De algemeen® vergadering van de
Zeeuwsche Lancllbenw Maatschappij»
@0 taafsfe hm
Tweede Blad
PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Donderdag 11 Juli 1940
Wij moeten vooruitaldus de directeur-generaal
van den landbouw
In aansluiting op het verslag, dat wij
gisteren gaven van de algemeene verga
dering dei* Zeeuwsche Landbouw Maat
schappij", vermelden wij nog, dat na de
opening en mededeelingen van den voor
zitter, de directeur-generaal van den
landbouw, ir. Roebroeck, een kort woord
sprak.
Nadat spr. dank gezegd had voor de
woorden van welkom door den voorzitter,
vervolgde hij' „Het is niet noodig te zeg
gen, hoe goed het mij doet om in deze
trjden temidden van de Zeeuwsch boeren
tè kunnen zijn, want er is heel wat in ons
land gebeurd, de laatste maanden er is
veel gebeurd in ons Zeeland.
Onze gedachten gaan steeds terug naar
de dagen, die achter ons liggen en zeer
zeker zal dit het geval zijn in "deze stre
ken, waar de tijd zulke diepe sporen ach
terliet, niet alleen zichtbaar, maar ook
verborgen in het menschenhart. En toch,
vergadering, moeten wij vooruit en moeten
de gedachten aan. de toekomst van ons
land en volk den voorrang krijgen en be
houden. We zullen in die geestes mentali
teit het beste komen wanneer wij de din
gen van den dag zoo gewoon mogelijk
blijven doen, en ook onze boeren verga
deringen houden zooals wij dit steeds
deden. Juist daarin vinden we de kracht
om dezen moeilijken tijd door te komen.
Eén der eersten, die ik na 10 Mei uit
uw midden ontmoette, was de zuivelcon-
sulent, Zwagerman. Ook aan zijn deur
gingen de beproevingen niet voorby. Spr.
kwam onder den indruk van hetgeen hij
vertelde. Drukkend was het verhaal van
liet bombardement van Middelburg, doch
mij trof ook zijn mededeeling over een
boer, die onder het gebrom van vliegma
chines, zijn arbeid bleef doen op de velden
cn rustig boonen zaaide. Diezelfde boer
bleef na een bangen dag den donkeren
nacht op het veld en sliep aan den sloot
kant. Nooit evenwel was het ontwaken op
het vrije veld mooier een stralende zon
aan een vrijen, blauwen hemel, terwijl de
vogels hun blijde liederen zongen. Dat
ontwaken gaf moed, en de boer pakte weer
aan.
Zoo moeten we allen doen. Met Zwager
man heb ik niet lang gepraat over hetgeen
hij verloor en hetgeen hem lief was, doch
meer ging het gesprek, hoe dit te herstel
len Zoo hebben wy ook in Den Haag ge
dacht. Aanvankelijk was het moeilijk met
alle deelen van het vaderland contact te
krijgen hier ontbrak een verbinding, el
ders was het een andere omstandigheid.
Maar uiteindelijk waren we allen weer bij
elkander. Aan alle zijden doemden de pro-
blenien op. Het ligt derhalve voor de hand
dat, hoe hard ook gearbeid werd, veel tij
delijk moest blijven liggen. Over één zaak
was ik blij onze landbouw vond juist
deze dagen veel steun in zijn organisaties
en de op en in deze gebouwde crisisorga
nisaties. Wat in deze dagen uw secretaris,
de heer Dorst voor uw gewest geweest is,
weet een ieder. Wij behoeven daartoe de
geschiedenis niet af te wachten. Wij heb
ben wel eens gesputterd over allerlei
maatregelen, doch wat mogen wij in Ne
derland dankbaar zijn, dat alles geregeld
was Al was ook alles nog niet zoo, zoo
als wij zelf zouden wenschen. Wij zijn zoo
licht geneigd al naar mate 10 Mei ver
der in het verleden komt te liggen te
oordeelen met een andere mentaliteit. De
beteekenis voor een orde in het openbare
leven wordt alleen begrepen door hen,
die van nabij de wanorde hebben meege
maakt. Er is nog veel te doen. Laten wy
zooals vroeger, overheid en -organisaties
samenwerken, dan zullen wy ook tezamen
de moeilijkheden overwinnen.
Ik zou juist op dit oogenblik willen
zeggen Zeeuwsche boeren blijft één
"Werkt samen op het groote gebied.
Ik zou juist op dit oogenblik willen
zeggen: Zeeuwsche boeren blijft één!
Werkt samen op het groote gebied waarop
samenwerking niet alleen mógelijk maar
ook noodzakelijk is. En steunt vooral
Uw ox-ganisaties door Uw trouw en aan
hankelijkheid. Door dagelijks onzen ge
wonen arbeid te verrichten, en onzen va-
derlandsche plicht, als producent van dat
gene wat Nederland in dezen moeilijken
tijd noodig heeft, met Zeeuwsche trouw
te vervullen, is loyale samenwerking met
de bezettende overheid, zullen we naar
innerlijke overtuiging het beste bewijs ge
ven van de geheel eigen Nederlandsche
nationale krachten, die Zeeland en Ne
derland groot maakten on alleen groot
kunnen maken!"
Ii\ R. W. JANSSEN, van Roosendaal,
hield hierna zijn lezing over de ontwikke
ling van den landbouw op de zeeklei
gronden, van welke we gisteren reeds een
beknopt overzicht gaven.
Het onkruid,
Ir. DORST zeide. na. deze lezing gaarne
een vraag te willen stellen. Men ziet langs
spoorwegen en andere wegen, nog tallooze
distels en ander onkruid groeien, die den
akker met hun zaad overgroeien. De boer
kan dan weer aan het onkruid wieden.
Wordt het geen tijd, dat daar eens een
landelijke maatregel tegen getroffen
wordt
De heer JANSSEN is het er mede eens,
dat het onkruid geen kans moet krijgen
om zich uit te zaaien. Hij gelooft wel, dat
maatregelen te nemen zijn.
Ir. ROEBROECK, heeft al langen tijd
belangstelling voor de distels en hy vroeg
zich af, of hier een taak ligt voor px'ovin-
ciale- en gemeentebesturen. Hij gelooft
echter, dat die taak beter in handen is
van een ziektebestrydingscommissie. De
Z.L.M. zou er zich voor kunnen spannen.
Elders in het land is dit ook actueel.
En spr. zal volle medewerking aan. voor
te stellen maatregelen verleenen.
De VOORZ. zegt den heer Janssen dank
voor zijn belangwekkende lezing.
De heer VAN BOMMEL VAN VLOTEN,
sprekende namens het college van Ged.
Staten, zegt dank voor de aan dit college
gezonden uitnoodiging. Daardoor kan het
college op de hoogte blijven, van alles
wat leeft in den landbouw. Vooral nu is
het van belang. We zullen nu ook aller
eerst moeten trachten de geleden schade
te herstellen. Wij beschouwen den landbouw
als fundament van ons volksbestaan, maar
ook als de ooi-log over is, en de voedsel
voorziening weer minder zoi-gen baart,
zal de landbouw voor Nedex-land een bron
van weivaart blijven. Gij strijdt voor het
récht van den boei-, maar dit legt ook
plichten op, die ge tenvclle beseft, waar
om het zoo aangenaam is in Uw midden
te zijn. Spr. besluit met de Z.L.M. onder
leiding van haar bekwamen voorzitter*,
een goede toekomst te wenschen.
Wethouder DE ROO, sprekende voor
het Goesche gemeentebestuur, zegt dat
hij er trotsch op is, dat de voorzitter
Goes het centrum van landbouwend Zee
land noemde. Als voor geheel Zeeland is
de landbouw ook voor Goes van veel be
lang. Goes is er trotsch op, dat ook het
landbouwhuis hier staat en hy huldigt de
bekwame ambten die aan de Z.L.M. zijn
verbonden. Spr. besluit met zijn beste
wenschen voor den landbouw eji de Z.L.M.
Nadat de VOORZ. voor de gesproken
woorden dank gezegd heeft, beantwoordt
hij nog eenige ingekomen schriftelijke
vragen, waarna ook ir. Dorst nog en
kele inlichtingen gaf. Spr. wees daarbij
ook weer op de vele moeilijkheden, ook
van het verkeer. Hy had zich zelfs met
kruidenierszaken te bemoeien. Wat de
aardappels betreft, merkte hij op, dat er
in Zeeland nog 20.000 ton oude waren,
waarvoor men afzet moest vinden en
spr. huldigt hét, dat de landbouwers de
gecontracteerde nog tegen de vastgestelde
pryzen afnam. Spr. geeft dan eenige inlich
tingen die ook des morgens op de hoofd-
bestuursvergaderingen verstrekt werden.
Wat de huisslachting betreft, zal deze wel
blijven bestaan doch op zeer beperkte
schaal.
SLOTWOORD Mr. DIELEMAN.
In zijn slotwoord sprak mr. Dieleman
ongeveer als volgt:
Genoeg is er gesproken in het publiek.
Ik heb geen rust gehad voor een rede van
studie en gaf U slechts een opwekkend
roord. Zoo zal ik ook eindigen. Ik zoude
anders gaarne een onderwerp, meer uit
voerig hebben behandeld, dat my" al lang
bezig houdt, :i.l. het behoud van onze be
volking ten plattelande en met name in
Zeeland, waar de plattelandsbevolking
grooter en -terker moet worden. Niet dat
wat de Duitschers noemen, de „Verstad-
terung" hier zoo groot is, want ook onze
stedekens blijven ongeveer van gelijke
grootte, maar toch is ons platteland in
meerdere deelén van het gewest te weinig
bevolkt. Eén middel is zeker het kleinex-e
bedrijf. In Nederland heeft 75% der land
bouwende bevolking maar een bedryf van
1 tot 10 H.A.
Dat is 75 px*ocent van de goed 230.000
land- en tuinbouwbedrijven. Maar in Zee
land- en tuinbouwbedrijven. „Maar in Zee
land is de verhouding geheel anders. Er
zijn polders in Zeeuwsch-Vlaanderen met
slechts enkele bedrijven, waardoor de land
bouw er zeer extensief gedreven wordt.
Bij wat kleiner bedrijf kan de bevolking
in grooter getale er arbeid en welvaart,
een bestaan vinden. Het vraagstuk der
migratie, zoowel a.ls dat van de toename
der bevolking door geboorte-overschot moet
meer onze aandacht hebben in de naaste
toekomst en door verkaveling," kleiner be
drijf, aanleg van wegen en ncrmaliseering
van onderling verkeer, aanleg van eletri-
citeit, waterleiding enz. moet het bewonen
van het platteland aangewakkerd. Daartoe
ia herziening van ons grondgebied wat
polder- en gemeentelijke indeeling betreft,
dringend noodzakelijk. Maar wij sparen
dat alles voor later. Ik doe nu nog eens
een beroep op Uw tx-ouw, op Uw geduld,
op Uw getrouwheid en ga eindigen.
Gaat vrienden, blijft getrouw aan wat
wij samen wrochten voor ons volk. Dat
eens Gods merk, gedreven in Zijn ziel,
misschien verduisterd hier, mag lichten
weer de hooge zin van 't godd'lijk werk
zich toon, in wil en werk des volks, in 't
machtig schi-ijden, naar de voleinding, door
den storm der tijden. Dan blankt de mor
gen. Dan blinkt ter blonde duinenkruin de
zonne.
Daarom moeten wy het zwarte schip
der wanhoop vex-branden en in alle ver
trouwen verder trekken. Daarom zullen
wij uit de gedachte bannen wat nacht en
schaduw legt, zooals een der Vlaamsche
dichters het ons voorzingt, en gesterkt en
bemoedigd door ons .samenzijn alhier,
voortgaan.
Het leven is dikwijls moeilijk en
zwaar en de mensch is, zooals diezelfde
dichter zingt, dan eens als een jubelende
viool, maar dan ook als een bitse trom,
of als een klaroen of donkTe bas. doch
ook wel als een triangel, dien Gods enge
len met zilveren staaf slaat, die over
joept, en allicht straks in 't slotakkoord
Uws levens nog doortinkt.
Laat God hem dan opvangen en U ope
nen de poort. Zoo groeit gij, als Gods
leenman op Uw xarde, het leen van God,
uit deez' korten tijd ter lange eeuwigheid,
doorgloeid van de kracht, die allen was
dom drijft.
AMERIKA MOET ONDER ALLE
OMSTANDIGHEDEN DEN VREDE
BEHOUDEN.
Radiorede van Wood ring.
Het D.N.B. meldt uit New York De
kortgeleden afgetreden minister van oor
log, Woodring, heeft in een in Topeka in
Kansas uitgesproken radioredevoering het
volk van de Vereenigde Staten opgeroe
pen om onder alle omstandigheden den
vrede te behouden en niet te gelooven dat
de Vereenigde Staten de „voorste linies"
in alle werelddeelen moeten verdedigen.
Amerika moet zich beperken tot de ver
sterking van zijn kusten en bezittingen en
niet de vijandschap uitlokken van andere
landen, omdat die ongewone regeerings-
vormen aanhangen.
De zeeslag in de
Middellandsche Zee.
Stefani verneemt de volgende bijzonder
heden over den zeeslag in de Ionische Zee.
De in den namiddag van 8 Juli uit het
gebied ten zuiden van - het eiland Kreta
komende Britschë zeestrijdkrachten be
stonden uit drie linieschepen van het type
Barham, een vliegtuigmoederschip, eenige
kruisers en talrijke torpedojagers. Térwij]
het eskader in westelijke richting voer,
waarschijnlijk met het doel van zee uit
een aanval op de Italiaansche kusten te
ondernemen, verloor het een torpedojager,
die door een op den loer liggenden Ita
liaansche duikboot getorpedeérd werd en
zonk. Terwijl de Italiaansche zeestrijd-
kx-achten in de Ionische Zee ter hoogte
van kaap Stilo (Calabx-ië) geconcentreerd
werden om het initiatief van deix vijand
doetreffend te kunnen bestx-ijden, werden
op de Italiaansche vloot in achtereenvol
gende golven aanvallen ondernomen door
Britsche vliegtuigen, die van korten af
stand talryke torpedo's lanceerden. Deze
aanvallen mislukten echter geheel. Van de
negen aanvallende vliegtuigen werden er,
naar met zekerheid is vastgesteld, vijf
door het luchtafweex-geschut van de Ita
liaansche schepen'neergehaald, terwijl aan
den anderen kant de commandanten van
de eeixhedexx alle torpedo's handig wisten te
ontwijken.
De zeeslag begon tegen 2 uur in den
middag van den 9etx Juli en werd geopend
door het vuur van de Italiaansche krui
sers, gevolgd door de beide Italiaansche
linieschepen „Cesare" en „Cavoui-", elk
van 23.600 ton en bewapend met tien ka
nons van 320 m.m. (gewicht van het pro
jectiel 500 kg.), die zich gesteld zagen
tegenover dx*ie Britsche slagschepen van
het type „Barham", elk van 31.000 ton en
bewapend met 8 kanons van 381 m.m. (ge
wicht van het projectiel 1000 k.g.)
Van een afstand van ongeveer 26 km.
openden de Italiaansche slagschepen het
vuur. De strijd tusschen de Italiaansche en
Engelsehe linieschepen duurde 15 minuten.
Bij het vierde salvo van de kanonnen van
de „Cavour" en „Cesare" werden de vij
andelijke slagschepen getroffen. Men zag
hoe een vijandelijk slagschip naar bak
boord ovex*helde en het vuren staakte. Te
gelijkertijd richtten de Italiaansche kx-ui-
sers van 10.000 tons een hevig vuur op de
vijandelyke slagschepen en kruisers. Op
het hoogtepunt van den slag kwamen ver
scheidene Italiaansche torpedojagers te
midden van nevelschermen dichtei'bij en
vielen onder het vuur der vijandelijke
schepen met toi'pedo's aan. Een groep de
zer torpedojagers slaagde er in, een vijan-
delijkeix bodem te torpedeeren en met het
luchtafweergeschut drie vijandelijke bom
bardementsvliegtuigen neer te halen. Aan
den strijd namen Italiaansche en Bx'itsche
bommenwerpers deel. De Italiaansche bom-
menwex-pei'S troffen vex*scheidene malen de
vijandelijke strijdki-achten, aldus tot het
succes van den dag bijdragend.
Na de eerste, vijftien minuten bleek de
vijand geenszins verlangend, den.strijd
voort te zetten, wellicht omdat hij, getrof
fen door granaten, torpedo's en bommen,
het wenschelijker achtte, de wijk te ne
men. Intusschen viel de dxiisternis in. De
vijand verwijderde zich in Z.O. richting en
liet zijn agressieve bedoelingen tegen de
Italiaansche kusten varen. Alle Italiaan
sche schepen keerden op hun bases terug.
Slechts een Italiaansche bodem werd ge
troffen, doch de schade kan in enkele da
gen hersteld worden.
DE MOGELIJKHEDEN VAN EEN
ZEEOORLOG IN DE MIDDEL
LANDSCHE ZEE.
De Londensche dagbladen publiceerden
gisteren een artikel van een Engelsch
vlootofficier over de mogelijkheden van
een zeeoorlog in de Middellandsche Zee. De
officier, die tot voor kort een functie in
Italië bekleedde, schrijft, dat bij de Ita
liaansche marine een veel krijgshaftiger
geest heerscht dan bij de beide andere wa
pens. De Italiaansche marineofficieren zyn.
trotsch op hun vloot en juichen iedere
oorlogsgelegenheid te meer toe, daar de
prestaties van het Italiaansche leger en de
luchtvloot in Spanje en in Abessinië een
Onze Bureaux zijn gevestigd
MIDDELBURG
I Redactie: Tel. 269
B ERKAAI T M^O
Admlnlstr.: Tel. 1 39
O
VLISSINGEM
Redactie en Adm.: Walstraat 58-60
Telefoon 10 (2 lijnen)
GOES
Redactie en Adm.: Turfkade 15
Telefoon 2863
SOUBURG
Kanaalstraat 45, Telefoon 35
BRESKENS
Dorpsstraat 35, Telefoon 21
Vluchtelingen keeren naar België
terug.
VREESELLJKE BELEVENISSEN
Het D.N.B. meldt uit Brussel Duizend
Duitschers en 500 Vlamingen zijn gister
morgen onder de hoede van de Duitsche
weermacht naar België teruggekeerd.
Men had hen den lOen Mei hier gearres-
teerd en daarop naar Zuid-Fx-ankrijk weg
gesleept. Volgens hun verklaringen ge
schiedde het tx*anspox*t van België naar
Frankrijk in afgesloten veewagens, waar
in geen licht doordrong. Bajonetsteken en
slagen met geweerkolven en stokken be
hoorden tijdens het transport, alsmede in
het kamp tot het alledaagsclxe leven. Of
schoon men de burgers van al hun geld
en andere eigendommen beroofd had, gaf
men hun zelden meer dan water en brood
als voedsel en ook dit nog slechts in ge
ringe hoeveelheden. Men liet hen op den
natten grond slapen enz. Grijsaards, jon
gelieden er zelfs kinderen, alsook zieken,
deelden hetzelfde lot. Geestelijken en mon
niken, alsmede Vlaamsche nationalisten
leiders, waaronder prof. dr. Borms, wer
den de kleeren van het lichaam gerukt.
Te Tours werd een gevangene, die van
dorst waanzinnig was geworden, door een
begeleidenden officier neergeschoten. De
ernstig getroffene strompelde nog eenige
schreden verder. Verscheidene bewakers
wierpen zich op hem, trapten hem en
sloegen hem met geweex-kolven, tot hij
eindelijk geen levensteeken meer gaf. Het
lijk schoof men opzij en liet men verschei
dene uren liggen. Tijdens een 12 k.m.
lange voetreis onder de brandende zon
werden zieken en andere door dorst ge
kwelde menschen bij dozijnen tegelijk met
geweerkolven neergeslagen. Men liet hen
hulpeloos en zonder doktershulp aan den
rand van den weg liggen, waar zij dan
met bajonetsteken weer tot opstaan ge
dwongen werden. Op de gesloten barakken
in het kamp werden op een nacht meer
dan twintig schoten gelost, waarbij een
grijsaard in zijn slaap werd getroffen en
vijf uur lang zonder doktershulp werd ge
laten, zoodat hij doodbloedde.
D.D.D. doel de Jeuk bedaren:
en doodt de ziektekiemen,
zoodat de huid zich kcm.
herstellen. Flacons a 75 ct,.
rivaliteit gewekt hebben. Italië beschikt
over vijf pantserschepen en wel twee nieu
we en drie gemoderniseerde. Het vierde
gemoderniseerde pantserschip zal waar
schijnlijk eerst over zes maanden gex-eed
zyn.
Door
CECIL FREEMAN CREGG.
38)
In het licht van dt bekende fei
ten scheen het redelijk aan te nemen,
dat de groote man de gewonde Sanderson
was geweest en de taxi-chauffeur Jacob
Heckenstein. Wie was dan de politie
agent? Een van de twee of de man
Raymond, die kort daax*op werd doodge
schoten tijdens dat geheimzinnige ritje op
de bovenvei'dieping van de bus, of „de
stem". In aanmerking genomen, dat deze
zich by een andere gelegenheid ook als
agent vertoond had, leek het absoluut
logisch, dat het op dien Zondagavond „de
stem" was geweest. Dat was echter ge
makkelijk genoeg uit te vinden.
Juffrouw Hick, de hospita, die de boven
ste verdieping van Birkenhead Mansions
bewoonde, was een belangrijke getuige ge
worden. Zij was de eenige geweest, die
de beide helpers had gezien.
Daarom had Higgins zich voor dat be
zoek gewapend met twee foto's. Een van
Sandei*son en de andere van Raymond.
Hy was ei*van overtuigd dat zij den groo-
ten man zou herkennen. Indien zij de
foto van Raymond niet hex-kende, moest
de man in uniform dien avond „de stem"
zyn geweest.
Juffrouw Hick was dus buiten de leden
van de bende de eenige die den geheirn-
zinnigen leider goed gezien had. Do be
teekenis van die conclusie trof den inspec
teur als een knock-out. Juffrouw Hick......
de eenige pex'soon
En „de stem" zelf zou natuurlijk even
goed bekend zijn met dit ontstellende feit.
Inspecteur Higgins bleef met een schok
staanen begon dan te rennen. Een
enkele duimafdruk was een vaag spoor,
maar het bestaan van iemand die den
leider zou kennen aan zijn uiterlijk of aan
zijn vreeselijke stem
Na het sluiten van deze kwestie na de
schouwing was deze eerste kort geleden
weer opgex-akeld. De leider moest dit we
ten en
Juffrouw Hick verkeerde in groot ge
vaar.
Higgins snelde naar een telefooncel en
vroeg buiten adem het nummer van het
politie-bureau waaronder Birkenhead
Mansions ressorteerde. Het volgende oogen
blik sprak hij met den commissaris.
Een korte uiteenzetting en andex-maal
was Higgins op weg, maar thans wat kal
mer. De commissaris zou, indien hy direct
handelde, twintig minuten eerder aan de
Mansions zijn daix Higgins.
Toen Higgins er aankwam, was hy min
stens een paar uur te laat. Juffrouw Hick
was weg.
Hij keerde ongerust naar de Yard terug
om van brigadier Mercier te hooren, dat
auto XX 57936 blijkens de officieele
lijsten toebehoorde aan een zekeren
Thomas Hamper.
„Thomas? Weet je 't zeker?"
„Absoluut, mijnheer."
„Dat kan niets beteekenen of het
kan alles beteekenen."
Precies, meneer," antwoordde Mercier
tot zijn eigen schrik maar Higgins was te
zeer in gedachten verdiept om daar nota
van te nemen iets, waarvoor de brigadier
maar al te dankbaar was.
De verdwijning van juffrouw Hick kon
al of niet met de zaak verband houden,
inspecteur Higgins voelde, dat hij dit deel
van het onderzoek gerust aan het wijk
bureau kon overlaten. Toch, al was het
puur toeval, dan was het er niét minder
vexvelend _m.
Hij had iemand noodig om Sanderson
te identificeeren of hem op de een
of andex*e wijze in verband te brengen met
Birkenhead Mansions. Ach ja, de hoed.
Een visite aan het filiaal van Hildebrand
en Zoon te Medhurst leek gewenscht, te
meer daar hy tegelijkertijd een bezoek
zou kunnen brengen aan het ziekenhuis
om te zien of Sanderson al in staat was
om verhoord te worden.
By zijn arrestatie had de man een pet
gedragen, maar Higgins had dit feit over
het hoofd gezien, dat een onderzoek naar
den naanx van den leverancier hem van
dienst kon zijn.
„Zeker, mijnheer, wij verkoopen er nog
al wat."
„Aan iemand van het groote huis?"
„Mogelijk, maar wjj verkoopen alles
contant, zoodat wij de namen van onze
klanten maar zelden hooren."
„Dit is een tamelijk incourante maat.
Helpt dat?
„Zeven en een kwart. Ja meneer, inder
daad helpt dat. Toen die heer hier kwam,
hadden wij geen enkele hoed in zijn maat
voorradig zoodat wij die van het centrale
magazijn moesten laten komen. Later is
hij hem toen hier komen afhalen. Maar
toen was de hoed een tikje te groot, doch
aangezien hij er haast mee had, nam hy
hem zoo mee".
„Aha Het stukje coux*antenpapier".
Higgins voelde in zijn zak en liet de foto
van „Sarnson" zien en vroeg „Is dat de
kerel?"
„Dat is de heer, inspecteur".
„Merci". Dit was zeer bevredigend.
„Als u vanavond gesloten hebt, wilt u dan
misschien zoo vriendelijk zijn even naar
het ziekenhuis te gaan om te zien of u
het origineel hiervan hij wees op de
foto herkent?"
„Zeker. Ik kom er toch langs".
„Het is niet het plaatselijk ziekenhuis
hier, maar ik zal u een auto sturen. Het
ritje zal u wel bevallen".
Nadat inspecteur Higgins zich ervan
overtuigd had, dat de zaak om zeven uur
sloot, ging hy den tusschentyd dooden
met te probeeren iemand te vinden, die
hem een beschrijving zou kunnen geven
van Jen leider der bende. Een winkelier
of zoo iemand, misschien. Het was een
taai baantje en „de stem" scheen een
gave te bezitten om menschen uit den
weg te blyven. Een massa menschen had
Sanderson gezien en de Gladde. En
wijlen Raymoixd was door den dorpsagent
herkend. Hij ondervroeg andere dorps-
menschen, waaronder de postbode, maar
zonder resultaat! Higgins kwam spijtig
tot de conclussie, dat, wat de bewoners
van de omgeving betreft, „de stem" niet
bestond.
„Dat is inderdaad mijn klant, meneer,
degene die dien hoed van ons gekocht
heeft. En nu ik hem gezien heb, herinner
ik mij, dat hij kort geleden ook een pet
gekocht heeft."
„Toch waar? Wanneer was dat onge
veer?"
„Dat weet ik niet precies, maar dat kan
ik nakijken."
„Goed, belt u mij dan even op Scotland
Yard daarover op!"
Ik heb den kogel verwijderd, inspec
teur en dien voor u bewaard." Zoo sprak
de vx-iendelijke dokter, nadat hy Higgixxs
nog vei-boden had om Sanderson de eer
ste dagen een verhoor af te nemen.
„Dank u dokter. Mag ik dien hebben?"
Drie minuten later ondex*zocht Higgins
den kogel, welke in de palm van zijn hand
lag. Hij voelde een schok toen hij dien
zag, want dit leek de theorie, die zich
gevormd had, volkomen omver te werpen.
De kogel was er juist zoo een als die,
welke verwijderd was uit den voet van den
man, die vermoox-d was op de bus X 87.
HOOFDSTUK XXV.
Waarin eei, jongedame zich bezorgd
maakt.
„Een jongedame om n tc spreken,' in
specteur. Ze is hier al meer geweest en
ze eh schijnt in groote moeilijk
heden, meneer, als ik het zoo zeggen
mag."
„Wie is het dan?"
„Een juffrouw Crawford."
„Ah juist. Laat haar boven komen, als
jeblieft."
Wat wilde Tommy's meisje. Jill Craw-
ford van hern? En in groote moeilijkheden,
hè? H'm, Tommy was dus waarschijnlijk
nog niet voor den dag gekomen. En Jill
zou hem er waarschijnlijk van beschuldigen
de hand te hebben gehad in het verdwij
nen van den jongen Hamper. Nu goed Er
kon nog meer bij. Hoewel, waarom in
's hemelsnaam
„Ha! Goedenmorgen, juffrouw Craw
ford! Dat is inderdaad een genoegen."
Inspecteur Higgins was voox-bereid ge
weest op sporen van pas gedroogde tra
nen en daarom had lxij zich reeds een
bemoedigende glimlach aangemeten om
het meisje wat op te vroolijken, maar zoo
dra hy het vertrokken gezicht en de trieste
verschijning voor zich zag, verdween die
glimlach als bij tooverslag, tex*wijl er een
bezorgde uitdrukking voor in de plaats
kwam. Dit meisje zag er inderdaad ellen
dig uit en de inspecteur sprong terstond
uit zijn stoel overeind om juffrouw Craw
ford zachtjes naar den stoel tegenover zijn
bureau te leiden.
„En hebben wij vanmorgen ontbeten?."
informeerde hy.
Somber schudde zij van neen, waarop
H_ggins terstond op een belknopje op zyn
bureau drukte.
„Broodjes, boter en thee. Hy knikte
tegen den bode, die binnengekomen
was, dat het zoo goed was,
maar nauwelijks had deze de deur gesloten
of hy riep hem achterna: „En twee kop
pen asjeblieft."
„Geen woord, beste kind, tot je wat over
de lippen hebt gehad."
(Wox*dt vervolgd,)