©e laatste hm Tvjsede Blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Vrijdag 14 Juni 1940 Het beroemde Yser-monument te Dixmuiden is nagenoeg ongedeerd uit den strijd gekomen Opheffing bankmoratorium. Het Verordeningenblad voor het bezette Nederlandsen gebied bevat een verordening van den Rijkscommissaris, waarin de secre taris-generaal van het dep. van financien wordt gemachtigd het bestaande banken- moratorium op te heffen en de noodige maatregelen, welke daaraan verbonden zijn, te nemen. Het „besluit bankenmoratorium" van 10 Mei 1910 is daarbij ingetrokken. Duitsche divisies zijn de slagvelden van 1915 gepasseerd. HET DUITSCHE LEGERBERICHT. Het opperbevel van de Duitsche weer macht maakte Donderdag bekend: De pogingen der Fransch-Britsche troe pen die aan de kust van St. Valary zijn ingesloten om over zee te ontkomen, zijn mislukt. Deze legergroep heeft gecapitu leerd. Ruim 26.000 gevangenen, waaronder vijf Fransche en een Engelsche generaal, alsmede een onoverzienbare buit vielen in Duitsche handen. Onze artillerie dwong een geladen tran sportschip, dat wilde uitvaren, door ver schillende bomtreffers tot den terugkeer. Een ander schip kwam tot ontploffing in het vuur van Duitsch pantser-afweerge schut. Aan het geheele aanvalsfront! zijn de krijgsverrichtingen snel gevorderd. De Marne is op vele plaatsen bij den strijd overschreden. In de Champagne hebben onze divisies bij de achtervolging Chalons ingenomen en de slagvelden van 1915 ge passeerd. Ook tusschen de Argonnen en de Maas is de aanval gevorderd. Volgens de voorloopige berichten be draagt het aantal gevangenen sinds 5 Juni, het begin van de nieuwe operaties, ruim 100.000. Ook de vijandelijke verlie zen aan oorlogsmateriaal zijn aanzienlijk. Alleen reeds bij twee legers van de weste lijke flank gelukte het, met deelneming van alle soorten wapens, ruim 200 vijande lijke gepantserde gevechtswagens te ver nietigen of buit te maken. Ondanks de slechte weersgesteldheid grepen ook op 12 Juni gevechtsvliegtuigen en duikbom menwerpers, ter ondersteuning van het landleger, vooral in den sector van Chalons sur Marne en aan de kust in den strijd in. Het gelukte hierbij een transportschip en een groote met troepen beladen sleepboot tot zinken te brengen, een ander transport schip van ongeveer 10.000 ton alsmede een groot aantal kleinere schepen zwaar te beschadigen. By Le Havre werdén twintig, vijandelijke kabelballons neergeschoten. In Noorwegen schoten onze torpedo jagers vier van 15 Britsche vliegtuigen neer, die een aanvalspoging hadden onder nomen op een vliegveld in de buurt van Drontheim. Afzonderlijke vijandelijke bomaanvallen in Noord-Duitschland troffen geen mili taire doelen. De totale verliezen van den vijand in de lucht bedroegen 19 vliegtui gen. Daarvan werden er zes in luchtge vechten en negen door luchtdoelgeschut neergehaald. De overigen werden -op den grond vernield. Vier eigen toestellen wor den vermist. Een van onze duilcbooten bracht bij den aanval op een sterk vijandelijk konvooi verscheidene schepen tot zinken. Britsche divisies omsingeld. Reuter meldt uit Londen: Het Britsche ministerie van oorlog deelt mede: Van een onzer devisies, die streed aan den linkervleugel der Noordzeekust, is door Duitsche strijdkrachten de vex-binding met de eigen divisies afgesneden. De mogelijkheid bestaat, dat een deel van deze divisie en andere geallieerde troependeelen door een Duitsche overmacht zijn omsingeld. Pogingen om deze troepen over zee naar Engeland te brengen, zijn slechts gedeeltelijk met succes bekroond, en men vreest dat het grootste deel dezer troepen in Duitsche gevangenschap zal geraken. Resten van deze divisie zijn verscheept en in andere deelen van Frankrijk weer in den strijd geworpen. Italië's bijdrage aan den oorlog. Stefani meldt uit Rome: De bijdrage, die de interventie van Italië levert aan den oorlog, die gevoerd wordt door de spil, wordt door de Giornale d'Ita- lia uiteengezet in de volgende vijf punten: 1. Een belangrijk deel der Fransche troepen is nog steeds intact en in den strijd gebracht tegen Italië aan de grenzen der Alpen, op Corsica, in Tunis en in Syrië. 2. De vex-binding" tusschen Frankrijk en Fransch Afx-ika over de Middellandsche zee is definitief afgesneden en de Fransche verbindingeix tusschen Frankx-ijk en Afx-ika over den Atlantischen Oceaan zijn uiterst gevaax-lijk geworden. Bijgevolg heeft Frankrijk niet meer de mogelijkheid sol daten en burgerarbeiders te putten uit en gebruik te maken van de hulpbronnen van zijn rijk, zooals het geval was in den we reldoorlog. 3. De Bx-itsche troepen te land, die zich bevinden in Egypte, den Soedan, Pa lestina en Kenya Zijn geheel in den stx-ijd gebondeix tegen Italië en zijn voor een groot deel geisoleerd. 4. Het gx-ootste deel der Fx-ansche zee- sti'ijdkrachten en een groot deel der Brit sche zeestrijdkrachten zijn gebonden in den strijd tegen Italië in de Middellandsche zee, evenals zeer belangrijke strijdkrach ten der luchtmachten van de beide rijken. 5. Tengevolge van de blokkade, die de Middellandsche zee wordt opgelegd, door de zee- en luchtstrijdkrachten, ontvangen Frankrijk en Engeland niet meer alle ra vitailleeringen, die zij importeerden uit de landen aan de Middellandsche zee en uit Zuidoost Europa. Deze feiten, zoo besluit het blad, too- nen niet alleexx het groote belang aan van de Italiaansche taken, maar tevens de uit gebreide bijdrage, die Italië levert aan den totalen oorlog, die Rome en Berlijn in staat stellen een nieuw en beter Europa op te bouwen. Diplomaten verlaten Rome. De diplomatieke en consulaire verte genwoordigers van Nedei-land, Noox-wegen en Polen bij lxet Quirinaal hebben Dondex-- degavond met 'een specialen trein Rome verlaten. Met denzelfden trein rijn ver trokken de journalisten en de andere bur- gex-s dezer landen, die zich om beroeps redenen in Italië ophielden. Arrestaties in Savoye. Het D.N.B. meldt uit Genève Bij de evacuatie van het niexiwe oor- logstooneel, dat door het deelnemen 'van Italië aaxx den oorlog is ontstaan, zijn, naar gemeld wordt, in boven-Savoye talrijke per sonen aangehouden, die er van verdacht worden, leden van de zoogeixaamde „vijfde colonne" te zijn, Savoye is het stamland van het tegen- woox-dige Italiaansche koningshuis en men treft daar nog velen aan, die de Fransche heex-schappij over dit Alpenland steeds vij andig gezind zijn geweest. Daar zulke ele menten, in den rug van het nieuwe Fran sche front een gx-oot gevaar kunnen vor men, aldus wordt verder opgemex-kt, heeft de Fransche regeering besloten die ver dachte elementen te arresteeren. De be volking van West-Savoye werd naar Wes telijk Frankrijk weggevoerd. Gedurexxde de laatste dagen zijn van Grenoble uit talrijke ti-anspox-tcolonnes in de richting van Lyon vertrok leen. De bex-gwegen zijn geblokkeerd door eindelooze tx-oepen vluch telingen, die hals over kop hun woningen hebben moeten ontruimen. Zwitsersche liefdadigheids-organisaties hebben aangeboden de vluchtelingen te voorzien van levensixxiddelen en medische hulp. Het ministerie voor de landsverdediging. SECRETARIS-GENERAAL RINGELING UIT ZIJN FUNCTIE ONTHEVEN. Van de zijde van het rijkscommissariaat te 's Gravenhage wordt medegedeeld De aangelegeixheden van het ministerie voor de landsverdediging zullen voor zoo ver zy betrekking hebben op de demo bilisatie van de Nederlandsche land- en zeemacht, ressorteeren onder den Duit- schen bevelhebber der weermacht in Ne derland. De secretax-is-generaal, Ringeling, wordt in vex-band hiermede uit zijn functie ont heven. Dagorder van Hitier aan de soldaten, die In Noorwegen hebben gestreden. Het D.N.B. meldt: De Filhrer en opper ste bevelhebber van de Duitsche weex-maeht heeft den volgenden dagorder gei*icht tot de soldaten, die in Nooxwegeix gestreden hebbeix „Soldaten. De veldtocht in Noox-wegen is geëindigd. De Britsche poging, zich. mees ter te maken van dit voor Duitschland vitale gebied, is mislukt dank zjj Uw doodsverachting, Uw moed, Uw zelfopof fering en Uw taaie volharding. Ik heb aan U d e hoogste eischen moeten stellen. Gij hebt meer gedaan. Ik betuig de leiding mijn erkentelijkheid en mijn dank: den generaal der infanterie Von Falkenhorst voor de organisatie en de leiding van de operaties te land, generaal-admiraal Saal- waechter, admiraal Carls en vice-admiraal Luetjens, voor de voorbereiding en de actie der vloot, admiraal Boehm voor de ver sterking van de kustverdediging, generaal Milch en luitenant-géneraal Geissler voor de actie en de leiding van de luchtmacht. Ik betuig mijn dank en erkentelijkheid aan alle soldaten van legex-, marine en lucht macht, die door hun dapperheid en hun offervaax'digheid voor het Duitsche rijk hebben geholpen bij het afwenden van een gx-oot gevaai'. Ik x-icht dezen dank in het bijzonder tot die naamlooze soldaten, wier heldenmoed helaas zoo vaak voor de wereld verborgen blijft. Ik vertolk den strijdei's vaix -Narvik de trotsche bewonde ring van het Duitsche volk. Zij allen, die daar in het hooge Noorden schouder aan schouder hebben gestaan, soldaten van de bergen der Ostmaxk, bemanningen onzer oox-logsschepen, valschex-mtroepen, gevechts vliegers en bestuurders van transport vliegtuigen, zullen in de geschiedenis ge noemd worden als de beste vertegenwoor- digei-s van het hoogste Duitsche soldaten dom. Luitenant-generaal Dietl breng ik den dank van het Duitsche volk voor de eervolle bladzijde, die hij aan het boek der Duitsche geschiedenis heeft toegevoegd. Engelsche brandbommen op een Duitsche stad. Het D.N.B. meldt uit Berlijn In den nacht van 12 Juni hebben vijan delijke vliegers, met volslagen minachting voor de regels van het volkenrecht, zich opnieuw op bijzonder krasse wijze schuldig gemaakt aan een aanval op de burgerbe volking. Midden in de stad Soest in West- falen hebben zij eenige brandbommen ge- wox-pen, waardoor een aantal particuliere huizen geheel in vlammen opging. Deze aanval met brandbommen leverde geen en kel militair voordeel op. Zoo echter door toeval slechts materieele schade werd aangericht, zal ook deze, on der schending van het volkenrecht, onder nomen aanval, niet worden vergeten, aldus deelt xxxen in bevoegde Duitsche kringen mede. Collecte Hulpcomité 1940 uitgesteld. Men deelt ons van officieele zijde mede De openbax-e sti-aatcollécte ten behoeve van het nationale hulpcomité 1940, welke aanvankelijk Zaterdag 15 Juni zou worden gehouden is, om technische, redenen, uitge steld. Deze collecte zal thans naar alle waar- schijixlij'kheid gehouden worden op Zaterdag 22 Juni. Reynaud vraagt president Roosevelt om hulp. Het D.N.B. meldt uit Genève De Fran sche minister-president Reynaud heeft een wanhopige boodschap gericht tot presi dent Roosevelt. Daarin smeekt Reynaud den Amerikaanschen president letterlijk Frankrijk met alle middelen te hulp te ko men. „Ik bezweer u", zoo schrijft Reyixaud aan het slot van zijn boodschap aan Roo sevelt, „openlijk te verklaren, dat de Ver- eenigde Staten den geallieerden iederen materieelen steun verleenen, en zelfs een expeditieleger te zenden" Groote verliezen der Fransche pantserstrijdkrachten. Het frontbericht van het D.N.B. luidt als volgt De verliezen aan pantsex-wagens bij den tegenstander in den loop der laatste opera ties moeten buitengewooix gx-oot genoemd worden. Terwijl Woensdag reeds werd ge meld, dat het een eenheid luchtafweerge schut ixx den loop der operaties tot dus- vex-re was gelukt 200 vijandelijke pantser wagens te vernietigen, constateert het le- gerbericht van Donderdag, dat bovendien alleen twee legex-cox-psen aan den Weste lijken vleugel met deelneming van alle wapensoorten van het leger veel meer dan 200 pantserstrijdwagens hebben vernield of veroverd. Dat zijn veirliezen aan zwaar oorlogstuig, die in het geheel niet meer vervangen kunnen worden door de voorhanden en tot werken in staat zijnde productiemogelijk heden van Frankrijk. Daarbij moet er de nadruk op worden gelegd, dat de succes volle strijd tegen de Fransche pantserfox-- maties geenszins alleen met artilleristische middelen is uitgevochten, maar dat ook de infanterie en de pioniers met hun wapens groote successen hadden te boeken. Lindbergh over den Europeeschen oorlog. DE VER. STATEN KUNNEN NIET MET SUCCES WORDEN AANGEVALLEN. Op een persconferentie, waaraan vooral werd deelgenomen door isolationistische leden van het Amerikaansche Congres, heeft kolonel Lindbergh als luchtvaartdes- kundige gespx-oken over de beteekexxis van den Europeeschen oorlog voor de Vereenig- de Staten. Gedurende onze generatie, al dus verklaarde hij volgens Associated Press, kunnen de Vereenigde Staten niet met succes worden aangevallen. Liixdbex-gh, die indertijd op Groenland naar geschikte landingsterreinen voor een verkeersluchtdienst op Europa heeft ge zocht, zei, dat de omstandigheden voor de luchtvaart daar zóó ongunstig zijn, dat het onnoozel is te verwachten, dat een land, hetwelk een inval ixx de Vereenigde Staten zou vullen doen, op Groenland bases zou kunnen inrichten. Wat een inval in Z.- Amerika betreft, een eventueele vijand zou daar niet alleen luchtbases, maar ook werkplaatsen en fabrieken noodig hebben. Zaterdag zal Lindbergh opxxieuw een radio-rede over „Onze weg tegen den oorlog" houden. Door CECIL FREEMAN CREGG. 15) Eexx allesbehalve aangename gedachte! Mogelijk waren zij beiden gewapend. Dat zou leelyk z\jn erg leeljjk. Want inspec teur Higgins droeg zelden vuurwapenen en zeker niet toen hij Scotland Yard ver liet om een ritje te maken met de laatste bus. Geen geluid weerklonk. Toen viel den inspecteur een nieuwe onaangename ge dachte in. Veronderstel .eens, dat het tweetal zijn krachten had vereenigd en instede van hem aan te vallen druk bgzig was, met te probeeren oxxgemexkt te ver dwijnen? Het zoix een pracht situatie zijn, indien hij hier achter' die gesloten deur bleef staan, terwijl de twee kerels kalm het huis verlieten. Verdraaid Als hij maar wist, wat ze van plan waren! Als een van hen maar een geluid wilde maken! Als die tweede indringer, die al of niet onderaan de tweede trap kon staan, maar eens een teelten van leven wilde geven! „Te veel „als" naar mijn zin ik zal me maar eens gaan overtuigen" bedacht Higgins. Andermaal greep hij den deurknop, welke hij zachtjes begon om te draaien. Zoodra het slot vrij was, trok hij de deur een paar centimeter naar zich toe, waar na hy den knop losliet. Met de grootste omzichtigheid hopende dat de deur ge- ruischloos zou draaien, begon hij deze daaxTia naar zich toe te trekken. Eindelijk was de opening wijd genoeg voor hem om erdoorheen te glippen, wanneer hij dat mocht wensclxen, en toen wachtte hij een paar minuten, half en half een aanval van de tx-ap af naar beneden verwachtend. Er gebeurde echter niets! Langzaam en geleidelijk boog hij rich voorover, zijxx hoofd in de x-ichting van de trap gekeerd, toen hij eindelijk de gang kon overzien. Het was echter te donker om ook maar iets waar te nemen. Hij leunde nog verder voorover, strak in de duistexnis tux-end. Iets hards en zwaars raakte met een slag zijn schedel. Na een korte bewusteloosheid kwam in specteur Higgins weer bij, doordat het schexpe licht van een zaklantaarn hem midden in het gelaat scheen. Zij hoofd klopte vreeselyk en hij voelde zich ziek en ellendig, maar toch besloot hij zich nog enkele oogenblikken kwasi bewuste loos te houden, tot dat gehamer in zijn hoofd wat zou verminderen, om dan te probeeren met zijn aanvallers af te rekenen. „Ver...draaid!" Deze uitx-oep wex-d ge uit op een toon vol schrik en teleux-stel- ling. „Wat is er aan de hand, maat?" (Ze wax-en met hun- tweeën! Zij werkten nu du.° samen. Voor het oogenblik vexnvierp Higgins zijn plan om tot den aanval over te gaan.) „Allemachtig, hoe kon ik voor den hier en gunter weten, dat hij hier tusschen zat?" „Waar heb je het over, man?" „Het is de ouwe het is Higgins!" De woorden kwamen er stootend uit en de inspecteur, zijn naam hoorend, concen treerde zijn verwarde brein op de stem en herkende die weldra. Hij ging over eind zitten, tegen het scherpe licht knip perend. „Bent eh bent u weer in orde, in specteur?" „Jij stomme ezel!" Hoewel er een wereld van misprijzen in die woorden klonk, kostte het uiten exvan de grootste moeite en pijn. Met een vermoeid gebaar streek de inspecteur met rijn hand door zjjn haar en ontdekte op den achterkant van zijn hoofd een buil van respectabele afmetingen. ,;Wie heb je bij je, Goldfinch?" „Agent Smart mijnheer." Een korte pauze volgde, gedurende welke Higgins heldhaftige pogingen deed om rijn gedachten te verzamelen. „Heb je de anderen tc pakken?" „Er was er maar één, mijnheer. H\j ont snapte langs de afvoerpijp aan den ach terkant. Wij maakten ons er niet erg druk om. Ziet u, wjj eh wjj dachten dat eh wij meenden dat waar wij er een van hen dat wil zeggen, mijixheer De man zweeg maar, heelemaal verward, maar inspecteur Higgins begreep volkomen wat hij probeerde te zeggen. Zich niet be wust van Higgins' identiteit, hadden zy aangenomen dat hij één van de twee boosdoenex-s was en als zoodanig konden rij via hem den ander, die ontsnapt was, wel te pairken krijgen. Een redelijke ver- klaring, maar de buil op zijn hoofd werd er niet kleiner door! „Vertel me er alles van." „Zeker, mijnheermaar het spijt me vreeselijk, dat er...,»." „Ja, dat is goed." „Nu, mijnheer, hoofdinspecteur Dryan zond ons." „Waar was dat goed voor?" „Ziet u, mijnheer, de inspecteur van het bureau Horton vroeg assistentie voor het doorzoeken van een aantal huizen tus schen de halte Fox and Hounds en de bus garage. Wij waren ondenveg naar het bureau om onze instructies te gaan halen, toen wij hier een kerel zagen bixmenslui- pen. Hij gedroeg zich op een verdachte manier keek eex-st voorzichtig'de straat af en schoot dan naar binnen. Hij moet ons gezien hebben, maar wij waren nog een flink eind hier vandaan. Toen wij zagen, dat het een leeg huis was, besloten wjj het eens te gaan onderzoeken, mijnheer." „Juist. Ga verder." „Wij gingen dé keldertrapjes af en gin gen daar door dezelfde deux', waardoor die kerel verdwenen was, naar binnen." „Was die deur dicht?" „Ja zeker, mrjnheex-." „Zoo, ga verder." „Er was geen spoor meer van hem te bekennen. Eerst gingen wjj de eex-ste trap op, naar de voordeur. Toen naar de eer ste verdieping. Ik raapte een stuk hout op, dat ik in den keldex- zag, voor het ge val dit te pas kon konxen, mijixheer." „O, juist", ondex-brak de inspecteur met eenig sarcasme in zijn stem. „En wij kwamen op de volgende ver dieping, zonder onzen xxxan gezien te heb ben. Wij sloopen „Op handen en voeten?" „Neen, mijnheer. Ik bedoelde, dat wij heel voox-richtig op onze teenen liepen." „Juist" „Wjj slopen heel voorzichtig over de gang, toen wij bemerkten, dat een deel van do gang niet zoo pikdonker was als de rest Wij zagen toen, dat er een deur op - x ging. Het moet het flauwe licht, dat hier door het raam naar binnen valt, geweest zijn, mijnheer, dat ons de deur deed ontdekken. Toen zag ik, hoe iemand heel voorzichtig zijn hoofd naar buiten stak, mijixheer „En toen kwam het stuit hout heel goed van pas, hè?" „Nu, mijnheer", zei de ander veront schuldigend, „ik dacht dat u de kerel was, dien wij hier naar binnen zagen gaan, en toen uw hoofd buiten do deur stak, schrokken wij ons een on eluk. Ik sloeg, zonder er by na te denken, mijnheer. Ik ...het spijt me vreeselijk, mijnheel-. Ut Inspecteur' Higgins maakte een onge duldig gebaai-. „Ga verder. Wat gebeulde er toen?" „U gaf een luiden gil, toen u neerviel, mijnheel-, en een kerel, die zich een eindje verder op de gang verborgen had gehou den, rende weg. Wij volgden hem zoo snel mogelijk in de duistei-nis en waren juist op tijd om te zien, hoe hij over een muur klom van een naastgelegen huis. Wij lie ten hem gaan en Jtwamen naar u texnxg. Dat is alles, mijnheer." Eenige oogenblikken heerschte er stilte. Het verhaal van agent Goldfinch was op zo'o'n tragischen toon voorgedragen, dat inspecteur Higgins, ondanks de onaangena me rol van „lijdend voorwerp", welke hij daarin gespeeld had, zijns ondanks de hu- moi-istische zijde ervan inzag. „En wat nu?" vroeg hij. „Je hebt een waarschijnlijk heel gevaarlijken misdadi ger door je vingers laten glippen, je hebt een inspecteur van Scotland Yard gewond en buiten gevecht gesteld misschien wel voor eenige weken lang. Wat is de volgen de heldendaad op je programma De ander deed geen poging, te antwoor den, maar inspecteur Higgins verwachtte dat ook niet. Zijn hersenen werkten koorts achtig en meer en meer kwam hij ertoe, de zaak philosopliisch te bekijken. „Je zegt, dat er maar één man ontsnap te. Maar hoe zit het dan met den anderen kerel, die boven was? „Boven, mijnheer?" „Andere kex-el, mijnheer?" Zoowel agent Goldfinch als agent Smart schenen geheel verrast door deze vraag. Met een zucht kwam inspecteur Higgins overeind. „Ik hoop maar voor jullie, dat hij niet ontsnapt is, terwijl ik jullie- zit te onder vragen. Vooruit nu, Een van jullie blijft het raam bewaken, waardoor de andere kerel verdween. De ander ik denk, dat jij dat het beste kunt doen, Goldfinch blijft be neden, om te voox-komen dat er iemand daarlangs vandoor gaat." Hij richtte zich wat rechter op. „Ik ga naar boven, om te zien of de kerel daar nog is." (Wordt vervolgd.)]

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 5