©e laatste hm
Tvjsede Blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT
Vrijdag 14 Juni 1940
Het beroemde Yser-monument te Dixmuiden is nagenoeg
ongedeerd uit den strijd gekomen
Opheffing
bankmoratorium.
Het Verordeningenblad voor het bezette
Nederlandsen gebied bevat een verordening
van den Rijkscommissaris, waarin de secre
taris-generaal van het dep. van financien
wordt gemachtigd het bestaande banken-
moratorium op te heffen en de noodige
maatregelen, welke daaraan verbonden zijn,
te nemen. Het „besluit bankenmoratorium"
van 10 Mei 1910 is daarbij ingetrokken.
Duitsche divisies zijn de
slagvelden van 1915 gepasseerd.
HET DUITSCHE LEGERBERICHT.
Het opperbevel van de Duitsche weer
macht maakte Donderdag bekend:
De pogingen der Fransch-Britsche troe
pen die aan de kust van St. Valary zijn
ingesloten om over zee te ontkomen, zijn
mislukt. Deze legergroep heeft gecapitu
leerd. Ruim 26.000 gevangenen, waaronder
vijf Fransche en een Engelsche generaal,
alsmede een onoverzienbare buit vielen
in Duitsche handen.
Onze artillerie dwong een geladen tran
sportschip, dat wilde uitvaren, door ver
schillende bomtreffers tot den terugkeer.
Een ander schip kwam tot ontploffing in
het vuur van Duitsch pantser-afweerge
schut.
Aan het geheele aanvalsfront! zijn de
krijgsverrichtingen snel gevorderd. De
Marne is op vele plaatsen bij den strijd
overschreden. In de Champagne hebben
onze divisies bij de achtervolging Chalons
ingenomen en de slagvelden van 1915 ge
passeerd. Ook tusschen de Argonnen en
de Maas is de aanval gevorderd.
Volgens de voorloopige berichten be
draagt het aantal gevangenen sinds 5
Juni, het begin van de nieuwe operaties,
ruim 100.000. Ook de vijandelijke verlie
zen aan oorlogsmateriaal zijn aanzienlijk.
Alleen reeds bij twee legers van de weste
lijke flank gelukte het, met deelneming
van alle soorten wapens, ruim 200 vijande
lijke gepantserde gevechtswagens te ver
nietigen of buit te maken. Ondanks de
slechte weersgesteldheid grepen ook op
12 Juni gevechtsvliegtuigen en duikbom
menwerpers, ter ondersteuning van het
landleger, vooral in den sector van Chalons
sur Marne en aan de kust in den strijd in.
Het gelukte hierbij een transportschip en
een groote met troepen beladen sleepboot
tot zinken te brengen, een ander transport
schip van ongeveer 10.000 ton alsmede een
groot aantal kleinere schepen zwaar te
beschadigen. By Le Havre werdén twintig,
vijandelijke kabelballons neergeschoten.
In Noorwegen schoten onze torpedo
jagers vier van 15 Britsche vliegtuigen
neer, die een aanvalspoging hadden onder
nomen op een vliegveld in de buurt van
Drontheim.
Afzonderlijke vijandelijke bomaanvallen
in Noord-Duitschland troffen geen mili
taire doelen. De totale verliezen van den
vijand in de lucht bedroegen 19 vliegtui
gen. Daarvan werden er zes in luchtge
vechten en negen door luchtdoelgeschut
neergehaald. De overigen werden -op den
grond vernield. Vier eigen toestellen wor
den vermist.
Een van onze duilcbooten bracht bij den
aanval op een sterk vijandelijk konvooi
verscheidene schepen tot zinken.
Britsche divisies omsingeld.
Reuter meldt uit Londen: Het Britsche
ministerie van oorlog deelt mede:
Van een onzer devisies, die streed aan
den linkervleugel der Noordzeekust, is
door Duitsche strijdkrachten de vex-binding
met de eigen divisies afgesneden.
De mogelijkheid bestaat, dat een deel
van deze divisie en andere geallieerde
troependeelen door een Duitsche overmacht
zijn omsingeld. Pogingen om deze troepen
over zee naar Engeland te brengen, zijn
slechts gedeeltelijk met succes bekroond,
en men vreest dat het grootste deel dezer
troepen in Duitsche gevangenschap zal
geraken.
Resten van deze divisie zijn verscheept
en in andere deelen van Frankrijk weer in
den strijd geworpen.
Italië's bijdrage aan den oorlog.
Stefani meldt uit Rome:
De bijdrage, die de interventie van Italië
levert aan den oorlog, die gevoerd wordt
door de spil, wordt door de Giornale d'Ita-
lia uiteengezet in de volgende vijf punten:
1. Een belangrijk deel der Fransche
troepen is nog steeds intact en in den strijd
gebracht tegen Italië aan de grenzen der
Alpen, op Corsica, in Tunis en in Syrië.
2. De vex-binding" tusschen Frankrijk en
Fransch Afx-ika over de Middellandsche zee
is definitief afgesneden en de Fransche
verbindingeix tusschen Frankx-ijk en Afx-ika
over den Atlantischen Oceaan zijn uiterst
gevaax-lijk geworden. Bijgevolg heeft
Frankrijk niet meer de mogelijkheid sol
daten en burgerarbeiders te putten uit en
gebruik te maken van de hulpbronnen van
zijn rijk, zooals het geval was in den we
reldoorlog.
3. De Bx-itsche troepen te land, die
zich bevinden in Egypte, den Soedan, Pa
lestina en Kenya Zijn geheel in den stx-ijd
gebondeix tegen Italië en zijn voor een
groot deel geisoleerd.
4. Het gx-ootste deel der Fx-ansche zee-
sti'ijdkrachten en een groot deel der Brit
sche zeestrijdkrachten zijn gebonden in den
strijd tegen Italië in de Middellandsche
zee, evenals zeer belangrijke strijdkrach
ten der luchtmachten van de beide rijken.
5. Tengevolge van de blokkade, die de
Middellandsche zee wordt opgelegd, door
de zee- en luchtstrijdkrachten, ontvangen
Frankrijk en Engeland niet meer alle ra
vitailleeringen, die zij importeerden uit
de landen aan de Middellandsche zee en
uit Zuidoost Europa.
Deze feiten, zoo besluit het blad, too-
nen niet alleexx het groote belang aan van
de Italiaansche taken, maar tevens de uit
gebreide bijdrage, die Italië levert aan
den totalen oorlog, die Rome en Berlijn
in staat stellen een nieuw en beter Europa
op te bouwen.
Diplomaten verlaten Rome.
De diplomatieke en consulaire verte
genwoordigers van Nedei-land, Noox-wegen
en Polen bij lxet Quirinaal hebben Dondex--
degavond met 'een specialen trein Rome
verlaten. Met denzelfden trein rijn ver
trokken de journalisten en de andere bur-
gex-s dezer landen, die zich om beroeps
redenen in Italië ophielden.
Arrestaties in Savoye.
Het D.N.B. meldt uit Genève
Bij de evacuatie van het niexiwe oor-
logstooneel, dat door het deelnemen 'van
Italië aaxx den oorlog is ontstaan, zijn, naar
gemeld wordt, in boven-Savoye talrijke per
sonen aangehouden, die er van verdacht
worden, leden van de zoogeixaamde „vijfde
colonne" te zijn,
Savoye is het stamland van het tegen-
woox-dige Italiaansche koningshuis en men
treft daar nog velen aan, die de Fransche
heex-schappij over dit Alpenland steeds vij
andig gezind zijn geweest. Daar zulke ele
menten, in den rug van het nieuwe Fran
sche front een gx-oot gevaar kunnen vor
men, aldus wordt verder opgemex-kt, heeft
de Fransche regeering besloten die ver
dachte elementen te arresteeren. De be
volking van West-Savoye werd naar Wes
telijk Frankrijk weggevoerd. Gedurexxde
de laatste dagen zijn van Grenoble uit
talrijke ti-anspox-tcolonnes in de richting
van Lyon vertrok leen. De bex-gwegen zijn
geblokkeerd door eindelooze tx-oepen vluch
telingen, die hals over kop hun woningen
hebben moeten ontruimen.
Zwitsersche liefdadigheids-organisaties
hebben aangeboden de vluchtelingen te
voorzien van levensixxiddelen en medische
hulp.
Het ministerie voor de
landsverdediging.
SECRETARIS-GENERAAL RINGELING
UIT ZIJN FUNCTIE ONTHEVEN.
Van de zijde van het rijkscommissariaat
te 's Gravenhage wordt medegedeeld
De aangelegeixheden van het ministerie
voor de landsverdediging zullen voor zoo
ver zy betrekking hebben op de demo
bilisatie van de Nederlandsche land- en
zeemacht, ressorteeren onder den Duit-
schen bevelhebber der weermacht in Ne
derland.
De secretax-is-generaal, Ringeling, wordt
in vex-band hiermede uit zijn functie ont
heven.
Dagorder van Hitier aan de
soldaten, die In Noorwegen
hebben gestreden.
Het D.N.B. meldt: De Filhrer en opper
ste bevelhebber van de Duitsche weex-maeht
heeft den volgenden dagorder gei*icht tot
de soldaten, die in Nooxwegeix gestreden
hebbeix
„Soldaten. De veldtocht in Noox-wegen is
geëindigd. De Britsche poging, zich. mees
ter te maken van dit voor Duitschland
vitale gebied, is mislukt dank zjj Uw
doodsverachting, Uw moed, Uw zelfopof
fering en Uw taaie volharding. Ik heb
aan U d e hoogste eischen moeten stellen.
Gij hebt meer gedaan. Ik betuig de leiding
mijn erkentelijkheid en mijn dank: den
generaal der infanterie Von Falkenhorst
voor de organisatie en de leiding van de
operaties te land, generaal-admiraal Saal-
waechter, admiraal Carls en vice-admiraal
Luetjens, voor de voorbereiding en de actie
der vloot, admiraal Boehm voor de ver
sterking van de kustverdediging, generaal
Milch en luitenant-géneraal Geissler voor
de actie en de leiding van de luchtmacht.
Ik betuig mijn dank en erkentelijkheid aan
alle soldaten van legex-, marine en lucht
macht, die door hun dapperheid en hun
offervaax'digheid voor het Duitsche rijk
hebben geholpen bij het afwenden van een
gx-oot gevaai'. Ik x-icht dezen dank in het
bijzonder tot die naamlooze soldaten,
wier heldenmoed helaas zoo vaak voor de
wereld verborgen blijft. Ik vertolk den
strijdei's vaix -Narvik de trotsche bewonde
ring van het Duitsche volk. Zij allen, die
daar in het hooge Noorden schouder aan
schouder hebben gestaan, soldaten van de
bergen der Ostmaxk, bemanningen onzer
oox-logsschepen, valschex-mtroepen, gevechts
vliegers en bestuurders van transport
vliegtuigen, zullen in de geschiedenis ge
noemd worden als de beste vertegenwoor-
digei-s van het hoogste Duitsche soldaten
dom. Luitenant-generaal Dietl breng ik
den dank van het Duitsche volk voor de
eervolle bladzijde, die hij aan het boek der
Duitsche geschiedenis heeft toegevoegd.
Engelsche brandbommen op een
Duitsche stad.
Het D.N.B. meldt uit Berlijn
In den nacht van 12 Juni hebben vijan
delijke vliegers, met volslagen minachting
voor de regels van het volkenrecht, zich
opnieuw op bijzonder krasse wijze schuldig
gemaakt aan een aanval op de burgerbe
volking. Midden in de stad Soest in West-
falen hebben zij eenige brandbommen ge-
wox-pen, waardoor een aantal particuliere
huizen geheel in vlammen opging. Deze
aanval met brandbommen leverde geen en
kel militair voordeel op.
Zoo echter door toeval slechts materieele
schade werd aangericht, zal ook deze, on
der schending van het volkenrecht, onder
nomen aanval, niet worden vergeten, aldus
deelt xxxen in bevoegde Duitsche kringen
mede.
Collecte Hulpcomité 1940
uitgesteld.
Men deelt ons van officieele zijde mede
De openbax-e sti-aatcollécte ten behoeve
van het nationale hulpcomité 1940, welke
aanvankelijk Zaterdag 15 Juni zou worden
gehouden is, om technische, redenen, uitge
steld.
Deze collecte zal thans naar alle waar-
schijixlij'kheid gehouden worden op Zaterdag
22 Juni.
Reynaud vraagt president
Roosevelt om hulp.
Het D.N.B. meldt uit Genève De Fran
sche minister-president Reynaud heeft een
wanhopige boodschap gericht tot presi
dent Roosevelt. Daarin smeekt Reynaud
den Amerikaanschen president letterlijk
Frankrijk met alle middelen te hulp te ko
men. „Ik bezweer u", zoo schrijft Reyixaud
aan het slot van zijn boodschap aan Roo
sevelt, „openlijk te verklaren, dat de Ver-
eenigde Staten den geallieerden iederen
materieelen steun verleenen, en zelfs een
expeditieleger te zenden"
Groote verliezen der Fransche
pantserstrijdkrachten.
Het frontbericht van het D.N.B. luidt als
volgt
De verliezen aan pantsex-wagens bij den
tegenstander in den loop der laatste opera
ties moeten buitengewooix gx-oot genoemd
worden. Terwijl Woensdag reeds werd ge
meld, dat het een eenheid luchtafweerge
schut ixx den loop der operaties tot dus-
vex-re was gelukt 200 vijandelijke pantser
wagens te vernietigen, constateert het le-
gerbericht van Donderdag, dat bovendien
alleen twee legex-cox-psen aan den Weste
lijken vleugel met deelneming van alle
wapensoorten van het leger veel meer dan
200 pantserstrijdwagens hebben vernield of
veroverd.
Dat zijn veirliezen aan zwaar oorlogstuig,
die in het geheel niet meer vervangen
kunnen worden door de voorhanden en tot
werken in staat zijnde productiemogelijk
heden van Frankrijk. Daarbij moet er de
nadruk op worden gelegd, dat de succes
volle strijd tegen de Fransche pantserfox--
maties geenszins alleen met artilleristische
middelen is uitgevochten, maar dat ook de
infanterie en de pioniers met hun wapens
groote successen hadden te boeken.
Lindbergh over den
Europeeschen oorlog.
DE VER. STATEN KUNNEN NIET MET
SUCCES WORDEN AANGEVALLEN.
Op een persconferentie, waaraan vooral
werd deelgenomen door isolationistische
leden van het Amerikaansche Congres,
heeft kolonel Lindbergh als luchtvaartdes-
kundige gespx-oken over de beteekexxis van
den Europeeschen oorlog voor de Vereenig-
de Staten. Gedurende onze generatie, al
dus verklaarde hij volgens Associated
Press, kunnen de Vereenigde Staten niet
met succes worden aangevallen.
Liixdbex-gh, die indertijd op Groenland
naar geschikte landingsterreinen voor een
verkeersluchtdienst op Europa heeft ge
zocht, zei, dat de omstandigheden voor de
luchtvaart daar zóó ongunstig zijn, dat
het onnoozel is te verwachten, dat een
land, hetwelk een inval ixx de Vereenigde
Staten zou vullen doen, op Groenland bases
zou kunnen inrichten. Wat een inval in Z.-
Amerika betreft, een eventueele vijand zou
daar niet alleen luchtbases, maar ook
werkplaatsen en fabrieken noodig hebben.
Zaterdag zal Lindbergh opxxieuw een
radio-rede over „Onze weg tegen den
oorlog" houden.
Door
CECIL FREEMAN CREGG.
15)
Eexx allesbehalve aangename gedachte!
Mogelijk waren zij beiden gewapend. Dat
zou leelyk z\jn erg leeljjk. Want inspec
teur Higgins droeg zelden vuurwapenen
en zeker niet toen hij Scotland Yard ver
liet om een ritje te maken met de laatste
bus.
Geen geluid weerklonk. Toen viel den
inspecteur een nieuwe onaangename ge
dachte in. Veronderstel .eens, dat het
tweetal zijn krachten had vereenigd en
instede van hem aan te vallen druk bgzig
was, met te probeeren oxxgemexkt te ver
dwijnen? Het zoix een pracht situatie zijn,
indien hij hier achter' die gesloten deur
bleef staan, terwijl de twee kerels kalm
het huis verlieten.
Verdraaid Als hij maar wist, wat ze
van plan waren! Als een van hen maar
een geluid wilde maken! Als die tweede
indringer, die al of niet onderaan de
tweede trap kon staan, maar eens een
teelten van leven wilde geven!
„Te veel „als" naar mijn zin ik zal
me maar eens gaan overtuigen" bedacht
Higgins.
Andermaal greep hij den deurknop,
welke hij zachtjes begon om te draaien.
Zoodra het slot vrij was, trok hij de deur
een paar centimeter naar zich toe, waar
na hy den knop losliet. Met de grootste
omzichtigheid hopende dat de deur ge-
ruischloos zou draaien, begon hij deze
daaxTia naar zich toe te trekken. Eindelijk
was de opening wijd genoeg voor hem om
erdoorheen te glippen, wanneer hij dat
mocht wensclxen, en toen wachtte hij een
paar minuten, half en half een aanval van
de tx-ap af naar beneden verwachtend. Er
gebeurde echter niets!
Langzaam en geleidelijk boog hij rich
voorover, zijxx hoofd in de x-ichting van
de trap gekeerd, toen hij eindelijk de gang
kon overzien. Het was echter te donker
om ook maar iets waar te nemen. Hij
leunde nog verder voorover, strak in de
duistexnis tux-end.
Iets hards en zwaars raakte met een
slag zijn schedel.
Na een korte bewusteloosheid kwam in
specteur Higgins weer bij, doordat het
schexpe licht van een zaklantaarn hem
midden in het gelaat scheen. Zij hoofd
klopte vreeselyk en hij voelde zich ziek
en ellendig, maar toch besloot hij zich
nog enkele oogenblikken kwasi bewuste
loos te houden, tot dat gehamer in zijn
hoofd wat zou verminderen, om dan te
probeeren met zijn aanvallers af te
rekenen.
„Ver...draaid!" Deze uitx-oep wex-d ge
uit op een toon vol schrik en teleux-stel-
ling.
„Wat is er aan de hand, maat?"
(Ze wax-en met hun- tweeën! Zij werkten
nu du.° samen. Voor het oogenblik vexnvierp
Higgins zijn plan om tot den aanval over
te gaan.)
„Allemachtig, hoe kon ik voor den hier
en gunter weten, dat hij hier tusschen
zat?"
„Waar heb je het over, man?"
„Het is de ouwe het is Higgins!" De
woorden kwamen er stootend uit en de
inspecteur, zijn naam hoorend, concen
treerde zijn verwarde brein op de stem
en herkende die weldra. Hij ging over
eind zitten, tegen het scherpe licht knip
perend.
„Bent eh bent u weer in orde, in
specteur?"
„Jij stomme ezel!" Hoewel er een
wereld van misprijzen in die woorden
klonk, kostte het uiten exvan de grootste
moeite en pijn. Met een vermoeid gebaar
streek de inspecteur met rijn hand door
zjjn haar en ontdekte op den achterkant
van zijn hoofd een buil van respectabele
afmetingen.
,;Wie heb je bij je, Goldfinch?"
„Agent Smart mijnheer."
Een korte pauze volgde, gedurende welke
Higgins heldhaftige pogingen deed om rijn
gedachten te verzamelen.
„Heb je de anderen tc pakken?"
„Er was er maar één, mijnheer. H\j ont
snapte langs de afvoerpijp aan den ach
terkant. Wij maakten ons er niet erg druk
om. Ziet u, wjj eh wjj dachten dat
eh wij meenden dat waar wij er een
van hen dat wil zeggen, mijixheer
De man zweeg maar, heelemaal verward,
maar inspecteur Higgins begreep volkomen
wat hij probeerde te zeggen. Zich niet be
wust van Higgins' identiteit, hadden zy
aangenomen dat hij één van de twee
boosdoenex-s was en als zoodanig konden
rij via hem den ander, die ontsnapt was,
wel te pairken krijgen. Een redelijke ver-
klaring, maar de buil op zijn hoofd werd
er niet kleiner door!
„Vertel me er alles van."
„Zeker, mijnheermaar het spijt
me vreeselijk, dat er...,»."
„Ja, dat is goed."
„Nu, mijnheer, hoofdinspecteur Dryan
zond ons."
„Waar was dat goed voor?"
„Ziet u, mijnheer, de inspecteur van het
bureau Horton vroeg assistentie voor het
doorzoeken van een aantal huizen tus
schen de halte Fox and Hounds en de bus
garage. Wij waren ondenveg naar het
bureau om onze instructies te gaan halen,
toen wij hier een kerel zagen bixmenslui-
pen. Hij gedroeg zich op een verdachte
manier keek eex-st voorzichtig'de straat af
en schoot dan naar binnen. Hij moet ons
gezien hebben, maar wij waren nog een
flink eind hier vandaan. Toen wij zagen,
dat het een leeg huis was, besloten wjj het
eens te gaan onderzoeken, mijnheer."
„Juist. Ga verder."
„Wij gingen dé keldertrapjes af en gin
gen daar door dezelfde deux', waardoor die
kerel verdwenen was, naar binnen."
„Was die deur dicht?"
„Ja zeker, mrjnheex-."
„Zoo, ga verder."
„Er was geen spoor meer van hem te
bekennen. Eerst gingen wjj de eex-ste trap
op, naar de voordeur. Toen naar de eer
ste verdieping. Ik raapte een stuk hout
op, dat ik in den keldex- zag, voor het ge
val dit te pas kon konxen, mijixheer."
„O, juist", ondex-brak de inspecteur met
eenig sarcasme in zijn stem.
„En wij kwamen op de volgende ver
dieping, zonder onzen xxxan gezien te heb
ben. Wij sloopen
„Op handen en voeten?"
„Neen, mijnheer. Ik bedoelde, dat wij
heel voox-richtig op onze teenen liepen."
„Juist"
„Wjj slopen heel voorzichtig over de
gang, toen wij bemerkten, dat een deel
van do gang niet zoo pikdonker was als
de rest Wij zagen toen, dat er een deur
op - x ging. Het moet het flauwe licht, dat
hier door het raam naar binnen valt,
geweest zijn, mijnheer, dat ons de deur
deed ontdekken. Toen zag ik, hoe iemand
heel voorzichtig zijn hoofd naar buiten
stak, mijixheer
„En toen kwam het stuit hout heel goed
van pas, hè?"
„Nu, mijnheer", zei de ander veront
schuldigend, „ik dacht dat u de kerel was,
dien wij hier naar binnen zagen gaan,
en toen uw hoofd buiten do deur stak,
schrokken wij ons een on eluk. Ik sloeg,
zonder er by na te denken, mijnheer. Ik
...het spijt me vreeselijk, mijnheel-. Ut
Inspecteur' Higgins maakte een onge
duldig gebaai-. „Ga verder. Wat gebeulde
er toen?"
„U gaf een luiden gil, toen u neerviel,
mijnheel-, en een kerel, die zich een eindje
verder op de gang verborgen had gehou
den, rende weg. Wij volgden hem zoo snel
mogelijk in de duistei-nis en waren juist op
tijd om te zien, hoe hij over een muur
klom van een naastgelegen huis. Wij lie
ten hem gaan en Jtwamen naar u texnxg.
Dat is alles, mijnheer."
Eenige oogenblikken heerschte er stilte.
Het verhaal van agent Goldfinch was op
zo'o'n tragischen toon voorgedragen, dat
inspecteur Higgins, ondanks de onaangena
me rol van „lijdend voorwerp", welke hij
daarin gespeeld had, zijns ondanks de hu-
moi-istische zijde ervan inzag.
„En wat nu?" vroeg hij. „Je hebt een
waarschijnlijk heel gevaarlijken misdadi
ger door je vingers laten glippen, je hebt
een inspecteur van Scotland Yard gewond
en buiten gevecht gesteld misschien wel
voor eenige weken lang. Wat is de volgen
de heldendaad op je programma
De ander deed geen poging, te antwoor
den, maar inspecteur Higgins verwachtte
dat ook niet. Zijn hersenen werkten koorts
achtig en meer en meer kwam hij ertoe, de
zaak philosopliisch te bekijken.
„Je zegt, dat er maar één man ontsnap
te. Maar hoe zit het dan met den anderen
kerel, die boven was?
„Boven, mijnheer?"
„Andere kex-el, mijnheer?"
Zoowel agent Goldfinch als agent Smart
schenen geheel verrast door deze vraag.
Met een zucht kwam inspecteur Higgins
overeind.
„Ik hoop maar voor jullie, dat hij niet
ontsnapt is, terwijl ik jullie- zit te onder
vragen. Vooruit nu, Een van jullie blijft het
raam bewaken, waardoor de andere kerel
verdween. De ander ik denk, dat jij dat
het beste kunt doen, Goldfinch blijft be
neden, om te voox-komen dat er iemand
daarlangs vandoor gaat." Hij richtte zich
wat rechter op. „Ik ga naar boven, om te
zien of de kerel daar nog is."
(Wordt vervolgd.)]