ederland
De Heer L Zaaijer gedecoreerd
door H.M de Koningin
Vrienden
NIET
STRIJD
40 jaren gemeentedienst
oprecht
eerlijk
trouw
Boerenleenbank Dirksland
De rattenbestrijding op
ons eiland
heeft talloze
in Indië
echter in de
Repoeblik Indonesië
Uw arbeid is een
stuk levensge
schiedenis van
Middelharnis
In tegenwoordigheid van de gehele raad,
het secretarie-personeel, de gemeente
architect en de penningm. der bond van
Ned. gemeente-ambtenaren, werd j.l. Dins
dagmiddag de heer I. Zaaijer, in verband
met zijn 40-jarig jubileum als: klokke-
luider, klokkenist en gemeentebode, ge
huldigd.
De Burg. die de jubilaris en zjjn echtgn.
toesprak, achtte het een eer iemand te
feliciteren, die 40 jarenlang met grote trouw
en oprechtheid de gemeente diende.
Dit is zeker de moeite 'waard •om te
onderstrepen, aldus spr. Jubilaris, U ziet
hier de heren die U dagelijks om U heen
hebt en U ziet hier ook de raad.
In de 40 jaren dat U als gemeentebode
werkzaam zijt geweest, hebt U met vele
burgemeesters, raadsleden en ambtenaren
te maken gehad. U hebt daarenboven de
gehele bevolking met zijn wel en wee voor
bij zien gaan.
Hoeveel bruidjes en bruidegoms hebt U
hier niet verbonden zien worden? Hoeveel
malen hebt gij niet de klok geluid als weer
iemand naar zijn laatste rustplaats werd
gedragen? Uw positie stond zowel tussen
het geslacht dat opkwam als tussen het
geslacht dat voorbijging. In Uw functie
was de klop van het leven te voelen. 40 jaar
geleden kreeg de gemeente het adres van
Izaak Zaaijer in handen, om hem de be
trekking te geven die zijn schoonvader
Klink had vervuld. Over het algemeen zijn
gemeenteraden gewoon om wijze besluiten
te nemen, in dit geval was dat zeker zo.
Het sal»ris was toen 400,waarbij be
dongen werd, dat U Uw schoonmoeder
moest onderhouden; waartoe gij natuurlijk
bereid waart. In die 40 jaar is het leven aan
U voorbij gegleden. Gij hebt tijden van
vreugde gekend, maar gij hebt ook de
droefheid ondervonden die bij de muziek
des levens hoort. Neen droefheid is U niet
bespaard gebleven, U hebt daarin ook
Gods stem gehoord. Hij is ook 40 jaar bij
U geweest, daarom mag er nu in Uw hart
ook grote dankbaarheid jegens Hem zijn.
Uiteindelijk zijn het ook de zorgerf die een
mens maken.
Namens de gehele gemeente uit ik
dank voor de trouw en oprechtheid, waar
mee U 40 jaar Uw werk hêbt gedaan.
Trouw is plicht. Plicht tegenover de be
volking doch het is toch wel goed uit te
spreken dat deze trouy dan klaarheid geeft.
Het heeft ook zijn positieve zijde. Door
deze trouw voor de gemeentearbeid blijft
de continiteit bewaard. Aan Uw 40-jarige
ambitie voor Uw werk is ook in andere
kringen gedacht. Het heeft H.M. de Konin
gin behaagd U een Koninklijke onderschei
ding te geven. Wij moge U de zilveren
medaille in de orde van Oranje Nassau op
de borst spelden.
(De burg. spelt dezejZaaijer op de borst.)
Daarnaast wil het gemeentebestuur zich
niet onbetuigd laten en biedt U in gesloten
enveloppe een geldbedrag aan, om iets
te kopen naar eigen goedvinden.
Zeer bewogen staat de heer Zaaijer op
Hij is de Koningin in het bijzonder
dankbaar voor deze ongedachte hoge onder
scheiding, maar ook de raad die hem over
stelpt heeft door hun hartelijkheid.
Hij hoopt dat God hem mag sparen om
met dezelfde lust en ijver zijn werk nog
jaren voort te zetten.
Meer woorden weet hij niet en trots op
de medaille starend, gaat de jubilaris
weer zitten.
De heer Esselink oudste raadslid van de
gemeente, Middelharnis, feliciteerde dan
de jubilaris namens de raad. Spr. kende hem
al vanaf 30 Oct. 1917 toen hij als raadslid
beëdigd werd. Hij herinnerde Zaaijer aan
het historische ogenblik op 29 April 1907,
te 2.30 uur toen hij met algemene stemmen
werd gekozen als klokluider, klokkenist en
gemeentebode. Dit was onder burg. Ulbo
J. Mijs. Daarna mocht Zaaijer nog dienen
onder Burg. Bouman, Burg. den Hollander
en thans Burg. Rijnders. Uw arbeid werd
een stuk levensgeschiedenis van Middel
harnis, gij zag geslachten gaan en komen.
Ontelbare raadsleden stond U zonder aan-
ziens des persoons bij.
De capitulatie bracht U niet uit het even
wicht. Uw karakter en deugd gaven U een
plaats in de harten van de bevolking van
Middelharnis. Ook Uw echtgenote komt
eer toe. Reinheid en correctheid gaf zij
te zien in ons raadhuis. Wij hopen dat Hij
die U 40 jaar lang voor Uw werk spaarde
U ook thans nog zal gedenken, opdat gij
nog een lange en gezonde rustige oude dag
moogt genieten. Spr. bood dan een grote
bloemenmand aan.
Secretaris Bloot wenste de heer Zaaijer
en zijn echtgenote geluk namens het secre
tarie-personeel. Spr. duidde op de ge
leidelijke verandering in het gemeentehuis
en op het secretarie in deze 40 jaren. Van
gemoedelijkheid en huiselijkheid bleef wei
nig over. Ieder kreeg een taak, werkte hier
aan stilzwijgend. Zaaijer bleef ortder alle
omstandigheden dezelfde, bereid voor ie
dereen. Wij vinden het -heel gewoon als na
een dagtaak de restjes worden opgeruimd,
maar op een dag als deze dringt het toch
tot ons door dat wij U veel dank verschul
digd zijn.
Spontaan zijn dan ook onze beurzen
opengegaan en omdat wij niets voor U
wisten te kopen bieden wij U deze gesloten
enveloppe en dit kleine bloemstukje aan.
De heer W. P. Verheul, feliciteert de heer
Zaaijer namens de onderafd. Nederl. Bond
van Gemeente-ambtenaren. Ofschoon nog
niet zo lang als U in gemeente-dienst werk
zaam, heb ik toch reeds vernomen, welk
een getrouw ambtenaar U zijt. De onderafd.
mag trots op U zijn. Wij wensen en Uw
echtgenote nog vele en zeer prettige levens
dagen. Spr. bood een bloemstuk aan.
Voorts was nog binnengekomen een
gesloten enveloppe voor de heer Zaaijer
van oud-burg. den Hollander, die wegens
ziekte niet aanwezig kon zijn.
Na het voorlezen van een brief van de
gemeente-ontvanger de heer van Paasschen,
die de onkreukbare trouw van de jubilaris
beschreef, bleef het gezelschap onder het
nuttigen van enige aangename verversingen
en gezellige kout nog een hele tijd bijeen.
De Coöp. Boerenleenbank alhier, hield
haar jaarvergadering in „Odéon", onder
voorzitterschap van J. J. M. den Baars, die
de vergadering welkom heette.
Na lezing van de notulen door den
Secretaris M. Rooij, bracht de kassier H.
Roon, zijn jaarverslag uit. Geen der leden
had een vraag of opmerking van enige be
tekenis.
De grote waarde van de Bank voor de
boeren moge blijken uit de volgende cijfers:
alleen aan rente van spaargelden werd uit
betaald f 28.143,99. Aan de reserve werd
toegevoegd 3.454,15, waardoor dit reserve
fonds steeg tot 63.204,08.
De totale ontvangst heeft bedragen
7.358.787,91 en de uitgaven 7.350,773,55,
zodat een geldcirculatie heeft plaats gehad
van 14.709.561,46.
In omloop zijn thans 825 spaarboekjes.
Aan rekeninghouders werden 11 nieuwe
credieten met een totaal bedrag van
65.500,verstrekt. Aan voorschotten
werden terugbetaald 143.752,26, terwijl
130.000,werd opgenomen.
Het aantal dagboeknummers was" 5794.
Via de Bank werd in het Grootboek in
geschreven 852.100,Spaarcertificaten
54,200,Uit geblokkeerd tegoed werd
overgeschreven 416.475,94. De geblok
keerde tegoeden zijn: aan spaargelden
428.406,51 en aan saldi van lopende reke
ningen/ 73,866,29. Aan beschikbare midde
len zijn dus onttrokken door de geldzuive-
ring en belastingen 1.855.048,74.
Voor landbouwherstel werd uitbetaald of
op vrije en geblokkeerde rekening bijge
schreven 532.965,32.
Aan landbouwproducten werd voor
551.438,39 uitbetaald. Aan spaargelden
werd ontvangen 947.010,40 en terug
betaald 2.342.150,05.
De aftredende bestuursleden B. den
Baars en C. Struik werden herkozen.
De vergadering was in tegenstelling tot
andere jaren slecht bezocht. Enkele onder
geschikte vragen werden gesteld en door
den Kassier of Voorzitter beantwoord.
De voorbereiding voor de rattenbestrij
ding in al de 13 gemeenten van ons eiland
is thans zover gevorderd dat als datum van
levering der broden met scillaextract en
kleurstof erin gebakken, bepaald is op 8
Mei a.s.
Op 8 Mei zullen dan de pakjes klaar
gemaakt moeten worden, terwijl op 9 Mei
het uitleggen der pakjes zal moeten ge
schieden.
Indien een gemeente niet met het klaar
maken der pakjes op tijd gereed zou zijn,
dient als datum van uitleggen 10 Mei aan
gehouden te worden. Het brood dat voor
deze rattenbestrijding gebruikt wordt is vol
gens de mededeling van de Plantenziekten-
kundige Dienst te Wageningen alleen scha
delijk voor knaagdieren en niet voor mens,
hond, kat, kippen, eenden enz.
Er wordt dan ook op gerekend dat ieder
een mee zal willen werken om de ratten en
muizen te bestrijden. Het is niet alleen
voor velen een persoonlijk belang, maar het
is voor allen een nationaal belang dat die
knaagdieren, die zoveel goederen beschadi
gen of vernielen, gedood worden. Werkt
dan allen mede door vlot toegang te ver
lenen tot Uw erf en schuren aan de uitleg
gers der pakjes.
Het moet zeer op prijs worden gesteld
dat deze massale rattenbestrijding ter hand
is genomen en dat zovelen spontaan hun
medewerking aan deze bestrijding geven.
Waardeer deze rattenbestrijding door a.
de uitleggers te betalen de geringe kosten
van twee cent per pakje. Deze centen wor
den besteed ter bestrijding van de kosten
van aankoop van het brood. Gemiddeld
zullen bij een woonhuis 10 pakjes neer
gelegd moeten worden en bij een boerderij
50 pakjes.
Bestrijdt allen mee.
De eerste aluminiumbrug.
De eerste bewegelijke aluminiumbrug
wordt gebouwd in Engeland over de rivier
de Wear. Haar gewicht zal slechts 40
van een even grote stalen brug bedragen,
maar de sterkte doet daarvoor niet onder.
Voor roesten behoeft men niet te vrezen en
de beweging door de hefmachines kan
doeltreffender worden uitgevoerd.
VERVOLGVERHAAL
door W. v. d. AKKER
19
HOOFDSTUK IX
's Morgens had Van Genderen een briefje
van Vermeer gekregen of hij 's avonds
beslist bij hem kwam. Er zijn belangrijke
zaken te bespreken, zo stond er op. Ook
Vlasblom had een zelfde boodschap ont
vangen.
Zo komt het, dat 's avonds om een uur
of acht deze twee en Vermeer zelf rond de
zacht brandende kachel in Vermeers huis
kamer zitten te praten over koetjes en kalf
jes. Van Genderen en Vlasblom zijn nieuws
gierig wat voor dringende en belangrijke
zaken Vermeer wel heeft. Lang iaat Ver
meer hen niet wachten: hij popelt om zijn
opgekropt gemoed te luchten.
„Vinden jullie ook niet, dat het zachtjes
aan afgelopen moet zijn?" Zo begint hij.
Vragend kijken Van Genderen en Vlas
blom hem aan. Wat moet er afgelopen zijn?
„Ja", zo gaat hij verder, „we hebben
het er de laatste tijd niet over gehad, maar
jullie mérken toch ook wel, dat het steeds
maar doorgaat met die verspreiding van
dat blad en zoveel weet ik er nu wel van,
dat er hier in de streek heel wat komen. Ik
weet niet of jullie het laatste nummer
gezien hebben, dat is compleet een grote,
gedrukte krant, vol met opruiende stuk
ken tegen de Duitsers en de N.S.B., tegen
de arbeidsdienst en werken in Duitsland.
Het wordt tijd dat daar een eind aan ge
maakt wordt".
„Zeg dat ze het niet meer doen mogen",
merkt Vlasblom droog op.
„Je moet er niet mee spotten" ant
woordt Vermeer. Ik heb er nooit om ge
lachen. Zoiets heeft meer invloed dan je
denkt. Hoeveel zullen er niet naar dergelijke
taal luisteren. We kunnen er nog genoeg
last mee krijgen".
„Ja", zegt Van Genderen, ik had ge
dacht dat het niet zo'n vaart, zou lopen,
maar het wordt toch wel een beetje erg".
„Een beetje erg? We kunnen dat niet
langer meer dulden. Daar moet een eind
aan komen".
„Hoe wou je dat doen", vraagt Vlas
blom.
„Dat moéten we vanavond bespreken.
Hier op 't dorp moeten er zijn, die dat
ding verspreiden, die moeten we hebben".
„Dat zal niet zo gemakkelijk zijn",
oppert Van Genderen.
„We moeten in de eerste plaats alles
goed in de gaten hotlden. Nu en dan eens
rondzwerven. Elke maand verschijnt het.
We kunnen ongeveer uitrekenen wanneer
het weer komen zal. Er moeten huiszoe
kingen gedaan worden, zodra we weten
dat het verspreid is. Misschien wordt er
dan ergens een blaadje gevonden. Dan kan
een verder onderzoek beginnen. Ook moe-
I ten we goed nagaan wie er niet naar de
I arbeidsdienst of naar Duitsland gaan straks.
Ook in die gezinnen moet een onderzoek
ingesteld worden. Op de duur moeten er
dan resultaten komen".
„Dat is een goed idee", vindt Van
Genderen.
,,'t Kan best zijn dat het idee goed is,
maar ik doe er niet aan mee", zegt Vlas-
i blom.
„Jij doet er niet aan meel", vliegt Ver
meer op.
„Ik denk er niet aan", antwoordt Vlas
blom, „ik ben N.S.B.-er, maar geen poli
tieagent".
„Denk jij soms dat de politie zal gaan
onderzoeken, waar die blaadjes vandaan
komen. De meesten vinden het wel goed".
„Best mogelijk, maar dan moeten ze
maar politie's aanstellen, die er wel naar
kijkt. Er is toch ook nog Duitse politie of
zo iets. Zolang ik geen- politie ben, wat ik
nooit hoop te worden, bemoei ik me niet
met politiezaken".
Vermeer wordt rood van kwaadheid.
„Zó, een pracht exemplaar van een
N.S.B.-er ben jij. Je wou straks zeker wel
de vruchten dragen van de Duitse over
winning, maar er niets 'voor doen".
„Ik dacht dat ieder zo zijn eigen werk
had. Ik bemoei me niet met het werk van
een ander".
„Dat is jouw werk man. Begrijp toch eens,
dat we ook wat moeten doen om straks
wat in de melk te brokkelen te hebben.
We kunnen toch niet gedogen, dat men
blijft stoken tegen de N.S.B. en Duitsland.
Heel de beweging wordt zo ondergraven".
„Misschien ben ik kortzichtig", houdt
Vlasblom vol, maar ik kan niet in zien, dat
een boer politiewerk moet doen. De Duit
sers zijn mans genoeg om zelf hun boontjes
te doppen. En dan komt er bij, als wij
daaraan mee helpen begrijp je toch wel,
dat de N.S.B. nog meer in discrediet
komt".
„In discrediet? Door die blaadjes komt
de N.S.B. in discredietZe maken je overal
voor uit. Je moet ze maar eens lezen!"
„Ik vind het ook geen prettig werk",
mengt Van Genderen zich in de heftige
discussie, maar ik geloof toch wel, dat wij
ook mee moeten helpen. Wij kennen ten
slotte de mensen. Wij weten wel zo onge
veer, wie tot die dingen instaat zijn".
„Ik vind het helemaal niet onprettig.
Mijn part hangen ze ze aan de hoogste
boom op", zegt Vermeer, nog steeds
heftig.
„Jullie kunnen doen wat je wilt, zegt
Vlasblom stug, maar ik doe er niet aan mee.
Ik voel daar absoluut niets voor. Die er
wel voor voelen dergelijke baantjes op te
knappen gaan hun gang maar".
„We zullen 't zonder jou wel opknappen.
Je hoeft heus niet te helpen als je daar te
beroerd voor bent".
„Ik ben er'niet bepaald te beroerd voor,
maar aan zulke dingen begin ik niet".
„Nou dan niet. Morgen ga ik naar Rot
terdam. Daar zullen ze er wel meer voor
voelen".
„Dan stap ik maar op. Het is niet nodig
dat ik langer blijf. Ik heb geen belang bij
deze plannenmakerij".
Nadat Vlasblom vertrokken is, hebben
ook Vermeer en Van Genderen niet veel
meer te praten. Ze spreken af, dat zij over
een paar weken eens goed zullen uitkijken.
Misschien kunnen ze de verspreiders •be
trappen. Vermeer zal naar de Duitse
politie gaan en om huiszoeking vragen en
verdere medewerking. Hij zal een lijstje
met namen geven. Over een paar weken.
dan zal het beginnen. Die oproermakers,
mochten ze soms niet gegrepen worden,
zullen dan wel een toontje lager gaan zingen.
Over een paar wekendan zal door
de verraderllijke activiteit van Hollanders
het dorp opgeschrikt wordenmet welke
gevolgen
(Wordt vervogd)