Gasfabrieken aan boordkunnen uitkomst geven. Autorijden zonder benzine Aan den ombouw van particuliere auto's voor het gebruik van gas, zijn echter veel complicaties verbonden. Het vraagstuk der benzine-bezuiniging is voor de meeste eigen rijders onder de automobilisten dezer dagen bij lange na niet zoo acuut als het wel eens geweest is: er is voor hen geen benzine om zuinig mede te zijn. De auto staat min of meer verzorgd voor een periode van langdurige non-activiteit in de garage en de fiets of de trein vervangt den nutteloozen benzine verbruiker voorloopig op alleszins bevre digende manier. Toch zullen velen zich af- gevx-aagd hebben of er niet nog een leans was den motor, hoe dan ook zijn aandrij vende taak weer te laten vervullen, zoo dat men de blokken onder de lxulpelooze hangende wielen weg kan nemen om „op eigen kracht" als vanouds de autostrada's te gaan opzoeken. Inderdaad bestaat die kans, immers niet alleen in het laboratorium maar ook in de harde praktijk van den weg hebben ersatze voor de kostbare benzine met suc ces als brandstof voor auto-motoren ge diend, en vooral in de autarkisch georiën teerde landen heeft men het vraagstuk der toepassing van andere brandstoffen tot een in vele opzichten bevredigende oplossing gebracht. De mogelijkheden van lichtgas-gebruik. Deze oplossing is uiteraard ook voor den privé-automobilist thans van belang en in vele gevallen (theoretisch) doenlijk gewor den, doch degeen, die zich voorstelt dat hfl inplaats van benzine bijvoorbeeld water met nog iets" in zijn tank giet, ,de choke uit kan trekken en na een trap op den starter met een ouderwetschen spurt kan wegtrekken komt voox-alsnog bedi-ogen uit. Vooral voor den steeds .toch betrekkelijk kleinen privéauto is het aantal complica ties, welke zich bij ombouwpogingen zullen .voordoen, groot. Lichtgas-gebruik. Als vervangingsmiddelen komen in aan merking alle gassen, die, al dan niet nog extra met een zuurstof (buitenlucht) dosis versterkt, door den vonk der ontsteking in den cylinder tot ontbranding, tot het ver richten van arbeid kunnen komen. In de eerste plaats is dit natuurlijk lichtgas, dat door elke motor wordt „geslikt" en dus weinig modificaties aan de motor-opstel ling en inrichting vraagt. Helaas zal echter lichtgas b\j, een eventueele door kolenge- brek veroorzaakte schaarschte wel niet voor de „jory-riders" onder de automobilis ten beschikbaar worden gesteld, om welke reden ook het gebruik van eeninrichting om uit kolen (anthraciet) gas te bereiden in de auto zelf ook slec.its uitstel van exe cutie zal blijken. Het lichtgas, dat in het buitenland in derdaad wel met succes voor dc voortbe weging van benzine-auto's-van-huis-uit wordt gebruikt heeft echter bovendien het bezwaar dat het noodzakelijk is er een ko lossaal volume van mede te voeren, indien men per auto meer wil doen dan eens .buurten". Aan dit bezwaar is nog tege moet gekomen door het gas sterk gecom primeerd in flesschen voor het gebruik to leveren, doch dit heeft weer het bezwaar dat men in zijn auto met eenige behoor lijke volumineuze, hoogst explosieve en uiteraard zeer zware gas-cylinders op pad gaat, die lang niet hun gewicht (laat staan hun prijs!) in benzine waard zijn, Voor autobussen en vrachtauto's, welke altijd nog wel '„ergens" een plaatsje óver hebben, geldt dit -ruimte- en gewichtbe- zwaar natuurlijk in aanmerkelijk mindere mate en bij een doeltreffende organisatie van gas laadstations langs de Hollandsche wegen zou er wellicht indien de situatie der gasvoorzjening althans ongewijzigd bleef iets te bereiken zijn. Maar... wie zal het betalen? Houtgas-generator. Hoopvoller is het aspect dat op het eer ste gezicht de mogelijkheid van het zelf meevoeren van een gasfabriek in den auto biedt. Men is, indien men tenminste niet anthraciet kiest, in staat een „populaire", alom verkrijgbare substantie (hout bij voorbeeld). voor zijn -benoodigde gashoe- veelheid te gebruiken en kan op gezette tijden, wanneer de gasfabriek wat achterop .raakt, bijvullen. De actieradius en dus de bewegingsvrijheid met een dergelijke in richting is derhalve aanmerkelijk, zooal niet onbeperkt grooter, dan bij lichtgas- gebruik. Doch hier komen bij verwezenlij king in de praktijk de complicaties eerst recht in horden opdoemen. Niet alleen geldt het groote bezwaar van de relatief noodzakelijkenvijs aanzienlijke ruimte die de generator in of op de auto in beslag zal nemen, doch tevens het bezwaar dat de motor het door den, generator geprodu ceerde gas niet zonder meer verteren kan, terwijl tenslotte de gasfabriek aanmerke lijk meer zorg en kennis eischt, dan de he- dendaagsche benzine-carburator, waarvan men eigenlijk alleen iets merkt indien er een defect optreedt. Complicaties. In korte trekken is de werking van een (hout)gas-genei'ator als volgt. In de spe ciale ,in de auto aangebrachte oven, wordt, boven een rooster, hout, waartoe men de „onmogelijkste stukjes afval kan gebrui ken, gestapeld, en door in brand steken en daarna afsluiten van de lucht tot een „droge" vlamlooze geleidelijke verbranding gebracht. Het bij dit proces vrijkomende gas wordt al dan niet in voveeniging met de buitenlucht door der. motor aangezogen en komt daar tot ontploffing. Helaas zjjn op den weg van het hout naar de motor- cylinders de moeilijkheden legio. Om te be gingen is het gas, indien zonder meer aan den zuigenden motor toegevoegd, zelfs al kiest men Nschoon" hout volkomen ia staat om binnen enkele kilometers het motor-interieur zoodanig te vervuilen, dat de automobilist toch weer wegens totale „stand still" staking zijn toevlucht tot den trein zou moeten nemen. Een eerste eisch is dus dat het gas een zeker reinigings proces ondergaat, waartoe het intensief wordt gefiltreerd. Ten tweede is het uit den generator komende gas in een dermate verhitten toestand dat het uiteindelijk ter ontploffing in den cylinder belandende kwantum door zijn gering soortelijk gewicht een allerbedroevendst rendement zou geven. Zoo moet het gas na de fil treering een koéier passeeren, waarna het dan gezuiverd en gekoeld voor den arbeid vrij komt. Door de onvermijdelijke vertra ging die het gas in de buizen van koeler en poriën van het filter ondervindt is ech ter de stroomsnelheid en dus de snelheid waarmede de gas-generator aan de „vraag" van den consumeerenden motor kan .voldoen stei'lc gereduceerd, zoodat „eventjes" een soort, door den toch al niet bijster florissanten motor aan te drijven, ventilator moet worden ingeschakeld, om door krachtig zuigen of persen den gang erin te houden. Nog enkele andere moei lijkheden doen zich voor, terwijl tenslotte de prestaties van den omgebouwden wa gen, zoowel door het dank zij de extra- installatie sterk toegenomen eigen ge wicht. als door het gebrek aan „brilliance" van den kunstmatig gevoeden motor, zacht gezegd, niet mee zullen vallen, om van de „astronomische" bedragen der ombouw- rekeningen maar te zwijgen! Laat ons echter tegenover de opgesom de nadeden stellen dat het inderdaad toch mogelijk en economisch volkomen verant woord is gebleken motoren op houtgas te laten loopen. In Japan, in Italië en in Duitschland is de houtgas-autobus, en de houtgas-vrachtauto een gewone verschij ning, ook op „zware" wegen en het valt niet tegen te spx-eken dat bij een benzine- literpx'ijs van ongeveer een kwartje de kosten ad eenige centen voor tientallen kilometers houtgas-toerisme een sterk ar gument voor het gebruik van generatoren vonnen. Evenwel is vooralsnog de particuliere auto, bescheiden van formaat en draagver mogen, niet geschikt voor het doelmatige, cn bovenal ook voor den gemiddelden rij der, niet-knutselaar, zonder meer doenlijke gebruik vai een nieuwen brandstof' voor den ouden motor. Dat op het gebied van de ontwikkeling van'den generator inmiddels, bij laixge na niet het laatste woord is gesproken staat wel vaster wordt van vele zijden aan de oplossing der problemen gewerkt en nood maakt vindingrijk Gevangen Nederlandsche soldaten moeten worden vrijgelaten. Verordening van den Führer. Aan een voor den Opperbevelhebber van de Duitsche troepen in Nederland bestemde verordening vaii den Führer wordt het volgende ontleend: Het Duitsche aanbod. Nederland in be scherming te nemen tegen het bewezen voornemen der Westelijke mogendheden, •Nederland tot opmarschbasis tegen liet Roergebied te maken, is bij de ITederland- sche regeering in verband met haar ge heime verstandhouding met de Westelijke mogendheden op een welbewuste weige ring gestuit. Zij leverde .daarmede volk en land over aan de verschrikking van een oorlog, bracht echter zichzelf buitens lands in veiligheid. De Duitsche weer macht heeft in den hierdoor noodzakelijk geworden strijd met het Nederlandsche leger al 'het mogelijke gedaan om de bevol king en het land te sparen. Dit standpunt van Duitsche zijde kwam in hooge mate tegemoet aan de houding zoowel van den Nederlandschen militair alsook van de Nederlandsche burgerbevolking. Het was in overeenstemming .met den cultureelen en moreelen stand van het met het Duitsche stamverwante Nederlandsche volk. De verantwoordelijke enkelingen, die Duit sche valschermjagers in gevangenissen geworpen, als misdadigers behandeld en daarop aan de Engelschen uitgeleverd hebben, zullen ter verantwoording worden geroepen. De Nedei'landsche Soldaat heeft echter overal met open vizier en eerlijk gestre- d n en onze gewonden en gevangenen dienovereenkomstig goed behandeld. Dc burgerbevolking heeft niet aan den strijd deelgenomen en zich tegenover onze ge wonden evexieens naar de wetten der menschelijkheid gedragen. Ik heb der halve ook voor Nederland besloten, toe stemming tot vrijlating der gevangen Ne derlandsche soldaten te verleenen. Portugal niet bedreigd. In een naar het schijnt geïnspireerd arti kel stelt de Diario de Noticias vast, dat Portugal noch direct, noch indirect bedreigd wordt. Aan het einde van de negende oor logsmaand, zoo schrijft het blad, is Portu gal bijna het eenige land in Europa, dat noch in oorlogseconomie, noch in oorlogs politiek leeft. De betrekkingen tusschen Portugal en Spanje zijn van een voortdu rend toenemende hartelijkheid. De doorreis van sir Samual Hoare door Lissabon heeft het bewijs geleverd, dat de plichten van Portugal als bondgenoot van Engeland liet voorwerp van wederzijdsch begrip zijn. Met Frankrijk is Portugal verbonden door oude banden van cultureele en rassenverwant- schap. Met Duitschland handhaaft Portugal de bestaande betrekkingen. Te Rome ont moet het land Latijnsche en Middellandsche sympathieën. De Duitschers in Nederlandsch-Indië. Ze worden onbehoorlijk benandeid. Het is helaas, tot ons doorgedrongen dat de behandeling van de, in Nederlandsch- -Indië gemterneex'de.. Duitschex-s heel wat te wenschen overlaat. Men zal zich herxnneren, dat deze Duit sche onderdanen aanvankelijk op het ei land Onrust, in de baai van .Batavia, waren geïnterneerd. Niemand die dit eiland kent zal dit een ideaal oord vinden voor het onderbrengen van personen, die niets mis deden en wien niets ten laste kan worden gelegd. Het eiland Onrust was reeds vroe ger de plaats waar personen werden „op geborgen", doch dan betrof het lieden wier verwijdering uit de samenleving om be paalde redenen (en redenen van weinig- onschuldigen aard)dringend gewenscht was. Het feit dus dat Onrust den Duitschers als verblijfplaats werd aangewezen kan reeds als weinig tactisch worden be schouwd. Destyds heeft het Ministerie van Kolo niën telegrafisch aangedrongen op een be hoorlijke behandeling der Duitsche geïn terneerden. Wij vernemen thans, dat zij van het eiland zijn weggevoerd, docli dat de be handeling nog in vele opzichten te kort schieten en niet gelijk is aan die, welke hun Nederlandsche lorgenooten in Duitsch land is te beurt gevallen. Hierover gaan weliswaar fantastische verhalen, doch thans is vastgesteld, dat de behandeling van Nederlandsche geïnterneerden in Duitschland tijdens den oorlogsdagen niets te wenschen overliet. Zoo waren de Ne derlandsche journalisten te Berlijn in die dagen zeer comfortabel in het luxe-hotel „Kaiserhof" gehuisvest. Er kan dan ook niet genoeg op worden aangedrongen, dat men in Nederlandsch- Indië en eventueel in West-Indië alles in het werk stelt om Duitsche geïnterneerden op redelijke en passende wijze te behan delen, naar de hygiënische wetten welke het tropisch klimaat stelt. Het is niet meer dan een daad van fatsoen. Het bovenstaande zou voldoende zijn, in dien men deze teere', kwestie alleen be schouwde van Nederiandsch standpunt. Doch wij willen hieraan nog enkele woor den toevoegen, gericht van een Indischen gézichtshoek uit. Eerlijk gezegd, begrijpen wij het niet dat men in Indië niet met wat meer res pect en met wat beter begrip den Duit schers tegemoet treedt en men, indien in- terneering vereischt is, hun een tijdelijke levenswijze laat volgen, waarop zij, krach tens ongeschreven wetten recht hebben. Wij bedoelen: onderbrenging in een ge zond berg-oord, in een behoorlijke behui zing met redelyk-goedè-voorziening. Wij schreven hierboven dat de Duitschers „krachtens ongeschreven wetten recht hebben". Dit vereischt een nadere ver klaring. jj Wij zouden willen vragen: Is men in Indië vergeten hoe de Duitschers steeds ijverig arbeidde, tusschen de Nederlanders en op gelijken voet met hen? Is men ver geten, dat de Duitschers steeds dc eer ste vreemdeling was, die onze taal sprak en goed sprak? Is men vergeten hoe de Duitsche maatschappijen bij het aannemen van personeel geen onderscheid maakten tusschen de Nederlanders en Duitschers Is men vergeten hoe de gezellige Duitsche clubs steeds voor Nederlanders openston den? Men zou, om den Duitscher alle recht te laten wedervaren, verder moeten gaan. Men zou moeten wijzen hoe hij met den Nederlander tesamen heeft gearbeid voor de grootheid van Indië. Hoe hij, onder harde ontbering als pionier arbeidde en koffie-, tabaks- en rubbercultuur hielp vestigen. Men ga de geschiedenis der In dische groote cultures slechts na en men zal de namen van Duitschers tusschen die van Nederlanders vinden onder de voor trekkers. Zij kwamen niet in de eerste plaats om groote concerns te vestigen en winsten te behalen. Zij kwamen toen de cul tuur-arbeid nog een worsteling beteekende met de natuur, toen er met de handen ge werkt moest wordenom Indië groot te maken. Men zou ook de aandacht moeten vra gen voor de vele Duitschers, die als ge leerden in Indië zegenrijken arbeid heb ben verricht. Laat men de geschiedenis van Indië er maar eens op naslaan en men zal tiental len namen vinden van Duitschers, die hun levensarbeid, zonder eenige terughouding aan Indië gaven, die als Junghuhn den grondslag legden voor grootsch we tenschappelijk onderzoek, of als dr. Schueffner met ongekende energie en groot succes een ernstige volksziekte als de malaria bestreden. Zou men dit alles in Indië vergeten zijn? Wij kunnen het niet gelooven. En zoo men al overijld gehandeld heeft, is het thans nog tijd om gemaakte feilen te herstellen en te zorgen dat de geïnter neerde Duitschers behandeld worden, zoo als men de interneeren respectabele lieden ip een tropisch land. volgens de regelen van eerbaarheid en fatsoen, dient te be handelen. Amerika en de oorlog in Europa. Hearst gebruikt zjjn verstand. De bekende Amerikaansche uitgever en publicist William" Hearst keert zich in een door alle bladen van het Hearst-concern ge publiceerd artikel tegen de pogingen, de Vereenigde Staten in den Europeeschcn oorlog te betrekken. Hij verklaart, dat deel name der Vereenigde Staten aan den oorlog het land meer schade dan voordeel zou op leveren. De New York Telegraph stelt vast, dat opoffering der Amerikaansche vloot in de Europeesche wateren niet te verantwoor den zou zijn. De taak der Amerikaansche vloot is slechts de bescherming der Ameri kaansche kusten. Het blad wy'st er verder op, dat het landleger der Vereenigde Staten geen beslissende beteekenis in Europa zou kunnen hebben. De uitwerking van de be wapeningsmaatregelen, waartoe de Ver eenigde Staten thans besloten hebben, zou zich pas na ongeveer anderhalf jaar kunnen doen gevoelen. BINNENKORT VERDERE DEMOBILISATIE. ALLEEN VOOR HEN, DIE WERK HEBBEN. Bij de volgende étappe van demobili- seeren mag een militair alleen dan met gropt verlof worden gezonden, indien hij aan deii commandant van het betrokken enkelvoudig oorlogsonderdeel een verkla ring van werkgevers, familie e.a. kan overleggen, waaruit blijkt, dat hij door loongevenden arbeid dan wel andere wijze in eigen onderhoud kan voorzien, althans niet ten laste van de gemeenschap zal ko- Bedoelde verklaring moet zijn gelega liseerd: a. Door den betrokken burgemeester, b. Voor hen, die in overheidsdienst zijn. door het betrokken diensthoofd ter plaat se. Aangezien een volgende étappe van de- mobiiiseeren binnenkort is te verwachten, wordt aan alle militairen, die voor groot verlof in aanmerking wenschen te komen, in overweging gegeven voor de verkrijging van bovenbedoelde verklaring reeds thans het noodige te verrichten. Den militairen wordt er bovendien met nadruk op gewezen, dat gedemobiliseer- den geen aanspraak kunnen doen gelden op steunverleening wegens werkloosheid. Ook werklooze zeemiliciens moeten zich melden. In aansluiting aan de publicatie na mens den Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht, o.a. inhoudende, dat zij, die zijn gedemobiliseerd of op eigen initiatief naar hunne haardsteden zijn terugge keerd en die geen loongevenden arbeid heb ben. zoodat zij gedwongen zijn zich om steun aan te melden en die niet aanne melijk kunnen maken, dat zij vóór 8 Juni loonenden arbeid kunnen verkrijgen,' door den burgemeester in werkelrjken dienst moeten worden geroepen en on verwijld moeten worden gedirigeerd op de depóts, wordt medegedeeld, dat deze re geling eveneens geldt voor cie zeemili ciens. In verband hiermede wordt de staat, waarop de depóts zijn vermeld, niet het volgende aangevuld: Allen, behoorende tot de zeemilitie moe ten zich melden bij: Het marinedepót Rot terdam, Muséumplein 1, voorzoover zij met groot verlof van dat depót of van het depót Oudenhoorn vertrokken; Het Mari nedepót Den Haag.Koningstraat 3, voor zoover zij met groot verlof vertrokken van dat depót; Het marinedepót Amsterdam, Marine kazerne, voor zoover zij met groot verlof vertrokken van dat depót, vanuit IJmui- den, of vanuit Den Helder; Militairen der zeemacht voor zoover zij met groot verlof vertrokken van de deptös vaartuigendienst Rotterdam of Amster dam keeren in het bovenbedoelde geval op die deptös terug. Voorraden zaaizaden moeten worden opgegeven. Het Rijksbureau voor de Voedselvoorzie ning in oorlogstijd maakt bekend. Zij, die de hieronder genoemde producten in voorraad hebbenanders dan met het doel deze in eigen bedrijf uit te zaaien, zijn verplicht daarvan vóór S Juni 19-10 in tweevoud opgave te doen aan den Pro vincialen Voedselcommissaris hunner pro vincie met vermelding van hoeveelheid, soort en herkomst. Deze regeling betreft de volgende pro ducten Suikerbietenzaad, voeder- cn mangcl- wortelzaad, alle gras- en klaverzaden (waaronder bijv. lucernezaad, Wester- woldsch raaigraszaad) alle wikkenzaden, lupinezaad, spurriezaad, knolzaad alle wortelzaden voor landbouwdoelein den serradellazaad, boterzaad, mergkoolzaad cn zaden van andere voéderkoolsoorten, koolraapzaad. Het afleveren, doen afleveren, vervoeren, doen vervoeren van deze zaden is verbo den. Van dit verbod kan door of namens den Provincialen voedselcommissaris ontheffing verleend worden voor zaaizaaddoeleinden in de hoeveelheden, als hieronder voor ieder product is vermeld en onder door hem te stellen voorwaarden. Suikerbietenzaad 15 kg. per h.a. Voeder- en mangehvortelzaad 15 kg. per h.a. Mengsel van gras- en klaverzaden (voor den uitzaai van blijvende weiland en kunst weiden) totaal 50 kg. per h.a. Westerwoldsch raaigraszaad 60 kg. per h.a. Zaad van klaver of klavermengsels 15 kg. per h.a. Lucernezaad 20 kg. per h.a. Alle soorten wikkenzaad 125 kg. per h.a. Lupinezaad 150 kg, per h.a. Spurriezaad 40 kg. per h.a. Knolzaad 3 kg. per h.a. Alle wortelzaden voor landbouwdoelein den 5 kg. per h.a. Serradellazaad 40 kg. per h.a. Boterzaad 12 kg. per h.a. Mergkoolzaad en zaden voor andere voederkoolsoorten 1 kg. per h.a. Koolraapzaad 4 kg. per h.a. Het vervoerderen en doen vervoederen van de hierbedoelde producten is verbóden, behoudens ontheffing door of vanwege den Provincialen voedselcommissaris, onder de voorwaarden, door hem te stellen. Gafencu als Roemeensch minister afgetreden. Gafencu heeft Zaterdag zijn ontslagaan vrage ingediénd, dat door den Roemeen- schen koning is aanvaard. De minister van verkeer Gigurtu is met de leiding van het ministerie van buitenlandsclie zaken belast. Het aftreden van Gafencu wordt gemoti veerd met zijn gezondheidstoestand, die den laatsten tijd te wenschen overliet. Gigurtu gaat door als een voorvechter eener na tionale Roemeensche buitenlandsche poli tiek. Geen pleizierreisjes of reizen voor particuliere doeleinden WAARSCHUWING AAN HOUDERS VAN VERGUNNINGEN TOT HET VER BRUIKEN VAN MOTORBRANDSTOF. Het Departement van Handel, Nij verheid en Scheepvaart maakt beltend, dat het de houders van vergunningen tot het verbruiken van motorbrandstof ten strengste verboden is hun wagens voor genoegen en voor andere parti culiere doeleinden te gebruiken. Het heeft zoowel den Duitschen als den Nederlandschen autoriteiten teleurgesteld, dat aan dezen regel niet genoegzaam de hand wordt gehouden. Het spreekt van zelf, dat, waar de Duitsche en Nederlandsche autoriteiten het mogelijke doen om den aanwezigen voor raad motorbrandstof zoo oordeelkundig mogelijk te verdeelen om het economische leven zooveel mogelijk te steunen, het al leen reeds om psychologische redenen ten zeerste af te keuren is, dat de tot nu toe afgegeven vergunningen blijken te worden misbruikt. Deze vergunningen mogen slechts wor den gebruikt voor het doel waarvoor zij zijn uitgereikt. De namen van degenen, die zich aan overtreding schuldig maken, zullen door de politie worden genoteerd en zij zullen, afgezien van verder vast te stellen straf fen, in geen geval in het bezit van hun vergunning worden gelaten. De koffie- en thee-distributie. Het Rijksbureau voor de Voedselvoorzie ning in oorlogstijd brengt in verband met de distributie van koffie en thee aan be langhebbenden het volgende ter kennis: 1. Het branden van koffie is verboden zonder vergunning van de meelcentrale. 2. Het vervoeren en afleveren van ruwe (ongebrande) koffie is verboden zonder ver gunning van de meelcentrale. 3. Hefc verpakken van thee in eenheden kleiner dan 10 K.G. is verboden zonder ver gunning van de meelcentrale. 4. Het vervoeren van thee in verpak kingseenheden van 10 K.G. of meer is ver boden zonder vergunning van de meelcen trale. 5. Het bereiden van koffie-extract en/ of producten, waarin koffie is verwerkt, is verboden zonder vergunning van de meelcentrale. Al degenen, die nog niet in het bezit zijn van zoodanige vergunningen, moeten zich onverwijld schriftelijk bij de Neder landsche Meelcentrale, Riouwstraat 286, 's-Gravenhage, aanmelden, onder vermel ding hunner voorraden koffie en thee. Levering varkens aan V eehouderijcentrale. Het Rijksbureau voor de Voedselvoor ziening in oorlogstijd maakt bekend, dat met ingang van 31 Mei 1940 de gelegen heid bestaat varkens voor levering aan de Nederlandsche Veehouderijcentrale op te geven. Opgaven moeten geschieden bij de zaakvoerders der Nederlandsche Vee houderijcentrale. i De prijzen, welke zullen worden betaald zijn tot nadere aankondiging als volgt vast gesteld: Voor varkens met een geslacht gewicht van 75 tot 125 K.'g. Kwaliteit a. 71 cent per K.G. geslacht gewicht. Kwaliteit b. 69 cent per K.G. geslacht gewicht. Kwaliteit c. 67 cent per K.G. geslacht gewicht. Voor varkens met een geslacht gewicht van 125 tot 150 K.G. 72 cent per K.G. geslacht, gewicht. Voor varkens met een geslacht gewicht van meer dan 150 K.G. 71 cent per K.G. geslacht gewicht. Onder geslacht gewicht wordt verstaan het koude gewicht na slachting (d.i. het warme gewicht verminderd met 2%). Zeugen, beeren en binnenbeeren mogen niet worden geleverd. Blijkt na slachting een geleverd varken zeug, beer of binnenbeer te zijn, dan wordt slechts de werkelijke waarde uitbetaald. Voor varkens, welke voor risico van den leverancier zijn afgenomen, worden bovenstaande prijzen alleen dan uitbe taald. wanneer deze varkens na slachting in goede conditie zijn. Is zulks niet het geval, dan wordt de werkelijke waarde na slachting vergoed. Geenerlei korting zal worden toegepast voor varkens, waarvan het spek na de slachting zacht blijkt te zijn. Groot Aiuerikaansch slagschip loopt van stapel. „Het begin van een vlootrenaissance, die Amerika onneembaar zal maken", aldus senator Walsh. Op de marinewerf te Philadelphia is Za terdag het 35.000 ton groote Amerikaan sche slagschip „Washington" van stapel gcloopen. De „Washington", die over onge veer een jaar in dienst zal worden gesteld, is volgens het D.N.B., het eerste groote oor logsschip, dat sedert 19 jaar aan de Ameri kaansche vloot wordt toegevoegd. De voorzitter van de Vlootcommissie, Se nator Walsh, noenrde den stapelloop in een rede het begin van een vlootrenaissance, die Amerika onneembaar zal maken. Het volk der Vereenigde Staten, zei hij, is vastbeslo ten, zich op alle gebeurlijkheden, die uit den oorlog in Europa zouden kunnen voort vloeien, voor te bereiden. Wijzend op de ge weldige verliezen, die de Britsche vloot door luchtaanvallen leed, verklaarde Walsli, dat de Vereenigde Staten dank zij de begrensde reikwijdte van het luchtwapen, de toerei kende levensmiddelenvoorziening en de ge ografische positie, niet aan eenzelfde situa tie blootstonden als Engeland, welks vloot „onder de ergst mogelijke voorwaarden ope reerde."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1940 | | pagina 7