Het Fransch-Duitsche wapenstilstandsverdrag. Wat in het bosch van Compiègne werd overeengekomen. Het Duitsche Nieuwsbureau deelt den tekst mede van de Duitsch-Pransche wapenstilstandsovereenkomst. Hij luidt als volgt 1. De Fransche regeering beveelt in Frankrijk, evenals in de Fransche bezit tingen, koloniën, protectoraatsgebieden en mandaten, benevens ter zee het staken van den strijd tegen het Duitsche Rijk. Zij bepaalt, dat onmiddellijk de wapens wor den neergelegd door de Fransche groepen, die reeds door de Duitsche troepen z\jn in gesloten. 2. Ter beveiliging van de belangen van liet Duitsche Rijk wordt het gebied van den Franschen staat ten Noorden en ten Westen van de op de bijgevoegde kaart aangegeven lijn door Duitsche troepen bezet. Voorzoover de te bezetten deelen zich nog niet in de macht der Duitsche troepen bevinden, wordt deze bezetting zonder verwijl na het sluiten van dit ver drag ten uitvoer gelegd. (Uit een afzonderlijk bericht bljjkt, dat de in dit artikel genoemde ljjn be gint in het Oosten aan de Fransch- Zwitsersche grens by Genève en loopt dan ongeveer over de pZaatsen Dole, Paray le Monial en Bourges tot onge veer 20 km ten Oosten van Tours. Van hier gaat zy op een afstand van 20 km ten Oosten van do spoorlijn ToursAn- goulèmeLibourne en verder over Mont de Marsan en Orthez naar de Spaansehe grens). DUITSCHE RECHTEN IN HET BEZETTE GEBIED. 3. In de bezette deelen van Frankrijk oefent het Duitsche Rijk alle rechten der bezettende mogendheid uit. De Fransche regeering verplicht zich, de bij de uitoefe ning van deze rechten uit te vaardigen regelingen, met alle middelen te steunen en met behulp van het Fransche bestuur ten uitvoer te leggen. Alle Fransche auto riteiten en dienstinstanties van het be zette gebied moeten derhalve van de Fransche regeering zonder verwijl in structies krijgen om gevolg te geven aan de opdrachten van de Duitsche militaire bevelhebbers en op correcte wijze met hen samen te werken. Het ligt in het voorne men der Duitsche regeering, de bezetting van de Westkust na de staking van de vijandelijkheden met Engeland te beper ken tot den strikt vereischten omvang. Het blijft aan de Fransche regeering over gelaten den zetel van. haar regeering in het onbezette gebied te kiezen of wanneer zy dat wenscht, ook naar Parijs te ver plaatsen. In dit geval zegt de Duitsche regeéring de Fransche regeering en haren centralen autoriteiten iedere noodige faci liteit toe, opdat zij in staat zal rijn het bestuur van het bezette en niet bezette gebied van Parysuit, uit te voeren. DEMOBILISATIE EN UITLEVERING. 4. De Fransche weermacht te land, te water en in de lucht moet binnen een nog te bepalen termijn worden gedemobiliseerd en ontwapend. Hier van zyn slechts uitgezonderd die een heden, welke noodzakelijk zijn voor het in stand houden van de binnen- landsche orde. Duitschland, respec tievelijk Italië, bepalen haar sterkte en bewapening. De in het door Duitschland te bezetten gebied aan wezige eenheden der Fransche weer macht, worden in snel tempo terug gebracht naar het niet te bezetten gebied en moeten worden ontslagen. Voor hun vertrek leggen deze troepen hun wapenen en oorlogstuig neer op de plaats, waar zy zich op het oogenblik van het van kracht worden van dit verdrag bevinden. Zij zijn voor een ordelijke over gave aan de Duitsche troepen verant woordelijk. 5. Als garantie voor het in acht nemen van den wapenstilstand kan geëischt wor den de ongeschonden uitlevering van al die stukken geschut, pantserstrijdwagens, pantserafweerwapens, militaire vliegtui gen, stukken luchtafweergeschut, infante- riewapens, transportmiddelen en munitie van eenheden der Fransche weermacht, welke gebruikt werden in den strijd tegen Duitschland en zich op het oogenblik van het van kracht worden van deze overeen komst bevinden in liet door Duitschland niet te bezetten gebied. Den omvang der uitleveringen bepaalt de Duitsche wapen stilstandscommissie. 6. De overblijvende wapenen, hoeveel heden munitie en oorlogstuig van alle soorten in het onbezette deel van Frank rijk moeten voor zoover zy niet vrij gegeven worden voor de uitrusting van de veroorloofde Fransche eenheden onder Duitsche, resp. Itallaansche contröle op geslagen, resp. veilig gesteld worden. Het blyft aan het Duitsche opperbevel voor behouden daarbij last te geven tot al die maatregelen, welke noodig zijn om het onbevoegde gebruik van deze voorraden uit te sluiten. Het vervaardigen van nieuw oorlogstuig moet in het onbezette gebied terstond gestaakt worden. 7. In het bezette gebied moeten alle land- en kustversterklngen met wapens, munitie en oorlogstuig, voorraden en installaties van alle soorten, ongeschonden overgegeven worden. De plannen van deze versterkingen evenals de plannen van de door de Duitsche troepen reeds veroverde, moeten worden uitgeleverd. De nauwkeurige opgaven over het voorbe reide opblazen van punten, aangelegde versperringen van landmijnen, op tijd werkende ontploffingsmiddelen, strijdgas, versperringen enz. moeten voorgelegd worden aan het Duitsche oppercommando. Deze hindernissen moeten op Duitsch ver langen door Fransche krachten opgeruimd worden. ONTWAPENING VAN DE VLOOT. 8. De Fransche oorlogsvloot moet uitgezonderd dat deel, dat voor de waarborging van de Fransche belan gen in het koloniale rijk voor de Fran sche regeering vrijgelaten wordt in nader te bepalen havens worden ge concentreerd en onder Duitsche, resp. Itallaansche controle gedemobiliseerd en ontwapend worden. Beslissend voor de vaststelling der havens zal de vre- desstandplaats der schepen zijn. De Duitsche regeering verklaart de Fran sche regeering plechtig, dat zy niet het voornemen heeft, de Fransche oorlogs vloot, die zich bevindt in de onder Duitsche contröle staande havens, in den oorlog voor haar doeleinden te ge bruiken, behalve zulke eenheden, die noodig zjjn voor de kustwacht en het opruimen van mijnen. Zy verklaart ver der plechtig en uitdrukkelijk, dat zij niet het voornemen heeft, een eiscli te stellen ten aanzien van de Fransche vloot bij het sluiten van den vrede. Uitgezonderd dat nader te bepalen deel van de Fransche oorlogsvloot, dat de Fransche belangen in het koloniale ryk moet vertegenwoordigen, moeten alle buiten Frankrijk aanwezige oor logsschepen naar Frankrijk worden teruggeroepen. 9. Het Fransche opperbevel moet het Duitsche opperbevel nauwkeurige opgave doen van alle door Frankrijk gelegde mij nen en over alle overige havenversperrin gen en versperringen voor de kust, bene vens over de installaties der verdediging en van den afweer. Het opruimen van de mijn- versperringen moet, voor zoover het Duit sche opperbevel dat eischt, door Fransche krachten ten uitvoer worden gelegd. 10. De Fransche regeering verplicht zich met geen enkel deel van de haar over gebleven weermacht en op geen enkele wyze verdere vijandelijke handelingen te ondernemen tegen het Duitsche Rijk. Even zeer zal de Fransche regeering verhinde ren dat leden der Fransche weermacht bui tenlands gaan en dat wapens en uitrustin gen van welken aard ook, schepen, vlieg tuigen enz. naar Engeland of overigens naar het buitenland gebracht worden. De Fransohe regeering zal het aan Fransche onderdanen verbieden in dienst van staten, met wie het Duitsche Rijk nog in oorlog is, tegen dit rijk te strijden. Fransche on derdanen. die in strijd hiermede handelen, zullen door de Duitsche troepen als leden va.n vrijscharen worden behandeld. KOOPVAARDIJSCHEPEN EN VLIEGTUIGEN. 11. Aan Fransche koopvaardijschepen van alle soorten, met inbegrip van kust en havenvaartuigen, die zich in Fransche handen bevinden, moet Lot nader order verboden worden uit te loopen. De her vatting van het handelsverkeer is onder hevig aan de goedkeuring van de Duit sche, resp. Itallaansche regeering. Fran sche handelsschepen, die zich buiten Fran sche havens bevinden, zal de Fransche re geering terugroepen of, in geval dit niet uitvoerbaar is, bevelen naar neutrale ha vens koers te zetten. Alle in Fransche ha vens aanwezige opgebrachte Duitsche handelsschepen, moeten op aanvraag on geschonden teruggegeven worden. 12. Voor alle op Franschen bodem aan wezige vliegtuigen moet een onmiddellijk startverbod worden uitgevaardigd. Ieder vliegtuig, dat zonder Duitsche vergunning start, zal door het Duitsche luchtwapen worden beschouwd als vijandelijk en dien overeenkomstig worden behandeld. De in het "onbezette gebied aanwezige vliegvel den en grondinstallaties van het luchtwa pen, worden door Duitsche,' resp. Itali- aansche contröle bewaakt. Geëischt kan worden, dat zy onbruikbaar worden ge maakt. De Fransche regeering is verplicht alle in het onbezette gebied aanwezige vreemde vliegtuigen ter beschikking te stellen, resp. te verhinderen, dat ze ver der vliegen. Z(j moeten gezonden worden naar de Duitsche weermacht. 13. De Fransche regeering verplicht zich er zorg voor te dragen, dat in de door Duitsche troepen te bezetten gebie den alle installaties, inrichtingen en voorraden van de weermacht onge schonden worden uitgeleverd aan de Duit sche troepen. Zij zal er verder voor zor gen, dat havens, industrieele installaties en wei-ven in den huidigen toestand wor den gelaten en op geenerlei wijze worden beschadigd of vernield. Hetzelfde geldt voor alle verkeersmiddelen en verkeers wegen, in het bijzonder voor spoorwegen, wegen en binnenscheepvaartwegen, voor het geheele telefoonnet, benevens voor de installaties der vaarwaterbebakening en der kustlichten. Evenzeer verplicht zy zich om op bevel van het Duitsche opper commando alle hier vereischte herstel werkzaamheden te verrichten. De Fran sche regeering draagt er zorg voor, dat in het bezette gebied het vereischte vak- personeel, de hoeveelheid rollend spoor wegmateriaal en de overige verkeersmid delen aanwezig zijn, zooals zij overeen komen met de normale omstandigheden van den vrede. 14. Voor alle op Franschen bodem aan wezige radiozendstations geldt een onmiddellijk zendverbod. Hervatting van het radioverkeer uit het onbezette deel van Frankrijk behoeft een speciale regeling, 15. De Fransche regeering verplicht zich het door het onbezette gebied leiden de goederentransitoverkeer tusschen het Duitsche Ryk en Italië ten uitvoer te leggen in den door de Duitsche regeering geëischten omvang. 16. De Fransche regeering zal het te-ugbrengen der bevolking naar de be zette gebieden ten uitvoer leggen in over eenstemming met de bevoegde Duitsche instanties. 17. De Fransche regeering verplicht zich ieder vervoer van oeconomische waarden en voorraden uit het door de Duitsche troepen te bezetten gebied naar het onbezette gebied of naar het buiten land te verhinderen. Over deze in het be zette gebied aanwezige waarden en voor raden kan slechts beschikt worden in overeenstemming met de Duitsche regee ring. De Duitsche regeering zal daarbij rekening houden met de levensbehoeften der bevolking in de onbezette gebieden. 18. De kosten voor het onderhoud der Duitsche bezettingstroepen op Franschen bodem draagt de Fransche regeering. Regeling inzake gevangenen. 19. Alle in Fransche hoede zijnde Duit sche krijgsgevangenen en civiele gevange nen rnet inbegrip van strafgevangenen en tot hechtenis veroordeelden, die gearres teerd zijn wegens een daad ten gunste van het Duitsche Ryk en daarvoor zijn ver oordeeld, moeten onverwijld uitgeleverd worden aan de Duitsche troepen. De Fran sche regeering is verplicht alle in Frank rijk zoowel als in de Fransche bezittingen, koloniën, protectoraatsgebieden en manda ten aanwezige Duitschers, die door de Duitsche regeering met name genoemd worden, desgewenscht uit te leveren. De Fransche regeering verplicht zich te verhinderen, dat Duitsche civiele en krijgs gevangenen uit Frankrijk naar Fransche bezittingen of naar het buitenland worden gebracht. Ten aanzien van reeds buiten Frankrijk gebrachte gevangenen, benevens van niet transportabele zieke en gewonde Duitsche krijgsgevangenen, moeten nauw keurige lijsten worden voorgelegd met op gave van hun verblijfplaats. Het toezicht over de zieke en gewonde Duitsche krijgs gevangenen neemt het Duitsche opperbevel op zich. 20. De in Duitsche krijgsgevangenschap zynde leden der Fransche weermacht blij ven tot het sluiten van den vrede krijgs gevangenen. 21. De Fransche regeering is aansprake lijk voor de beveiliging van alle voorwer pen en waarden, welker ongeschonden uit levering of welker beschikbaar houden voor Duitschland in dit verdrag geëischt of welker vervoer naar het buitenland verbo den is. De Fransche regeering is verplicht tot schadevergoeding voor alle vernielin gen, beschadigingen of voor het weghalen van zaken in strijd met het verdrag. Uitvoeringsbepalingen. 22. De uitvoering van het wapenstil- standsverdrag wordt geregeld en gecon troleerd door een Duitsche wapenstilstands commissie, die haar werkzaamheid uit oefent volgens de instructies van het Duit sche oppercommando. Verder is het de taak van de wapenstilstandscommissie de noodige overeenstemming van dit verdrag met het Italiaansch-Fransche wapenstil standsverdrag te verzekeren. De Fransche regeering benoemt ter vertegenwoordiging van de Fransche wenschen en voor het in ontvangst nemen van de; uitvoeringsbepa lingen der Duitsche wapenstilstandscom missie een delegatie bij den zetel'der Duit sche wapenstilstandscommissie. 23. Dit wapenstilstandsverdrag wordt van kracht, zoodra de Fransche regeering ook met de Italiaansclie regeering een overeenkomst heeft aangegaan over het staken van de vyandelykheden. De vijan delijkheden zullen zes uur na. het tijdstip, waarop de Italiaansche regeering de Rijks- regeering medcdeeling heeft gedaan van het sluiten dezer overeenkomst, gestaakt worden. De rijksregeering zal de Fransche regeering dit tijdstip per radio mededeelen. 24. Het wapenstilstandsverdrag is geldig tot aan het sluiten van het vredesverdrag. Het kan door de Duitsche regeering te allen tijde met onmiddellijk effect opgezegd worden, wanneer de Fransche regeering de door haar met het verdrag aanvaarde verplichtingen niet nakomt. Dit wapenstilstandsverdrag is in het bosch van Compiègne op 22 Juni 1940 om 19 uur 50 Duitschen zomertijd ondertee kend. Het Fransch- Italiaansche wapen stilstandsverdrag. De tekst van het Fransch-Italiaansche wapenstilstandsverdrag luidt, naar Stefani meldt, als volgt Art. 1. Frankx-ijk zal de vyandelykheden tegen Italië in het grondgebied van het moederland, in Fransch Noord-Afrika, in de koloniën en In de mandaatsgebieden staken. Frankrijk zal eveneens de vijande lijkheden tegen Italië ter zee en in de lucht staken. Art. 2. De Italiaansche troepen zul len by de inwerkingtreding van dit wa penstilstandsverdrag en voor den ge heele» duur van den wapenstilstand, in alle operatiegebieden de voorste linies bezet houden. Art. 3. In het gebied van het Fransche moederland zal de zóne, liggende tusschen de in artikel 2 bedoelde linies en een lyn, die hemelsbreed op 50 km. van deze linies ligt, voor den duur van den wapenstilstand gedemilitariseerd worden. In Tunis zal de zóne, die gelegen is tusschen de tegenwoor- dige Libysch-Tunische grens, en de lyn, die op de bijgevoegde kaart is aangegeven, voor den duur van den wapenstilstand ge demilitariseerd worden. In Algerije en iix de ten zuiden daarvan gelegen Fransch- Afrikaansche gebieden, die aan Libye gren zen, zal een zóne, liggende tusschen de Ll- bysche grens en een daarmede evenwijdig en op een afstand van 200 km daarvan loopende lyn, voor den duur van den wa penstilstand gedemilitariseerd worden. Zoolang de vijandelijkheden tusschen Italië en het Britsche Rijk duren, en voor den duur van den wapenstilstand, zal het gebied van de Fransche Somalikust geheel gedemilitariseerd worden. Voor den duur van den wapenstilstand zal Italië steeds volkomen het recht heb ben gebruik te maken van de haven en de haveninstallaties van Dzjiboeti alsmede voor het vervoer van eiken aard van den spoorweg DzjiboetiAddis Abeba, voor wat het Fransche gedeelte betreft. 4. De te demilitariseeren zönes, zooals die in art. 3 aangegeven zijn, zullen binnen tien dagen na de staking der vyandelykhe den door de Fransche troepen ontruimd worden, met uitzondering van het perso neel, dat strikt noodzakelijk is voor de be waking en het onderhoud van versterking's- werken, kazernes en militaire magazijnen en gebouwen, en met uitzondering van de troepen voor de handhaving van de binnen- landsche orde, welker sterkte alsnog door de Italiaansche wapenstilstandscommissie zal worden vastgesteld. Art. 5. Ongeacht het bepaalde in art. 10 moeten alle verplaatsbare wapens en de daarbij behoorende gebieden van het Fran sche moederland en van het aan Libye grenzende gebied, alsmede de wapens, welke uitgereikt zijn aan de troepen, die de betrokken gebieden ontruimen, binnen twee weken uitgeleverd worden. De vaste wapens vair de verdedigingswerken en de daarbij behoorende munitie moeten binnen den zelfden termijn onbruikbaar worden gemaakt. In het gebied van de Fransche Somalie- kust moeten alle verplaatsbare wapens en de daarbij behoorende munitie, benevens die, welke uitgereikt zijn aan de troepen, dit dit gebied ontruimen, binnen twee we ken ingeleverd worden op nader door de Italiaansche wapenstilstandscommissie aan te wijzen plaatsen. Wat betreft de vaste wapens en de munitie van de verdedigings werken in voornoemd gebied, geldt het zelfde als voor het gebied van het Fran sche moederland en het aan Libye gren zende gebied. Art. 6. Zoolang de vijandelijkheden tus schen Italië en het Britsche Rijk duren, zullen de militaire en maxitieme verdedi gingswerken en de vlootbases van Toulon, Bizerta, Ajaccio en Orano gedemilitari- seerd worden tot de staking der vijande lijkheden tegen genoemd rijk. Deze demilitai'isatie moet binnen twee weken geschied zijn. Art. 7 en S hebben betrekking op de modaliteiten van de demiliratisatie der mi litaire en maritieme verdedigingswerken en vlootbases. Art. 9 bepaalt, dat alle strijdkrachten van het leger, de vloot en de luchtmacht van het Fransche moederland gedemobili seerd en ontwapend zullen worden binnen een alsnog te bepalen termijn, met uitzon- deiïng van de formaties, die noodig zijn voor de handhaving van de binnenlandsche orde. De sterkte en de bewapening van deze formaties zullen door Italië en Duitschland vastgesteld worden. Wat betreft de gebieden van Fransch Noord-Afrika, Syrië en de Fransche So- mallekust, zal de Italiaansche wapenstil standscommissie bij de vaststelling der mo daliteiten van de demobilisatie en ontwa pening rekening houden met het bijzonder belang van de handhaving der orde in ge noemde gebieden. 10. Italië behoudt zich het recht voor als garantie voor de uitvoering van het wapen- stilstandsverdi-ag de geheele of gedeelte lijke uitleveiing te eischen van alle wapens van de infanterie en de artillerie, pantser wagens, tanks, automobielen en door paar den getrokken wagens, alsmede de xnunitie van de eenheden, die voor den strijd tegen de Italiaansche troepen zijn gebruikt. Be doelde wapens en mateiiaal moeten uit geleverd worden in den staat, waarin zij zich op het oogenblik van den wapenstil stand berinden. Art. 11 betreft het Italiaansche of Duit sche toezicht op de wapens, munitie en ooxiogsmatexiaal in de niet bezette Fran sche gebieden en de onmiddellijke staking van de vervaardiging van oorlogsmateriaal in deze gebieden. Churchill spreekt over den val van Frankrijk. Het D.N.B. meldt uit Londen: Churchill verklaarde Dinsdag in het La gerhuis, dat Engeland iedere Fransche be weging om het Duitsche barbarisme te vernietigen en de vrijheid voor Frankrijk te verkrijgen zal ondersteunen. Ik kan nog niet zeggen, aldus Churchill, wat er van de betrekkingen met de regeering te Bordeaux terecht zal komen. Men zal echter pogingen in het werk stellen, dat contact met haar te behouden, dat wij met haar door de tralies van haar gevan genis, kunnen ki-ijgen. Verder verklaarde Chux'chill, dat hij Reynaud op diens verzoek op 13 Juni ver gezeld van den minister van buitenland- sche zaken, Halifax, en den minister voor den vliegtuigbouw, Beaverbrook, een be zoek heeft gebracht. Nadat Reynaud een overzicht had gegeven over den toestand van het Fransche leger vroeg hij of Groot Bi-ittannië Frankrijk wilde ontslaan van zijn verplichtingenom zonder goedvinden van zijn Britschen bondgenoot geen onder handelingen over een wapenstilstand of een vrede te beginnen. Ofschoon ik wist, zoo zeide Churchill, hoe zwaar Frankrijk moest lijden en dat wij tot op dat oogenblik nog niet zoo'n lijden te verduren nadden gehad, en dat wij nog geen dienovereenkomstigen bij stand op het slagveld hadden geboden, voelde ik mij vei-plicht om te zeggen, dat ik deze toestemming niet kon geven. Reynaud zou daarop een appel aan de Vereenigde Staten lichten. Op 16 Juni ontving ik, aldus Churchill verder, de boodschap van Reynaud, dat het Amerikaansche antwoord niet bevredigend was. Hy zag zich genoodzaakt krachtens het Engelsch-Fransche accoord in allen vorm hulp voor Frankiijk te eischen. Het Britsche kabinet antwoordde dat de Fransche vloot in Biitsche havens ge bracht moest woi'den. Zij moest daar zoo lang blyven als de onderhandelingen zou den duren. Onder deze omstandigheden zou de Britsche regeering Frankrijk toestem ming verleenen om de voorwaarden te vragen voor een wapenstilstand. Ten aanzien van den toestand, zei Churchill, dat deze zoo onzeker en don ker is, dat het liet in het openbaar be lang zou zyn, indien hij zich hierover uit liet. Hij verzocht het Lagerhuis aan de regeering het volle vertrouwen te schen ken. Engelsche aanvallen op Duisburg en Bielefeld. Het D.N.B. meldde gisteren uit Berlijn'5 Naar eerst thans bekend is geworden, is in denzelfden nacht, waai'in in de omgeving van Berlijn een ziekenhuis door Engelsche bommen werd beschadigd, een Engelsche luchtaanval ondernomen op Duisburg. Op de stadsdeelen Neudorf en Alsum werden 26 dynamietbommen geworpen. Twee huizen, onder een kap stortten ineen. De Rijnschool werd beschadigd. Ook op Bielefeld werden dertig brandbommen geworpen, waardoor verscheidene daken in brand geraakten en andere schade aan huizen ontstond. Het gebruik van 56 dynamiet- en brandbommen op deze beide steden doet ook hier volgens Duitsche opvatting uitkomen, dat slechts een terroriseering van de burgerbevolking werd beoogd. De bewering van het Britsche ministerie van luchtvaart, dat de Royal Air Force alleen militaire objecten aanvalt, wordt door deze gevallen, die slechts een greep zijn uit vele van dergelijke voorval len, op doeltreffende'" wijze weerlegd. Gemengd Nieuws ERNSTIG ONGEVAL BIJ HET PUINRUIMEN TE ROTTERDAM, Eén persoon gedood en één zwaar gewond. Dinsdagmiddag is bij de opruimings werkzaamheden in de binnenstad te Rot terdam een zeer ernstig ongeval gebeurd, waarbij één persoon gedood en diens broer ernstig gewond werd. De 32-jarige H. Hemmers en diens 30- jarige broer M. J. H., waren in een pand aan den Groenendaal, waar gevestigd was een zaak van M. Knap aan het puinrui men. Zij bevonden zich voor deze werk zaamheden onder een betonnen vloer, die schijnbaar nog intact was gebleven. Door een oorzaak,' die tot xxog toe onbe kend is, stortte op dat oogenblik deze vloer ineen. IJlings toegeschoten omstan ders hebben de beide broers zoo spoedig mogelijk bevrijd. Helaas bleek een hun ner, de 32-jarige H. H. reeds aan de be komen verwondingen overleden te zijn, terwijl zijn broer ernstige verwondingen aan het hoofd had opgelöopen. De laatste is naar een ziekenhuis overgebracht, waar hij ter verpleging moest worden opgeno men. OUD-COMMODORE HOLLAND- AMERIKA LIJN OVERLEDEN, In den ouderdom van 70 jaar is eergis teren te Wassenaar overleden de heer P, van den Heuvel, gep. reserve kapitein- luitenant ter zee tit. en oud-commodore der Holland-Amei-ika lijn. De overledene was ridder in de orde van Oranje Nassau. De begrafenis zal Donderdag a.s. om 12.30 uur op de begraafplaats Nieuw Eik en Duinen in Den Haag geschieden. VERLICHTING VAN AUTO'S EN RIJWIELEN. Naar wij" vernemen ligt het in de bedoe ling binnenkort in verband met de lucht- beschermingseischen richtlijnen vast te stellen voor de verlichting van auto's en rijwielen. GEVLUCHTE BELGISCHE EN NEDERLAND SCHE FINANCIERS. Met verscheidene Belgische en Neder- landsche financiers aan boord, welke uit Bayonne waren gevlucht, is in de haven van Santander (Spanje) de Portugeesche schoener, Milena aangekomen. De schoe ner was door de vluchtelingen voor ruim een millioen frank gecharterd. Het schip zal spoedig weer uitvaren, CENTRALE COMMISSIE BEROEPS- GOEDERENVERVOER GEÏNSTALLEERD, De huidige regeling van het wegvervoer een noodmaatregel. Dinsdagmiddag werd te 's-Gravenhage wederom een stap gezet op den weg naar den wederopbouw, n.l. door de officieele installatie van de centrale commissie voor het beroepsgoederenvervoer, welke commissie is samengesteld uit den Bond van Bedrijfsauto verkeer in Nederland en de centrale organisatie voor het beroeps goederenvervoer langs den weg. De installatie geschiedde door den se» cretai-is-generaal, wnd. hoofd van het departement van waterstaat, mr. D. G. W. Spitzen. De voorzitter van de commissie, mr. J. Nolen, beantwoordde de installatierede met een toestpraak. waai'in hij er op wees, dat op den voorgrond staat, dat het be roepsgoederenvervoer begrijpt, dat onder de huidige tijdsomstandigheden het vervoer langs den weg een secundaire functie ver vult. Men rekent er echter op, dat, wan neer in de toekomst de beperking van het verbruik van brandstoffen kan worden op geheven, het wegvervoer weer tot zyn normale ontplooiing zal kunnen komen. De secretaris-g'eneraal wees, naar aan leiding van de opmerking van mr. Nolen omtrent de toekomst van het wegvervoer, er uitdrukkelijk op, dat de huidige rege ling een noodregeling is. Burgerlijke Stand HOOFDPLAAT. Bevallen: L. Puyenbroek geb. Dierx, dochter; M. de Waele geb. Provoost, d. R. de Poorter geb. v. Waes z., L. Dossclie geb. Minnaert, d., M. de Poorter geb. van Caeseele d., J. Bogaerd geb. Cleeren z.t Overleden: Astrid Bertha dochter van P, Puyenbroek—Dierx 14 dagen. Johan Bernard, zoon van Ed. Pycke-Boedis 7 j. Getrouwd: Harry Georg Termote 28 j.; Irma Lenie Thomaes 27 j.; Antonius Davia Baas 24 j. en Elizabeth Merrelaer 19 j.; Camiel van Zeele 23 j. en Louisa Steyaert 20 j.; August Luöovicus Simonse 37 j. en Louisa Franscina Tielaert 32 j.; Antony Johannes Verduyn 2z j. en Emma Syne- sacl 18 j.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 7