OPBOUW
No. 98.
2 Mei 1947
TWEEDE BLAD
Stichting 1940—'45
Wat is Uw daad?
'I
H.K.H. Prinses Juliana vierde deze weele
haar 38ste verjaardag
30*000 dooden van
het verzet
Ni win spreekt
Indië antwoordt!
De Stichting 1940-1945 brengt een serie
penningen in omloop, die in bezettingstijd
door prof. L. O. Wenkebach werden ont
worpen. De netto-opbrengst komt ten
goede aan de slachtoffers van de onder
grondse strijd tegen de Duitse onderdruk
king en aan hun nabestaanden;
De penningen zijn in brons gegoten en
hebben een diameter van ca. 85 m.m.;
bovendien worden de ontwerpen uitgevoerd
als slagpenning van 60 m.m. diameter.
De serie bestaat uit 6 stuks, alle met
dezelfde keerzijde, waarop de Nederlandse
Leeuw staat afgebeeld, die zijn boeien
verbreekt, het verwenste hakenkruis onder
de voet lopend. Het onderschrift luidt:
,,Je maintiendrai".
Op de voorzijde der penningen staan als
omschrift zes verschillende strophen uit
ons Wilhelmus, zozeer toepasselijk op de
grote noden, die wij in de bezettingstijd
meemaakten.
geknielde figuur, die, beseffend dat heel
het vaderland achter hem staat, het hoofd
omwendt naar ons Wapen: „Den Vader-
lant ghetrouwe blijf ick tot in den doot".
3
No. 3 gedenkt de standvastigheid, waar
mee zovele gemartelde slachtoffers van
de terreur bleven zwijgen, om niemand
te verraden. Een geesel verschijnt dreigend
boven een knielende, geboeide figuur.
D ch: „Stantvastich is ghebleven mijn
hert in teghenspoet".
No. 4 herdenkt het lijden in de concen-
I tratie-kampen. Een uitgeput slachtoffer der
Nazi-beulen is gekluisterd aan het haken-
kruis. Toch maakt hij nog het V-teken,
als blijk van ongeschokt vertrouwen.
Rondschrift: „Als ick dareaen ghedencke,
mijn edel hert dat bloet".
No. 5. Deze penning eert de gevangenen.
De voorovergebogen figuur is in diep
gepeins verzonken, als 't ware denkende
aan hetgeen als rondschrift is aangebracht:
„Nae 't suer sal ick ontfanghen van Godt
mijn Heer dat soet".
1
Penning No. 1 herdenkt onze gevallen
soldaten in Mei 1940. Ze stelt voor een
stervende krijger met schild en gebroken
zwaard. Het rondschrift luidt: „Een eeu-
wich rijck verwerven als een ghetrouwe
helt."
No. 2 eert de gefusilleerden. Twee ge
weerlopen zijn gericht op een gebonden en
Is het een troost te weten dat zij vielen
Voor het recht en vrijheid en ons hoogste goed,
En dat hun dood ons Volk weer zal bezielen.
Met nieuwe zekerheid en nieuwe moed?
De zekerheid: Wi,1 zullen dit niet dragen
De heerschappij van hun verdoemde wet!
Wij zijn verraden, wij zijn niet verslagen!
Steeds sterker groeit alom het fel verzet!
Wat baten muren en betonnen cellen
Om te smoren 't beste van ons land?
Zij zijn de bron, die wateren doet wellen
Tot stormvloed, bruisend buiten rand en band!
Wat baat de moord aan al dit jonge leven?
Zij dronken kort, maar diep, uit 's levens bron!
Zij hebben door hun sterven meer gegeven
Dan veler jaren soms ons geven kon.
Zij vielen naamloos; maar wat zijn hun namen?
Zij zijn ons deel, zij zijn ons bloed, zij zijn ons zaad.
om deze korrels balt een vuist zich samen,
In voor van bloed ontkiemt uit hemde daad!
Zij vielen naamloos in de gigantische I
strijd tegen de overweldiger, die in de jaren I
1940-1945 ons trachtte te verlagen tot j
slaven, ons de Nationaal-Socialistische
ideologie trachtte op te dringen, onze
vrijheid roofde.
Zij vielen ook voor ons, die thans in de
Mei-dagen herdenken, dat het twee jaar
geleden is, dat God ons weer de volle
vrijheid schonk. Zijn wij hen vergeten?
Wij vergeten zo verbijsterend snel! Wij
kunnen niet geloven, dat het Nederlandse
vdlk hen vergeet, die hun leven voor de
vrijheid en de rijke goederen, die we weer
bezitten, gaven.
Maar, wij zijn niet klaar met op de
herdenkingsdag bloemen te leggen Op hun
graven en enkele ogenblikken hen in stilte
te gedenken. Er wordt van ons een daad
verwacht 1
Zij onze doden, die van ons bloed en
ons zaad zijn, lieten vrouwen en kinderen
onverzorgd achter, vertrouwende dat hun
vrienden en met hen het Nederlandse volk
de zorg voor hun gezinnen zou overnemen.
No. 6. De geknielde, biddende figuur
de geketende polsen als teken van onvrij
heid, symboliseert de gevoelens van allen,
die meer geestelijk onder de druk der
tyrannie gebukt gingen. Rondschrift: „Die
tyranny verdryven, die my myn hert
doorwondt".
I Een serie gietpenningen is aangeboden
aan H.M. de koningin, wier voorbeeld
door Haar Koninklijke gift allen moge
aansporen, bij te dragen tot het verheven
doel der Stichting door een serie penningen
aan te schaffen.
i De prijzen zijn:
S Gietpenningen, brons, 85 m.m. per serie
van 6 stuks 150.
Geslagen penningen, brons, 60 m.m.
per serie van 6 stuks 75.
Die vrienden vergaten hen niet. Reeds
tijdens de bezetting schepten zij een orgaan,
dat de verzorging van de nagelaten be
trekking op zich zou nemen; na de be
vrijding bekend onder de naam van:
STICHTING 1940-1945. Toon door
een daad, een offer, dat ook U hen niet
vergeten bent.
De Stichting keert jaarlijks 8-9 millioen
gulden uit. Nog jaren lang zal de Stichting
over de middelen moeten beschikken om
instaat te zijn de gezinnen te verzorgen,
zoals de vader het zou hebben gedaan,
indien hij niet in de verzetstrijd omgekomen
was. Dit jaar zal minstens 2 millioen bijeen
gebracht moeten worden. Breng daartoe
Uw offer in dankbaarheid voor wat de
gevallenen in de bezettingsjaren voor
land en volk hebben gedaan. Dan nog is
Uw offer nietig klein in verhouding tot
het offer, dat zij hebben gebracht. Stel niet
uit. Stel in deze maand Uw gave beschik
baar aan de medewerking van de Stichting.
Dit zij onze daad!
"i
3
'ff 1
Nederland heeft, naar uit de door het
Nederl. Instituut voor Oorlogsdocumen
tatie verzamelde gegevens blijkt, door de
afgelopen wereldbrand 265.000 mensen
verloren. Hiervan kwamen door illegale
werkzaamheid 30.000 personen om het
leven; 15.000 hiervan zijn thans door het
instituut op een erelijst geplaatst.
De verdeling van het totaal van 265.000
is als volgt:
In Nederland gefusilleerd 2000.
Gesneuveld of vermist van Nederlandse
landmacht (Meidagen '40 en Irene Brigade)
■4000; Nederlandse marine 2600.
Van de 16.000 politieke gevangenen zijn
er omgekomen 11.000 (in Vught en Amers
foort 4000).
Vergast, vermoord of op andere wijze
omgekomen zijn 114.000 van de 120.000
naar Duitsland gedeporteerde Joodse Ne
derlanders (95 procent).
Van de 380.000 in Duitsland te werk
gestelde arbeiders zijn er 34.000 niet
teruggekeerd.
Bombardementen in Nederland kostten
22.000 personen het leven.
Wegens ondervoeding tijdens de honger
winter stierven er 25.000.
Omgekomen in Japanse internerings
kampen in het verre Oosten 22.000.
Tenslotte zijn er dan nog de 90.000 ver
misten uit al deze groepen naar wie het
Rode Kruis nog steeds zoekt.
Van deze 265.000 gevallenen zullen er
slechts betrekkelijk weinigen op de erelijst
voorkomen, namelijk alleen de slachtoffers
van het yerzet. In 9e archieven van het
Rijksinstituut zijn reeds over 15.000 verzet
strijders alle gegevens verzameld, doch
talloos zijn nog degenen over wie weinig
of niets bekend is. Wil de samen te stellen
erelijst ooit op enige volledigheid kunnen
bogen, dan dient elke Nederlander hieraan
naar zijn vermogen medewerking te ver
lenen.
Het R.V.O. doet nogmaals een dringend
beroep op ieder, die uit eigen kring namen
van gevallenen kent, zich tot het R.V.O.
te wenden, postbus 12 te Amsterdam, op
dat ook die slachtoffers van het verzet in de
erelijst zullen kunnen worden opgenomen
I Het R.V.O. stelt hiervoor formulieren
ter beschikking. (Trouw).
Het is mij een groot genoegen, namens
alle „Dirkslandse" militairen hier in Indië,
*en woord van dank te mogen richten tot
de bevolking van Dirksland.
Vanuit het verre, doch ons zo dierbaar
Holland, worden ons regelmatig pakjes
toegestuurd welke afkomstig blijken te zijn
van de „Niwin" Dirksland.
U zult begrijpen wat dat voor ons be
tekent. Niet alleen hgt idee van, „Fijn een
pakje uit Holland, weer wat te lezen of zo",
maar zeker ook de waardering ten opzichte
van de afkomst - van het pakje, en dat is
Dirksland
Het stemt ons dankbaar dat Dirksland
blijk heeft gegeven, en nog blijkt geeft, van
medeleving met de jongens in de Oost. en
getoond heeft hart te hebben voor een zaak,
welke streeft naar een blijvend warm con
tact met de mannen en jongens hier in
Indië.
U heeft dat getoond door Uw medewer-
werking, zowel finapcieel als anderzijds,
om een plaatselijke „Niwin" op te richten,
waarvan het succesvolle resultaat niet is
uitgebleven.
Burgers van Dirksland onze oprechte
dank!
Tot slot nog een enkel woordje speciaal
voor de medewerkers (sters) van de „Niwin"
Zelf.
Ook U allen zeg ik, namens alle „Dirks
landse" militairen hier in Indië, dank voor
Uw bl'.jk van medeln e e b:reidwillende
medewerking, misschien vaak onder moei
lijke omstandigheden.
Wij waarderen dat, en we kunnen niets
anders zeggen als: „Dank aan de Niwin en
dank aan Dirksland".
Namens alle Dirkslandse militairen in
de Oost.
dpi. W.M.R. J.V.P.
„Kannibalen"
In Riverside, Californië werkt men dag
en nacht aan de kweek van een wespachtig
insect: „Kannibaal" genoemd, dat gebruikt
wordt als uitnemend bestrijdingsmiddel
tegen de onafzienbare massa insecten die de
vruchtenkweek plagen. Door het heilzame
insect worden alle mogelijke andere insec
ten verslonden, ook zij die immuun zijn
voor maag- en contactfigten.
De belangstelling voor dit insect is zo
groot, dat reeds verschillende landen hier
orders voor hebben geplaatst.