"De iaaêste öu§ Tweede Blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Vrijdag 5 Juli 1940 De Britsche aanval op de Fransche vloot te Oram. Wat Churchill er van zei. Het D.N.B. meldt uit Londen: In zijn Donderdag voor het Lagerhuis afgelegde verklaring motiveerde Churchill den over val van de Engelschen op de in Oran lig gende Fransche oorlogsschepen en het kapen van Fransche oorlogsbodems met er'op te wijzen, dat Engeland den Fran- schen heeft aangeboden, hen van hun ver dragsverplichtingen te ontslaan, indien de Franschen hun vloot voor het sluiten van den wapenstilstand naar Britsche havens gebracht zouden hebben. Dit is niet gebeurd. Hij deed opmerken, dat Engeland van de regeering in Bor deaux met volledige kennis van de ge volgen een slag heeft ontvangen, die doo- delijk had kunnen zijn. Churchill verweet daarop de Fransche regeering een „kwaad willige behandeling" van Engeland. Duit- sche vliegers, zoo ging Churchill voort, bevonden zich als krijgsgevangenen in Frankrijk. Engeland heeft van Reynaud de belofte gekregen, dat deze vliegers naar Engeland gestuurd zouden worden. Toen echter Reynaud was afgetreden, zjjn deze vliegex-s aan Duitschland uitgeleverd. De beslissing van het Britsche kabinet over de actie tegen de Fransche vloot is eenstemmig genomen. Woensdagochtend beeft Engeland het grootste gedeelte van de Fransche vloot onder zijn contröle ge steld of de Fransche eenheden opgeroepen, zich te schikken naar de Engelsche voor waarden, hetgeen met gebruikmaking van „gepaste maatregelen van geweld" is ge schied. WAT ENGELAND HEEFT BEMACHTIGD. Twee slagschepen, twee lichte kruisers, eenige duikbooten, waaronder de groote „Surcouf", acht torpedojagers en tweehon derd kleine mijnenvegex-s en duikbootja gers in Portsmouth, Plymouth en Sheer- ness zijn door de Engelschen na een kor ten termijn overgenomen. Deze operatie is met uitzondering van de „Surcouf" zonder bloedvex-gieten verloopen. Bij de „Surcouf" zijn een Britsch en een Fransch officier gedood. Er zijn ook gewonden ge vallen. DE AANVAL BIJ ORAN. Daarna sprak Churchill over de situatie van de Fransche marine-eenheden in de Middellandsche Zee. Hij vex-klaarde, dat in Alexandrië een sterke Britsche vloot ligt. Daar bevinden zich ook een Fransch slagschip, vier Fransche torpedojagers en een aantal kleine schepen. Deze zrjn er van in kennis gesteld, dat zij van Enge land geen vergunning kunnen krijgen de haven te verlaten. De Fransche slagkruisers „Dunkerque" en „Strassbourg" lagen in Oran. Woensdag logsvaartuigen lagen in Oran. Woensdag vroeg heeft een Britsch officier aan den Franschen generaal een document over handigd, waarin werd verlangd, dat de Fransche vloot een van de beide volgende alternatieven koos 1. Den strijd tegen de Duitschers en Italianen voort te zetten. 2. Met een verminderd aantal man schappen naar een Britsche haven op te stoomen. De Fransche admiraal heeft deze voor waarden van de hand gewezen. De Brit sche commandant heeft daarop om 17.58 uur het vuur geopend. Een slagki'uiser van de „Strassbourg"-klasse is beschadigd en op het strand geloopen. Een slagschip van de „Bretagne"-klasse is tot zinken gebracht en een ander zwaar beschadigd. Twee Fransche torpedojagex-s en een vliegtuigmoederschip zrjn eveneens tot zinken gebracht of in brand geschoten. Een van de Fransche slagkruisers heeft de haven van Oran verlaten, is door vlieg tuigen achtervolgd en door een torpedo getroffen. Dit schip heeft echter tezamen met an dere Fransche schepen, Toulon bereikt. De „Dunkerkque" is voor vele maanden buiten gevecht gesteld. Het verlies ,aan menschenlevens onder de Franschen aan boord der schepen en in de haven van Oran is groot geweest, doordat de Engel schen gedwongen zijn geweest zeer scher pe maatregelen te nemen. Men heeft zware ontploffingen waargenomen, Van de Britsche schepen is er geen enkele aan de geschuttorens getroffen. De Ita- liaansche vloot heeft zich heel verstandig buiten het gevecht gehouden. Engeland zal de noodige stappen onder nemen onx de heerschappij in de Middel landsche' Zee te handhaven. Eenige an dere Fransche oorlogsschepen bevinden zich nog op zee. Het is de vaste wil van Engeland te vex-hinderen, dat deze in Duitsche handen vallen. Churchill laat de beoordeeling van deze zuivere Engelsche actie met vertrouwen over aan het parlement, de natie, de Ver- eenigde Staten en de wereld. HET GEVAAR VAN EEN AAN VAL OP ENGELAND. Daarna sprak Churchill over het ge vaar van een aanval op het Engelsche eiland. Hij verklaarde Engeland treft alle voorbex-eidingen, die in zijn macht liggen om aanvallen van den vijand af te slaan, hetzij deze aanvallen op Engeland zelf of op Ierland zijn gericht. Churchill probeerde deix toestand zoo voor te stellen, alsof Ierland in oixmiddel lrjk gevaar vex'keert. Aan het einde van zqix verklaring richt te Churchill een appel tot de Engelsche onderdanen in hooge functies en -an de verantwoordelijke persoonlijkheden moe dig te blijven en een voorbeeld van stand vastigheid en vastbeslotenheid te geven. Zij moeten uitlatingen van slapheid en misplaatste meeningsuitingen in hun func ties coritroleeren en berispen. DE BRITSCHE VERLIEZEN ZOUDEN GERING ZIJN. De eerste lord der Britsche admiraliteit Alexander, heeft gisteravond in een radio rede verklaard, dat de Britsche verliezen bij de actie tegen de Fransche vloot ge ring geweest zijn. Een officier en een min dere werden gewond. De bemanning van een vliegtuig wordt vermist. VERKLARING VAN HALIFAX. Lord Halifax, de minister van buiten- landsche zaken, heeft in het Hoogerhuis een soortgelijke verklaring afgelegd als Churchill in het Lagex-huis. Den overval op de Fransche vlooteenhe- den te Oran motiveerde hij met de opmer king, dat de Franschen het „plechtige pact met de geallieerden" hadden moeten nakomen, alvorens de beloften aan den vijand te vervullén. Halifax verzekerde tenslotte, dat slechts door de zege van de Britsche wapens de bevrijding van Frankrijk mogelijk was, en dat het Fran sche volk vroeg of laat -begrip zou heb ben voor het einddoel van het Britsche volk. Ieder in Engeland was vastbesloten tot het zegevierende einde tegenstand te bieden. Ongeveer 110.000 Belgische vluchtelingen In Frankrijk. Naar het Algemeen Nieuws meldt, raamt men in België het aantal naar Frankrijk weggevoerde of gevluchte Belgische bur gers, die tot dusver nog niet zijn terugge- keerd, op ongeveer 110.000. Naar het blad schrijft, bevinden deze personen zich nog steeds in Fransche kam pen. De vluchtelingenorganisaties stellen pogingen in het werk deze personen te doen tex-ugkeeren. HET POSTVERKEER IN BELGIË VRIJWEL GEHEEL HERSTELD. Naar het bestuur der Belgische poste rijen mededeelt, is het postverkeer in de meeste deelen van België thans weer her steld. Ongewenseht Engelsch bezoek aan Nederland Gisternacht hebben Engelsche vlieg tuigen weer bommen laten vallen op het reeds zoo zwaar geteisterde Rotterdam. Gelukkig werd geen ernstige schade aan gericht. Een particuliere autogarage werd beschadigd en van een in de nabijheid ge legen fabriek werden vele ruiten vernield. In een nabjj gelegen weide ontploften eveneens enkele bommen, waardoor ver scheidene koeien werden gedood. Men is in Rotterdam zeer bitter gestemd over deze nachtelijke aanvallen der Engelschen. LUCHTGEVECHT BOVEN iOZENBURG. Gisterochtend zijn tijdens een luchtge vecht tusschen Duitsche eix Engelsche vliegtuigen boven het eiland Rozenburg drie koeien gedood. Een negentienjarig meisje, dat zich op het veld bevond, werd ernstig gewond. Zij is in het zieeknhuis opgenomen. IN AMSTERDAM MAKEN GRANAATSCHERVEN SLACHTOFERS. In Amsterdam hebben granaatscherven enkele slachtoffers gemaakt, toen gister middag Engelsche vliegtuigen boven de stad verschenen en het Duitsche afweer geschut in wei'king trad. Een 17-jax-ige jongeman, die het schouw spel op den Zuidelijken Wandelweg stond te bekijken werd aan been, oor en arm getrof fen door granaatscherven. Gelukkig waren de verwondingen niet. van ernstigen aard. Een arts, die het eveneens niet noodig ge oordeeld had een schuilplaats op te zoeken, verleende de eerste - hulp en werd eenige oogenblikken later eveneens door kleine scherven van granaten in het been gewond. Beiden zijn door den G.G. en G.D. res pectievelijk naar het Wilhelmina- en het Onze Lieve Vrouwe gasthuis vervoerd, waar zij in de Röntgenafdeeling nader zijn onderzocht. Gelukkig maakten de granaten geen ver dere slachtoffers onder de nieuwsgierigen, die zich overal in de stad op hooge punten hadden verzameld. Visa voor reizen uit het bezette gebied. Naar gebleken is, bestaat in breede kringen nog onduidelijkheid over de be palingen, welke voor het reizen uit het bezette Nederlandsche gebied en voor de terugreis gelden. Volgens de verordening van den Rijks commissaris van 6 Juni 1940 is het ver laten van en het binnenkomen in het bezette Nederlandsche gebied verboden. In bijzondere gevallen kunnen uitzonderingen op dit verbod worden toegestaan. Als zulks bijzondere gevallen worden be schouwd 1. Reizen voor dringende zakelijke be sprekingen voor het geval het doel van de reis niet op andere wijze kan worden bereikt; 2. Reizen om terug te keeren naar de woonplaats of vaste verblijfplaats. De goedkeuring voor dergelijke reizen, welke in den vorm van een visum ge geven wordt, moet worden aangevraagd door personen, die hun woonplaats of vaste verblijfplaats hebben in de provin cie Zeeland bij de Ein- und Ausreisestelle Rotterdam, Westplein 12. Aangezien de behandeling' der aanvra gen eenigen tijd vordert, kan niet op een. onmiddellijke verleening der visa gerekend worden. Het is doelloos zich met aanvragen voor bovenbedoelde visa tot de Duitsche mili taire autoriteiten te wenden. Geen Amerikaansche gezanten in bezette gebieden. De Amerikaansche ministex van buiten- landsche zaken Huil heeft volgens het D.N.B. op een persconferentie medege deeld, dat aan den Duitschen eisch tot terugroeping van de diplomatieke ver tegenwoordigingen in Noorwegen, Neder land, België en Luxemburg gevolg zal worden gegeven. Huil heeft hier aan toe gevoegd, dat men een procedure heeft ge vonden voor dergelijke gevallen. Daarom zal deze kwestie in orde komen. r Onze Bureaux zijn gevestigd s MIDDELBURG BIERKAA111 M Adminlstr.: Tel.139 VLISS1NGEN Redactie en Adm Walstraat 58-60 Telefoon 10 (2 lijnen) GOES Redactie en Adm.Turfkade 15 Telefoon 2863 SOUBURG Kanaalstraat 45, Telefoon 35 8RESKENS Dorpsstraat 35, Telefoon 21 s Heeft de A.N.W.B. een wensek in het belang van wielrijders en voetgangers. Behalve de bruggen over de groote ri vieren hebben ook vele bruggen en duikers in de rijks- en andere wegen onder de oorlogs-handelingen geleden. De breedte van deze kunstwerken was dikwijls gelijk aan' de verhardings-breedte van de rijbaan en de naast de rijbaan aanwezige rijwiel- en voetpaden waren dan onderbroken, waardoor de wielrijders en voetgangers op de rijbaan wax-en aan gewezen, wat zoowel voor hen als voor het autoverkeer groote gevaren meebracht. De A.N.W.B. roept daarom hierbij de medewerking in van de betrokken be heerders om bij de vernieuwing van deze bruggen en duikers met dit ernstige be zwaar rekening te willen houden. Door CECIL FREEMAN CREGG. 33) „Het rapport is juist binnen gekomen. Wij konden geenlichaam of zoo iets vinden. Wij vroegen ons natuui-lijk af..." „Ik was het inderdaad, brigadier*. Je moet me een genotgen doen en het den commandant van de brandweer vertellen. Deel het hem voorzichtig mee. Hij zal er misschien het een en ander over te zeg gen hebben, maar zeg hem, dat hij zijn rekening bij Scotland Yard kan indienen". „Heel goed meneer. Nog iets anders?" „Ja. De brandweer werd gisteren ge- alarmeerd voor een brand in een groot huis vlak bij Medhurst Zorg er als het je be liefd voor dat er een politiewacht in dat huis geplaatst -vordt tot ik het kan on derzoeken. Morgen ga ik er heen." „Ik hoop het van harte" zei de briga dier twijfelachtig. „Dan is ex* een jongen op het dak ge vonden, dien ze misschien opgepikt heb ben. Met hem is het in orde, maar ik zou hem graag spreken voor hij werd losge laten." „Juist inspecteur." „Eno ja, morgenavond. Ik zou graag bij het huisje zijn voor het geval er iemand komt "-pdagen." „Zeker. Wij hebben ook het andere be licht ontvangen". „Heb je den boodschapper te pakken?" „Neen meneer. Het kwam niet recht streeks in ons bezit. Het werd in den vorm van een briefje in de bus gedaan bij het bureau van een plaatselijk krantje hier. Zij hebben het aan ons doorgestuurd. Hier is het". Inspecteur Higgins nam het getypte velletje papier van den brigadier aan. Aan den Hoofdredacteur. Mijnheer, Het is een publiek schandaal, dat leden van het politiecorps van deze stad het leege huisje bij den Park-ingang als slaap plaats gebruiken, terwijl ze verondei'steld worden op wacht te zijn. Ik verzoek u dit te willen publiceeren Pro bono publicio. „Goeie ouwe Pro Bono, de toevlucht van iederen anoniemen briefschrijver. Hij ver onderstelde natuurlijk, dat dit bericht aan jullie zou wox-den doorgegeven. Veiliger, dan het zelf te bezorgen". „Juist, meneei*, vool*al daar wij den hee- len nacht op zijn". „Zul je voor alles zorgen?" „Natuurlijk inspecteui*. Enik hoop, dat u weer spoedig lieelemaal in orde bent. Inspecteur Higgins glimlachte dankend, draaide zich om en, was het volgend oogenblik in een diepen slaap verzonken, vermoeid naar lichaam en geest. Het was-laat op den avond toen de bri gadier terugkwam. Inspecteur Higgins zat x*echtop in oed, een pijp in zijix mond en het ochtendblad lezend. Hij voelde zich al heel wat beter en had van den dokter de belofte gekregen, dat hü den volgenden morgen zou kunnen vertrekken. De brigadier kwam op zijn teenen de kamer binnen en Higgins legde het och tendblad neer. „En, brigadier?" „Ik heb uw instructies uitgevoerd, meneer. Er is een wacht in het groote huis geplaatst. Zij hadden het reeds gedaan op advies van den brandweercommandant. Het had iets te maken met brandstichting, geloof ik. De bewoners waren gevlucht". „Dat weet ik". „En de jongen ook". „Do jonge Hamper?" „Zijn naam weet ik niet, maar ik be doel den jongen, dien ze van het dak gered hebben". „Weg, hè? H'm, dat is opmerkelijk, tenzij de jongen wat te vex*bex*gen had. Droomde hij nog altijd van die melo dramatische wraakneming?" Higgins was begonnen plezier in Tommy te krijgen, waarschijnlijk als gevolg van het door hen beiden gedeelde gevaar, en hij hoopte van harte, dat de jongen niets zou uithalen. Hij zou den jongen Hamper het beste ergens kunnen opbergen, zoodat hij geen kwaad kon aanrichten tot deze heele zaak opgehelderd was. „En de bx*andweercommandant Ik hoop, dat je het hem voorzichtig hebt verteld. Ili meen, dat ik je waarschuwde, dat hij wel het een en ander te zeggen zou hebben. Vertel eens precies wat lxij zei. Ik ben oud en naar ik hoop goed ge noeg om het te kunnen verdragen. In ieder geval leer ik steeds graag wat nieuws. Begin maar". Inspecteur Higgins leunde vol verwachting achterover in zrjn kus sens, sloot de oogen en legde plechtig de toppen van zijn vingers tegen elkaar. De brigadier aarzelde en zei dan „Hij zei lieve hemel, meneer". „Gevolgd door?" „Zoo iets heb ik van mijn leven nog nooit gehoord, inspecteur „Allemachtig! Hij eindigde toch niet met „Ora pro nobis?" „Neen, meneer", „Kus me, Hardy, dan?" „Ik heet niet eens Hardy, meneer. Mijn naam is Johnson". HOOFD STUK XXI. Waarin een paar vingerafdrukken herkend worden. inspecteur Higgins kreeg een sterk ge voel van weerzin, toen hij andermaal den haard in de bibliotheek van het groote huis beschouwde. Alles was zwart van het neex*gevallen roet, tot zelfs de banden van de meeste boeken, De laatste gebruiker van den haard moet wel geschrokken zjjn van de resultaten toen hij petroleum op den haard wierp. Zoo'n daad kon wel alleen opgekomen zijn iix een uiterst wreeüe brein, dat voor een oogenblik de overhand over het gezonde verstand gekregen heeft. Het was zijn ongeluk geweest, want zon der die felle vlam uit den schoorsteen zou de brandweer nooit gealarmeerd ge worden zijn en was het viertal niet ge noodzaakt geweest aan den haal te gaan. Viertal Ja, dat was goed. De Gladde, Sanderson, de chauffeur van den auto en de leider van de bende, de man met de onheilspellende stem. Vier stuks, allemaal nxisdadigex-s. De bibliotheek vertoonde tal van sporen van hun overhaaste vlucht. Het bleek dat een deel van een der boekenkasten be weegbaar was, want in hun haast hadden zij verzuimd die behoorlijk te sluiten. De kast draaide op scharniex*en als een deur. Daarachter bevond zich een safe-deur, welke in den muur was ingebouwd. Een vertegenwoordiger van de fabriek, welke de safe had geleverd, was deze komen openen. In de safe lagen tal van bxxndels papieren, maar geen geldswaarden. Inspecteur Higgins haalde de papieren er uit en legde ze op tafel onx ze stuk voor stuk door te loopen. Onder de tafel vond lxij zoowaar zijn pet, waarvoor hij dankbaar was. Hij ging voor het bureau zitten en blies eens in zijn handen, 't Jonge wat was het koud De eerste bundel bevatte brieven. Hig gins haalde het elastiek er af en keek vluchtig de adressen op de couverten na. Het waren in totaal twintig brieven, waar van er twaalf aan verschillende personen waren gezonden. Hij .opende den eerste, waar-van het adres luiddeMrs. Editha Blackman, Highstreet, Holyworth. De bri»£ begon „Lieveling". Haastig keek Higgins naar de onderteekening „Je liefhebbende Denis". Zachtjes floot hü voor zich heen. Hij greep den volgende en was ver baasd te zien. dat deze van denzelfden aard was. Peinzend staarde hij naar het plafond en knikte dan langzaam met het hoofd, als was hij het met zich zelf eens. „Afpei*sing 1" Van alle verderfelijke creatui*en, welke de aarde onveilig maakten, was de a£- perser, volgens zijn meening, de meest verderfelijke, en het moeilijkst te grijpen. Dat was gemakkelijk te vex-klaren. De aarzeling van zijn slachtoffex*s om hem aan te klagen vormde juist de grootste kracht van den afperser. Indien de men- schen maar eens beseften, dat een afpei*ser nooit tevreden is, dat de eerste betaling- slechts de voorlooper is van vele andere. Hoe veel levens waren er op die manier al niet geruïneerd. Hoeveel zelfmoorden konden er niet op rekening van afpersers geschreven worden? Higgins balde zijn vuist. „Waarom voor den drommel komen ze niet bij ons?" bronxde hij tusschen de tanden. „Wij zijn toch menschen. Wij zullen hen toch niet verraden?" Toch wist hij in zijn hart, dat dit ge makkelijker gezegd dan gedaan was. Een. te laat schaamtegevoel deed hen zwijgen en een vergeefsche hoop dat de afperser eindelijk tevreden zou zijn. Ach, wat kan een mensch toch dwaas zijn. „Dat is dus zijn spelletje', hè Nu zal ik hem krijgen ofof Er werd op de deur geklopt. In ant woord op zijn roep verscheen er een man met een camera beladen. „Kan ik hier werken, meneer? ik heb ook de andere kamers gehad en diverse foto's gemaakt. Er moeten hier verschil lende vingerafdrukken zijn". „Zeker. En nu je toch hier bent hij zocht in zijn zak en haalde het notitie boekje voor den dag, dat hij in de tuniek van den pseudo-agent gevonden had leun je dit tegelijk wel eens op vingeraf- drukken onderzoeken". (Wordt vervolgd.),

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 5