3e lichamelijke opvoeding bij het onderwijs. laatste bu$ Derde Blad PROVINCIALE ZEEVWSCHE COURANT Zaterdag 13 Juli 1940 Een krachtig streven naar algeheele verbetering. Set Duitsche legerbericht. Ruim 4 millioen bruto- ton handelsscheeps- ruimte vernietigd. De luchtmacht meldt successen. DE LAGERE SCHOOL EEN ONONTBEERLIJK HULPMIDDEL. In verband met het streven om te ko men tot. een algeheele verbetering van de lichamelijke opvoeding bij het onderwas, had een redacteur van het A.N.P. een on derhoud met jhr. mr. C. J. A. de Ranitz, referendaris op het departement van sociale zaken, afdeeling volksgezondheid en secretaris van het rijkscollege voor de lichamelijke opvoeding. Jhr. de Ranitz wees allereerst op de taak van de lichamelijke opvoeding in dezen tijd. Zonder twjjfel zal thans meer dan vroe ger de gedachte by ons volk ingang moe ten vinden, dat de lichamelijke opvoeding een onontbeeerlijlc deel is van de opvoeding een onontbeerlijk deel is van de opvoeding natie in haar strjjd om het bestaan en om een krachtigen opbouw, beschikt zoowel over haar maximum van physieke als over haar maximum van moreele en intellec- tueele kracht. De Zorg voor de physieke opvoeding der jeugd behoort daarom geheel parallei te gaan met de zorg voor de geestelijke en verstandelijke ontwikkeling. In de komende jaren zal ontzaggelijk veel van de geestkracht van ons volk worden gevergd. En een gezond, gehard lichaam beteekent een waarachtigen steun voor karakter en geest, het geeft zelfver trouwen, moed en energie. Lichamelijke opvoeding kan eerst goed tot haar recht komen, indien de algemeene gezondheidstoestand des volks goed is, Het is ten onzent een zeer gelukkige om standigheid, dat de volksgezondheid een zeer hoog peil heeft bereikt. Men kan ge rust zeggen, dat Nederland in dit opzicht in de wereld aan de spits staat. De publieke waardeering van de licha melijke opvoeding is ten onzent evenwel bij de eischen des trjds ten achter geble ven. In den laatsten tijd, voor den oorlog, was daarin stellig een kentering te be speuren. School en vrije jeugdvorming. Aan de leemten op het gebied der licha melijke opvoeding zijn,' naar de meening van jhr. de Ranitz, twee instituten in het bjjzonder debetten eerste de school en in de tweede plaats de zgn. vrije jeugd vorming, d.w.z. de vorming in onze jeugd organisaties De jeugdorganisaties hebben enkele gunstige uitzonderingen niet te na gespro ken, bijv. de padvinderij gedurende vele jaren de physieke vorming veronacht zaamd doch eveneens is in den laatsten tijd hierin verbetering ingetreden. Onze jeugdorganisaties hebben voor haar jon geren voortreffelijlcen arbeid verricht op de onderscheidene gebieden van geestelij ke, maatschappelijke en cultureele ontwik keling. De lichamelijke ontwikkeling, wel ke men toch werkelijk niet geheel aan de sportorganisaties kan overlaten (immers sport is slechts een onderdeel van lichame- ly'Ice opvoeding) werd over het algemeen vergeten. Zonder twijfel zullen de jeugd organisaties, indien zij haar plaats in de algemeene ontwikkeling der jeugd naast gezin, school en kerk in dezen tijd willen behouden, aan de lichamelijke opvoeding een belangrijker plaats op het programma harer werkzaamheden moeten inruimen. Voor de lichamelijke opvoeding is de lagere school een onontbeerlijk hulpmiddel, immers liier alleen kan de geheele jeugd dit noodzakelijk deel der opvoeding op systematische, deskundige wijze deelach tig worden. Bovendien toonen algemeene ervaring en speciale onderzoekingen aan, dat het schoolleven de physieke ontwikkeling van het individu aanmerkelijk belemmert. De school moet hierin corrigeerend optreden. Alleen zij is daartoe in staat, omdat het kind het grootste gedeelte van den dag op school doorbrengt en slechts via dit insti tuut den weg en de middelen tot correctie mogelijk zyn. De heer De Ranitz wees vervolgens op de historische ontwikkeling van de licha melijke opvoeding bij het onderwijs. Aan de hand van de wettelijke bepalingen, welke tot stand kwamen, doch welke niet de gewenschte uitwerking hadden. Geluk kig had reeds voor den oorlog de regee ring besloten hieraan een einde te maken van 1 Januari 1941 verplichtend te stellen voor alle scholen. Thans wordt hieraan ook hard gewerkt. Het rijkscollege voor de lichamelijke opvoeding heeft, daartoe voorgelicht door haar technische subcom missie, thans reeds de richtlijnen opge steld voor het onderwijs aan de lagere scholen en aanwijzingen gegeven voor wat betreft de materieele verzorging waarme de uitvoering dient te geschieden, welke binnenkort zullen worden gepubliceerd. De kwestie der leerkrachten. Moeilijker is de kwestie van de beschik bare leerkrachten, vooral wat betreft de scholen met weinig (een of twee) leer krachten. Op de lagere scholen met een normale bezetting kan men volstaan met leerkrach ten, die de akte S bezitten en dus de be voegdheid hebben gymnastieklessen te ge ven, al zal het geven van onderwijs door vakleerkrachten steeds een betere oplos sing blijken te zijn. De uitgaven voor dit onderwijs komen geheel voor rekening van de gemeente. Voor wat betreft de frequentie en de lengte der lesuren, had het rijkscollege het aan tal lesuren als volgt gedacht Voor de leerlingen van dc derde tot en met de zevende Idas twee lesuren van 45 minuten, voor de leerlingen van de twee eerste klassen drie lesuren van 80 minuten. Deze lesuren, dienen volledig gegeven te worden. Men mag hiervoor dus geen tijd aftrekken om zich te verkleeden of zich naar een of ander leslokaal of sportter rein te begeven, waar de les gegeven wordt. Dispensatiemogelykheid moeilyker. Het verkrijgen van dispeusatie van de verplichting tot het geven van gymnas tiekonderwijs op de lagere school zal eveneens niet meer zoo gemakkelijk zijn. De bevoegdheid om deze dispensatie te verleenen, was tot nu toe in handen van het college van Gedeputeerde Staten. Thans zal deze kwestie waarschijnlijk centraal worden geregeld en in handen komen van de rijksoverheid. Ook op nijverheidsscholen. Een dringende wensch is bovendien de doorvoering van de lichamelijke opvoeding op de nijverheidsscholen. De leerlingen van deze scholen, die later meestal een een zijdige lichaamsbeweging hebben, in ver band met de uitoefening van hun beroep, hebben dringend behoefte aan een veel zijdige lichaamsoefening, waarin de licha melijke opvoeding dan voorziet. Op dit ge bied bestaat een groote achterstand. Van alle nijverheidsscholen is er niet één, die de lichamelijke opvoeding (welker wen- schelylcheid in de nijverheidsonderwijswet is verankerd) daadwerkelijk ten uitvoer legt. Het middelbaar en gymnasiaal onderwijs. Ten aaanzien van het middelbaar" en gymnasiaal onderwijs wees de heer De Ranitz op voorstellen, welke van het rijks college zyn uitgegaan om het leerplan ge wijzigd te krijgen, waardoor afgestapt zal worden van een sterk verouderd systeem. Deze voorstellen zullen allicht binnenkort Het opperbevel van de Duitsche weer macht maakte Vrijdag bekend Eenheden gevechtsvliegtuigen en duik bommenwerpers van het luchtwapen vie len op 11 Juli vliegvelden, haveninstalla ties en wapenfabrieken in zuid- en midden Engeland, alsmede scheepsdoelen voor de Oost- en Zuidkust van Engeland aan. In de havens van Plymouth en Lowestoft werden de haveninstallaties door bommen getroffen, in Portsmouth en in de indus- trieele bedrijven bij Burton-Ypon-Trent ontstonden door bomtreffers hevige bran den. In het Kanaal gelukte het een tank schip van 15.000 br. ton, alsmede 4 koop vaardijschepen, met een totalen inhoud van 15.000 br. ton tot zinken te brengen, en 9 andere koopvaardijschepen door vol treffers zwaar te beschadigen. Tydens de ze aanvallen schoten zoowel onze ge vechtsvliegtuigen, duikbommenwerpers als jagers verscheidene jachttoestellen neer. Het werpen van bommen door den vijand in West-Duitschland was gering en ver oorzaakte geen schade. De totale verlie zen van den vyand bedroegen gisteren 13 vliegtuigen, waarvan 3 door luchtdoel artillerie. Zeven eigen vliegtuigen worden vermist. De successen van de oorlogsmarine en het luchtwapen in den handelsoorlog heb ben voor Engeland een gevoelige hoogte bereikt, Tot 8 Juli 1940 zijn tot zinken gebracht a) door torpedotreffers en mijnen van onze duikbooten 1.920.439 br. ton b) door onze zeestrijdkrachten aan de oppervlakte en andere zeestrijdmiddelen 1.362.461 br. ton c) door aanvallen van het luchtwapen 1.046.313 br. ton. Hierdoor is in totaal sedert het begin van den oorlog 4.329.213 br. ton vijande lijke of voor den vijand nuttige handels- seheepsruimte vernietigd. Bij dit getal tot zinken gebrachte schepen komen nog meer dan 300 hoofdzakelijk doorliet luchtwapen beschadigde schepen, die gedeeltelijk zoo zwaar getroffen werden, dat zij niet ver der gebruikt kunnen worden of als gevolg van de noodzakelijke reparaties maanden lang niet te gebruiken zijn. MILITAIRE MUTATIES. De Staatscourant van Vrijdag bevat verschillende besluiten van den generaal- majoor N. T. Carstens, die daartoe is ge machtigd door den bevelhebber van de Duitsche weermacht in Nederland. Daarbü wordt o.a. met ingang van 15 Juli 1940 aan een aantal beroepsofficie ren op het door hen gedaan verzoek een eervol ontslag uit den militairen dienst verleend, terwijl eveneens verschillende reserve-officieren met dien datum eervol ontslag verkrijgen. Voorts worden met ingang van 15 Juli de cadetten-vaandrig van het derde stu diejaar van de Kon. Mil. Academie be vorderd tot tweeden luitenant. Hieronder vallen ook de cadetten-vaandrig van dat studiejaar, die in opleiding waren voor het leger in Ned. Indië. weder in behandeling worden genomen, zoodat een verbetering ten goede verwacht kan worden. Het rijkscollege zal opnieuw plannen indienen. Het betreft hier o.a. 1. De reorganisatie van de verschillende akten op het gebied van L.O. 2. de lichamelijke opvoeding aan de kweekscholen en de universiteiten 3. reorganisatie van de middelbare akte lichamelijke opvoeding. Zooals u ziet aldus eindigde jhr. De Ranitz is er op het gebied van de licha melijke opvoeding alom activiteit en waak zaamheid. Van vrouw tot vrouw. Aan de lezeressen der Prov. Zeeuwsche Courant. Eèn ding hoopt ANNEMARIE Dat ditmaal haar correspondentieru briek een opvallender plaats in de Pro vinciale Zeeuwsche verovert dan de eer ste maal, toen ze haar diensten aanbood- Ongetwijfeld is het voor een deel hieraan te wijten, dat de vragen, waarop ze gaarne wil antwoorden, slechts zoo spaarzaam zijn binnengekomen. Voor een deel! Want we weten allen, dat wij Hol- landsche vrouwen de ingetogenheid een deugd achten, dat we met onze moeilijk heden niet te koop loopen en liefst geen vreemde hiervan deelgenoot maken. Maar vergeten we daarbij niet wel eens te vaak, dat wij niet de eenigen zijn, die deze moeilijkheden doormaken, dat er duizenden vrouwen ongeveer dezelfde zor gen hebben en dat we onze zusters zeer zouden baten, indien we iets open hartiger waren geweest? Het was geen leuze van me, toen ik de vorige maal verzocht Vraagt! Vertrouw Uzelf aan ANNEMARIE toe: de jonge meisjes, die andere moei lijkheden te venverken hebben dan de huisvrouw en moeder, ook de alleen staande vrouw, die zelve in haar onder houd voorziet, ook zij, die „alleen maar" eenzaam is. Ge kunt allen ervan verzekerd zijn, dat ANNEMARIE zoo gesloten is als een pot-met-deksel, als een thermöflesch of een frigidaire, om in moderne termen te spreken. En ik hoop, dat velen, zeer velen het voorbeeld zullen volgen van haar, die me reeds de eerste maal hun ver trouwen hebben gegeven: hierdoor zul len ze niet alleen zichzelve, doch ook anderen kunnen helpen. „Moeder", heeft me het volgende gevraagd: Mijn oudste zoon is lang ziek geweest, is dientengevolge op school achterge raakt en heeft zijn eindexamen niet kun nen afleggen. Hij is altijd een goede leer ling geweest en zou er, zonder dezen tegenslag stellig gekomen zijn. Nu kan hij ook zonder diploma bij een familielid een kleine betrekking krijgen. Raad U mij hem te adviseeren deze betrekking aan te nemen of zou ilc hem. nog een jaar op school laten? ANNEMARIE adviseert Iiaar, om, zoo de omstandigheden het eenigszins toe laten, den jongen wel zijn einddiploma te laten halen. Hij is dan beter gewapend voor de toekomst dan wanneer hij, door het aannemen van de betrekking, min of meer afhankelijk zou worden van het bewuste familielid, hoe aanlokkelijk diens royaal aanbod ook is. „Zwemster." Ik ben niet zoo heel jong meer en mijn figuur niet meer zoo onberispelijk als dat van een meisje van achtien. Ik houd veel van zwemmen en moet nooüig een nieuw badpak hebben. Raad U mij een licht of een donker te nemen? ANNEMARIE zou in het geval van de vraagster stellig geen licht badpak nemen, voor de oudere vrouw is een donker, liefst donkerblauw badpak veel flatteuser, aangezien donkere kleuren de eigenschap bezit en de lijnen en dus lichaamsfouten te verdoezelen. Trouwens, het is voor iedere vrouw, die de eerste jeugd is gepasseerd, raadzaam met dit feit rekening te houden, zonder dat het daarom noodzakelijk is terug te keeren tot de hoeden met keelbanden en de pelerines van onze overgrootmoeders in de jaren tachtig, toen de vrouw boven de twintig al matroneneigingen kreeg, als ze gehuwd was en oudevrijstersallures, als ze boven de vijf-en-twintig was. Huisvrouw. Iedereen raadt me nu alvast eieren te koopen en voor den winter in te leggen. Tot nu toe heb ik, daar ik slechts een kleine huishouding heb, dit nog nooit gedaan en ook nu ga ilc er ongaarne toe over. Wat denkt U hiervan? r "N Ofiza Bureaux zijn gevestigd MIDDELBURG VLISSINGEN Radactie en Adm.: Walstrsat 58-60 Telefoon 10 (2 lijnen) SOES Redactie en Adm.: TurfUade 15 Telefoon 2863 SOUBURG Kanaalstraat 45, Telefoon 35 BRESKENS Dorpsstraat 35, Telefoon 2-U V J DANK AAN HET PERSONEEL DER SPOORWEGEN. Nu onlangs de vordering van de Neder- Iandsche spoorwegen is geëindigd, heeft de directeur van den Etappen- en Verkeers dienst, de kolonel van den generalen staf, H. H. Thoden van Velzen, de directie van de Nederlandsche Spoorwegen een dank betuiging doen toekomen met het verzoek deze ter kennis van het personeel te bren gen. Op de eerste plaats worden zij herdacht, die bij de verdediging van het vaderland het leven hebben gelaten. „Ik ben", zoo gaat de directeur der E. en V. D. o.a. verder, „begaan met het lot der gekwetsten en wensch hen een spoe dig algeheel herstel toe. Ik moge Uwe di rectie en al het onder U ressorteerende personeel voorts mijn grooten dank en waardeering betuigen voor de medewerking en steun, welke ik steeds zoo in alle opzich ten heb mogen ontvangen, Dat de étappen- en verkeersdienst ook onder de meest moei lijke omstandigheden zijn taak heeft ver vuld, is ongetwijfeld niet in de laatste plaats te danken aan de stipte plichtsbe trachting en het gedrag van Uw personeel. Dit zal de Nederlandsche Spoorwegen voor alle tijden tot eer strekken". KLEINE KINDEREN DOOR JEUGDIGE DIEVEGGE OPGELICHT. Het 17-jarige meisje J. J. te Delft dat Donderdag door de politie was gearresteerd in verband met diefstal van. 200 gulden, bleek nog meer op haar geweten te hebben. Zij maakte er werk van om kleine kinderen, die met een boodschappentasch liepen, aan te spreken, eji hun de portemonnaie afhan dig te maken. Zij zeide dan, dat zij zelf de boodschappen wel zou doen en gaf den kin deren een dubbeltje. Door vijf van haar slachtoffertjes is het meisje herkend. ANNEMARIE meent, dat, wanneer een der huisgenooten om gezondheidsre denen eieren moet gebruiken, inleg ge- wenscht is. In het andere geval hangt het van de meerdere of mindere „ver wendheid" der huisgenooten af, of ge de ze voorzorgsmaatregelen wenscht te ne men. Brieven voor deze rubriek moeten wor den onderteekend met schuilnaam en eigen naam en adres van de schrijfster en ge adresseerd aan: „ANNEMARIE" Redactie Prov, Zeeuwsche .Courant. Vlissingen. In den linkerbovenhoek van de en veloppe schrijve men: Vau Vrouw *ot Vrouw. Door CECIL FREEMAN CREGG. 40) Was het tenslotte toch mogelijk, dat Raymond door den jongen Hamper was neergeschoten? Was de wraak Van den jongen met die misdaad begonnen? Maar waarom dan nog teruggekomen om het een of ander spoor te verwijderen? Was de komst van den inspecteur zoo onverwacht geweest, dat de jongen naar boven ge rend was en eenmaal daar aangekomen op het idee kwam de deur aan de binnen zijde te sluiten en den sleutel naar buiten te gooien om zijn verhaal, dat hij den geheelen dag in die kamer had opgesloten gezeten, meer kracht bij te zetten? Was hij slim en verstandig genoeg voor een dergelyke handelwijze De bewegingen van het meisje, van het oogenblik af dat zij bij Higgins was teruggekomen om hem de rest van het geleende pond te brengen, waren bekend. Higgins bromde. Zij kon Tommy sinds dien niet gezien hebben! Er was een licht straal. Zy kon de jongen gezien hebben in den nacht, nadat hy naar het huis was gestuurd, en voor de twee agenten des morgens kwamen opdagen en bemerkten, dat hij er vandoor was. Hij herinnerde zich, dat agent Jones, dien hy eerst had opge dragen het meisje te schaduwen nadat zü naar iemand scheen te zoeken. Of mis schien had Tommy haar geschreven! Hig gins hoopte het van harte. Na den brand was Hamper verdwenen. Higgins kon er wel een eed op doen, dat hij geen moordenaar was, en toch Toch, als Thomas Hamper teruggekomen was om een spoor uit te wisschen, had li\j dat in dat huis zéker niet gevonden. En „de stem" was ook in dat huis ge weest, terwijl Higgins er was, want zijn duimafdruk („die verwenschte duim afdruk") was op den deurknop gevonden. Waarom? Misschien had hij daar iets ach tergelaten, dat hij zeker niet had kunnen vinden, voordat de beide agenten zoo effec tief optraden. Higgins wreef in gedachten zijn achterhoofd. En Jill Crawford had verteld, dat zij zich verborgen had gehouden, bang zich te bewegen toen die andere man hem gevolgd was. En die andere man was „de stem" geweest. Jill had dus „de stem" gezien en ook juffrouw Hick Maar het was toen donker geweest, en „de stem" had niet geweten, dat Jill Craw ford in dat huis was I HOOFDSTUK XXVI. Waarin een heer Scotland Yard komt bezoeken. Inspecteur Higgins legde de laatste hand aan zijn opgestapelde correspondentie en leunde dan met een zucht van verlichting gemakkelijk in zyn stoel achterover. Ein delijk was hij dan weer vrjj om al zyn aandacht te schenken aan de zaak, welke hem zoo bezighield. Hy opende een lade van zijn bureau en haalde er een foto uit van den duimafdruk van den leider der bende. Hij zat er woest naar te staren inderdaad was deze afdruk hem diep in het geheugen gegrift. Tot dusverre wa ren alle vingerafdrukken voor hem eender geweest (want die dingen beliooren niet tot zijn afdeeling), maar nu voelde hy werkelijk, dat hij dezen afdruk dadolyk zou herkennen, waar hy dien ook zou tegenkomen. Uit de verschillende opnamen van meer of minder duidelijk gevonden afdrukken hadden de experts van de Yard een spe ciale foto gemonteerd, welke een beeld gaf van den afdruk, zooals deze moest zijn, wanneer „de stem" die vrijwillig zou geven Dat was dus het eenige spoor met be trekking tot de identiteit van. den man. De inspecteur gaf order, dat er verschil lende afdrukken van de laatste foto ge maakt moesten worden, welke afdrukken naar de verschillende hoofdsteden van de wereld diende te worden gezonden, in de vage hoop, dat daarop verdere inlichtin gen zouden binnenkomen. Er klonk een bescheiden klopje op de deur alvorens den bezoeker uit te noo- digen binnen te komen, legde Higgins eerst de foto in de lade. „Een heer om u te spreken, meneer." „Wat wil hij?" „Dat weet ik niet, inspecteur. Hij zegt, dat het iets heeft uit te staan met de moordzaak Raymond en daarom dacht ik, dat u hem wel zoudt willen ontvangen." „Hoe ziet hij er uit?" De man dacht even na alvorens te ant woorden en zei toen: „Van eh mid delmatige grootte. Draagt een deukhoed en een overjas. Een gewone jas, meneer. Ja, eigenlijk ziet hij er heelemaal gewoon en allerdaags uit." „Een buitengewoon duidelijke beschrij ving, dat moet ik zeggen. Wat voor stem heeft hy?" „Heesch, inspecteur, erg heesch." „Zoo, toch waar. Nu goed, laat hem binnenkomen. Maar laat ons niet alleen, voordat ik je een teelten geef, begrepen?" „Zeker, meneer." Opnieuw trok Higgins een lade van zyn bureau open, maar ditmaal haalde hy er een gevaarlyk uitziende revolver uit, welke hy zorgvuldig onderzocht, alvorens het wapen in zyn zak te laten glijden. Dit kon al of niet „de stem" zyn (wien Hig gins yzeren zenuwen toeschreef) maar het was het veiligste geen risico te nemen. Het volgende oogenblik werd de man binnengelaten, terwijl de bode als een beeld bij do deur bleef staan. Eèn blik was voldoende. De man had een weeke kin, was zenuwachtig en blijkbaar geheel over stuur. Higgins wees, dat hij zou gaan zitten en wendde zich dan tot den bode. ,,'t Is in orde." De man trok zich terug, den bezoeker zenuwachtig op het puntje van zyn stoel achterlatend, terwijl hij met zijn hoed tusschen de vingers zat te draaien en zyn blikken op alles liet rusten, behalve op het gelaat van den inspecteur. „En mijnheer?" Toen hij aldus aangesproken werd, scheen de man op te schrikken. Gejaagd likte hy zijn lippen af. „Eh behandelt u den moord op de bus, mijnheer?" De woorden Jcwamen er gejaagd uit, terwijl de stem heesch van opwinding klonk. „Ja Higgins is mijn naam inspec teur. Wat verlangt u?' Higgins sprak ern stig, want hij wist uit ervaring hoe hy met dergelylce naturen om moest gaan. De man slikte een paar maal en deed dan zichtbaar zyn best om zich te beheerschen. „Ik ilc heb begrepen, dat U mij zoelct, inspecteur." Higgins fronste de wenkbrauwen en keek den man weer aan. Hij kon hem niet thuis brengen. „Wie bent tl?" vroeg hij kort. De man voelde in zijn zak en haalde een kaartje te voorschijn, hetwelk hij den in specteur overhandigde. Henry Adams Mount Helen - Hampstead. „Wel, mynheer Adams, indien' u tel' zake zoudt willen komen „Ik ik was op de bus, dien avond, dat die man vermoord is." De woorden kwamen er gejaagd uit en inspecteur Hig gins hield verbaasd zyn adem in. Dit was dus dc tweede passagier. Dit was de man, van wien de conducteur dacht, dat hij verschrikt of boos keek. Boos? Higgins had wel kunnen lachen. Toch was hij vry\- willig komen opdagen. Allo onderzoekin gen waren vergeefsch geweest en het feit, dat hij hier nu uit vrijen wil verscheen, was een punt in zijn voordeel. „Juist, mijnheer Adams. U was dus de heer, die by de Fox and Hounds op de bus stapte en na op het bovendek te heb ben plaats genomen, bijna terstond weer op uw schreden terugkeerde en de bus verliet." „Zoo is het mynheer." „Nu, u weet natuurlijk, dat ilc verplicht ben u te waarschuwen goed na te den ken alvorens u een verklaring aflegt, daar deze verklaring tegen u. zelf kan worden gebruikt. Met andere woorden wees voorzichtig met hetgeen u zegt, daar wij misschien tegen u zullen moeten optre den." „O, hemel, ik hoop maar niet dat u dat zult doen. Ik ben naar u toegekomen, omdat de man dood is en ik ben verdraaid blij dat hij dat is." De laatste woorden werden met zulk een felheid ge uit, dat Higgins zyn meening over de mo gelijkheid, dat hy de bus boos verlaten had, moest herzien. Hij probeerde den man te helpen. „Kijk eens, mijnheer Adams. Ik geloof wel ,dat ik uw moeilijkheid begrijp. U weet iets, dat u niet zoudt zeggen als de man nog leefde, maar nu hij toch dood is, wilt u dat wel." „Wat is er nog voor moeilykheid „Zoo is het inspecteur, maar „Wel ehbegon de man, aarze lend en onzeker. „Kan ik u helpen, wanneer ik zeg dat ik weet, dat de man een afperser was? Niet heelemaal waar misschien, maar Juist. Nu, mynheer, ilc weet iets van den man, zeer tot myn nadeel, maar ik kan het u alleen zeggen, indien u ray be looft, dat u niets zult zeggen over mijn el onbezonnenheid." Wordt vervolgd.)'

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 9