Provinciale Zeeuwsche Courant Middelburgsche, Vlissingsche» Goesche en Breskensche Courant NIET ALLE ZAKEN ZIJN ZAKEN Het binnenlandsche politieke streven in Nederland. 183ste JAARGANG NUMMER 158 V R IJ D A G 12 JULI 1940 waarin opgenomen de Uitgave der Firma's F. van de Velde Jr. en G. W. den Boer ABONNEMENTSPRIJS: 18 cent per week of f2.30 per kwartaal. Franco per post f 2.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIEPRIJS: Van 1-5 regels f 1.50, Iedere regel meer 30 cent. Bij abonnement speciale prijs. Kleine advertenties van 1—5 regels f 0.50, iedere regel meer 10 c.t- (max. 8 regels). POSTREKENING 359300 (MIDDELBURG). Dit nummer bestaat uit twee bladen AANGESLOTEN BIJ HET BUREAU VOOR P U B L I C I T E I T S W A A R D E, INGESTELD DOOR DE VEREENIGING „DE NEDERLANDS C. H E DAGBLADPERS" Hoe „Den Haag" de eereschuld wil inlossen De „Stichting Zeeland 1940", welke be last is met de verstrekking der bedrijfs- en bouwcredieten aan getroffen zakenlieden in ons gewest, verdient aller lof. Het bestuur en de adviseurs der Stichting werken in een tempo, dat bewondering afdwingt. In totaal zijn thans reeds alleen aan „kleine" zakenmenschen crèdieten toege zegd tot een bedrag van 458.650. Dit be treft 136 personen. Er is dus- veel en goed gewerkt. Tal rijke zakenlieden- hebben, officieel bericht ontvangen, dat hun een crediet is toege kend voor een bepaald bedrag. Zij konden dus weer aan den slag gaan en opnieuw werken voor hun brood.- Edoch...:., geen van hen heeft ook nog maar een cent ontvangen. Geen van hen heeft op deze toezegging goederen kunnen koopen. Geen van hen was met het lang verwachte en vurig verbeide document di rect geholpen, zooals de bedoeling was. Zij hadden.de officieele formulieren inge vuld. Het moderamen van de bankiersver- eeniging te Middelburg had de opgaven gefiatteerd de adviseurs vande Stichting hadden ook hun advies gegeven; de direc teur van het agentschap der Nederland- sche Bank had zijn wakend oog over dit alles laten gaan en de paperassen waren naar „Den Haag" gestuurd. - Daar hadden de adviseurs der regeering geadviseerd blijkbaar ook gunstig, want" de gevraagde credieten wei-den toegestaan maar toen de zakenlieden met dezebedrrjfscredieten wilden gaan doen. waarvoor- zy bestemd waren za-ken doen, toen werden zij weer teleurgesteld. Zjj kregen" geen geld. Dat was te billy- ken, want het waren bedrijfscredieten en wellicht zou er eens iemand onder de ge troffenen zjjn geweest, die het geld niet zou hebben gebruikt om zijn bedrijf opnieuw hier te beginnen, maar om de bloemetjes eens buiten te zéttenof iets anders. Om dit te voorkomen, was de bepaling gemaakt, dat de zakenlieden hun bestel lingen konden- doen op grond van de hun verleende toezegging. Met de facturen der betrokken goederen konden zy dan naar hun bankrelatie gaan en deze zou uitbe talen tot het bedrag der facturen. Helaas... het mocht niet zijn Er was geen bankier, die uitbetaalde, ook niet op het officieele document, dat de toekenning der credieten vermeldde. Want zij moch ten niet uitbetalen voordat de betrokkene een zekerheidsstelling had gegeven. Nu stelle men zich eens voor: Iemand wil geld leenen. Hij wil daarvoor 5 pro cent rente per jaar betalen. Hg wil aflos sen in vgf jaar. En hij kan een zekerheids stelling geven Welke bankier zou niet graag duizend van dergelijke klanten hebben? Welke za kenman zou 1als hij aan deze voorwaar den kon voldoen de Stichting Zeeland of den Staat der Nederlanden eigenlyk noodig hebben Het is te dwaas om los te loopen De menschen, die deze credieten noodig heb ben, bezitten veelal niet meer dan de kleeren, welke zij aan hadden toen het rampspoedige' gebeuren over ons kwam. Toevallig heeft het ergste thans Rot terdam, Middelburg en de Grebbelinie ge troffen en niet Den Haag, Vlissingen en de Hollandscbe waterlinie. Men heeft gezegd, dat Nederalnds eere schuld aan de getroffen steden en dorpen zou worden ingelost. En men wil 5 procent rente laten be talen. En men verlangt een aflossing in 5 jaar! En men eischt hoe bestaat 't een zekerheidsstelling! Men maakt van de eereschuld een doodgewoon, flink winst gevend bankierszaakje De credieten worden alleen verstrekt als vaststaat, dat als zy ook onder de huidige omstandigheden alle kansen op levensvatbaarheid bezitten. Wie kan dat garandeeren? Als de getroffen zakenlieden fut ge noeg hebben om opnieuw te beginnen, om ondanks alles in een doode stad opnieuw aan den slag te gaan, alszg het aan durven om daarvoor schulden te maken, dan hebben zij slechts hun hoofd en han den en. hun hoop om te trachten ervan te maken wat ervan te maken is. Niemand heeft zekerheid. Zij wagen het er op, ge lukkig. Zij leggen de handen niet in den schoot, dat zou on-Nederlandsch zijn. Het energieke zaken-Nederland wil vooruit, ondanks alles. Het ambtenaren-Nederland echter heeft nog niet genoeg geleerd. Het troont in Den Haag. Het krygt de op dracht een regeling te ontwerpen voor credietverleening aan de geteisterde ge bieden. Het mist liet initiatief om iets nieuws te doen. Het grijpt terug o, schoone bureaucratie! op „iets derge lijks". Nog nooit echter heeft ons land „iets dergelijks" meegemaakt Geen nood! Er is eens een regeling ge maakt vpor in nood verkeerende midden standers. Met een paar kleine wijzigingen kan die ook nu wel weer gebruikt worden! Den Haag, Den Haag! Is het dan zóó moeilijk Ergens in de leeningsvoorwaarden staat, dat het crediet „zakelijk verantwoord" moet zijn. Vandaar de 5 procent, de vgf jaar en de zekerheidsstellihg. Den Haag rede neerde, dat den gewonen bankiers geen concurrentie mocht worden aangedaan. Maar daarvoor was bij de „kleine" zakenlieden althans het gevaar na tuurlijk uiterst gering. Geen bankier zou erover denken óm credieten te geven aan menschen, die niets hebben en van wie het zeer de vraag is of zij nog ooit iets zullen krijgen. Deze „zakelijke" opzet is dus volkomen onnoodig geweest. Volkomen onnoodig zijn dan ook de zware voorwaarden, waaraan moeilijk in normale tijden te voldoen zou zijn, laat staan in tijden als thans, nu we niet bij de week, maar bij den dag, ja, bij het uur leven. Maar die zware voorwaarden hangen als een zwaard van Damocles boven het hoofd van iederen zakenman, die genood zaakt is zich tot de Stichting te wenden. De bedrijfsbasis wordt hierdoor ten zeer ste verzwakt. Het is welhaast onmogelijk, dat men, wie ook, in staat is om zich aan deze voorwaarden te houden. Den Haag heeft dat zelf ingezien. Het Bestuur van de Stichting Zeeland 1940 en andere in stanties hadden dan ook met klem op deze feiten gewezen. Den Haag heeft de moge lijkheid geschapen „soepel" op te treden het eerste jaar een lagere rente, zoonoo- dig een langeren aflossingstermijn, uitstel van de aflossing over het eerste jaar. Hiermede geeft Den Haag zelf blijk niet door dik en dun te kunnen vasthouden aan de „zakelijke" basis. Een ieder be- grypt dan ook, dat dit volslagen onmoge lijk is. Hier moet niet de gedachte voor zitten van „zaak", maar van „hulp", hulp, die Nederland zedelijk verplicht is te ge ven aan de getroffen steden en streken. Den Haag blijft echter hinken op twee gedachten. Het houdt officieel vast aan de zware bepalingen, doch opent een achterdeurtje, dat de mogelijkheid geeft om als de credietnemer niet aan zijn verplichtingen kan voldoen de voor waarden iets lichter te maken. Den Haag wil hem laten betalen wat. hij kan betalen. Als blijkt, DAT hrj door strenge naleving der voorwaarden te gron de zou gaan, zoodat het crediet ook ver loren zou zjjn, dan worden de voorwaar den iets soepeler. Hier dringt zich het beeld op van een man met een strop om den hals, die wel aangetrokken wordt, maar net niet genoeg om hem het leven te doen verliezen. 5Een onaangenaam beeld! Wij stellen ons voor nog nader op deze kwestie terug te komen, doch wenschen er nog even den nadruk op te leggen, dat de fout niet zit bij de Stichting Zeeland 1940, maar in Den Haag. Hulp aan oorlogsslachtoffers. Op initiatief van den voorzitter van het Marinerampenfonds kwamen afge vaardigden van verschillende vereenigin- gen en instellingen-, die op een of andere wijze steun verleenen aan oud-militairen opnieuw bjjeen, ten einde 'overleg te plegen inzake de organisatievoor steunverlee- ning aan de verminkten en de nagelaten .betrekkingen van de gevallenen in den huidigen strijd. Op de vergadering waren tegenwoordig afgevaardigden van.: Vaderlandsch fonds ter aanmoediging van 's lands1 zeedienst, Adderfonds, Marine rampenfonds, Koninkljjke nationale ver- eeniging tot steun aan miliciens, Nationaal fonds voor ondersteuning nagelaten be trekkingen der' in Nederlandsch-Indië. ge vallen militairen, Koninkljjke Nederland sche vereeniging „Onze Vloot", Konin kljjke Nederlandsche vereeniging „Ons Leger", Nationale bond het mobilisatie kruis, zoomede Fonds van den gewapen- den dienst, (fonds voor oud-militairen)'. Op de bjjeenkomst werd besloten, de steunverjeening in handen te stellen van het laatstgenoemde „Fonds voor oud-mili-' tairen", gevestigd Nes 57, Amsterdam, welk fonds in 1815 werd opgericht, met het doel, aan verminkte militairen en de ■nagelaten betrekkingen van strijders steun te verleenen. In de laatste jaren waren het vooral hulpbehoevend? oud-militairen, die in Nederlandsclr-rlndië gediend hadden, welke uitkeeringen ontvingen. De andere hierboven vermelde vereeni- gingen en instellingen zullen daarbjj zoo veel mogeljjk hun medewerking verleenen. Het fonds voor oud-militairen zal, om den noodigen aanvullenden steun op het geen door den staat aan pensioenen enz. zal worden uitgekeerd, te kunnen geven, een ernstig beroep op de offervaardigheid van het Nederlandsche volk moeten doen. Hieromtrent zijn verschillende plannen in bewerking. Wjj vermelden voorloopig hier, dat het gironummer van het fonds voor oud-mili tairen is: 75597. L.B. De bezettingsautoriteiten nemen een afwachtende houding aan. Nu op verschillend gebied, zooals op dat van de pers, van de sport, en van het sociale leven,middelpunt zoekende krachten aan het werk zijn en aller wegen het woord concentratie een bijzonder actueelen klank heeft verkregen, stellen velen zich de vraag hoe de Duitsche autoriteiten staan tegenover der gelijke pogingen op binnenlandsch politiek gebied. In een persconferentie heeft de Pressereferent de heer W. Janke over dit onderwerp een belangwekkende verklaring afgelegd. Hij achtte de concentratiepogingen, d.w.z. het streven om het geheele Nederlandsche volk onder één beweging samen te brengen, geheel liggend in de lijn van dezen tijd. Sommige lieden uit de oude doos stellen zich tegen deze stroomingen te weer, doch dit verzet zal waarschijnlijk sléchts van korten duur zijn. Tegenover de concentratiebewegingen op binnenlandsch politiek terrein nemen de Duitsche bezettingsautoriteiten het standpunt in, dat van den aan vang af door den rijkscommissaris tot uitdrukking is gebracht: aan het Neder landsche volk zal een leven naar eigen aard gewaarborgd zijn. Dit brengt mee dat de Duitsche autoriteiten de binnenlandsch-politieke bewegingen zoo veel mogelijk de vrije hand zullen laten en geen hindernissen in den weg zullen leggen. Dit brengt in de tweede plaats mede, dat zij geen voorkeur aan den dag zullen léggen voor eenigerlei richting. Het betreft hier immers een Nederlandsch vraagstuk, dat het Nederlandsche volk voor zichzelf en op zich zelf moet oplossen: Aan Duitsche zijde zal men dan ook in dit opzicht een afwachtende houding aannemen en zien, welke krachten zich uit het Nederlandsche volk ontwikke len en hoe zij zich gedragen. Indien zich geen bijzondere omstandigheden voordoen, zullen de Duitsche autoriteiten niet tol ingrijpen overgaan. In het algemeen zién" zij met belangstelling en met vreugde, dat er teekenen zijn, dat men in het volk zelf actief wordt en dat er leven in de brouwerij schijnt te zullen komen. Brood op de bonnen 61 t'm. 70. De Secretaris-generaal. waarnemend hoofd van het departement van landbouw en visscherij maakt bekend, dat gedurende het tijdvak van 15 Juli tot en met 21 Juli a.s. de met „61" tot en met „70" genum merde dubbele bonnen van het broodbon- boekje gezamenlijk recht geven op het koopen van 2000 gram brood. Elk der- enkele bonnen geeft derhalve recht op het koopen van 100 gram brood. De bonnen, die op 21 Juli nog niet ge bruikt mochten zijn, blijven voorts tot en met 25 Juli a.s. geldig. Petroleum op zegel „periode 3". De Secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van handel, nijverheid en scheepvaart maakt bekend, dat gedurende het tijdvak van Maandag 15 Juli a.s. tot en met Zondag 28 Juli a.s. de met „periode 3" gemerkte petro- leumzegel recht geeft op het koopen van twee liter petroleum. Verkoop van room verboden. MET INGANG VAN ZONDAG A.S. Néar het Leidsche Dagblad verneemt, wordt met ingang van Zondag a.s. de ver koop van room verboden. De verkoop van ijs, waarin room is ver werkt, mag tot nader order voortgang vinden. DOLLARS ALLEEN KUNNEN DE VER. STATEN NIET VOLDOENDE BEVEILIGEN. Het D.N.B. meldt uit New York Alle Amerikaansche ochtendbladen lichten uit de door Roosevelt ingediende boodschap de verklaring, dat de Vereenigde Staten geen soldaat naar den Europeeschen oor log zullen sturen. Overigens wordt het jongste milliardencyfer voor de bewape ning met gelatenheid opgenomen. De „New York Times" schryft, dat er niet de geringste twijfel over kan bestaan dat het volk der Vereenigde Staten bereid is, dit reusachtig bedrag voor de verde diging van de natie uit te geven, doch de eisch nog meer milliarden dollar, in aan merking genomen het feit, dat de industrie tot dusver in het geheel niet in staat was bewapenings-opdrachten van een der-gelijken omvang uit te voeren, bewyst, dat dollars alleen de Vereenigde Staten- niet voldoende kunnen beveiligen. Noodzakelijk zijn betere plannen, gron dige reorganisatie van het bewapenings wezen en grootere vryheid van handelen der uitvoerende instanties. Zoolang de be wapeningsmachinerie niet vereenvoudigd en bespoedigd wordt, zal de bewapening der Vereenigde Staten, ongeacht do goed gekeurde milliarden, op moeilijkheden stuiten.» Kist neergelaten aan Engelsch valscherm. 5000 g-uklen uitgeloofd. De procureur-generaal bij het gerechts hof te Amsterdam, fungeerend directeur van politie, en de hoofdcommissaris van politie hebben volgens de Tel. op verzoek, ontvangen van den Weermachtsbevelheb ber in Nederland, een bekendmaking in de stad doen aanplakken van den volgenden inhoud Medeburgers! Op den 9en Juli 1940 is in de vroege morgenuren in Amsterdam in het plantsoen tegenover het perceel Wielingenstraat 26 een Engelsch val scherm met een ijzeren kist, groot 40\20 X20 cm, omlaaggekomen. De wacht van den luchtbeschermingsdienst heeft vol gens voorschriften het voorval aan zyn blokhoofd gemeld, doch heeft nagelaten, de kist in de eerste plaats in veiligheid te brengen. Deze is verdwenen. Deze kist met inhoud moet onmiddellijk opgespoord worden. Helpt allen mede! Wij allen hebben ei' het grootste be lang bij, dat de Engelsche luchtaanvallen op ons land eindelijk ophouden. Deze wor den alleen daardoor mogelijk gemaakt, omdat Engelandhandlangers in ons land heeft. Maakt dezen menschen, die ons allen de zwaarste schade berokkenen en in wier bezit de onderhavige kist gekomen zaJ zijn, het werk onmogelijk. Voor de terugbezorging van de kist met inhoud wordt een belooning van 5.000 uitgeloofd. De Italiaansche luchtaanval op de „Hood". De speciale correspondent van Stefani geeft o.m. de volgende byzonderheden over het Italiaansche bombardement op het En gelsche eskader, dat van Gibraltar kwam en zich ten Zuid-Oosten van de Balearen bevond. Het groote slagschip Hood, werd door twee bommen van zeer zwaar kaliber ge troffen en zeer zwaar beschadigd. Aan boord brak brand uit, die, zooals uit' de waarnemingen van een Italiaansch ver kenningsvliegtuig eenrge uren na het bom bardement is gebleken, niet gebluscht kon worden. Het slagschip zette zeer lang zaam koers naar- het Zuidoosten, klaarblij kelijk met de bedoeling Gibraltar binnen te loopen. Verschillende torpedojagers be geleidden het schip. De aan dé Hood toegebrachte schade is zoo ernstig, dat het repareeren hiervan verscheidene maanden in beslag zal ne men. De toestand wordt nog verergerd door het feit, dat het slagschip niet op de scheepswerf van Malta gerepareerd kan worden en naar- een Engelsche scheeps werf zal moeten varen. Pétain president van Frankrijk. Lebrun gaat heen. Uit Vichy wordt officieel gemeld: Tijdens een onderhoud tusschen den president der Fransche republiek, Lebrun, en maarschalk Pétain heeft deze den pre sident meegedeeld, dat hij het voornemen heeft, van heden af met het voorzitter schap van den ministerraad ook het ambt van hoofd van den Franschen staat uit te oefenen om in de buitengewone omstan digheden, welke Frankrijk doormaakt, persoonlijk de verantwoording voor de leiding der openbare aangelegenheden op zich te nemen. De president der Fransche republiek, Albert Lebrun, heeft voor de ze verklaring terstond begrip getoond en met een onbaatzuchtigheid, welke het land zal weten te waardeeren, de gevolgen uit den nieuwen stand van zaken getrok ken en zijn bevoegdheden aan maarschalk Pétain ter beschikking gesteld. DE NIEUWE FRANSCHE WETGEVING. Havas meldt uit Vichy, dat de tekst van drie Fransche wetgevende besluiten Vrijdagochtend in het „Journal Officiel" is verschenen. Het eerste besluit luidt: Wij, Philippe Pétain, maarschalk van Frankrijk, verkla ren op grond van de wet van 10 Juli 1940 de bevoegdheden van chef van den Fran schen staat op ons te nemen. Daarom be palen wij: artikel 2 van de wet van 25 Februari 1875 is opgeheven. Het tweede besluit luidt: Over de volmachten van den chef van den Franschen staat: Wij, Philippe Pétain, maarschalk van Frankrijk, bepalen op grond van de wet van 10 Juli 1940; Artikel 1 De chef van den Franschen staat oefent in vollen omvang het regee- ringsgezag uit. Hij benoemt en ontslaat de ministers en •staatssecretarissen, die tegenover hem verantwoordelijk zijn. Hij oefent de wetgevende macht uit in den ministerraad: le. Tot de vorming van nieuwe wet gevende lichamen; 2e na de vorming van deze lichamen in geval van groote buitenlandsche spannin gen, of bij binnenlandsche crises op eigen gezag en op dezelfde wijze. Onder dezelfde omstandigheden kan hij" besluiten uitvaardigen over de begrootin gen en de belastingen. 3e Hij vaardigt de wetten uit en verze kert de uitvoering daarvan. 4e Hij benoemt de burgerlijke en mili taire ambtenaren, voor %vie de wetten geen andere wijze van benoeming vaststellen. 5e Hij beschikt over de gewapende macht. 7e De gezanten en ambassadeurs van vreemde mogendheden zijn bij hem geac crediteerd. Hg voert onderhandelingen en ratificeert Verdragen. 8e Hij kan voor- een of meer deelen des lands den staat van beleg afkondigen. 9e Hij kan slechts met toestemming van de wetgevende vergaderingen oorlog ver klaren. Artikel 2: Alle bepalingen van de wet- ten_van 25 Februari 1875 en van 16 Jul? 1875 die met het bovenstaande onver- eenigbaar zijn worden opgeheven. Het derde besluit luidt: Betreffende den chef .van den Franschen staat: Wij, Philippe Pétain, maarschalk van Frankrijk, bepalen op grond van de wet van 10 Juli 1940 Artikel 1: De Senaat en de Kamer van Afgevaardigden blijven bestaan tot dat de lichamen, bedoeld in de grondwet van 10 Juli 1940 zijn gevormd. Artikel 2: De Senaat en de Kamer van Afgevaardigden worden tot nader order verdaagd. .Zij kunnen voortaan slechts bijeenkomen, na daartoe door den chef van den staat te zgn opgeroepen. Artikel 3: Artikel 1 van de wet van 16 Juli 1875 is opgeheven. Biltere italiaansche persstemmen over Frankrijk. Met verontwaardiging maakt de Noorö- Italiaansche pers melding van de behan deling die Italiaansche staatsburgers in Franscli Marokko na de oorlogsverklaring van ïtalië aan Frankryk, zich moesten la ten welgevallen en die thans blijken uit mededeelingen van repatrieerenden. Naar de „Corrière ^della Sera" verklaart, zgn deze feiten een nieuw bewijs van den af grijselijken Franschen haat tegen Italië en zgn onderdanen. Het Italiaansche volk geeft uiting aan zgn verontwaardiging over deze gebeurtenissen en verklaart, dat het deze niet zal vergeten. De „Popoio d'Italia" stelt vast, dat men zich gemak kelijk kan voorstellen welk lot Italië zou hebben gewacht, als de legers van de'as niet op Franschen bodem fie overwinning hadden behaald.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 1