Algemeen belang gaat voor eigen belang,,
Hoe het I Jzendijke in den oorlogsstorm verging
DAMMEN
s sü
m
8 8
8
8 8
firn
8 8 Ut
g
8 8 H
ÉH
üH
U B B
8
SS
IÉ ÜH jgg
in
BS
IJZENDIJKE. Onder voorzitterschap
van burgemeester jhr. von Bönninghausen
tot Heringhaven kwam de Raad Zaterdag
bijeen.
De VOORZITTER herdacht in de eerste
plaats, hen die vielen bij de verdediging
van ons vaderland en voorts hen, die wer
den gedood als slachtoffer van het oor
logsgeweld. Speciaal herdacht spr. onze
dorpsgenoot, den heer P. Ekkebus, die als
slachtoffer van een luchtbombardement
op 23 Mei is overleden. De dienstplichti
gen uit deze gemeente zijn allen ongedeerd
uit den strijd teruggekeerd, waarvoor spr.
God dank bracht. Enkele bijzondere ge
beurtenissen uit de voorbije oorlogsdagen
memoreerend wees de voorzitter er op, dat
IJzendrjke, alhoewel op het grondgebied
der gemeente niet is gevochten, veel
schade heeft geleden door het oorlogsge
weld. In den morgen van 23 Mei had" een
artilleriebeschieting plaats, waardoor drie
burgers min of meer ernstig werden ge
wond en vele huizen, waaronder één
zwaar, werden beschadigd. In den avond
van denzelfden dag werd de gemeente met
vliegtuigbommen bestookt. Een doode viel
hierbij te betreuren. De materieele schade
was aanzienlijk vier perceelen waren to
taal onbewoonbaar en vele panden liepen
ernstige schade op. Tenslotte is veel scha
de geleden door roof, plundering en door
het laten springen van bruggen. De totale
schade, voor zooveel tot heden bekend,
beloopt ongeveer 100.000. In den hier
door ontstanen ergsten nood is voorzien
door het Prov. Zeeuwsche Hulpcomité,
waarvan spr. met dankbaarheid gewag
maakte. Bij de eerste oorlogsdagen stil
staande, zei de voorzitter10 Mei en
volgende dagen brachten ons allen een
bittere ontgoocheling. Het heeft geen zin
achteraf verwijten te maken of naar
schuldigen te gaan zoeken. En, mochten
wij zulks per se willen doen, laten wij
dan eerst de hand in eigen boezem steken.
Spr. vervolgde Op dit oogenblik hebben
wij alleen de werkelijkheid te aanvaarden
en deze vraagt van ons den moed en den
wil om voor onze en 's lands toekomst te
werken. Er zal moeten worden gearbeid,
hard en gestaag. De geschiedenis der
menschheid toont nu eenmaal aan, dat geen
volk zich de weelde kan veroorloven alleen
op vroegere grootheid te teren. De arbeid
zal voorshands moeten geschieden in sa
menwerking met de Duitsche overheid. De
ervaring tot heden leert dat deze over
heid zich veel moeite geeft de bezetting
van ons land tot een zoo gering mogelijken
last voor ons volk te doen zijn. Toonen wij
daarvoor onze waardeering door haar onze
actieve medewerking, voor zoover deze in
de gegeven omstandigheden kan worden
verlangd, te verleenen. Wij leven in een
overgangstijdperk en het is derhalve niet
doenlijk reeds nu richtlijnen voor de toe
komst te geven. Immers, waarden die wij
voor korten tijd nog als onaantastbaar
erkenden, worden thans, gering of niet
meer geacht. Indien men mij vraagt,
welke houding wij in de tegenwoordige
omstandigheden moeten aannemen, dan
zou ik op het volgende willen wijzen ten
eerste moeten wij er ons voortdurend van
bewust zijn dat wij deel uitmaken van een
natie met een rijk cultureel verleden en
heden en dat wij erfgenamen zijn van een
ondernemend en voor geen gerucht ver
vaard volk. Op de tweede plaats behooren
wij er ons van te doordringen dat de tijd
van de „ik-zucht", van de onbeperkte
individueele vrijheid als staatsburgers
voorbij is met andere woorden, dat wy
in de toekomst bij al ons doen en laten
daadwerkelijk in toepassing moeten bren
gen den stelregel algemeen belang gaat
voor eigen belang. Vervolgens bracht spr.
dank aan de burgerbevolking voor haar
correcte houding tegenover de verschil
lende bezettingstroepen en voor haar wel
willendheid jegens de vele vluchtelingen,
ruim 1000 in getal.
Daarna dankte spr. de meer actieve
groep van werkers van het algemeen be
lang. Met name vermeldde hij hierbij de
politie, het hoofd en het waarnemend
hoofd van den luchtbeschermingsdienst,
den evacuatiedienst alsmede den gemeente
secretaris en den ambtenaar ter secreta
rie.
Tenslotte verklaarde de VOORZ. na
drukkelijk, in verband met geruchten over
verraad, gepleegd door enkele ingezete
nen dezer gemeente, te kunnen inedcdee-
len dut bij de politie geen enkele aanwij
zing of bewijs dienaangaande voorhanden
is.
Weth. CAMMAERT wist namens den
Raad en de geheele bevolking te spreken
wanneer hij den voorzitter dank bracht
voor diens kordate houding gedurende de
voorbije oorlogsperiode.
De heer CAJLON sloot zich hierbij aan,
doch wijdde behalve aan het plichtsge
trouwe optreden van den burgmeester
oolc waardeerende woorden aan de in de
oorlogsdagen door dokter Brouwer en
door het hoofd van den luchtbescher
mingsdienst, den heer Mullaert, betoonde
activiteit.
Enkele ingekomen stukken van slechts
administratieve beteekenis, werden voor
kennisgeving aangenomen. Voorts werden
eenige begrootingswijzigingen van den
zelfden aard z.h.s. aangenomen.
De heer HAVERBEKE vroeg of het
luiden der kerkltlokken reeds kon worden
toegestaan. In andere gemeenten is zulks
reeds geschied.
De VOORZ. deelde mede dat het luiden
in strijd is met de nog onverminderd voor
het geheele land van kracht zijnde lucht-
bt Jcheri-.ingsmaatregelen.
REDACTEUR: J. A. VAN DIXHOORN,
Hoogeweg 280, Haamstede.
Het volgende pittige miniatuurtje,
evenals het vorige ontleend aan Gort-
man's overbekende „1001 Miniaturen",
bieden we onzen lezers ditmaal ter oplos
sing aan.
"W. B. Monsma, Groningen.
12 3 4 5
SP HP
pp!? jjp^
K"
I
u m m
■W»
i
M
m m. m
urn
MME
m
-
m m m
s m ss
46 47 48 49 50
Cijferst'and: Zwart 7 schijven op 22, 23,
28, 33, 34, 39 en 45.
Wit 7 schijven op 32, 37, 4244, 48 en
50.
Als steeds: Wit speelt en wint.
Oplossingen worden gaarne ingewacht
vóór of op 17 Juli a.s. by de Redactie der
Prov. Zeeuwsche Crt. onder motto Dam-
rubriek.
Een mooie combinatie.
In onderstaanden stand, die ons werd
toegezonden door den heer De Gelder te
Rotterdam, verzuimde de zwartspeler een
fraaie winst.
12 3 45
9
W/A
m
i§
Hf
in
m
Hf
sB
H 8
jm
--
il!
ÉHf
ül 8
In den diagramstand was n.l. met
zwart aan zet de volgende schitterende
combinatie mogelijk: 1721: 16X27
2S—33; 39X17 12X21; 27X16 2430;
35X24 19X50; 31—27 50—28; 40—34
28—11; 4338 1144; 38—33 44X42;
48X37 en 812, waarna doorbraak naar
dam volgt door 2329. Een aardige com
binatie, die veel van het voorstellingsver
mogen eischt.
Aanvulling.
Naar aanleiding der in onze rubriek van
5 Jui j.l. voorkomende stand uit de simul-
taan-séance van den Zeeuwschen Dambond,
voorgekomen in de partij tusschen de hee-
ren Ph. J. Ham te Rotterdam met wit
en P. Cevaal te Veere met zwart, zij nog
vermeld, dat wij daarbij abusievelijk heb
ben nagelaten het spelverloop weer te
geven, hetwelk zeer zeker interessant is,
zooals uit een ons toegezonden damrubriek
van den heer Ham moge blijken.
Ter oriënteering geven wy hieronder
nogmaals den diagramstand
Zwart: P. Cevaal, Veere.
1 2 3 4 5
BBS
ül
Pt
in
9
ɧf
ss
i§
llü iÉÜi iüi
8
46 47 48 49 50
Wit: Ph. J. Ham, Rotterdam.
Wit vervolgde hier nl. met 3430
25X34; 39X19! 13X24; 28x23! 18X29;
27X18 12X23 en 3328!!! met schijf
winst.
Onzen dank aan den heer Ham voor de
wijze, waarop hij ons op een en ander at
tendeerde.
Oplossing probleem C. K. Kaan.
Dit in onze rubriek van 5 Juni j.l, aan
geboden probleem had den volgenden
stand: Zwart 7 schijven op 15, 18, 19, 26,
28, 29 en 32. Wit 7 schaven op 30, 31, 35,
43, 44, 47 en 48.
In dit miniatuurtje wint wit als volgt:
44—40 26X37; 48—42 37X39; 40—34
29X40 en 35X24 met pittig slot. Op 3238
volgt n.l. 47—42 38X47; 30—25 47X20 en
25X14, terwijl op 15—20, 24X15 32—38;
47—42 38X47; 30—24 47X20 en 15X24
volgt. Evenals het voorgaande een schitte
rend stukje, dat een kernachtig slot be
vat.
Goede oplossingen ontvingen wij van de
heeren A. M. v. H. te Middelburg, J. N.
d V. te Koudekerke (W.) en P. de W. to
Vllsslngen,
De pintentram in
lS oord-V laander en.
S.S.S. schrijft in de N.R.C.:
D. K. heeft onlangs per stoomtram ge
reisd.
Ik wil naar aanleiding daarvan, als het
legendarische heertje van de Witte, óók
eens een verhaaltje vertellen, óók een
heelemaal waar verhaaltje, dat „nog kras
ser is". Namelijk onze belevenjssen met de
Vlaamsche pintentram. Die, nader omschre
ven, rijdt van IJzendyke op Eekloo.
Wij hadden in die dagen 't zal om
streeks 1935 geweest zijn een wandel-
ploegje van een man of vier. Geeri wandel-
marschen-met-kruisen, maar wandelingen,
zij het dan toch van een 2035 kilometer,
eiken winterzondagmorgen van Middelburg
uit; eerst met trein, tram, bus en boot
naar ergens in Zeeland en dan te voet
verder, hetzij verkenningstochten in die
schoone provincie van ons vaderland zelf,
hetzij 't genoeglijke Vlaamsche bum-land.
Nu had men ons verteld, dat die tram
op Eekloo een heel bijzondere tram was.
Die zou namelijk, zoo luidden de berich-
tenj niet alleen stoppen voor te-laat-komen-
de 'oude juffrouwen, en voor koeien of
ander groot of klein vee op de rails, maaï
óók, wanneer men een lid van het trein
personeeleen pint bier voorhield! We
hebben deze mededee'ling getoetst.
Op een mooien Decembermorgen waren
we te voet, aan de grens bezuiden IJzen
dyke. De tram stond er. Geen passagiers.
Geen conducteur, geen machinist, geen
stoker. Toch was de vertrektijd, volgens
de dienstregeling, 9.05.
Om 9.10 kwamen er drie passagiers.
Die stookten het kacheltje in den wagen
wat op ('t was vriezend weer), en zetten
zich, breeduit en zeer geduldig. Wij vroe
gen. waar het personeel wel mocht wezen?
Verbaasd antwoordde men ons, met den
duim over den schouder wijzend, dat dit
wel „bai Minao" om een pint zou wezen.
Wij erheen. Ze waren bij Mina. Om een
pint. We droken er een, met hen, op den
goeden afloop van de reis, die nog moest
beginnen.
Toen haalde de conducteur met zwaar
moedig gebaar een dikken knol uit zijn
vest, keek er diepzinnig op en vond het
„een schoone tyd om eens een beetje te
gaan vertrekken". Aldus geschiedde.
Op onze, niet geheel onnoozele vraag,
of er in heel Vlaanderen geen beter bier
te krijgen was dan het schrale spul, dat
Mina in 't grenskroegje schonk, antwoord
de de conducteur, dat we spoedig de ge
legenheid zouden krijgen, ons daarvan te
overtuigen.
Toen floot het machien en we haltke-
poften weg. Tot een paar kilometer verder,
in Watervliet. De halte daar duurde erg
lang. Uit het raam kijkende, zagen we
den conducteur, mèt den machinist, tegen
den deurpost vaneen her-berg leunen.
Toen zij zagen, dat wij hen zagen, knip
oogden ze zeer veelbeteekenend. Wij drie-
en er uit, de bei'berg in; de conducteur,
de machinist èn de stoker volgden. Dat
werd de man een rondje. Na het tweede
begon de veiligheidsklep van de locomo
tief zwaar sissend te protesteeren. Wacht-
eens-efkes, zei de stoker, en ging het re-
calcirante ding met een zwaren moer-
sleutel te lijf, tot z'n protest gesmoord
was. Toen Iconden we rustig ons laatste
rondje schuimend bier verwerken.
De passagiers Die zaten rond het
kacheltje, en keuvelden. Niet in het minst
verbaasd, nog verontwaardigd. Als een
stelletje Hollanders een pint-of-wat wilde
weggeven, dan was dat toch voldoende
reden een kwartiertje, bij een lekker snor
rend kacheltje, te wachtén?
Na Watervliet zijn we, zonder verdere
heilige huisjes tegen te komen, lustig
voortgehobbeld. De inmiddels steeds vroo-
lijker geworden machinist en stoker waren
voor eeuwig onze broeders, die ons met
poetskatoen, riek en schop van 't locomo
tiefken af voortdurend toewuifden, terwijl
ze slechts met een equilibristisch talent,
uit vele jaren ervaring geboren, staande
wisten te blijven op het hollende, zwoegen
de, hijgende en puffende stoomrossinantje,
dat over de kipspoorrails huppelde als een
op hol geslagen jong geitje
In Eekloo, heelhuis, aangekomen, heb
ben we breedvoerig afscheid genomen van
het drietal, alom handen schuddende tot
onze schoudergewrichten ervan kraakten.
De herinnering aan dezen toch met „de
pintentram" behoort tot een der vroolijk-
ste van die zorgelooze wandelingen in het
vriendelijke en gemoedelijke Noord-Vlaan-
deren.
Ook zóó kan men klaarblijkelijk per
stoomtram reizenal doen we het in
Noord-Nederland meestal ietwat anders.
S. S. S.
Rijksbureau voor hotel-, café-,
restaurant- en pensionbedrijf
Ingesteld.
De secretaris-generaal, waarnemend
hoofd van het departement van handel,
nijverheid en scheepvaart, maakt bekend,
dat hij heeft ingesteld een rylcsbureau
voor het hotel-, café-, restaurant- en pen-
sionbedryf. dat meer in het bijzonder be
last zal zijn met werkzaan:heden, welke
verband houden met de uitvoering van
distributie- en andere crisisregelingen, ter
wijl ook de behartiging van de belangen
van dat bedrjjf in het algemeen tot de
taak van het bureau zal hooren.
Als directeur van dit bureau is aange
wezen de heer F. A. Pfeifer te Scheve-
ningen. Het bureau zal worden gevestigd
te 's-Gravenhage, Raamweg 14.
Het ligt in het voornemen binnenkort
voorschriften te geven, o.a. betreffende de
verplichting voor hotels-, cafe's, restau
rants, en pensions tot insenrijving bij dit
rijksbureau.
In afwachting daarvan kunnen belang
hebbenden in het hotel-, café-, restaurant-
en pensionbedryf zich omtrent aangelegen
heden, op dit bedrijf betrekking hebbende,
reeds schriftelijk met het rijksbureau in
verbinding stellen.
Van Arnstei en Y.
Wat eens niet en nu wel mo-
gelyk bleek. Vandaar een
goedgezinde stemming. Be
zetting installeert zich, burger
lijk en militair. Humor on
danks tragiek. Voor-vaderlyke
vehikels langs den weg.
Bosch en Schinkelhave.
Werkverruiming. Amster
dam ontdekt goudbron: Heeft
u oud papier op te ruimen?
De behagelrjke rust, die thans weer in
het Vondelpark heerscht, waar eerst de
Nederlandsche, daarna de Duitsche mili
taire wagenparken en afzettingen verdwe
nen, karakteriseert ook de rustige stem
ming in heel de stad. (De trouwe bezoe
kers van het Vondelpark betreuren alleen
nog het weelderig rosarium een kost
baar geschenk van de Nederlandsche ro-
zenkweelters dat begin Mei op last van
defensie met den grond gelijk is gemaakt.)
Dat onder onze anders zoo bewogene
bevolking en inzonderheid de Jordaan,
waar eenige jaren geleden een groote mili
taire macht eerst na weken langen strijd
het verzet kon breken, ditmaal geen en
kel incident is voorgekomen, heeft veler
lei oorzaken, waaronder enkele voor de
hand liggende.
Een dezer is ongetwijfeld de vrij alge-
meene voldoening over het feit dat thans
mogelijk blijkt wat enkele maanden ge
leden nog als totaal onmogelijk werd' ge-
qualificeerd.
Daar heeft men b.v. den bouw van een
modern tehuis voor ouden van dagen. De
plannen waren tot in details uitgewerkt,
wij namen er 10 jaar geleden al kennis
van in een conferentie met wethouder
Douwes. later met wethouder dr. Vos,
maar de uitvoering bleef achterwege en
het menschonwaardig gebouw aan de Roe-
terstraat, waar een kleine duizend oudjes
een zielig bestaan lijden, tot op heden in
gebruik. Wél echter was bijna twee mil-
lioen te vinden voor den aanleg van een
roeibaan. waarvan tot dusyer zoo goed als
geen gebruik is gemaakt: de baan blijkt
nl. impopulair.
Een tehuis voor ongehuwde jongeman
nen, zooals de meeste groote steden in
Europa bezitten (Den Haag o.a. al 20
jaar), bleef hier achterwege. Voor een be
hoorlijk plaveisel in véle gedeelten van de
binnenstad- (entree Amstelveenschen-
weg!) was geen geld te vinden, ook niet
voor een zoo dringend noodig ziekenhuis
in Noord over het IJ, terwijl de uitvoering
van het tunnelplan, na 20 jaar sleepende
te zijn gehouden, in April weer tot „be
tere tijden" werd uitgesteld. Een zeer noo
dig geworden volkszwem- en badinrichting
in West (Jan van Galenstraat) ligt, half
afgebouwd, al een jaar lang op voltooiing
te wachten, omdat de daarbij betrokken
gesteunde jonge werkloozen ander werk
hadden gevonden en men nu maar eens
wilde afwachten (n.l. in een stad met ruim
45000 werkloozen). Zoo zouden we kunnen
voortgaan, afgezien nog van het fiasco
met de stadhuisbomv-prijsvraag, waarvan
blijkt dat B. en W. het zelfs over de in
deeling van het stadhuis nog niet eens
zijn.
De hopelooze verdeeldheid in den Raad
is mede oorzaak geweest, dat in de laatste
10 jaar in Amsterdam geen enkel nieuw
werk van beteekenis tot stand is gekomen
(het Boschplan dateert reeds van 1928)
„De tweedraght is een pest, die allen staet
te schroomen", zegt Vondel. Door de vele
politieke wisselingen in den Raad en in
het college van B. en W., raakte men ook
in de stedelijke ambtenaarswereld vaak
de kluts kwijt. Het werkte verlammend,
men wist niet meer waaraan men zich te
houden had, hetgeen vooral ook tot uiting
is gekomen bij de debatten over het erf
pachtschandaal en het daartegen optre
den, tegen sommige,uitgiften n.l. van den
bouw- en woningdienst. Het was bijna
alles buiten den betrokken dienst of tegen
zijn adviezen omgegaan.
Thans is als by tooverslag homogeniteit
verkregen. Er moest (en is ook reeds)
onmiddellijk met den bouw van een oude-
liedentehuis worden aangevangen; het weg
dek is op verschillende plaatsen tegelijk
onder handen genomen; het tot dusver
chaotisch verkeer, waardoor al jaren lang
de grootste ongelukken zijn voorkomen,
wordt systematisch geregeld: agenten in
verkeersauto'S met versterkte luidsprekers,
wijzen den overtreders op hun fouten. Bij
opzettelijk verzuim treedt de in de files
rijdende recherche handelend op. Naar
men weet is het stempelen afgeschaft
een onmogelijk stelsel voor een stad als
Amsterdam. De jongeren kwamen gemaks
halve per fiets, de menschen van diep in
de zestig die niet fietsten, moesten de af
standen naar de bureaux (dikwijls langer
dan een uur) loopen. Opmerkelijk is
ook, dat de fraudeurs juist het meest ge
vonden werden onder hén die steeds cor
rect als eersten in het stempelhalfuur ver
schenen en nooit een stempeltje verzuim
den. Maar het moreele bezwaar tegen dit
stelsel woog sterker nog.
Verder zijn velerlei andere plannen in
voorbereidingen, w.o. de zoo hoog noodige
reorganisatie van de brandweer, en ook
daai-van zal de uitvoering niet lang op
zich laten wachten.
Het publiek zegt al: er komt eindelijk
orde in de stad, er wordt tenminste ge
regeerd.
't Is dan ook geen Gesler-verschyning,
wanneer de bezettingscornmandant zich
's morgens voor zijn wandelrit in het Von
delpark vertoont: het publiek neemt steeds
correct de beleefdheidsvormen tegenover
hem in acht,
Noodzakelijker wijze moet de bezetting
hier de beschikking hebben over dienstma-
teriaal midden in de stad. Er is echter
geen sprake van ontsiering. Correctheid
kenmerkt ook de opstelling der wagen
parken in eenige aanzienlijke wijken der
stad, welke standplaatsen telkens verwis
seld worden. De lange rijen auto's, moto
ren en keukens moeten in volmaakte re
gelmaat kunnen worden overzien en eerst
daarna, wanneer een der dienstdoende of
ficieren dit heeft geconstateerd, worden
de bediennende manschappen afgecomman-
deerd.
Een groot aantal villa's en gebouwen,
w.o. dat van den bond van handels- en
kantoorbedienden, is verder in gebruik ge
nomen voor de diverse commandaturen,
dienstbureaux en officierenverblijven.
Met de inrichting hiervan is men thans
druk doende. Ook voor de bureaux in onze
stad die rechtstreeks in verband komen te
staan met het burgerlijk Duitsch gezag in
Den Haag, worden binnenkort nog verschil
lende villa's geïnstalleerd. Zelfs onder
moeilijke en pijnlijke omstandigheden valt
de humor dikwijls niet buiten te sluiten.
Zoo bevond zich ter zijde van het stations
plein een bord met opschrift: „parkeeren,
hier vex-boden, fietsen bewaren 2 uur 5
cent, auto's idem 25 cent". Hetgeen niet be
lette dat de eerste bezettingstroepen het
geheele terrein voor hun auto's en wa
gens in bezit namen en er eenige dagen
verbleven. Toen de inhalige exploitant op
daagde en niet bepaald gastvrij infor
meerde of er nu „ook geld aan te pas
zou komen" werd hrj onmiddellijk opge
nomen en triomfantelijk door de manschap
pen tusschen mitrailleurs en pantserwa-
gens rondgedragen onder het toezingen
van zoo iets als: „hij leve hoog, ja hoog"
enz. De man had er spoedig meer dan
genoeg van! Het waarschuwingsbord liet
men rustig staan waar het stond.
Later bleek nog dat de man hoegenaamd
geen zeggenschap had over het terrein,
dat reeds in overleg met den Nederland-
schen 'bevelhebber den Duitschen troepen
was aangewezen.
Er wordt ook wel eens gelachen, wan
neer er hobbelende plezierrijtuigjes pas-
seeren waarvoor de slooper stellig geen
stuiver zou willen geven, al valt de deug
delijkheid van zulk aftandsche vehinkels
dikwijls erg mee het oude was meestal
solide. Waar al die afgeleefde brikjes, vic-
toria's enz. plus de magere paarden, plot
seling vandaan komen, blijft ons een raad
sel. Men ziet ook wel elegante, blijkbaar
zorgvuldig bewaarde coupe's met familie
wapen, en een koetsier met blozend palfre-
niertje achter het glanzend tweespan op
den bok, waarmede dames der élite dan
visite rijden.
Het publiek, maar meer nog de jeugd,
die het nooit anders dan op plaatjes zag,
heeft er groote belangstelling voor.
Wat het verhuizen betreft, deze meest
geliefdkoosde Amsterdamsche sport ziet
zich nu danig gehandicapt. In de meeste
gevallen dient het verhuizen per handkar
of balcfiets te geschieden en dit vindt men
over het algemeen geen „comme il faut"
entrèe in een nieuwe buurt het oog
wil- ook wat. Er is dan ook merkbare
teruggang op dit gebied.
Op aandringen van de bezettingsautori
teit zijn voorts de werkzaamheden in het
Bosch met man en macht hervat. Geduren
de de dagen van spanning is dit bosch een
toevluchtsoord geweest voor honderden, de
eenige ontspanningsplaats in Amsterdam
waar werkelijk rust werd gevonden. In
deze enorme uitgestrektheid viel het druk
ke bezoek niet eens op en leek het of
slechts enkele menschen er vertoefden.
„Deze Pinksteren zal ons heugen", zei men
tot elkaai'.
Naar we vernamen, wordt het onder de
huidige omstandigheden nog onzeker ge
acht of ook het schaduwrijke, romantisch
gelegen Schinkelhave wel zal verdwijnen
de Duitschers houden van romantiek.
De exploitant houdt hier al rekening
mee ,hij heeft de helgekleurde beeldengroe
pen, waartegen we als kinderen reeds bij
het binnentreden zoo bewonderend opza
gen, weer uit de kelders gehaald eix in de
gazons geplaatst de leuke kabouters, de
Oostersche herders en herderinnen, reuzen
zwanen en de heele hondenmenagerie. De
New-Foundlander draagt als van ouds het
opschrift dat rechtgeaarde kinderen zoo
zeer Icon bedroeven, maar niet anders daii
een ordemaatregel bedoelde „Wij mogen
hier niet los rondloopen".
I-Iet bezoek aan Schinkelhave blyft ech
ter gering. „Er zyn geen kinderen meer",
mompelde een oude heer, toen hij bij den
ingang las „Bezoekt met uw kinde
ren weer den geliefden, ouden speeltuin".
Met betrekking tot de details van het
groote werkverruimingsplan is op het tijd-
stip waarop wij deze correspondentie ver
zenden ten gemeentehuize officieel nog
niets bekend. Wel staat vast dat
deze plannen binnen zeer korten tijd tot
uitvoering zullen komen.
In afwachting hiervan heeft men o.m.
het voltallig personeel van de Hembrug-
werkplaatsen op non-activiteit gesteld. Het
behoeft zich voorloopig niet te melden, al
leen des Vrijdags voor het tractement. De
Amsterdamsche metaalindustrie en auto
verkoopbranche staan er over het alge
meen niet gunstig voor. Dit houdt natuur
lijk ook verband met het benzine-tekort.
Eenige buitenlandsche autozaken hebben
hun vitrines reeds ontruimd. De Fordher-
steJwerlcplaatsen werken thans met een
groot personeel in hoofdzaak voor de Ne
derlandsche en Duitsche militairen.
Wat wèl floreert is de oud-papierhandel.
Na de jacht op oud-metaal in de grachten
is dit thans een „fort" geworden van al
wat in Amsterdam scharrelt en bedelt om
aan den kost te komen in dezen papier-
nood een nuttig werk. Men ziet geen snip
per papier meer op den weg. Van den vroe
gen ochtend tot den laten avond zijn de
pakhuizen aan den Singel en andere oude
stadsgedeelten geopend om de welkome
voorraden in ontvangst te nemen. Voor
den ingang staan de bascules gereed, con
troleurs in uniform noteeren het gewicht
en stempelen de betalingbons. Do vrachten
worden onmiddellijk naar de zolders gehe-
schen of naar de gereed liggende schepen
vervoerd, voor zoover deze niet reeds vol
geladen zijn. Anders den volgenden mor-
uur nog Jange rijen wagens met balen in
gen. Een dezer avonden zagen we tegen 10
de zijstraten van den Singel wachten om
aan de beurt te komen. Al dit oud papier
en karton keert op deze wijze weer naar de
papierfabrieken terug om opnieuw bewerkt
te worden. Mogelijk ontvangt de lezer he
den of morgen wel zijn „Provinciale" in
den vorm van zulk een opnieuw gemeta-
mofoceerd krantenpapierproduct. Wij voor
ons zouden er voor onze rubriek niets de-
primeerends in vinden, want er zyn groote
geldelijke belangen aan dit „verzamelwerk"
en de productie verbonden.
Naar men ons meedeelde worden lederen
dag tienduizenden guldens in de oud-pa
pierbranche verhandeld en vinden boven
dien honderden verzamelaars .magazijn-
knechts en transporteurs loonenden arbeid
in dezen handel.
Corres Pondent.