KORTE
RAADBIJEENKOMST
TE OUDE TONGE
Ooltgensplaat-Langstraat
DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN KOPPIE KOPIJ
Dat de 6 rechtse raadsleden dit standpunt
hebben ingenomen, kan men ze gunnen,
maar wat niet overeenkomt met een vrije
wilsbeschikking is, dat men dit anderen wil
opdringen. Het zou anders zijn, als zoiets
door alle inwoners werd verlangd, maar nu
een groot aantal ouders zich tegen het op
heffen uitgesproken heeft, is er geen enkele
aanleiding om de school te doen verdwij
nen. Men heft iets op als er geen bestaans
mogelijkheid meer is, maar als er iets goeds
is in een gemeente gaat men dit toch niet
verwijderen. Het is kwalijk te rijmen als
men zegt dat gelijkheid voor alle burgers
moet gelden. Bovendien wordt aangegeven
dat men hier de rust wil bevorderen, omdat
dit onderwerp nog al eens de gemoederen
beroert. In de winter van '45 was het op de
kleuterschool zo, dat er 90 kinderen op
konden, in Febr. '46 lag ze geheel stil. Op
een toen in de raad gestelde vraag bleek,
dat er 130 kinderen op konden worden toe
gelaten. I.p.v. een hoofd der school kwam
in Sept. '46, in tegenstelling met het raads
besluit, de ongediplomeerde Mej. Vroeg-
indeweij, 4 maanden later tot hoofd be
noemd. Wat gebeurde daarna? Inplaats dat.
B. en W. activiteit ontplooiden om het
onderwijs zo goed mogelijk te doen zijn,
werd wel bijzondere actie blootgelegd om
het onderwijs in Chr. richting te drijven.
Het is zeker, dat meer kleuteronderwijs
gegeven had kunnen worden, maar het is
opvallend dat de gemeente geen lokalen be
schikbaar stelde. Als wij nagaan hoe voor
de opheffing van de kleuterschool wordt
gepleit en wij nemen dan eens even het ver
kiezingsprogram van de A.R. waaruit ik
citeer:,,,het onderwijs moet worden bevor
derd en zo mogelijk steun verleend aan
part. initiatief door de gemeente, tevens
daarbij streven naar gelijkstelling". Hieruit
volgt dus, als de gemeente goed onderwijs
geeft, dat de fractie voorstaat het bijz. on
derwijs te subsidiëren. Van schoolopheffing
wordt niet gesproken. De S.G.P. roert dit
in 't geheel niet in haar program aan en
spreekt slechts van verbetering of nieuw
bouw kleuterschool. De P.d.A. vroeg zich
echter toen reeds af: „hoe zal het gaan met
onze kleuterschool"? Ik moet dus consta
teren dat beide fracties hun kiezers niet
juist hebben voorgelicht en nu een zo groot
aantal ouders het huidige kleuteronderwijs
wensen, zou ik willen adviseren om het
voorstel in te trekken en de school te laten
bestaan.
De heer v. d. Brugge
Wij hebben bemerkt dat er tussentijds
nog geen ander voorstel is gekomen, het
gaat dus om de vraag of het voorstel aan
genomen of verworpen moet worden. Aller
eerst waardering voor dezakelijker wijze
waarop door beide vorige sprekers het
woord werd gevoerd. Geen van beiden ech
ter hebben de zaak van de principiële zijde
bezien uit het oogpunt der ouders. Toen
wij ons verkiezingsprogram opstelden,
stonden wij niet voor het verzoek als thans
tot de raad gericht. Nu hebben wij te doen
met een voorstel van een -vereniging die
recht vraagt. Evenals de strijd in de vorige
eeuw om de kleuterschool recht vroeg. Het
zijn precies dezelfde argumenten waarmee
het Chr. onderwijs bestreden wordt. Wij
hebben hier als gemeentelijke overheid het
recht te handhaven; dan doet het er niet
toe of er 80 openbare kleuters zijn en 60
christelijke of andersom. Wij hebben aan
alle bevolkingsgroepen recht te doen. Mijn
vraag is, is er in dit voorstel enig onrecht?
Is dit niet het geval, dan ben ik van oordeel
dat men het kan aanvaarden. In ons ver
kiezingsprogram hebben wij tot uitdruk
king gebracht, dat wij willen dat de staat
het beginsel laat varen als zou de Overheid
geroepen zijn om onderwijs te geven. Wij
staan op het standpunt dat de vrije school
regel moet zijn en de openbare aanvulling.
Wij staan voor: subsidiëring per leerling,
zo kan ieder ouder zelf de consequenties
van het onderwijs voor zijn kind dragen.
In 1870 vroegen 3000 Nederlanders recht
voor een school, hetgeen pas in 1920 werd
verkregen. Wij hebben, als rechtse raads
fractie, geen enkele poging gedaan om de
school christelijk te maken. Wij hebben de
weg van het offer gezocht om onze kinde
ren Chr. onderwijs te geven. Wij hebben
daarom dit voorstel te behandelen volgens
beginsel.
De heer Koppelaar
In de eerste plaats verblijdt het mij dat de
heer Boomsma zijn excuses heeft aange
boden, want volgens inlichtingen stamt de
familie Boomsma ook niet van Flakkee af,
dus de gezegden kan hij ook op zichzelf toe
passen. Volgens de heer Boomsma willen
de rechtse raadsfracties nodeloos kosten
maken, maar als hij de begrotingsdebatten
naslaat, zal hij vinden dat door v. d. Slik
en mij meermalen is gepleit voor verbete
ring van kleuteronderwijs, waaruit blijkt
dat geen offers zijn geforceerd. In hun ver
kiezingsprogramma's verschilt de A.R. met
de S.G.P. Wij staan op het standpunt dat
de christelijke school regel moet worden en
de openbare aanvulling. Men vraagt zich
af: waarom hebben wij dit stuk onder
tekend? Als rechtse raadsleden hadden wij
deze school in een bepaalde richting kun
nen drijven. Wij willen echter geen onrecht
doen en wensen de vrede. Wij willen
recht boven macht stellen, daarom be
vreemdt het mij dat de linkse raad niet met
het voorstel accoord gaat. Ons voorstel moet
gehandhaafd, anders blijft de toestand
hopeloos.
De heer Boomsma:
Ik kan me er helemaal mee verenigen als
er over recht gesproken wordt. Daarom
vraag ik de financiën eens te bekijken. Wat
zijn de kosten van dit gedoe. Het zal dui
zenden guldens meer kosten en Middelhar-
nis is al zo arm. Laten wij wachten op het
onderzoek van de commissie Bolkenstein,
dan kunnen we daar naar handelen. Ik zie
niet in dat de voorstellen recht zijn en dat
we met opheffing zijn gebaat. Wij kunnen
geen schulden gaan maken voor ons na
geslacht. Deze school heeft 80 jaar bestaan;
kunnen we nu nog niet even wachten?
De Voorz.: De subsidiebepaling in het
verzoek is zodanig gesteld, dat zij van de
gemeentekas geen hogere lasten vraagt.
De heer Vroegindeweij:
Ik ben het met de heer Boomsma eens
als hij zegt, wat zal die inrichting niet kos
ten. Maar dan krijgen ze geen cent, zij niet
en de openbare niet. Het gaat dan niet
langer aan om de gemeente in de schuld te
brengen. Daarom een school stichten.
Iedereen heeft onderwijs naar zijn zin en
er is geen oorlog meer over „Klokje klinkt".
De gemeente zal nu juist uit de schuld
blijven.
De heer v. d. Slik:
De heer v. d. Brugge spreekt over het
recht van de ouders. Is dit niet sterk ge
demonstreerd door het verzoekschrift?
Toen in 1945 het schoolgaan bijna op de
bon was, kwamen de ouders smeken. Toen
was de school goed. Wat betreft de strijd
tegen het Chr. onderwijs: zolang als ik in
de raad zit, is dit niet aan de orde geweest.
Elk verzoek werd toegestaan. Een bestaan
de school opheffen is altijd onrecht. Als
men dit onderwijs 80 jaar goedgevonden
heeft, waarom het dan niet langer gesteund.
Wij willen de kleuterschool handhaven,
daarom bevreemdt het mij dat de heer
Koppelaar een voorstel van ons verwacht.
Nu het debat op een einde loopt, wil ik wel
zeggen dat de kiezers, die de rechtse frac
ties het mandaat hebben gegeven, in deze
raad niet achter hen staan. Als men in een
verkiezingsmanifest voorgeeft het goede te
zoeken voor de gemeente, laat men dan ook
deze school niet opheffen.
De heer v. d. Brugge:
Wij hebben in ons voorstel nergens ge
sproken over opheffing van de school. Wij
willen zelfs de Chr. school niet in het be
staande gebouw onderbrengen. Men spreekt
steeds over deze kleuterschool die al 80 jaar
bestaat; ik mag hierover zeggen, dat deze
school 30 jaar lang in handen was van een
stichting; daarna werd zij door de gemeen
te overgenomen. Als wij thans omzetting
verlangen brengen wij de school in zijn oor-
pronkelijke vorm terug. Over de hand
tekeningen der ouders wil ik nog een op
merking plaatsen. Zijn deze wel juist voor
gelicht? Als ik in een verslag van „Volks
onderwijs" lees hoe de Voorz., die ook met
een lijst heeft gelopen, zegt, dat het de be
doeling is om de exploitatiekosten op
anderen te verhalen. In de „Flakkeese
Nieuwsbode" schrijft de heer Oud: „Ik zou
ze wel willen stenigen, die schurken, die
hun ergerlijke handen naar onze kinderen
uitstrekken". Ik vraag me af, wie de schur
ken zijn. Laat deze inzender zijn kinderen,
laat ons de onze.
De heer Koppelaar:
De heer Boomsma deed een voorstel om
te wachten op de rijksregeling. Als dat
straks wettelijk geregeld wordt, dan zeg ik,
wat wij vooraf besproken hebben, ligt in
de lijn van wat ons te wachten ligt. Even
tueel zal de raad het foutieve hebben te
herzien. Wij gaan niet boven de berooide
toestand van de gemeente uit. Er zijn zelfs
gemeenten die geen subsidie geven voor
kleuteronderwijs. Wij willen echter nie
mand in moeilijkheden brengen en de sub
sidie op voet van gelijkheid verdelen.
De heer Boomsma dringt er dan nogmaals
op aan om het plan Bolkenstein af te wach
ten. Die dingen zullen komen en door even
te wachten, gaat alle ruzie uit de lucht.
De heer v. d. Slik merkt nog op dat de
heer v. d. Brugge niet mag afgaan op hét
geschrevene van een verslaggever. Overi
gens zegt het grote aantal dat op de lijst
heeft getekend toch al genoeg. Uit alles
blijkt echter, dat >men de openbare school
wil treffen, zonder meer. Laten de heren
hun voorstel intrekken.
Hierna eindigt de beraadslaging en wordt
het voorstel met 6 tegen 4 stemmen aan
genomen.
Tot 1 Sept. '47 zal de school in zijn be
staande vorm blijven gehandhaafd.
Voorgesteld werd de instructies vast te
stellen voor de gemeentewerklieden. De
heer van der Waal vroeg of er overleg met
de organisaties was gepleegd, hetgeen de
Voorzitter ontkende, en naar het ontslaan
binnen één dag, hetgeen met enkele werk
lieden zou hebben plaats gehad. De heer
Van der Brugge had enige opmerkingen in
zake het vaststellen der werktijden op basis
van die in de landbouw en dezelfde spr.
wilde het overwerktarief vast leggen, even
als dat van verlet etc. Deze punten werden
tot bespreking in geheime zitting aange
houden.
Inzake grafdelver, schoonhoudster be
waarschool en schoonhouder van Ulo en
openbare lagere school werden eveneens de
instructies vastgesteld. De Voorzitter deelde
tenslotte nog mede, dat men nog altijd geen
lening voor het gasbedrijf heeft kunnen
krijgen. De minister heeft thans toestem
ming gegeven tot een kasgeldlening, die bij
de rijkspostspaarbank gesloten kan wor
den. De raad gaf toestemming dit tot een
bedrag van 75.000,te doen.
J.l. Woensdagavond 8 uur kwam de
Raad dezer Gemeente in openbare zitting
bijeen onder Voorzitterschap van den w.n.
Burgemeester C. Gebraad. Afwezig met
kennisgeving Wethouder van Vugt.
De Voorzitter opent deze vergadering
met een woord van welkom. In afwijking
van de agenda wordt eerst overgegaan tot
bespreking van de aanschaf van bomen. Be
sloten werd een 27-tal bomen te kopen,
welke geplaatst zullen worden aan Kerk-
ring, Kerkhof, Lagere School en Oude
School.
Daarna leest de Secretaris de notulen der
2 voorgaande vergaderingen, welke onge
wijzigd worden vastgesteld.
Bij de ingekomen stukken was een dank
betuiging van het Prinselijk gezin voor de
ontvangen felicitaties bij de geboorte van
Prinses Marijke.
Komt in behandeling het voorstel van
B. en W. om gelden beschikbaar te stellen
voor de Bijz. School ingevolge art. 72 der
L.O.-wet 1920 (herstel bezettingsschade).
Dit betreft gestolen en vernietigde leer
middelen.
De heer de Vin informeert of er wel de
nodige zorg aanbesteed is.
De heer Fase geeft daarna enige toelich
ting, waarna het voorstel van B. en W.,
belopende een bedrag van 1200,met
algemene stemmen wordt aangenomen.
Bij de rondvraag wees de heer Kamerling
op de gevaarlijke toestand in de Willem-
straat, waar elke afrastering ontbreekt, ter
wijl de tuintjes worden plat gelopen.
De Voorzitter antwoordt dat een en an
der ernstig gestagneerd wordt, daar er geen
gaas of afrastering te krijgen is; maar gezien
het gevaar zal een voorlopige oplossing ge
zocht worden.
De heer van Kampen vraagt of het niet
mogelijk is dat op de Zuiddijk een lantaarn
geplaatst wordt, zo mogelijk op de hoek van
de Molenweg.
De Voorzitter antwoordt dat dit in de
toekomst wel mogelijk zou kunnen zijn,
maar thans niet doenbaar is, gezien de
materialen- en kolenpositie.
De heer de Vin zegt, het gevoelen te heb
ben dat besluiten door de Raad genomen,
wel eens wat gemakkelijk op de lange baan
geschoven worden. Reeds in vorige ver
gaderingen was het besluit genomen tot
verhoging der salarissen en toepassing der
Rijksregeling op het gemeentepersoneel,
wat echter nog steeds niet gebeurd is.
De heer Hartman is diezelfde mening
toegedaan en bepleit dat de gedane belofte
van salarisverhoging voor het personeel der
Kleuterschool nu toch eens spoedig in ver
vulling te doen gaan.
De Voorzitter antwoordt dat het vele werk
aan de Begroting '41 en mede de werk
zaamheden aan de Overbruggingssteun
oorzaak zijn geweest dat een en ander is
gestagneerd; maar er wordt aan gewerkt.
Daarna sluiting der vergadering.
Collecte voor onze militairen.
Van de Prot. Chr. Militaire Bond „Pro
Rege", kregen wij het dringende verzoek
om in onze gemeente een collecte houden
voor de Chr. Militaire Tehuizen in Neder
land, maar bovenal voor die in Indië. De
geestelijke nood waarin onze soldaten zich
bevindenhs zeer groot. Zelf vragen zij ook
om hulp. Een hunner schreef reeds: „Gij
wilt toch niet dat Uw eigen zonen te gronde
gaan?" Het is daarom dringend noodzake
lijk, dat wij spoedig de handen meen slaan
om onze soldaten, waar ze ook zijn, te hel
pen. Wij zullen alles in het werk moeten
stellen om onze mannen en zonen te steu
nen in al de verleidingen die hen omringen.
Nu heeft de Chr. Militaire Bond „Pro
Rege" de handen ineen geslagen met al de
Chr. Bonden van Jongelings- en Meisjes
verenigingen, om daadwerkelijk hulp te
bieden. Ze organiseerden een landelijke
collecte, zo mogelijk huis aan huis. Daar
dat in onze gemeente nogal bezwaarlijk is,
is in overleg met de kerkeraden besloten
om a.s. Zondag D.V. (de dag van de her
denking van onze bevrijding) een collecte
te houden in de kerk. Deze dag is daar zeer
geschikt voor, want bij deze herdenking
gaan toch onze gedachten uit naar al die
jonge mannen die gestreden hebben voor
ons Vaderland en die thans in dienst zijn
van ons Vaderland!
We hopen dan ook, dat niemand zal ach
terblijven en geheel Prot. Chr. Nederland
eenparig aan deze zaak zal medewerken.
Onze leuze moet ook zijn:
„Geef onze jongens ver van huis,
Een gezellig THUIS".
God neige Uw hart, ook a.s. Zondag., tot
rijke gaven en met ve?l ijver voor deze zaak,
opdat in de kortst mogelijke tijd een (link
aantal Chr. Tehuizen, bij de reeds bespan
de, kan worden geopend.
Het is de zaak van onzen Heere en
Koning. Zij dringt en heeft haastHet gaat
om onze mannen in de krijgsmacht!
Pro Rege - Voor God gn den Koning!
NAMENS2DE KERKERADEN.
Commissaris Grijpgraag stapte, omringd door tien agenten, op de voordeur af, gaf een paar tikken met
zijn sabel tegen het houtjen riep: „Open doen! Politie!" Maar de deur bleef dicht. „Neen, commissaris,
dat lukt niet!" riep Kees Knip, „ze houden er geen dienstmeisjes op na! Komt U maar mee!" En Kees
Knip liep naar de zijkant van het huis, waar hij bij zijn vorig bezoek al een ruit had ingedrukt en klom
door het raam naar binnen. De commissaris wilde hem volgen, maar dat ging niet zo gemakkelijk, want hij
was nogal dik en stijf. „Wacht u maar!" riep Kees Knip, „ik maak de voordeur wel even epen". En toen
Kees de voordeur had opengemaakt en den commissaris met zijn agenten had binnengelaten, hielden zii
even krijgsraad. „Ik snap er niets van!" Z"i Kees Knip, „alles is stil! En Koppie zou hier in de vestibule
wachten!" Opeens ki;eeg Kees een idee. „Kom mee, commissaris!" riep hij en rende naar de keldertrap,
holde naar beneden en deed het licht aan. Verschrikt sprong hij achteruit en viel haast in de armen van de
commissaris, die omringd door de agenten in de deuropening stond. De kelder was leeg! Alle kistjes en
ook de koffer waren weg. En van Koppie Kopij was evenmin een spoor te ontdekken