Het werk van het Middelburgsch Hulpcomité
RECHTBANK TE MIDDELBURG.
Men zij rechtvaardig in zijn critiek
Men heeft in ons blad veel kunnen lezen
Over het Middelburgsch Hulpcomité. Wij
hebben zijn geboorte aangekondigd met
vreugde en sympathie en later hebben
wij zijn arbeid beschreven.
Ook hebben wij in onze kolommen ruim
te verleend aan critiek. Enkele schrijvers
van ingezonden stukken hebben him mee
ning over de werkwijze van het comité te
kennen gegeven en deden uitkomen, dat zij
het daarmee allerminst eens waren.
Er zijn nog meer ingezonden stukken ge
komen, welke wij echter niet hebben ge
plaatst omdat zij alle hetzelfde zeiden.
Om de rechtvaardigheid te betrachten,
hebben wij ook ons oor te luisteren gelegd
bij het Comité zelf. Wij hebben zijn werk
bestudeerd en wij hebben gepraat met de
genen, die zich helaas genoopt zagen
bij het Comité aan te kloppen om hulp.
Onze indruk is dan, dat er door de le
den van het Comité hard gewerkt is, zeer
hard. Zelfs lijden eenige dames-leden aan
oververmoeidheid.
Onze indruk is verder, dat het Comité
heeft geholpen waar het kon en dat het
inderdaad voor zijn vermogen een
topprestatie heeft verricht.
Men vergete niet, dat er bij de oplich
ting van het Comité niets anders aanwezig
was da.n een dosis goede wil en naasten
liefde. Men heeft dezen goeden wil trach
ten om te zetten in zoo groot mogelijke
hulp aan de getroffenen. Men werkte met
een vrijwillige organisatie, zonder bindende
voorschriften. De een was natuurlijk iets
soepeler dan' de ander er waren verschil
lende inzichten. En zoo is inderdaad de
eene getroffene wel eens iets anders be
handeld dan een volgende of een vorige.
Maar dit zou slechts te vermijden zijn ge
weest als men een aantal ambtenaren had
aangesteld, die zich hadden te houden aan
zeer bepaalde voorschriften en die prac-
tisch geen enkel persoonlijk initiatief zou
den mogen hebben. Dat is bij deze materie
echter onmogelijk. Niet het aanstellen van
ambtenaren Rotterdam heeft er 60 voor
dit werk maar het uitschakelen van
persoonlijk initiatief en oordeel.
Afgezien van het verschil in behandeling,
waarover verscheidene getroffenen zich ge
kwetst of teleurgesteld hebben getoond,
zijn door leden der commissie natuurlijk
ook fouten gemaakt. Dat trachten zijzelf
ook niet te ontkennen en dat is ook aller
minst een schande.
Er zijn fouten gemaakt, waardoor de een
ivel eens iets meer kreeg dan de ander of
waardoor iemand iets kreeg, terwijl hij of
zjj er geen recht op had. Menschelijkerwijs
is dit echter bij een dergelijke organisatie
en bij dit werk onmogelijk te versnijden.
Meer dan 2 millioen schade
alleen aan meubilair.
Veel te veel leeft bij de getroffene nog
de gedachte aldus zeide men ons van de
zijde van het Comité -dat men bij het
Comité kan worden schadeloos gesteld voor
zijn verlies. Dat is ten eenenmale uitge
sloten. Het comité kan niet meer doen dan
tijdelijk helpen, dan voorzien in den ergsten
nood.
Ais men ziet, dat volgens de opgaven
de schade in Middelburg alleen aan meu
bilair al 2.200.000 bedraagt, dan moet het
een ieder duidelijk zijn, dat een hulpcomité
dat afhankelijk is van giften deze
schade niet vergoeden kan.
Hoe is het gegaan en hoe is een deel der
ontevredenheid ontstaan? Men begon met
een inzameling langs de huizen. Wat men
kreeg niet al te mooi vaak werd uit
gedeeld. Wie het eerst kwam, maalde het
eerst. Later kwam er geld binnen en daar
voor kocht het Comité zelf wat het dacht
noodig te hebben. Zoodoende kregen de
later komenden nieuwe dingeh, ter
wijl de eerst-gekomenen het met oude
moesten stellen. Dat wekte bij hen ont
stemming. Een andere handelwijze was
echter niet mogelijk.
Ontevreden waren ook veelal de hoofden
van groote gezinnen. Als een vader van zes
kinderen kwam om bedden en beddegoed
voor zijn gezin, dan kon het Comité hem
niet volledig helpen weer anderen zouden
daarvan de dupe geworden zijn.
De behoefte was oneindig veel grooter
dan de voorraad. En moest nu eenmaal ge
schift en nog eens geschift worden, zoo
zeide men ons. En dat dit wel eens leidde
tot critiek, is volkomen begrijpelijk. De ge
troffenen kijken natuurlijk het eerst naar
hun eigen behoeften. De algemeene behoef
te kunnen zij trouwens niet overzien. Maar
het Comité kan dat wel. Het weet hoeveel
er noodig is. Het weet ook, dat dit vele
er niet is. Alles wat het kan doen is de
goederen zoo rechtvaardig mogelijk te
verdeelen. Komt iemand dan voor den der
den keer terug en de beide vorige keeren
heeft hij al iets gehad al is het nog zoo
weinig, dan is men herhaaldelijk ge
noodzaakt om te zeggen „Voor TJ is er
voorloopig niets meer".
Tegelijkertijd ziet de man echter wellicht
een stapel dekens, een paar stoelen of iets
anders, waaraan hij dringend behoefte
heeft.
Het is begrijpelijk, dat hij dan eenigszins
verbitterd weggaat.
Maar dat moet men niet aan het comité
verwijten. Dat komt doordat de voorraad
te klein is.
In verhouding tot wat zij verloren heb
ben, zal het toch altijd uiterst weinig zijn
wat het Comité aan de getroffenen kan
meegeven.
Het is echtei een kwestie van rechtvaar
digheid om te erkennen, dat het Comité
met groote moeilijkheden te kampen heeft.
Dat men tot critiek komt, is begrijpelijk.
Men trachte, alvorens critiek uit te oefe
nen, voortaan echter ook de andere zijde
van de zaak te bezien.
Gemengd Nieuws
HET WRAK VAN DE STATENDAM.
Ligt gekluisterd in den rivierbodem.
Als een van de eerste slachtoffers van de
gebeurtenissen tusschen 10 en 14 Mei ligt
de Statendam van de Holland-Amerika-
Lijn thans nog voor de Wilhelminakade.
te Rotterdam.
Een roestig casco, de huid geblakerd. Een
onttakeld wrak met de leegte van de drie
trotsche schoorsteenen, die ook in den
vuurgloed sneuvelden, tusschen de twee
masten, welke het brandend geweid heb
ben doorstaan. En het kan nog wel eeni-
gen tijd duren voordat de overblijfselen van
dit schip, dat jarenlang de commodore-
vlag heeft gevoerd, zijn laatsten gang
paar den slooper zal gaan.
Den laatsten tijd zijn geregeld geruch
ten opgedoken als zou het wrak van de
Statendam een gevaar gaan vormen voor
de scheepvaart. De romp zou zwaar lek
zijn en de kans zou bestaan dat het schip
zou zinken of kapseizen. Wegsleepen zou
voorloopig niet mogelijk zijn, omdat in
scheepsslooperskringen de animo zou ont
breken de Statendam als sloopobject aan
te koopen.
Al deze geruchten missen eiken grond
van waarheid, aldus het Rott. Nwsbl, Als
elk door brand verwoest schip is ook de
Statendam een niet onaantrekkelijk sloop
object. De P. C. Hooft en het Fransche
mailschip Lafayette zijn er voorbeelden
van.
En het gevaar voor de scheepvaart he-
rust op geen enkelen grond. Zinken kan
het wrak niet meer, omdat het veilig in
den rivierbodem langs de Wilhelminakade
is gebed. Het zit onwrikbaar aan den
grond en het water gaat met eb en
vloed ook binnen de scheepswanden op
en neer. Het eenige ongerief, dat de Sta
tendam op haar geweten kan hebben, is
het verontreinigen van het rivierwater
door de stookolie, welke blijkbaar nog in
tamelijke hoeveelheden in de oliebunkers
aanwezig is en die bij vallend water uit
de patrijspoorten stroomt. Deze veront
reiniging wordt echter bij elk ebtij weer
vrij snel opgeheven. De olie drijft stroom
afwaarts, keert bij een volgend vloedtij wel
weer wat terug maar daar de afvoerende
kracht van het ebtij toch altijd nog groo
ter is dan de terugvoerende kracht van het
vloedtij, verdaagt deze olie langzamerhand
toch in zee. En eens zal er wel een eind
aan komen aan dezen stookolievoorraad,
welke toch al sterk gedimd moet zijn bij
den eerste grooten brand en bij de kleinere
branden, welke later nog in de bunkers
Woedden.
Gevaar voor ontbranden van deze drij
vende olie is niet aanwezig. Stookolie toch,
en vooral deze drijvende stookolie, zou
sterk verhit moeten worden vóór er kans
is op ontbranden.
Eerst als de reederrf het schip zou los
laten komt de wrakkenwet op de proppen
en kan de overheid de verwijdering van
het wrak gelasten. Zoover is het nog niet,
pok al omdat de Statendam voorloopig
niemand in den weg ligt.
Het wordt dus een kwestie van koop
manschap tusschen de reederij en den
scheepsslooper. En de laatste zal aan het
casco ongetwijfeld voldoende werk en ma
teriaal vinden.
BOTSINGEN TUSSCHEN ENGEL8CHE
EN EGYPTISCHE TROEPEN.
De Italiaansche Messaggero bevat bij
zonderheden over incidenten tusschen En-
gelsche en Egyptische troepen. Volgens
dit blad waren op 15 Juni de Egyptische
soldaten van een grensfort aan de Lybi-
sche woestijn reeds twee dagen bijna zon
der drinkwater, toen zij zagen, hoe de Brit-
sche soldaten in een naburig Engelsch
kamp in volkomen gemoedsrust hun bad
namen. Zij deden dat in het water, dat
bestemd was als drinkwater voor de Egyp-
tenaren. De Egyptenaren vroegen de En-
gelschen om opheldering, deze gaven arro
gante antwoorden en gaven en Egyp
tisch officier een pak slaag. De Egypte
naren schoten daarop woedend op de En-
gelschen, van wie 5 gedood en 20 zwaar
gewond bleven liggen.
Den dag daarop deden de Italianen een
luchtaanval op Meroa Matroe. Het Egyp
tische luchtafweergeschut greep niet in.
Hierop verscheen de Engelsche comman
dant op het vliegveld en schoot den Egyp-
tischen officier, die standvastig weigerde
op de Italianen het vuur te openen, met
vijf revolverschoten dood,
DE FRANSCHE RADIO IN HET
ONBEZETTE GEBIED MAG
WEER GAAN WERKEN.
Tijdens de beraadslagingen van de
Duitsche wapenstilstandscommissie is gis
ter het vraagstuk van de Fransche radio
besproken. De Duitsche wapenstilstands
commissie heeft besloten de Fransche re-
geering toe te staan, de Fransche radio
zenders in het onbezette gebied weer in
gebruik te nemen. De Fransche regeering
draagt voor de uitzendingen de volle ver
antwoordelijkheid. Van Duitsche zijde zal
geen censuur worden uitgeoefend.
MET ZIJN MOTOR TEGEN BOOM
GEREDEN EN OMGEKOMEN.
Gistermorgen om ongeveer tien uur is
de 23-jarige Van W. afkomstig uit Til
burg, met zijn motorrijwiel op den straat
weg Apeldoorn-Amersfoort, tusschen Gar
deren en Voorthuizen, in volle vaart tegen
een boom gereden. Toen een arts en een
geestelijke ter plaatse arriveerden, was de
jongeman reeds overleden. Het slachtoffer
was op weg naar Baarn. Het stoffelijk
overschot is naar Amersfoort overgebracht.
De oorzaak van het ongeval is niet be
kend. De motor werd geheel vernield.
POLITIECHEFS IN -LITTAUEN
VAN HUN FUNCTIES
ONTHEVEN.
Krachtens een bepaling van het minis
terie van binnenlandsche zaken worden,
behalve een nieuw aantal districtshoofden
ook de meeste tegenwoordige politiechefs
in Littauen van hun functies ontheven.
Raad van Goes.
Het politiekorps met vier agenten
uitgebreid. De kennis gaat niet
door. Herverzekering.
De Raad van Goes vergaderde Vrijdag
middag onder voorzitterschap van burge
meester W. C. ten Kate. Afwezig zijn de
heeren Kloosterman en Laport:
De VOORZ. drukt allereerst zijn mede
leven uit met de nabestaanden van hen,
die in de oorlogsdagen zoo diep getroffen
zijn. Spr. uit voorts zijn oprechten dank
aan allen, die de gemeente in de achter
liggende moeilijkheden bijstonden en' hij
hoopt, zoo noodig, ook in de toekomst op
hun steun te kunnen rekenen.
Ingekomen is o.a, bericht van Ged.
Staten, dat, voorzoover de gemeentebe-
grooting 1940 nog niet is goedgèkeurd,
thans over alle posten volledig beschikt
kan worden.
Burgemeester W. C. ten Kate wordt in
de vacature wijlen mr. R. M. van Dussel-
dorp benoemd tot ambtenaar van den
Burgerlijken Stand. Tot leden van de com
missie van gemeentewerken worden be
noemd de heeren Chamuleau, Crucq en
Reedijk. Als voorzitter dezer commissie
wordt de heer Chamuleau benoemd.
KERMIS GESCHORST.
Nadat eenige begrotingswijzigingen
zijn goedgekeurd en de Raad eveneens zijn
goedkeuring heeft geschonken aan een
drietal door B. en W. genomen maatrege
len, wordt eveneens zonder discussie of
h. st. besloten tot schorsing der kermis.
POLITIEKORPS UITGEBREID.
Bij het voorstel tot uitbreiding van het
politiepersoneel met vier agenten, drukt
de heer CRUCQ de hoop uit, dat, na de
uitbreiding van het politie-personeel ook
beter toezicht op de plantsoenen zal plaats
hebben.
De VOORZ. zegt, dat dit inderdaad de
bedoeling is, waarna zonder verdere dis
cussie of h. st. ook dit voorstel wordt goed
gekeurd.
Nieuw lid B. A.
Aan den heer I. Wessel wordt op zijn
verzoek eervol ontslag verleend als lid
van het Burgerlijk Armbestuur, waarna
in de daardoor ontstane vacature de heer
M. W. Knuist wordt benoemd.
DE BRANDVERZEKERINGEN.
Bü het voorstel om de brandverzeke
ringen over te schrijven op Nederlandsche
maatschappijen, zegt de VOORZ. dat hem
pas gebleken is, dat ook de mogelijkheid
bestaat ,om zich te verzekeren tegen het
niet of laat uitbetalen van verzekeringen.
Als dit meer wenschelijk is, zullen B. en
W. daartoe overgaan.
De heer ECKHARDT meent dat voor
het gasbedrijf deze her-verzekering niet
noodzakelijk is.
De VOORZ. staat op het standpunt dat
men in deze gedekt moet zijn. Men kan
niet weten, wat de toekomst brengen zal
en men moet verzekerd zijn.
De heer DUVEKÖT wijst er nog op, dat
toch thans ook de posten voor de helft
gedekt zijn.
De VOORZ. meent, dat ook hier niets
absoluut van vast staat. Spr. is er ook
tegen om andere maatschappijen te raad
plegen. Men wil blijven bjj de Mij., die de
gemeente verzekerde en thans ook over
dracht der verzekering aanraadde.
Wethouder DE ROO raadt aan, bij het
voorstel te blijven en niet in bijzaken af
te dalen. Het gaat om aanname of afwij
zing van het door B. en W. omschreven
voorstel, dat alleen de bestaande verze
kering door dezelfde Mij. op Hollandsche"
wil doen overschrijven.
Het voorstelwordt hierna aangenomen
met de heeren Duvekot en De Looze tegen.
Van de rondvraag maakt geen der le
den gebruik.
De heer Küpfer benoemd tot
commandant der garde van
Nationaal Front.
Hij was tijdens de mobilisatie commandant
van het vliegveld Vlissingen.
Met ingang van 1 Juli is door Arnold
Meijer, leider van het Nationaal Front,,
benoemd tot landelijk commandant van
de garde van Nationaal Front, de heer C.
C. Küpfer, gepensioneerd kapitein-vlie
ger K.N.I.L.
Drs. C. C, Küpfer is geboren in 1894.
Hij bezocht de K.M.A. te Breda en werd
in 1916 2e luitenant der infanterie bij het
Nederlandsch-Indische leger. In 1919 volg
de zijn promotie tot le luitenant en in
1920 werd h\j officier-vlieger bij de lucht-
vaartafdeeling. In 1927 volgde zijn bevor
dering tot kapitein. In dat jaar verkende
h\j Sumatra op den grond voor den aanleg
van vliegvelden voor het burgerlucht-
vaartverkeer.
Hij maakte tal van verkenningsvluchten
door den geheelen Archipel en werd in
1932 commandant van den vliegdienst. In
1933 nam hij ontslag uit den militairen
dienst en wel om twee redenen
le. wijl er toen geen uitzicht bestond
op een behoorlijke versterking van de
Indische luchtvloot, men deed het met
18 vliegtuigen in eerste lijn (6 jagers en
12 verkennersbombardeurs
2e. wijl hij voor verdere promotie voor
vier jaar naar de infanterie moest terug
gaan, ondanks het feit, dat men bij de
luchtvaartafdeeling op zijn blijven was ge
steld.
Gerepatrieerd zijnde, volgde de heer
Küpfer de colleges in de sociale geografie
aan de Universiteit van Amsterdam. In
1937 deed hij zijn doctoraal examen. In
ditzelfde jaar vertoefde hij geruimen tijd
in Zuid-Afrika ingevolge een bijzondere
opdracht van de Fokkerfabrieken. Van
1938 tot midden 1939 was hij hoofdredac
teur van „De Waag". Na de mobilisatie
werd hij achtereenvolgens commandant
van het vliegveld Vlissingen en daarna
commandant van de school voor reserve
officieren van de militaire luchtvaart te
Rotterdam.
In de oorlogsdagen gaf hij zijn geheele
persoon in den strijd voor de verdediging
van een van 's lands belangrijkste punten,
Strafzitting van Vrijdag 5 Juli 1940.
SCHOENEN ENZ. ONTVREEMD.
De 43-jarige vischventer H. W. B. uit
Breskens, thans in voorarrest, hoorde den
officier in zijn aanklacht zeggen, dat hi)
tusschen 18 en 25 Mei, dus in de moei
lijke dagen te Breskens heeft weggenomen
8. schoenen bij W. Woittiez, 8 pantoffels
en schoenen van J. v. d. Velde en een
heerencostuum en eenige overhemden
bij J. J, le Bleu.
De officier van justitie wees er.
nadat verdachte bekend had, op, dat hij
al eerder veroordeeld is en dat er geen
termen zijn voor verzachting van de fei
ten, die gepleegd zijn, waarom spr. 8
maanden gevangenisstraf met aftrek voor
arrest vorderde.
De verdediger, mr. A. H. Kuipers, zeide
dat men het geheurde zeker zou kunnen
zien als een zeer ernstig feit, als men
de omstandigheden niet in aanmerking
neemt. De straf, waartoe verdachte een
maal veroordeeld werd, dateert van jaren
geleden en nu is hij tot zijn daden over
gegaan in de moeilijke tijden van evacua
tie. Hij dacht, dat het geheele dorp zou
worden verwoest en dat hjj dan wel een
en ander zou mogen medenemen, dat an
ders toch verloren ging. Ook verdachte
zelve hield nog een pleidooi en lichtte toe
hoe hij tot de diefstallen kwam.
Uitspraak 17 Juli.
DIRECT VRIJGESPROKEN EN
VRIJ GELATEN.
De 29 jarige betonwerker S. P. uit Oost
en West Souburg, ook gedetineerd, had
zich te verantwoorden wegens het weg
nemen van 20 liter benzine uit een Fran-
schen legeraueo op 27 Mei te Souburg.
De verdachte gaf toe, reeds 7 maal te
zijn veroordeeld en ook, dat hij op ge
noemde datum benzine voor zijn auto
aannam, die door zekeren Walrave uit den
Fransehen auto was gehaald.
De officier van justitie, mr. v. d. Minne,
toonde ook in dezen niets van al degenen
te moeten hebben, die van de gelegenheid
gebruik maakten om zichzelf te bevoor-
deelen en vroeg 6 maanden gevangenls-
szr&f met aftrek voorarrest.
Ook voor dezen verdachte was mr. Kui
pers raadsman. Spr. wees er allereerst
op, dat P. gearresteerd werd voor een an
der feit, dan dal, waarvoor hij nu terecht
stond. Hij heeft toen zelf aan den. burge
meester verteld deze 20 liter benzine te
hebben genomen. Zeker heeft hij die ben
zine in zijn eigen auto overgestort, maar
van wegnemen van de benzine door ver
dachte is niets bewezen. Wegens diefstal
kan hij dus niet .vorden veroordeeld. Maar
daar komt nog bij, dat het feit niet onder
d' gemeente Souburg is gepleegd, maar
op den ouden Vlissingschen weg, waar de
weg in de gemeente Middelburg ligt en de
huizen op Koudekerksch grondgebied
staan. Dus daarom lean hij ook niet ver
oordeeld worden op de huidige dagvaar
ding. Men mag geen rekening houden
met verdere verdenking over het plegen
van andere strafbare feiten, die op ver
dachte rust. De rechtbank moet ook niet
vergeten dat P. sociaal werk verrichtte bij
het Roode Kruis. Pleiter vroeg daarom
vrijspraak van verdachte en in vrijheid
stelling.
De officier van justitie wees er in zijn
repliek op, dat Walrave op gezag van P.
de benzine er uit haalde, geïnspireerd
door den Roode Kruisband.
De verdediger zeide, dat Walrave daar
om nog geen benzine mocht wegnemen.
Na in raadkamer te zijn geweest, deed
de rechtbank direct uitspraak en sprak
P. vrij op grond, dat niet vaststaat, dat
het feit te Souburg heeft plaats gehad.
Verdachte werd direct op vrije voeten
gesteld.
EEN MISLUKTE POGING TOT
OPLICHTING.
Het was een heel ander feit, waarvoor
de 4(- jarige koopman P. J. A. A. V. uit
Middelburg vervolgens terecht stond en
wel, dat hij op 16 Juni getracht heeft den
heer G. J. Fros te Vlissingen op te lich
ten voor 1.
Volgens de dagvaarding en de verkla
ringen van den heer Fros en zijn doch
ter, die als getuigen werden gehoord,
heeft verdachte medegedeeld, dat hij ma
rine-officier was, dat hij zrjn auto in het
villapark had moeten laten staan, omdat
zijn benzine op was, dat hij niet over vol
doende geld beschikte om benzine te koo
pen en daarom een gulden wilde leenen.
De getuige heeft hem echter niets ge
geven.
Verdachte bleek onder den invloed van
sterken drank te zijn geweest en wist
zich niets meer te herinneren over wat
hij heeft staan vertellen.
De officier van justitie wees er op, dat
verdachte op meer plaatsen dergelijke
praatjes heeft gemaakt en dat hij al 6
maal veroordeeld is, spr. vroeg zijn ver
oordeeling tot 4 maanden gevangenis
straf.
De raadsman, mr. H. L. van Zanten,
achtte dezen eisch zeer zwaar temeer
daar verdachte niets heeft gekregen. Spr.
drong aan op clementie.
Uitspraak 17 Juli.
EEN RIJWIEL EN EEN STRIJK
IJZER ONTVREEMD.
Het was de 36 jarige Vlissingsche smid
J. M. v. W., die nu voor de rechtbank
verscheen, verdacht van diefstal van een
rywiel op 16 Mei en van een strijkijzer
ten nadeele van C. W. van Oeveren tus
schen 16 en 18 Mei.
De president wees er verdachte op, dat
hii bij de evacuatie een fiets mede nam
en hem daarna maar behield zonder hem
aan te geven bij de politie. Ook het ver
miste strijkijzer is bij verdachte aange
troffen. Ook deze verdachte is recidivist,
en is reeds tweemaal tot één jaar ge
vangenisstraf veroordeeld.
De officier van justitie vorderde 8 maan
den met aftrek voorarrest.
De raadsman, mr. van Zanten, zeide, dat
het tijdstip waarop het strijkijzer zou zijn
ontvreemd niet vast staat, terwijl spr.
inzake het medenemen van een rijwiel en
later niet aangeven weer in herhaling zou
moeten treden, en uiteen zetten waartoe
de huidige omstandigheden leidden. Spr.
vroeg een clementer straf.
Uitspraak 17 Juli.
OOK EEN RIJWIEL GEKAAPT.
De 22 jarige timmerman M. v. G. uit
Sruburg, hoorde uit de tenlaste legging,
dat hij op 30 of 31 Mei te Souburg een
rijwiel heeft weggenomen.
Do verdachte gaf dit toe en hoorde
door den officier van justitie 3 maanden
met aftrek tegen zich eischen.
Mr. van Zanten heeft in zij,i verdediging
betoogd, dat deze verdachte niet ongunstig
bekend stond. Hg heeft in Mei zijn leven
gewaagd als militair voor U en mij zeide
de verdediger tot de rechtbank. Daarbij
verspeelde hrj zijn fiets en was dus zonder
rijwiel. Op 26 Mei bleek Souburg te zijn
geëvacueerd. Hij vond Souburg half leeg
geplunderd en nam toen de fiets weg.
Spr. drong aan op een voorwaardelijke
veroordeeling van v. G. of althans ten
deele onvoorwaardelijk en ten deele voor
waardelijk.
Uitspraak 17 Juli.
ECHTPAAR STAAT TERECHT.
De 24 jarige landarbeider J. M. en zijne
21 jarige vrouw E,L. uit Sluis verlieten
elkaar zelfs in de rechtzaal niet en namen
naast elkaar plaats in het beklaagden
bankje.
Aan hen was ten laste gelegd, dat zij
op 24 Mei te Sint Anna ter Muiden eenige
knotten sajet van E, van Wijckhuise en
een directoir en een manshemd van den
broer van de vrouw A. Lamote hebben
weggenomen, terwijl de man op 26 Mei
Uit den winkel van V/. J. Musson to Sluis
door openschuiving van ven raam nog 2
kistjes en 3 doosjes sigaren en 3 doosjes
sigaretten op den kop wist te tikken.
Beide verdachten bekenden het hun ten
laste gelegde en dc officier van justitie
vorderde tegen den man 6 en tegen de
vrouw 3 maanden gevangenisstraf.
Mr. van Zanten wees er op, dat verdach
ten nooit met de justitie in aanraking zijn
geweest en dit wellicht nooit het geval
zijn geworden als de oorlog niet was
uitgebroken, waardoor verdachten uit
hun evenwicht geraakten. Spr. drong aan
op clementie en wees er nog op, dat men
deze zaak niet moet bekykeri in den rus-
tigen sfeer van de rechtzaal te Middelburg,
op 5 Juli, maar in den zeer woeligen sfeer
van het leven te Sluis eind Mei.
Uitspraak 17 Juli.
WEDEROM ONVOORZICHTIGEN DOOR
GRANAATSCHERVEN GETROFFEN.
Wederom zijn gistermiddag tijdens het
vuren door luchtdoelartillerie te Rotter
dam burgerpersonen, die zich op straat
bevonden, door neervallende scherven ge
troffen en wel in de tweede Schansstraat
en op het Piet Heinsplein. Zn werden, door
den geneeskundigen dienst verboden.
Met nadruk wordt er nogmaals op ge
wezen, dat men zeer onverstandig en on
voorzichtig handelt, wanneer men zich op
straat begeeft of op straat blijft tijdens het
vuren van de luchtdoelartillerie.
ONDER EEN HOOHLAR GERAAKT EN
OMGEKOMEN.
Donderdagavond is dc 30-jarige L. uit
Groesbeek, terwijl hij een voor een kar
geladen met hooi gespannen paard bij den
kop leidde, gestruikeld, zoodat hy kwam
te vallen. Hij kreeg een der wielen van
de kar over zijn borst en werd met zware
inwendige kneuzingen in liet St. Canisius
ziekenhuis te Nijmegen opgenomen. Gis
terochtend is hij aan de kwetsuren over
leden.
-VEERTIGDUIZEND SCHOOLKINDEREN
IN ENGELAND GAAN
EVACUEEREN.
Het Britsche ministerie van gezondheid
deelt mede: Zondag a.s. zal begonnen
worden met de evacuatie van 40.000
schoolkinderen uit de kustgebieden in het
Oosten en Noord-Oosten des lands. Het
plan is, de evacuatie in al deze gebieden
uiterlijk Maandagavond te beëindigen.
MOEILIJKHEDEN VAN ONTSLAGEN
ARBEIDERS.
De wettelijke bepalingen op het punt
der werkbeperking (ontslag, stopzetting
bedrijf en vermindering arbeidsduur) kun
nen tot moeilijkheden en misverstand aan
leiding geven.
De afd. Amsterdam van „Het Neder-
landsch Arbeidsfront" heeft zich in over
leg met zijn adviseur voor arbeidsgeschil
len, tot de autoriteiten gewend en op kor
ten termijn een onderhoud verzocht met
den secretaris-generaal van het departe
ment van sociale zaken.
De naar voren gebrachte grieven zijn in
het kort nis volgt te formuleeren
1. Conform de bepalingen moet na 9 Mei
1940 gegeven ontslag terstond worden in
getrokken, doch desniettegenstaande hand
haven vele patroons zulk een ontslag in af
wachting van een vergunning van de ar-
beids-inspecties voor dit ongeldige en
strafbare ontslag.
Daardoor worden tallooze arbeiders ge
dupeerd en verkeeren zij in ernstige fi-
nancieele moeilijkheden, terwijl dit onnoo-
dig en zelfs verboden is.
2. Verzoeken van patroons om vergun
ning tot het geven van ontslag worden
door de betreffende arbeids-inspecties be
slist zonder dat de betrokken arbeider (s)
is (zfln) gehoord.
De te geven beslissing wordt daardoor,
ten koste veelal van den arbeider, zéér
eenzijdig beïnvloed.
3. Ten opzichte van in te stellen loon-
acties bestaat geen uniformiteit en zijn
aan de arbeids-inspecties met de wet
strijdige richtlijnen verstrekt.