De algemeen® vergadering van de Zeeuwsche Lancllbenw Maatschappij» @0 taafsfe hm Tweede Blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Donderdag 11 Juli 1940 Wij moeten vooruitaldus de directeur-generaal van den landbouw In aansluiting op het verslag, dat wij gisteren gaven van de algemeene verga dering dei* Zeeuwsche Landbouw Maat schappij", vermelden wij nog, dat na de opening en mededeelingen van den voor zitter, de directeur-generaal van den landbouw, ir. Roebroeck, een kort woord sprak. Nadat spr. dank gezegd had voor de woorden van welkom door den voorzitter, vervolgde hij' „Het is niet noodig te zeg gen, hoe goed het mij doet om in deze trjden temidden van de Zeeuwsch boeren tè kunnen zijn, want er is heel wat in ons land gebeurd, de laatste maanden er is veel gebeurd in ons Zeeland. Onze gedachten gaan steeds terug naar de dagen, die achter ons liggen en zeer zeker zal dit het geval zijn in "deze stre ken, waar de tijd zulke diepe sporen ach terliet, niet alleen zichtbaar, maar ook verborgen in het menschenhart. En toch, vergadering, moeten wij vooruit en moeten de gedachten aan. de toekomst van ons land en volk den voorrang krijgen en be houden. We zullen in die geestes mentali teit het beste komen wanneer wij de din gen van den dag zoo gewoon mogelijk blijven doen, en ook onze boeren verga deringen houden zooals wij dit steeds deden. Juist daarin vinden we de kracht om dezen moeilijken tijd door te komen. Eén der eersten, die ik na 10 Mei uit uw midden ontmoette, was de zuivelcon- sulent, Zwagerman. Ook aan zijn deur gingen de beproevingen niet voorby. Spr. kwam onder den indruk van hetgeen hij vertelde. Drukkend was het verhaal van liet bombardement van Middelburg, doch mij trof ook zijn mededeeling over een boer, die onder het gebrom van vliegma chines, zijn arbeid bleef doen op de velden cn rustig boonen zaaide. Diezelfde boer bleef na een bangen dag den donkeren nacht op het veld en sliep aan den sloot kant. Nooit evenwel was het ontwaken op het vrije veld mooier een stralende zon aan een vrijen, blauwen hemel, terwijl de vogels hun blijde liederen zongen. Dat ontwaken gaf moed, en de boer pakte weer aan. Zoo moeten we allen doen. Met Zwager man heb ik niet lang gepraat over hetgeen hij verloor en hetgeen hem lief was, doch meer ging het gesprek, hoe dit te herstel len Zoo hebben wy ook in Den Haag ge dacht. Aanvankelijk was het moeilijk met alle deelen van het vaderland contact te krijgen hier ontbrak een verbinding, el ders was het een andere omstandigheid. Maar uiteindelijk waren we allen weer bij elkander. Aan alle zijden doemden de pro- blenien op. Het ligt derhalve voor de hand dat, hoe hard ook gearbeid werd, veel tij delijk moest blijven liggen. Over één zaak was ik blij onze landbouw vond juist deze dagen veel steun in zijn organisaties en de op en in deze gebouwde crisisorga nisaties. Wat in deze dagen uw secretaris, de heer Dorst voor uw gewest geweest is, weet een ieder. Wij behoeven daartoe de geschiedenis niet af te wachten. Wij heb ben wel eens gesputterd over allerlei maatregelen, doch wat mogen wij in Ne derland dankbaar zijn, dat alles geregeld was Al was ook alles nog niet zoo, zoo als wij zelf zouden wenschen. Wij zijn zoo licht geneigd al naar mate 10 Mei ver der in het verleden komt te liggen te oordeelen met een andere mentaliteit. De beteekenis voor een orde in het openbare leven wordt alleen begrepen door hen, die van nabij de wanorde hebben meege maakt. Er is nog veel te doen. Laten wy zooals vroeger, overheid en -organisaties samenwerken, dan zullen wy ook tezamen de moeilijkheden overwinnen. Ik zou juist op dit oogenblik willen zeggen Zeeuwsche boeren blijft één "Werkt samen op het groote gebied. Ik zou juist op dit oogenblik willen zeggen: Zeeuwsche boeren blijft één! Werkt samen op het groote gebied waarop samenwerking niet alleen mógelijk maar ook noodzakelijk is. En steunt vooral Uw ox-ganisaties door Uw trouw en aan hankelijkheid. Door dagelijks onzen ge wonen arbeid te verrichten, en onzen va- derlandsche plicht, als producent van dat gene wat Nederland in dezen moeilijken tijd noodig heeft, met Zeeuwsche trouw te vervullen, is loyale samenwerking met de bezettende overheid, zullen we naar innerlijke overtuiging het beste bewijs ge ven van de geheel eigen Nederlandsche nationale krachten, die Zeeland en Ne derland groot maakten on alleen groot kunnen maken!" Ii\ R. W. JANSSEN, van Roosendaal, hield hierna zijn lezing over de ontwikke ling van den landbouw op de zeeklei gronden, van welke we gisteren reeds een beknopt overzicht gaven. Het onkruid, Ir. DORST zeide. na. deze lezing gaarne een vraag te willen stellen. Men ziet langs spoorwegen en andere wegen, nog tallooze distels en ander onkruid groeien, die den akker met hun zaad overgroeien. De boer kan dan weer aan het onkruid wieden. Wordt het geen tijd, dat daar eens een landelijke maatregel tegen getroffen wordt De heer JANSSEN is het er mede eens, dat het onkruid geen kans moet krijgen om zich uit te zaaien. Hij gelooft wel, dat maatregelen te nemen zijn. Ir. ROEBROECK, heeft al langen tijd belangstelling voor de distels en hy vroeg zich af, of hier een taak ligt voor px'ovin- ciale- en gemeentebesturen. Hij gelooft echter, dat die taak beter in handen is van een ziektebestrydingscommissie. De Z.L.M. zou er zich voor kunnen spannen. Elders in het land is dit ook actueel. En spr. zal volle medewerking aan. voor te stellen maatregelen verleenen. De VOORZ. zegt den heer Janssen dank voor zijn belangwekkende lezing. De heer VAN BOMMEL VAN VLOTEN, sprekende namens het college van Ged. Staten, zegt dank voor de aan dit college gezonden uitnoodiging. Daardoor kan het college op de hoogte blijven, van alles wat leeft in den landbouw. Vooral nu is het van belang. We zullen nu ook aller eerst moeten trachten de geleden schade te herstellen. Wij beschouwen den landbouw als fundament van ons volksbestaan, maar ook als de ooi-log over is, en de voedsel voorziening weer minder zoi-gen baart, zal de landbouw voor Nedex-land een bron van weivaart blijven. Gij strijdt voor het récht van den boei-, maar dit legt ook plichten op, die ge tenvclle beseft, waar om het zoo aangenaam is in Uw midden te zijn. Spr. besluit met de Z.L.M. onder leiding van haar bekwamen voorzitter*, een goede toekomst te wenschen. Wethouder DE ROO, sprekende voor het Goesche gemeentebestuur, zegt dat hij er trotsch op is, dat de voorzitter Goes het centrum van landbouwend Zee land noemde. Als voor geheel Zeeland is de landbouw ook voor Goes van veel be lang. Goes is er trotsch op, dat ook het landbouwhuis hier staat en hy huldigt de bekwame ambten die aan de Z.L.M. zijn verbonden. Spr. besluit met zijn beste wenschen voor den landbouw eji de Z.L.M. Nadat de VOORZ. voor de gesproken woorden dank gezegd heeft, beantwoordt hij nog eenige ingekomen schriftelijke vragen, waarna ook ir. Dorst nog en kele inlichtingen gaf. Spr. wees daarbij ook weer op de vele moeilijkheden, ook van het verkeer. Hy had zich zelfs met kruidenierszaken te bemoeien. Wat de aardappels betreft, merkte hij op, dat er in Zeeland nog 20.000 ton oude waren, waarvoor men afzet moest vinden en spr. huldigt hét, dat de landbouwers de gecontracteerde nog tegen de vastgestelde pryzen afnam. Spr. geeft dan eenige inlich tingen die ook des morgens op de hoofd- bestuursvergaderingen verstrekt werden. Wat de huisslachting betreft, zal deze wel blijven bestaan doch op zeer beperkte schaal. SLOTWOORD Mr. DIELEMAN. In zijn slotwoord sprak mr. Dieleman ongeveer als volgt: Genoeg is er gesproken in het publiek. Ik heb geen rust gehad voor een rede van studie en gaf U slechts een opwekkend roord. Zoo zal ik ook eindigen. Ik zoude anders gaarne een onderwerp, meer uit voerig hebben behandeld, dat my" al lang bezig houdt, :i.l. het behoud van onze be volking ten plattelande en met name in Zeeland, waar de plattelandsbevolking grooter en -terker moet worden. Niet dat wat de Duitschers noemen, de „Verstad- terung" hier zoo groot is, want ook onze stedekens blijven ongeveer van gelijke grootte, maar toch is ons platteland in meerdere deelén van het gewest te weinig bevolkt. Eén middel is zeker het kleinex-e bedrijf. In Nederland heeft 75% der land bouwende bevolking maar een bedryf van 1 tot 10 H.A. Dat is 75 px*ocent van de goed 230.000 land- en tuinbouwbedrijven. Maar in Zee land- en tuinbouwbedrijven. „Maar in Zee land is de verhouding geheel anders. Er zijn polders in Zeeuwsch-Vlaanderen met slechts enkele bedrijven, waardoor de land bouw er zeer extensief gedreven wordt. Bij wat kleiner bedrijf kan de bevolking in grooter getale er arbeid en welvaart, een bestaan vinden. Het vraagstuk der migratie, zoowel a.ls dat van de toename der bevolking door geboorte-overschot moet meer onze aandacht hebben in de naaste toekomst en door verkaveling," kleiner be drijf, aanleg van wegen en ncrmaliseering van onderling verkeer, aanleg van eletri- citeit, waterleiding enz. moet het bewonen van het platteland aangewakkerd. Daartoe ia herziening van ons grondgebied wat polder- en gemeentelijke indeeling betreft, dringend noodzakelijk. Maar wij sparen dat alles voor later. Ik doe nu nog eens een beroep op Uw tx-ouw, op Uw geduld, op Uw getrouwheid en ga eindigen. Gaat vrienden, blijft getrouw aan wat wij samen wrochten voor ons volk. Dat eens Gods merk, gedreven in Zijn ziel, misschien verduisterd hier, mag lichten weer de hooge zin van 't godd'lijk werk zich toon, in wil en werk des volks, in 't machtig schi-ijden, naar de voleinding, door den storm der tijden. Dan blankt de mor gen. Dan blinkt ter blonde duinenkruin de zonne. Daarom moeten wy het zwarte schip der wanhoop vex-branden en in alle ver trouwen verder trekken. Daarom zullen wij uit de gedachte bannen wat nacht en schaduw legt, zooals een der Vlaamsche dichters het ons voorzingt, en gesterkt en bemoedigd door ons .samenzijn alhier, voortgaan. Het leven is dikwijls moeilijk en zwaar en de mensch is, zooals diezelfde dichter zingt, dan eens als een jubelende viool, maar dan ook als een bitse trom, of als een klaroen of donkTe bas. doch ook wel als een triangel, dien Gods enge len met zilveren staaf slaat, die over joept, en allicht straks in 't slotakkoord Uws levens nog doortinkt. Laat God hem dan opvangen en U ope nen de poort. Zoo groeit gij, als Gods leenman op Uw xarde, het leen van God, uit deez' korten tijd ter lange eeuwigheid, doorgloeid van de kracht, die allen was dom drijft. AMERIKA MOET ONDER ALLE OMSTANDIGHEDEN DEN VREDE BEHOUDEN. Radiorede van Wood ring. Het D.N.B. meldt uit New York De kortgeleden afgetreden minister van oor log, Woodring, heeft in een in Topeka in Kansas uitgesproken radioredevoering het volk van de Vereenigde Staten opgeroe pen om onder alle omstandigheden den vrede te behouden en niet te gelooven dat de Vereenigde Staten de „voorste linies" in alle werelddeelen moeten verdedigen. Amerika moet zich beperken tot de ver sterking van zijn kusten en bezittingen en niet de vijandschap uitlokken van andere landen, omdat die ongewone regeerings- vormen aanhangen. De zeeslag in de Middellandsche Zee. Stefani verneemt de volgende bijzonder heden over den zeeslag in de Ionische Zee. De in den namiddag van 8 Juli uit het gebied ten zuiden van - het eiland Kreta komende Britschë zeestrijdkrachten be stonden uit drie linieschepen van het type Barham, een vliegtuigmoederschip, eenige kruisers en talrijke torpedojagers. Térwij] het eskader in westelijke richting voer, waarschijnlijk met het doel van zee uit een aanval op de Italiaansche kusten te ondernemen, verloor het een torpedojager, die door een op den loer liggenden Ita liaansche duikboot getorpedeérd werd en zonk. Terwijl de Italiaansche zeestrijd- kx-achten in de Ionische Zee ter hoogte van kaap Stilo (Calabx-ië) geconcentreerd werden om het initiatief van deix vijand doetreffend te kunnen bestx-ijden, werden op de Italiaansche vloot in achtereenvol gende golven aanvallen ondernomen door Britsche vliegtuigen, die van korten af stand talryke torpedo's lanceerden. Deze aanvallen mislukten echter geheel. Van de negen aanvallende vliegtuigen werden er, naar met zekerheid is vastgesteld, vijf door het luchtafweex-geschut van de Ita liaansche schepen'neergehaald, terwijl aan den anderen kant de commandanten van de eeixhedexx alle torpedo's handig wisten te ontwijken. De zeeslag begon tegen 2 uur in den middag van den 9etx Juli en werd geopend door het vuur van de Italiaansche krui sers, gevolgd door de beide Italiaansche linieschepen „Cesare" en „Cavoui-", elk van 23.600 ton en bewapend met tien ka nons van 320 m.m. (gewicht van het pro jectiel 500 kg.), die zich gesteld zagen tegenover dx*ie Britsche slagschepen van het type „Barham", elk van 31.000 ton en bewapend met 8 kanons van 381 m.m. (ge wicht van het projectiel 1000 k.g.) Van een afstand van ongeveer 26 km. openden de Italiaansche slagschepen het vuur. De strijd tusschen de Italiaansche en Engelsehe linieschepen duurde 15 minuten. Bij het vierde salvo van de kanonnen van de „Cavour" en „Cesare" werden de vij andelijke slagschepen getroffen. Men zag hoe een vijandelijk slagschip naar bak boord ovex*helde en het vuren staakte. Te gelijkertijd richtten de Italiaansche kx-ui- sers van 10.000 tons een hevig vuur op de vijandelyke slagschepen en kruisers. Op het hoogtepunt van den slag kwamen ver scheidene Italiaansche torpedojagers te midden van nevelschermen dichtei'bij en vielen onder het vuur der vijandelijke schepen met toi'pedo's aan. Een groep de zer torpedojagers slaagde er in, een vijan- delijkeix bodem te torpedeeren en met het luchtafweergeschut drie vijandelijke bom bardementsvliegtuigen neer te halen. Aan den strijd namen Italiaansche en Bx'itsche bommenwerpers deel. De Italiaansche bom- menwex-pei'S troffen vex*scheidene malen de vijandelijke strijdki-achten, aldus tot het succes van den dag bijdragend. Na de eerste, vijftien minuten bleek de vijand geenszins verlangend, den.strijd voort te zetten, wellicht omdat hij, getrof fen door granaten, torpedo's en bommen, het wenschelijker achtte, de wijk te ne men. Intusschen viel de dxiisternis in. De vijand verwijderde zich in Z.O. richting en liet zijn agressieve bedoelingen tegen de Italiaansche kusten varen. Alle Italiaan sche schepen keerden op hun bases terug. Slechts een Italiaansche bodem werd ge troffen, doch de schade kan in enkele da gen hersteld worden. DE MOGELIJKHEDEN VAN EEN ZEEOORLOG IN DE MIDDEL LANDSCHE ZEE. De Londensche dagbladen publiceerden gisteren een artikel van een Engelsch vlootofficier over de mogelijkheden van een zeeoorlog in de Middellandsche Zee. De officier, die tot voor kort een functie in Italië bekleedde, schrijft, dat bij de Ita liaansche marine een veel krijgshaftiger geest heerscht dan bij de beide andere wa pens. De Italiaansche marineofficieren zyn. trotsch op hun vloot en juichen iedere oorlogsgelegenheid te meer toe, daar de prestaties van het Italiaansche leger en de luchtvloot in Spanje en in Abessinië een Onze Bureaux zijn gevestigd MIDDELBURG I Redactie: Tel. 269 B ERKAAI T M^O Admlnlstr.: Tel. 1 39 O VLISSINGEM Redactie en Adm.: Walstraat 58-60 Telefoon 10 (2 lijnen) GOES Redactie en Adm.: Turfkade 15 Telefoon 2863 SOUBURG Kanaalstraat 45, Telefoon 35 BRESKENS Dorpsstraat 35, Telefoon 21 Vluchtelingen keeren naar België terug. VREESELLJKE BELEVENISSEN Het D.N.B. meldt uit Brussel Duizend Duitschers en 500 Vlamingen zijn gister morgen onder de hoede van de Duitsche weermacht naar België teruggekeerd. Men had hen den lOen Mei hier gearres- teerd en daarop naar Zuid-Fx-ankrijk weg gesleept. Volgens hun verklaringen ge schiedde het tx*anspox*t van België naar Frankrijk in afgesloten veewagens, waar in geen licht doordrong. Bajonetsteken en slagen met geweerkolven en stokken be hoorden tijdens het transport, alsmede in het kamp tot het alledaagsclxe leven. Of schoon men de burgers van al hun geld en andere eigendommen beroofd had, gaf men hun zelden meer dan water en brood als voedsel en ook dit nog slechts in ge ringe hoeveelheden. Men liet hen op den natten grond slapen enz. Grijsaards, jon gelieden er zelfs kinderen, alsook zieken, deelden hetzelfde lot. Geestelijken en mon niken, alsmede Vlaamsche nationalisten leiders, waaronder prof. dr. Borms, wer den de kleeren van het lichaam gerukt. Te Tours werd een gevangene, die van dorst waanzinnig was geworden, door een begeleidenden officier neergeschoten. De ernstig getroffene strompelde nog eenige schreden verder. Verscheidene bewakers wierpen zich op hem, trapten hem en sloegen hem met geweex-kolven, tot hij eindelijk geen levensteeken meer gaf. Het lijk schoof men opzij en liet men verschei dene uren liggen. Tijdens een 12 k.m. lange voetreis onder de brandende zon werden zieken en andere door dorst ge kwelde menschen bij dozijnen tegelijk met geweerkolven neergeslagen. Men liet hen hulpeloos en zonder doktershulp aan den rand van den weg liggen, waar zij dan met bajonetsteken weer tot opstaan ge dwongen werden. Op de gesloten barakken in het kamp werden op een nacht meer dan twintig schoten gelost, waarbij een grijsaard in zijn slaap werd getroffen en vijf uur lang zonder doktershulp werd ge laten, zoodat hij doodbloedde. D.D.D. doel de Jeuk bedaren: en doodt de ziektekiemen, zoodat de huid zich kcm. herstellen. Flacons a 75 ct,. rivaliteit gewekt hebben. Italië beschikt over vijf pantserschepen en wel twee nieu we en drie gemoderniseerde. Het vierde gemoderniseerde pantserschip zal waar schijnlijk eerst over zes maanden gex-eed zyn. Door CECIL FREEMAN CREGG. 38) In het licht van dt bekende fei ten scheen het redelijk aan te nemen, dat de groote man de gewonde Sanderson was geweest en de taxi-chauffeur Jacob Heckenstein. Wie was dan de politie agent? Een van de twee of de man Raymond, die kort daax*op werd doodge schoten tijdens dat geheimzinnige ritje op de bovenvei'dieping van de bus, of „de stem". In aanmerking genomen, dat deze zich by een andere gelegenheid ook als agent vertoond had, leek het absoluut logisch, dat het op dien Zondagavond „de stem" was geweest. Dat was echter ge makkelijk genoeg uit te vinden. Juffrouw Hick, de hospita, die de boven ste verdieping van Birkenhead Mansions bewoonde, was een belangrijke getuige ge worden. Zij was de eenige geweest, die de beide helpers had gezien. Daarom had Higgins zich voor dat be zoek gewapend met twee foto's. Een van Sandei*son en de andere van Raymond. Hy was ei*van overtuigd dat zij den groo- ten man zou herkennen. Indien zij de foto van Raymond niet hex-kende, moest de man in uniform dien avond „de stem" zyn geweest. Juffrouw Hick was dus buiten de leden van de bende de eenige die den geheirn- zinnigen leider goed gezien had. Do be teekenis van die conclusie trof den inspec teur als een knock-out. Juffrouw Hick...... de eenige pex'soon En „de stem" zelf zou natuurlijk even goed bekend zijn met dit ontstellende feit. Inspecteur Higgins bleef met een schok staanen begon dan te rennen. Een enkele duimafdruk was een vaag spoor, maar het bestaan van iemand die den leider zou kennen aan zijn uiterlijk of aan zijn vreeselijke stem Na het sluiten van deze kwestie na de schouwing was deze eerste kort geleden weer opgex-akeld. De leider moest dit we ten en Juffrouw Hick verkeerde in groot ge vaar. Higgins snelde naar een telefooncel en vroeg buiten adem het nummer van het politie-bureau waaronder Birkenhead Mansions ressorteerde. Het volgende oogen blik sprak hij met den commissaris. Een korte uiteenzetting en andex-maal was Higgins op weg, maar thans wat kal mer. De commissaris zou, indien hy direct handelde, twintig minuten eerder aan de Mansions zijn daix Higgins. Toen Higgins er aankwam, was hy min stens een paar uur te laat. Juffrouw Hick was weg. Hij keerde ongerust naar de Yard terug om van brigadier Mercier te hooren, dat auto XX 57936 blijkens de officieele lijsten toebehoorde aan een zekeren Thomas Hamper. „Thomas? Weet je 't zeker?" „Absoluut, mijnheer." „Dat kan niets beteekenen of het kan alles beteekenen." Precies, meneer," antwoordde Mercier tot zijn eigen schrik maar Higgins was te zeer in gedachten verdiept om daar nota van te nemen iets, waarvoor de brigadier maar al te dankbaar was. De verdwijning van juffrouw Hick kon al of niet met de zaak verband houden, inspecteur Higgins voelde, dat hij dit deel van het onderzoek gerust aan het wijk bureau kon overlaten. Toch, al was het puur toeval, dan was het er niét minder vexvelend _m. Hij had iemand noodig om Sanderson te identificeeren of hem op de een of andex*e wijze in verband te brengen met Birkenhead Mansions. Ach ja, de hoed. Een visite aan het filiaal van Hildebrand en Zoon te Medhurst leek gewenscht, te meer daar hy tegelijkertijd een bezoek zou kunnen brengen aan het ziekenhuis om te zien of Sanderson al in staat was om verhoord te worden. By zijn arrestatie had de man een pet gedragen, maar Higgins had dit feit over het hoofd gezien, dat een onderzoek naar den naanx van den leverancier hem van dienst kon zijn. „Zeker, mijnheer, wij verkoopen er nog al wat." „Aan iemand van het groote huis?" „Mogelijk, maar wjj verkoopen alles contant, zoodat wij de namen van onze klanten maar zelden hooren." „Dit is een tamelijk incourante maat. Helpt dat? „Zeven en een kwart. Ja meneer, inder daad helpt dat. Toen die heer hier kwam, hadden wij geen enkele hoed in zijn maat voorradig zoodat wij die van het centrale magazijn moesten laten komen. Later is hij hem toen hier komen afhalen. Maar toen was de hoed een tikje te groot, doch aangezien hij er haast mee had, nam hy hem zoo mee". „Aha Het stukje coux*antenpapier". Higgins voelde in zijn zak en liet de foto van „Sarnson" zien en vroeg „Is dat de kerel?" „Dat is de heer, inspecteur". „Merci". Dit was zeer bevredigend. „Als u vanavond gesloten hebt, wilt u dan misschien zoo vriendelijk zijn even naar het ziekenhuis te gaan om te zien of u het origineel hiervan hij wees op de foto herkent?" „Zeker. Ik kom er toch langs". „Het is niet het plaatselijk ziekenhuis hier, maar ik zal u een auto sturen. Het ritje zal u wel bevallen". Nadat inspecteur Higgins zich ervan overtuigd had, dat de zaak om zeven uur sloot, ging hy den tusschentyd dooden met te probeeren iemand te vinden, die hem een beschrijving zou kunnen geven van Jen leider der bende. Een winkelier of zoo iemand, misschien. Het was een taai baantje en „de stem" scheen een gave te bezitten om menschen uit den weg te blyven. Een massa menschen had Sanderson gezien en de Gladde. En wijlen Raymoixd was door den dorpsagent herkend. Hij ondervroeg andere dorps- menschen, waaronder de postbode, maar zonder resultaat! Higgins kwam spijtig tot de conclussie, dat, wat de bewoners van de omgeving betreft, „de stem" niet bestond. „Dat is inderdaad mijn klant, meneer, degene die dien hoed van ons gekocht heeft. En nu ik hem gezien heb, herinner ik mij, dat hij kort geleden ook een pet gekocht heeft." „Toch waar? Wanneer was dat onge veer?" „Dat weet ik niet precies, maar dat kan ik nakijken." „Goed, belt u mij dan even op Scotland Yard daarover op!" Ik heb den kogel verwijderd, inspec teur en dien voor u bewaard." Zoo sprak de vx-iendelijke dokter, nadat hy Higgixxs nog vei-boden had om Sanderson de eer ste dagen een verhoor af te nemen. „Dank u dokter. Mag ik dien hebben?" Drie minuten later ondex*zocht Higgins den kogel, welke in de palm van zijn hand lag. Hij voelde een schok toen hij dien zag, want dit leek de theorie, die zich gevormd had, volkomen omver te werpen. De kogel was er juist zoo een als die, welke verwijderd was uit den voet van den man, die vermoox-d was op de bus X 87. HOOFDSTUK XXV. Waarin eei, jongedame zich bezorgd maakt. „Een jongedame om n tc spreken,' in specteur. Ze is hier al meer geweest en ze eh schijnt in groote moeilijk heden, meneer, als ik het zoo zeggen mag." „Wie is het dan?" „Een juffrouw Crawford." „Ah juist. Laat haar boven komen, als jeblieft." Wat wilde Tommy's meisje. Jill Craw- ford van hern? En in groote moeilijkheden, hè? H'm, Tommy was dus waarschijnlijk nog niet voor den dag gekomen. En Jill zou hem er waarschijnlijk van beschuldigen de hand te hebben gehad in het verdwij nen van den jongen Hamper. Nu goed Er kon nog meer bij. Hoewel, waarom in 's hemelsnaam „Ha! Goedenmorgen, juffrouw Craw ford! Dat is inderdaad een genoegen." Inspecteur Higgins was voox-bereid ge weest op sporen van pas gedroogde tra nen en daarom had lxij zich reeds een bemoedigende glimlach aangemeten om het meisje wat op te vroolijken, maar zoo dra hy het vertrokken gezicht en de trieste verschijning voor zich zag, verdween die glimlach als bij tooverslag, tex*wijl er een bezorgde uitdrukking voor in de plaats kwam. Dit meisje zag er inderdaad ellen dig uit en de inspecteur sprong terstond uit zijn stoel overeind om juffrouw Craw ford zachtjes naar den stoel tegenover zijn bureau te leiden. „En hebben wij vanmorgen ontbeten?." informeerde hy. Somber schudde zij van neen, waarop H_ggins terstond op een belknopje op zyn bureau drukte. „Broodjes, boter en thee. Hy knikte tegen den bode, die binnengekomen was, dat het zoo goed was, maar nauwelijks had deze de deur gesloten of hy riep hem achterna: „En twee kop pen asjeblieft." „Geen woord, beste kind, tot je wat over de lippen hebt gehad." (Wox*dt vervolgd,)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 5