hij niet over tuigd was geweest, dat de bende geld gebrek zou krijgen en dat een der leden wel gauw zou komen opdagen. Hij hoop te, dat het Mapell zou zijn en niet Hec- kenstein of de Gladde. Inspecteur Higgins begaf zich den vol genden morgen inderdaad naar 1 Horse street, Poplar, maar zulks op een veel vroeger uur dan hij verwacht had, want het was precies zes uur in den voormid dag, dat. hy werd opgebeld, dat er in den winkel was ingebroken en dat het pakje bankbiljetten was gestolen. Er was niets anders aangeraakt en het was de vraag of er iets anders in den winkel wel de moeite waard was om het mee te nemen. In ieder geval was er 'verder niets aan geraakt. Het was de eigenaar, die alarm ge slagen had. Hij woonde boven den winkel en was's morgens om ongeveer vijf uur wakker geworden door leven, dat hij be neden hoorde. Hij gaf openlijk toe, dat hy geweldig geschi-okken was en hij geen poging deed om alarm te maken voor de geluiden beneden waren uitgestorven. Daarna had hij een politieagent, die langs kwam, gewaarschuwd en deze had op zijn beurt het bureau ingelicht, waar van daan de boodschap was doorgegeven naar Scotland Yard en naar inspecteur Hig gins. De vingerafdrukken, die gevonden wer den, waren van Jacob Heckenstein. Deze man was bekend xls medeplichtige van Mapell. Hier was een probleem. Kon een man gearresteerd worden voor het stelen van eigen bezit? Higgins gaf het op. Hy zou wel weten wat hij te doen had, indien hrj ooit de hand op Mapell of Heckenstein kon leggen. HOOFDSTUK XXX. Waarin een brief gevonden wordt. De inbraak in den boekwinkel had ten minste één ding geleerd omtrent de ver blijfplaats van de bende. Men kan aan nemen, dat de overblijvende leden in Lon den vertoefden en dat *r minstens één gedurende de laatste uren in Poplar was geweest. Het zag er naar uit, dat Ma pell dringend behoefte had aan geld, zoo dat hij de stukken moest verkoopen, maar waarom was Heckenstein dan niet op do gewone manier in den winkel ge komen Blijkens de eigen ervaring van den inspecteur- was het heel goed moge lyk, dat dergelijke brieven zonder lastige vragen in ontvangst werden genomen, mits het daarop komende recht maar be taald werd, Èn men kon toch niet aan nemen, dat die inbraak gepleegd was al leen om te ontkomen aan het betalen van een shilling. Neen, het moest zijn omdat men op de hoogte was van de aanwezigheid van den inspecteur in den winkel. En wie had dat verraden Of had men dit uitgevonden zonder in den winkel te komen Het was natuurlijk ook mogelyk, dat zij eerst iemand voor uit hadden gezonden om een kluwtje touw of iets dergelijks te koopen en dan tegelijk poolshoogte te nemen, maar Was Heckenstein misschien gewaar schuwd door den eigenaar of door den vermoeid uitzienden bediende Inspecteur Higgins besloot terstond eens een ernstig onderzoek naar deze twee in te stellen. En dan kwam hij nog tot een tweede besluit. Plet was moge lijk, dat Heckenstein het geld nog niet aan Mapell overhandigd had en in dit ge val was het gewenscht, dat dit ook niet gebeuren zou, want Mapell. zonder geld zou gemakkelijker te vangen zijn, dan Mapell met vijfhonderd pond op zak. Inspecteur Higgins gaf dc noodige in structies. Het gevolg was, dat er zonder de minste ruchtbaarheid een haastige klopjacht wei'd uitgevoerd in alle be kende verzamelplaatsen van de onder wereld in de buurt van Poplar. Er wer den heel wat visschen in het net ge vangen, maar van Mapell, Heckenstein of de Gladde geen spoor. Een beetje gedeprimeerd kwam Hig gins weer thuis, maar zyn humeur ver beterde terstond, toen hy bij zijn komst op Scotland Yard een brief uit New-York vond, in antwoord ~p zijn schrijven, waar bij hy een foto van Mapell's duimafdruk had ingesloten. De afdruk was niet alleen bekend, maar de Amerikaansche politie kon hem zelfs een foto van den man geven. De vreugde van den inspecteur werd echter wel wat getemperd, toen hij ontdekte dat de foto zeker twintig jaar oud was. Toch was het beter dan niets. De „stem" had nu niet slechts een naam, maar ook een gelykenis. De New- Yorksche politie kon hem echter niet veel nieuws over Mapell verschaffen, want ge durende de twintig jaar na het maken van de foto hadden zij niets meer van hem gezien en het nieuws, dat zij konden geven, was zeer verouderd. Maar toen was Mapell reeds -betrokken geweest met een stel afpersers. De schoenmaker bleef dus wel bij zijn leest! Gewapend met de foto begaf inspec teur Higgins zich naar Jill Crawford, die, hoewel zij er zich in het minst niet be wust van was, onder scherp politietoe zicht was geplaatst. „Lykt er heelemaal niet op, mynheer. Hij is veel ouder." „Dat weet ik wel, dat weet ik wel," hield inspecteur Higgins aan. „maar zoo was hij twintig jaar geleden." „Het spijt me, mijnheer, maar als u wilt, dan zal ik zeggen, dat hij het is." „Dank je vriendelijk! Maar nu over den jongen Hamper. Heb je nog wat van hem gehoord?" „Neen." „Je schijnt er je niet zooveel van aan te trekken als de vorige keer. Weet je soms waar hij is?" „Neen." „H'm. Nu ik ga zijn kamer eens onder zoeken. Je kunt meegaan als je wilt en... eh2ien dat alles correct gebeurt en zoo." „Goed. Ik ga mee." Fetterstreet in de wijk Camberwell was reeds eerder bezocht door agent Sum mers, toen hy den jongen Hamper het nieuws van het overlijden van zijn vader moest gaan brengen. Daarna was het huis sedert de verdwijning van Hamper door de politie m het oog gehouden, in de hoop, dat de jóngen nog wel eens te rug zou komen, doch tot dusverre zonder succes. De kamers van den jongen zelf waren echter nog niet aangeraakt, maar Higgins had eindelijk besloten, dat hot noodig was, dat zy een nader onderzoek naar de handelingen van Thomas Hamper instelden. Hamper kon wel betrokken zyn bij den dood van Raymond en daar om had de plicht zijn weerzin, om in de zaken van den jongen Hamper te gaan wroeten, overwonnen. .(Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 5