KRONIEK VAN DEN DAG. Duitschland zal den oorlog blijven voeren. De laatste bus Tweede Blad PROVINCIALE ZEEUWSCHE COURANT Dinsdag 4 Juni 1940 Totdat Frankrijk en Engeland op de knieën zijn gebracht. De .Lange Jan de bekende toren te Middelburg, gehavend door den brand, welke de Fransche troepen tijdens het bombardement in de Zeeuwsche hoofdstad stichtten ter dekking van hun aftocht Waarop de Ftanschen en Engelschen niet getekend hadden. Steeds weer verwondert men zich in het buitenland over het merkwaardige feit, dat het Fransche gebied tusschen de Somme, de Fransche Kanaalkust en het huidige groote strijdtooneel in Noord- i Frankrijk in zóó korten tijd zóó hecht in Duitsche handen is geraakt, dat het niet mogelijk bleek er zelfs de Duitsche voor hoedes uit te verdrijven. In het algemeen trouwens is men, ook en vooral in het kamp der tegenstanders, verbaasd over de snelheid, waarmede niet slechts de gemotori seerde eenheden, maar heele legercorpsen zich verplaatsen. Hierbij worden in het bijzonder aan de verbindingslijnen eischen gesteld, welke bijna fantastisch schijnen. Aanvankelijk had men aan Fransche en Engelsche zijde zijn hoop gevestigd op het in gebreke blijven van de verzorgingsdien sten, vooral naarmate de Duitsche voor hoedes zich verder naar voren verplaatsten. Thans dwingen de feiten tot de erkenning, dat men ook dit onderdeel van de Duitsche militaire organisatie heeft onderschat. Het zou trouwens toch ook wel eenigszins vreemd zijn geweest, wanneer men dit be langrijke detail, dat in vele gevallen een hoofdzaak kan blijken; zou hebben ver geten- of verwaarloosd bij de opleiding en inzetting van een weermacht, wier eer ste eigenschap een groote beweeglijkheid en snelheid blijkt te zijn. In een der Duitsche bladen troffen wij een kleine uiteenzetting aan, welke al thans ten deele het raadsel van de ver zorging tjjdens een razend-snellen op- marsch onthult, een aangelegenheid, welke in bijzondere mate de militaire deskundi gen interesseert. Uit die_ uiteenzetting blijkt, dat bij den aanvang van den op- marsch al gezorgd is vooi" volle zes dagen uitrusting en mondvoorraad. Elke soldaat heeft een dagportie bij zich, een tweede hangt aan de paarden, die by het troe- pendeel behooren, een derde bevindt zich op de veldkeukens, die daarenboven nog voldoende voor een dag in bewerking heb ben, terwijl voorts nog de verbindings voertuigen en andere wagens en zelfs de gevechtswagens elk een portie voor een dag met zich mee voeren. Hierdoor is dus de verzorging voor on geveer een week al gedekt. Achter de op rukkende troepen volgen echter onmiddel lijk de colonnes van den tros, welke de gunstigste en kortste wegen kunnen kie zen. De verbindingslijnen met de vooruitge schoven troepen worden onderhouden door heen en weer rijdende motorvrachtwagens. Waar dat mogelijk is worden ook zoo spoedig mogelijk spoorwegverbindingen ingelegd. De voortdurende opvoer van le vensmiddelen en munitie, vooral ook van motorbrandstof, geschiedt echter hoofd zakelijk door motorkracht en waar zwa re lastwagens op bepaalde oogenblikken dat niet snel genoeg kunnen doen, wor den speciale voertuigen ingezet. De aangevoerde goederen van den „Nachschub" worden tot aan het centrale punt van elke divisie opgevoerd, waarna de verdeeling over den troep systematisch verder geschiedt. Waar een divisie rond 20,000 man telt, kan men zich voorstellen, welke hoeveelheden voortdurend naar vo ren moeten worden gebracht, vooral ook wanneer men in aanmerking neemt, dat niet alleen de menschen, hun wapens en hun wagens, maar ook de paarden moeten worden verzorgu. Wat de menschen be treft, deze krijgen eiken dag versch vleesch, groenten, meelkost, sigaretten en en chocolade, aangevuld met melk, eieren of andere producten, welke in den streek, waar zij vertoeven, kunnen worden aange kocht. Voor de verzorging van de divisie met behulp van de opgevoerde levensmidde len, motorbrandstof en dergelijke, is op zichzelf uiteraard alweer een belangrijk contingent manschappen noodig. Dit be draagt op elke divisie nief minder dan rond 1700 man, waaronder steeds een vast percentage geschoolde krachten voor her stel- en onderhoudswerkzaamheden aan Door CECIL FREEMAN CREGG. 6) Uit den inhoud van 't schrijven valt af te leiden, dat de doode van plan was zich het leven te benemen en de politie waar- schuwt niet met een onbeschermd licht de kamer te betreden. Ik zal maar zwij gen over zijn onbehoorlijke opmerking overhetontmoeten van ambtenaren der politie inhet hier namaals „Zelfmoord tengevolge van gekrenkte geestesvermogens." Aldus eindigde Summers eerste zaak. HOOFDSTUK IV. Waarin inspecteur Higgins een paar vragen stelt. Inspecteur Higgins lag achterover in zijn stoel, zijn rechterenkel rustte op zijn linkerknie, zijn duimen staken in de arms gaten van zijn vest terwijl zijn vingers een voortdurende roffel op zijn borst sloegen. Hij zoog diepzinnig aan zijn pijp en staarde naar het plafond, wachtend tot de ander geëindigd zou hebben. Toen zei hij: „Dank je Summers. Helder en duidelijk, 't Was dus zelfmoord en geen loos alarm. Lever je geschreven rapport in bij ser geant Mercier." Hij knikte den ander toe, die terstond verdween. Daarop greep de inspecteur naar jas en hoed. Hij vond dat het voor dien dag welletjes was! Het was een koude Novemberdag, maar ondanks dit en ondanks het feit, dat hij meer dan vijf mijl van de Yard verwijderd woonde, besloot hij naar huis te loopen. in antwoord op de angstige vraag, door de Engelsche pers gesteld, wat Duitsch land thans zal ondernemen, wordt in een bericht, door het D.N.B. van deskundige militaire zijde ontvangen, vastgesteld, dat Duitschland den door Engeland en Frank rijk ontketenden oorlog zal voeren tot Frankrijk en Engeland op de knieën zijn gebracht. Het is verbazingwekkend aldus luidt het bericht verder, hoe de vijandelijke propaganda zich er het hoofd over breekt, of het moreel van de Duitsche troepen voor een voortzetting van de aanvallen nog sterk genoeg is en of het tot dusver ge voerde offensief niet te veel van het Duit sche materiaal heeft gevorderd, zoodat men een nieuwe onderneming niét zou aan durven. Achter al deze woorden' schemert de zorg door, dat binnenkort nieuwe mach tige Duitsche slagen den geallieerden staan te wachten. Wanneer het Duitsche legerbericht van Maandag als uitslag van de voorloopige telling der in gevangen schap geraakte Engelschen en Franschen het getal 330.000 meldt, dan is dat reeds een indrukwekkend resultaat. Men moet zich daarbij herinneren, dat de slag van Tannenberg in Augustus 1914 met 93.000 en de slag aan de Weichsel, in September 1939, met 170.000 gevangenen eindigde, welke resultaten toenmaals als overweldi gend werden beschouwd. Hierbij mag ver der ook niet uit het oog worden verloren, dat als resultaat van het geheele tot dus ver gevoerde offensief in het Westen, ook nog de bij vroegere gevechten en door ca pitulatie in gevangenschap geraakte Ne- derlandsche en Belgische legers geteld VERSCHILLENDE VERBODEN IN ENGELAND. Een pas in Engeland uitgevaardigde ver ordening verbiedt het dragen van unifor men aan alle personen, die daartoe niet het officieele recht verkregen hebben. In de eerste maanden van den oorlog hebben talrijke organisaties en bonden der „civie le verdediging" in Engeland zich unifor men, aangemeten, ten einde als uniform drager verschillende voordeelen te ver werven. Een bijzonder streng verbod is volgens het D.N.B. verder uitgevaardigd tegen het gebruik van radio- en seintoestellen. Alle toestellen, die geschikt zijn voor het geven van seinen, moeten terstond ingeleverd worden. Verder heeft de regeering op nieuw de censuur op de pers aanzienlijk verscherpt en uitbreiding gegeven aan het recht tot inbeslagneming van den minister van Buitenlandsche Zaken. Drukwerken van iederen aard mogen nog slechts met een speciale vergunning van den minister van Binnenlandsche Zaken verschijnen. de motoren, aan uitrustingsstukken etc. etc. voorkomt. Op deze wijze vormt elke divisie als het ware een onafhankelijk, afgerond geheel, dat onmiddellijk achter zich alweer de organisatie aantreft, waarop het wat zijn voorzieningen betreft, terugvalt. Doordat dit systeem ook in de praktijk bleek te kloppen, kon een groot aantal Duitsche divisies zich over vele honderden kilo meters met groote snelheid verplaatsen zonder dat er een hiaat in de voor ziening ontstond. En zoo kwam het blikbaar ook, dat na de groote doorbraak langs Maas en Sambre binnen enkele da gen de streek boven de Somme en langs de Kanaalkust door een sterk Duitsch leger werd bezet in plaats van door enkele gemotoriseerde eenheden, zooals men te Parijs en Londen had gedacht. De door dit verkeerd inzicht in den werkelijken toe stand vermoedelijk ontstane vertraging in de tegenmaatregelen moet dan mede als oorzaak gezien worden voor den onder gang van het geallieerde leger in Artois en Vlaanderen. Hij was een. ahtleet en wandelen was tegenwoordig zijn eenige beweging. Het was acht uur voor hij thuis was, en negen voor hij opstond van tafel, na het uit gebreide diner, door zjjn hospita bereid, alle eer te hebben aangedaan. Daarna zonk hij behaaglijk in zijn luien stoel voor den haard, een stevige whisky-soda bij de hanu, en sloeg de eerste bladzijde van de laatste detective-roman op. Hij las dit genre boeken niet om hun paedagogische waarde want geen enkele romanschrijver kon hem zijn vak leeren; noch las hij ze vreemd genoeg voor zijn amusement, hoewel sommige van die fictieve detectives hem vaak deden glimlachen om hun stompheid of hun onfeilbaarheid. Hij las dit soort lectuur louter en alleen omdat het hem interesseerde zonder dat h$j zich behoefde in te spannen en tegenstrijdig genoeg omdat het hem wat geestelijke training verschafte door te probeeren zelf den misdadiger of de op ossing van het drama te vinden. Hij was altijd gelukkig met zijn diagnose, maar hij volgde een vast systeem! Niet dat hij eerst de laatste bladzijde las alvorens aan het boek te be ginnen. O neen! Hij koos eenvoudig de meest onwaarschijnlijke figuur, die liefst een onloochenbaar alibi had en op het moment van de misdaad mijlen ver van het tooneel van het drama verwijderd was. Indien hij aldus den misdadiger niet ont dekt had, voor hij halverwege in het boek gevorderd was, begon hij het te waardee- ren. Maar de romanschrijver moest „fair play" leveren. Geen achterhouden van een belangrijke aanwijzing tot de laatste pa gina. Menigmaal had Higgins om die reden een boek woest van zich af geslingerd. Het boek, dat hij nu las, was zeker boeiend! De bescheidenheid verbiedt ons den titel te noemen. Het was zóó span nend, dat inspecteur Higgins met een schok ontwaakte door de telefoonbei, die plotseling rinkelde. Zijn stijve ledematen uitstrekkend spoedde hij zich naar het moeten worden. Rond 400.000 Nederlan ders, fond" 500.000 Belgen en meer dan 300.000 Engelschen en. Franschen geven tezamen ongeveer een aantal van 1.200.000 gevangenen, na een strijd van slechts drie weken. Ook de verbeten worsteling om Duinkerken verandert niets aan het nu reeds vaststaande resultaat van de eerste phase van het groote Duitsche offensief in het Westen. De vijandelijke propaganda put zich' uit om moeilijkheden te ontdek ken, waarmede de Duitsche leiding zou hebben te kampen. Hiertoe behoort ook de steeds weer verbreide opvatting, dat moei lijkheden met de ravitailleering, tengevolge van het zeer snelle Duitsche oprukken, de verdere bewegingen van de Duitsche troe pen in het Westen zouden belemmeren. In dit verband moet wórden vastgesteld, dat aan de rayitailléering van de Duitsche troepen in het Westen niets heeft ontbro ken. Een zeer bijzonder probleem moest worden opgelost, wanneer gemotoriseerde afdeelingen ver voor het eigenlijke front opereeren, gelijk dat bij den Duitschen stoot naar Calais het geval was. Dan moe ten, de colonnes het. dagelijksch gebruik aan munitie, olie, benzine en levensmidde len dwars door het nog bezette vijandelijke land naar hun troep in het voorterrein brengen, terwijl zij na aflevering echter ook langs denzelfden weg naar hun uit gangspunt achter het front moeten terug- keeren. Dat eisch niet alleen zware dage- lijksche marschprestaties, maar ook voort durende paraatheid met de wapenen, om zich tegen verrassingen te dekken. De Fransche pers over den heldenmoed der geallieerde legers. Het D.N.B. meldt uit Parijs: In verband met den slag in Vlaanderen en de gevech ten bij Duinkerken hemelen de militaire medewerkers der Parijsche bladen „den heldenmoed der geallieerde legers" op. De „Jour" vraagt, wat men meer moet be wonderen, den moed der geallieerde marine of het offer der aan de vleugels strijdende Engelsche troepen. De „Oevre" beweert, dat a.lle deelnemers aan dezen verschrik- kelijken strijd vol vertrouwen in de over winning zijn teruggekeerd. Verschillende bladen spreken opnieuw van het zooge naamde vei-raad van den koning der Bel gen. De „Excelsior" verklaart, dat de hou ding van Leopold de- geallieerden tot een overhaasten terugtocht heeft gedwongen, teneinde aan een algeheele omsingeling te ontsnappen.. Verder houden de Parijsche bladen zich bezig met - de vermoedelijke houding van Italië, doch.de meeningen der bladen loopen hierover Zeer uiteen. INTREKKING MILITAIRE BEKEND MAKINGEN. De commandant 2 L. K. maakt beleend, dat de algemeene bekendmaking d.d. 8, 10 en 30 November 1939 en 12 Januari 1940 met ingang van 14 Mei 1940 zijn ingetrokken. Positie van de Engelsche voedsel voorziening de moeilijkste sinds het voorjaar 1917. De huidige positie der voedselvoorzie ning in Engeland is de moeilijkste, welke het beleefd heeft sinds het voorjaar van 1917, meldt de New York Times uit Lon den. Het blad wijst er verder op. dat de Britsche regeering strenge maatregelen neemt en vooral de landbouwproductie wil opvoeren. Doch naast de kwestie der prij zen zijn voor de regeering moeilijkheden ontstaan' door het feit, dat de landarbei ders naar de fabrieken getrokken zijn, waar z\j meer kunnen verdienen dan op het platteland. toestel! „Hallo, hallo! Ja, hier Higgins. O, bent u het chefJa, ja, begrepen. Ik ga er direct heen. Goeden avond, mijnheer." Met een zucht legde inspecteur Higgins den hoorn neer. Vannacht niet naar bed! Vijf minuten later trok hij de deur ach ter zich dicht, terwijl hij zjjn fiets aan de hand meevoerde. Het was weer echt pech voor hem, dat de kleine two-seater, welke hij juist gekocht had nu alweer in reparatie moest zijn, maar...... Het was een half uur na middernacht, toen hij aan de garage van de bus-maat schappij arriveerde, waar hij den portier een kaartje liet zien. „Inspecteur Higgins? Kom binnen, mijn heer. Daarginds in dien hoek." Die aanduiding was volkomen overbodig, want in dien hoek bevond zicli een kleine groep mannen meest bus-chauffeurs en conducteurs, terwijl de helm van een groo- ten politie-agent boven allen uitstak. Hig gins liep er vlug op af en by zijn nadering draaiden de mannen zich om. De politie man slaakte een zucht van verlichting, dankbaar dat de verantwoording van zijn schouders werd afgenomen. „Inspecteur Higgins? Dit is een afschu welijk geval, mijnheer!" De mannen gingen op zij om hem door te laten, maar achter hem werd de kring onmiddellijk weer gesloten. In liet mid den daarvan stond de agent en aan diens voeten lag iet lichaam van een man van flinlcen lichaamsbouw, doch sober gekleed. De man was van achteren door zijn nek geschoten en de kogel was door de keel naar buiten gekomen. Het was geen aan genaam gezicht en ondanks het feit, dat hij met den dood in allerlei vorm was ver trouwd geraakt, kon inspecteur Higgins een rilling van afschuw niet onderdrukken. „Vreeselijk gezicht, inspecteur." »Jg> dat is.het zeker. Dokter geweest?" „Ja, mijnheer en weer weggegaan." „Weggegaan?"- Wordt de wereldtentoonstelling te Rome uitgesteld Het Internationale Tentoonstellingsbu reau heeft, blijkens een officieel communi qué, de Italiaansche regeering officieus voorgesteld, de wereldtentoonstelling 1942 te Rome tot een nader vast te stellen datum uit te stellen, teneinde het den deelnemenden staten mogelijk te maken, tijdig en onder gelijke voorwaarden deel te nemen. De Italiaansche regeering heeft, naar in het communiqué verder wordt medege deeld, het Internationale Tentoonstellings bureau laten weten, dat zij het voorstel aanvaardt, onder voorwaarde, dat voor de wereldtentoonstelling te Rome geen soortgelijke tentoonstelling mag worden gehouden. Door het opschuiven van den datum der tentoonstelling, zoo wordt tenslotte ver klaard, zal geen wijziging komen in de voltooiing van de permanente tentoonstel lingsgebouwen, terwijl eveneens de werk zaamheden in verband met de organisatie der tentoonstelling, binnen het bereik dei- huidige mogelijkheden, zullen worden voort gezet. „Ja, inspect »ur. Werd bijna direct na zjjn komst hier weggeroepen voor een ernstig geval." „H'm. Ik zou denken dat dit hier ernstig genoeg was." „Dat dacht ik ook inspecteur, maar de dokter zei dat deze man hier dood was en de andere patiënt nog niet." Inspecteur Higgins dacht hier even over na en vroeg toen: „En wat zei hij De agent haalde een beduimeld notitie boekje te voorschijn. „Niet heel veel mijnh 'er", mompelde hij, vlug de blaadjes omslaand. „Dood, na tuurlijk, maarAh! daar is het. Ruggegraatstreng geraakt, dood onmid dellijk ingetreden. Ongeveer een uur dood en „Hoe laat onderzocht hg den man?" „Ongeveer d.ie kwartier geleden inspec teur." „Dan was deze met zijn hand naar het onbewegelijke lichaam aan zijn voe ten wijzend twee uur geleden nog in leven?" „Ehja, dat moet wel." „H'm, en wij verspillen hier onzen tijd. Waar heb je hem gevonden?" „Boven op een bus meneer!" „Boven op een wat?" „Een bus mijnheel-." „Bus, hè? Hij is dus vervoerd?" „Natuurlijk is hij dat." Het was een spontane opmerking van een der omstan ders. Met gefronste wenkbrauwen wendde inspecteur Higgins zich tot den spreker: „En wat bedoel je daar precies mee?" „Het is allemaal goed en wel voor jullie detectives om te zeggen, dat ze niet ver voerd mogen worden, maar we zijn toch menschen." „De man sprak moeilijk, weinig op zijn gemak, nu Higgins hem zoo scherp op nam maar toch vervolgde hij: „Natuur lijk is ie vervoerd. Wjj 'wisten niet, dat de arme kerel dood was en wij moesten De „Nelson" moet reeds op 11 Mei verloren zijn gegaan. Naar van Duitsche militaire zijde op desbetreffende vragen wordt verklaard, is het Engelsche slagschip „Nelson" reeds op 11 Mei verloren gegaan. REYNAUD HEEFT MILITAIRE BERAAD SLA GIN G GEHOUDEN. De Fransche minister-president Reynaud heeft gisteren in het ministerie van oorlog opnieuw een militaire beraadslaging ge houden, waaraan de plaatsvervangende ministêr-president, maarschalk Petain, ge neraal Weygand en admiraal Darlan heb ben deelgenomen. Hierna ontving Reynaud den Britsehen ambassadeur te Parijs. DOODELIJK ONGEVAL TENGEVOLGE VAN DE DUISTERNIS. Gisternacht is de 64-jarige caféhouder A. H. van der Zijden, wonende op het Hud- sonplein te Rotterdam, tengevolge van de duisternis van de trap gevallen. De man kwam zeer ongelukkig erecht en was reeds overleden, toen de lauisgenooten het ongeluk ontdekten. Het stoffelijk overschot is door den G.G.D. naar het ziekenhuis Bergweg over gebracht. „Juist." Persoonlijk vond Higgins de zoo goed mogelijk voor hem zorgen." redeneering van den man volkomen logisch maar zoo gewend was hij aan den regel bij de Yard om nooit een lijk aan te raken in de ioop mogelijke sporen te bewaren dat zijn officieele ziel ge schokt was. „En de bus?" Hij wendde zich opnieuw tot den agent. „Die daar, mijnheer." Higgins bekeek het aangeduide voertuig aandachtig. Het was een ouderwetsche dubbeldekker, en, in tegenstelling met de meeste bussen van de maatschappij, van boven open. Het nieüwe type was over dekt, en had zes wielen met ballonban den. Deze had vier wielen met massieve banden. „Kom mee, agent, ik wil eerst de bus van boven eens zien. Wijs mij waar hij lag!" Deze laatste opmerking was echter vol komen overbodig, want er behoefde niet aan getwijfeld te worden, waar de onge lukkige eenmaal boven op de bus gezeten had: immers een van de zitplaatsen was geheel bedekt met bloed. Het was de achterste zitplaats aan den linkerkant. Met een diepzinnigen frons op zijn gelaat stond Higgins de situatie op te nemen, waarna hij zich tot' den agent' wendde: „Zat hij heelemaal achteraan, agent?" Deze knikte bevestigend. „En hij werd van achteren geraakt in zjjn nek", merkte Higgins veelbeteeke- nena op. De beteekenis van deze opmerking begon tot het langzamer werkend brein van den '.gent door te dringen. (Wordt vervolgd.)]

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 5