Hoe sloeg ons de
WINTER?
üit Sommelsdijks verleden
Hij velde zijn eigen
doodvonnis
SCHAAKRUBRIEK
m mér Éit, iSi,
1ST
i Mei '47
bft recht
Ine B)
t. of 100
of 200
i of zelf-
of kin-
|ijst ber.)
en 250
bf 100
en 250
i of zelf-
I of kin-
lijst ber.)
I: of kin-
I rijst be-
Ibakmeel
ME,
Ieders en
I. of 200
aange-
In cacao
In reeds
Vebruikt,
bn voor
laandag
|50 gram
l>da ver-
de serie
liedienst
prsonen,
een der
■zijn van
1 bonnen
komen
fee. Ook
ld April
>t 1945,
Iren zijn
1 zal een
foor het
nen zal
Ipril a.s.
|pril a.s.
pril a.s.
amkaart
bht.
|>er. '47.
ag Mid-
I de uit-
lle inleg-
I worden
Kus een
Van hun
■gen dat
Irbij be
lten aan
log een
Jogmaals
ingang
nsumen-
alakt op
duiding:
lOpplak-
Iduiding,
Itum niet
De weersgesteldheid.
De afgelopen winter kenmerkte zich in
het bijzonder door de laat invallende koude,
welke van lange duur was. Over het alge
meen was de temperatuur niet zeer laag.
De gemiddelde dag-temperatuur te De
Bilt (gem. over de maanden Dec., Jan. en
Febr.) bedroeg -1.8° C. Dit is 0.2° C. lager
dan in de winter van 1939-'40 en 0.6° C.
lager dan in l941-'42. De beruchte winter
van 192S-'29 komt eerst op de vierde
plaats met een gemiddelde temperatuur van
-1.0° C. Gerangschikt naar het etmaal
gemiddelde deelt de winter van 1946-'47
de tweede plaats met de winter van 1783-'84
(—2.3 C.), terwijl de winter van 1829-'30
aan de kop gaat met een etmaal-gemiddelde
van -3.1" C.
Het aantal ijsdagen, d.i. het aantal dagen,
waarop de maximum temperatuur niet
boven het nulpunt uitkomt, was 46; d.i.
meer dan in enige andere winter in deze
eeuw. Dit cijfer spreekt te meer als men
bedenkt, dat normaal in de maanden Dec.
Jan. en Febr. in totaal 8 ijsdagen voor
komen.
Het aantal vorstdagen, dat zijn de dagen,
waarop de minimum temperatuur beneden
0° C. ligt, bedroeg in den afgelopen winter
66 en hiermede bezette deze winter de
vierde plaats na 1928~'29, 1939~'40 en
1923-'24. Vooral in de maand Februari
heersten abnormale weersomstandigheden.
21 dagen achtereen bleef de temperatuur
in deze maand zowel overdag als des nachts
beneden 0° C. Dit is een record voor deze
eeuw. De winter van 1941-'42 telde slechts
18 van dergelijke ijsdagen. Het totaal aantal
ijsdagen in Februari 1947 bedroeg 24 en
betekent een record sinds 21/2 eeuw, nor
maal telt Februari 2 ijsdagen.
Sneeuw werd in Februari op het hoofd
observatorium te De Bilt gedurende 18
dagen gemeld, tegen 4 normaal.
De absolute minimum temperatuur van
-15.3° C. was echter hoger dan in de winter
van 1941-'42. Toen werd als laagste tempe
ratuur genoteerd -24.8° C.
Bij een overzicht over de verschillende
maanden blijkt dat in December de gemid
delde dag-temperatuur, berekend uit drie
maal daagse aflezingen, ongeveer 3° C. be
neden normaal bleef, in Jan. 3-4° C. en in
Febr, 7-9° C. beneden normaal. De ge
middelden hebben betrekking op de ge
gevens van de stations Groningen,. .Den
Helder, Vlissin en, De Bilt en Maastricht.
Het aantal vorstdagen was voor het gehele
land belangrijk groter dan normaal; Dec.
'46 telde n.l. 13 vorstdagen, tegen 10 nor
maal. Voor Jan. zijn deze cijfers 20 resp.
12 en voor Febr. 28 resp. 11.
Het aantal ijsdagen bedroeg in Dec. 8
tegen 2 normaal, voor Jan. 12 (normaal 4)
en voor Febr. 23 (normaal 2).
De laagste absolute minimum tempera
tuur in Dec. werd gemeten te De Bilt
(-15.3° C. op 21 Dec.). In de maand Jan.
werd de laagste temperatuur gemeten te
Groningen, n.l. op 7 Jan. (-15.3° C.). Ook
in Febr. werd in Groningen de laagste
temperatuur genoteerd, n.l. op 24 Bebr.
met -18.0° C.
In de afgelopen winter waren drie vorst
perioden te onderscheiden:
1. van 14-25 Dec.
2. van 3-10 Jan.
3. van 19 Jan.-5 Maart.
In de eerste periode drong de vorst tot
25 cm diep in de grond door. De tempera
tuur was 'toen slechts gedurende 3 dagen
(23,24 en 25 Dec.) even onder 0° C. Tijdens
de tweede vorstperiode drong de vorst
slechts tot 10 cm door. Op deze diepte
werd van 5-11 Jan. een temperatuur van
-0.2° C. gemeten. Tijdens de 3e periode
drong de vorst veel dieper door, van 14
Febr. af werden op 50 cm diepte temp.
beneden 0" C. afgelezen. Het aantal sneeuw-
dagen was voor Dec. ongeveer normaal
(2 a 3), in Jan. kwam bijna het dubbele
aantal (9) sneeuwdagen voor (normaal 5),
terwijl voor Febr. dit aantal 18 bedroeg
(normaal 4). De hoeveelheid gevallen neer
slag (welke voor een groot deel uit sneeuw
bestond) bleef beneden het gemiddelde.
De cijfers voor Nederland zijn in Dec. '36
mm (normaal 66), in Jan. 25 mm (53).
Voor de maand Febr. bedroeg de neerslag
20.6 mm (42).
De uitwintering der wintergranen.
Het uitwinteringspercentage blijkt nog
moeilijk definitief vast te stellen.
I Tarwe geeft op lage gronden, welke
wateroverlast hebben en waar het smelt
water minder goed werd afgevoerd, een
Iveel gunstiger beeld dan op doorlatende
I gronden. Van overwegend belang is echter
liiet sortiment der uitgezaaide rassen. De
Itarwes van de Julianagroep zijn voor 80
luitgewinterd, die van de Carsten V groep
Ihebben de winter aanmerkelijk beter door-
[staan. De geografische spreiding van het
uitgewinterde percentage is hier o.m. van
if hankelijk en zakt van 70 in het Noorden
en posten tot 50 in Noord- en Zuid-
Holland en tot 40 op de Zeeuwse eilan
den. Zeeuwsch-Vlaanderen en Noord-
branbant steken hier met 80 ongunstig
tegen af. Ook de zaaitijd speelt een duide
lijke rol. Vroeg gezaaide perceelen zijn
ongeveer 10 minder uitgewinterd of
beschadigd dan laat gezaaide, onafhankelijk
van het geteelde ras.
De uitwintering van de rogge is veel
geringer dan die van de tarwe en bedraagt
ongeveer 10 In de veenkoloniën en op
het veen in het Westen zijn de percentages
resp. 20 en 30. Vroeg gezaaide rogge is
over het algemeen beter door de winter
gekomen dan in November gezaaide. In
Drenthe steekt de met de machine gezaaide
rogge gunstig af, terwijl de geëgde percelen
een minder gunstig beeld geven dan de
onbewerkte percelen.
De wintergerst is in Groningen en Fries
land voor ruim 70 verloren, in het Cen
trum en in het Westen slechts voor 50
In Zeeuwsch-Vlaanderen eri Noordbrabant
is slechts 10 van het gerst-areaal be
houden.
Hoe het „recht"
zijn loop had
In de 18e eeuw was het niet zo veilig
om buiten het dorp te wonen als thans.
Landlopers en soldaten waren dikwijls
een plaag voor de boeren en arbeiders,
wier woning niet binnen de veilige be
schutting van het dorp lag. Dit ondervond
de landbouwer Barend Andriesz Karger
welke met zijn knecht meid en huis
houdster op de dijk van den Nieuwen
Oostmoer woonde en dat behoorde
onder de jurisdictie van Sommelsdijk.
Half November 1746 kreeg hij bezoek
van 4 personen die brutaalweg uit den
oven 15 broden haalden en een ham uit
de schoorsteen meenamen. De boer had
het niet aangegeven en daar de dieven
er niets meer van hoorden, wilden ze
dit spelletje nog wel eens herhalen. Op
Zondagavond 27 Nov. slapten 4 sol
daten zijn keuken binnen, even later
kwamen er nog 2 mannen bij, en de
boer besloot om het gezelschap aan het
lijntje te houden, De glaasjes die hij
schonk werkten echter anders als hij
gedacht had, want nadat ze ieder 6
„zoopjes" gehad hadden, werd het een
iuiddruchtige boel. In de schoorsteen
hing een stuk spek en daar hadden de
heren het weldra op gemunt. De meid,
het gevaar ziende waarschuwde de boer
op te letten, maar een van de onver
laten blies het licht uit, en toen begon
het spul pas recht. De boer raakte
handgemeen met de indringers en bij
wist ze alle 6 buiten de deur te werken,
waarna hij de deur afsloot. De knecht was
niet zoveel mans als zijn baas, want bij
was met de huishoudster en de meid
weggekropen. Buiten de deur raasden
en tierden de mannen, maar de deur
bleef gesloten, ze eisten bier en wijn
onder allerlei dreigementen, gooiden
met stenen en alles wat ze maar te
pakken konden krijgen. Vooral één van
hen blonk uit in de vloeken en tieren,drei
gende, als hij deur stuk kon krijgen,
alle die in huis waren „te vermoorden,
ik zal je in vier quartieren hakken, en
het huis en schuure verbranden".
Ondertussen waren de anderen op zoek
gegaan of ze nog iets van hun gading
konden vinden. Naast de schuur stond
een varkens- en kippenhok. De boer
horende dat ze daar hun slag zouden
slaan, bedreigde hun aan de justitie be
kend te maken, maar de drank had hen
te veel beneveld, en dit dreigement
lokte slechts aan de andere kant
vloeken en verwensingen uit. De heren
vertrokken omstreeks 8 uur, maar namen
als aandenken 2 varkens, een zak tarwe
meel en alle kippen mee. De boer
spande paard en wagen in en zond zijn
knecht en meid naar Sommelsdijk om
de politie te waarschuwen. De Stad
houder van Sommelsdijk was Hendrik
Hoogsant die er echter niets voor
voelde om 's avonds nog mee te gaan.
Hij was reeds 4 weken ziek, maar be
loofde den anderen dag maatregelen te
nemen Dinsdagsmorgens kwamen dan
ook zijn dienaars Jan Frederiks en Leen-
dert de Bmijn, en togen met hun drieën
naar „die Stat", (Stad a/h Haringvliet)
waar men hoopte de dieven te kunnen
pakken. Ze hadden geluk en wisten 2 sol
daten te arresteren, die door den boer
herkend werd en Bij de burgers waar
zeingekwartierdwaren, werd huiszoeking
gedaan met het resultaat dat men onder
de bedstee een tobbe met darm. 7 poten,
2 oor^n en een zak meel vond. Onder
Oude Tonge werd de 3e persoon gearres
teerd Martinus Vierus, welke de man
bleek te zijn, die de boer met zijn huisge
noten „in vieren" wilde hakken Deze werd
geboeid naar Sommelsdijk overgebracht
en opgesloten. De andere dag werd hij
verhoord, maar Vierus ontkende alles.
De knecht en meid werden als getuige
gehoord en herkenden hem direct, ver
klarende, „dat deze de persoon was die
hen in gedeurige vreze had doen ver
keren, met slaan en stoten op huijs en
deure, als met God vergeten dreijgen
en vloeken tot zo verre, dat zij nooijt
in groter vreeze en angst gezeten hadden
van vermoord of in brand gestoken te
zullen worden als doenmaals geweest
sijnde". Na het verhoor werd hij weer
onder de toren opgeborgen, terwijl de
2 anderen in Stad opgesloten bleven.
De Magistraat stelde zich met den
Balliuw van Zierikzee in verbinding
daar Sommelsdijk onder Zeeland be
hoorde, maar deze schoof het op de
lange baan. 4 Dec 1746 wendde men
zich op nieuw tot hem en kon men
hem medeelen, dat door zijn getreuzel
de 2 soldaten Steven Renni en Jacob
Stekeling, welke te Stad gevangen
hadden gezeten, waren ontvlucht. Er
werd op aangedrongen dat deéénedie
nu nog in Sommelsdijk gevangen zat,
spoedig naar Zierikzee getransporteerd
kon worden, om te worden berecht.
Het stuk werd door den Balluw Hobius
de Krijger ondertekend en verzonden.
De Stadhouder Hendrik Hoogsant had
intussen van den Balluw van Zierikzee,
door wien hij aangesteld was een tip
ontvangen, om deze gevangene los te
laten, wat deze dan ook, zonder mede
weten van de Magestraat deed, een
dag nadat zij bovenstaande brief ge
schreven hadden. Het „edele" drietal
was dus weer op vrije voeten, terwijl
de andere 3 nog zoek waren. Dezelfde
dag werd aan de Magestraat een brief
gezonden van de volgende inhoud
Aangaande het geval van Barend
Andriesz. Karger 't geene in sijn huijs
gepasseert is daar werd ik toegedwongen
om te blijven, tot ik de occagie gehad
heb om te vluchten, hetwelk ik twee
maal heb gedaan, want zij mijn het mes
eerstmaal op mijn borst hebben gezet,
maar met de panyck er tussen uit. Van
ijn Hendrik Janse-Soldaat." Dit was
dus de 4e van het zestal, die blijkbaar
bevreesd geworden is en zich op deze
manier trachtte te rehabiliteren. Over de
6 borrels, die hij eerst opgedronken
had, schrijft hij niet; het is ook niet na
te gaan of hij met zijn biecht wel ge
heel eerlijk geweest is. Op 12 Dec.
ontving de Raad een schrijven van den
Balluw van Zierikzee, welke in scherpe
bewoordingen hun gedrag hekelt Er is
een infractie in de Jurisdictie begaan
en wat daaruit voortvloeit, is voor
rekening van hen, die deze lieden hebben
laten arresteren, daar dit zonder zijn
toestemming gebeurd is. Hij wilde eerst
eens inzien de wetten en octroijen enz.
waaruit de Magestraat het recht meende
te putten om arrestaties te verrichtten.
Hierop volgde een brede discusie daar
op deze manier de misdaden steeds uit
breidden. Er werden voorbeelden aange-
gehaald hoe men o a. enige dagen ge-
leden een pasgeboren kind moedernaakt
in èen sloot verdronken gevonden had.
Hoe een ander die diefstal gepleegd
had naar de juiisdictie van Nieuwe
Tonge was gevlucht en daar thans vrij
rond liep; een ander uit üude Tonge
voor het zelfde geval daar gegeseld en
gebiandmerkt en werd eenvoudig uit
het rechtsgebied van zijn woonplaats in
dat van Sommelsdijk gezet, waar men
nu met hem opgescheept zat Het was
dan ook niet 'de bedoeling der Vroede
Vaderen geweest om zich met zulke
gevallen in te laten, maar men was hierin
gedwongen om dat de stadhouder die dit
zaakje eigenlijk moest opknappen, lezen
noch schrijven kon. Bovendien had de
vrijgelatene, zeker van plezier, het in
zijn hoofd gehaald, om de brandklok te
luiden, waardoor heel de gemeente in
opschudding geraa'te. Een hartige brief
werd dan ook opgesteld, waarin al het
hier boven genoemde verwerkt was en
de Schepenen jan de Graaff en Jacob
Bane mochten deze „san de Heeren van
den Gerechte" gaan overhandigen. Deze
kweten zich met voorbeeldigen ijver
van hun taak. Zij spraken een uur
met den Burgemeester van Zierikzee
den Heer de Witte van Elkersee, terwijl
.ze den anderen dag 1 uur lang con
fereerden met den Balluw, van Borrendam
en hem den Brief overhandigden, maar
zonder resultaat naar huis teug konden
keren. Hoe het verder gelopen is, is
niet bekend daar verdere aantekeningen
ontbreken Hieruit blijkt echter, dat in
vroeger dagen het recht ook wel eens
zoek was. Voor een kleine dieverij
werden de dieven dikwijls mishandeld
en gebrandmerkt, terwijl deze inbrekers,
die toch zeker een flinke straf verdiend
hadden, waarschijnlijk vrij uit zijn ge
gaan. Het recht, dat zijn loop moet
hebben is door alle eeuwen heen wel
eens mank gegaan 11
A. J. KRUIDER.
Sommelsdijk, April 1947.
De Japanse admiraal Ko-o Abe was er
waarschijnlijk in het grote proces tegen
oorlogsmisdadigers goed afgekomen, als hij
op het juiste moment zijn mond gehouden
had. In het bezit van de Amerikanen was
een mysterieus bewijs van een inwoner
uit Kwajalein dat daar 9 Amerikanen zou
den zijn vermoord. Het gerecht nam aan
dat het hier een of andere vlieger kon
betreffen die een noodlanding had moeten
maken.
In het proces vroeg men den admiraal
dan ook naar den moord op de piloten.
Geheel verbluft zei de admiraal, van piloten
weet ik niets, maar U bedoelt de matrozen
die wij bij Makin gevangen namen. Dat
was het eerste bericht dat men sinds 1942
van de bemanning van een vermiste on
derzeeboot hoorde, en het was gelijk het
bewijs voor het doodvonnis dat tegen den
admiraal werd uitgesproken en inmiddels
op Guam is voltrokken.
J
No. 50.
Adres: A. WAGNER, Jaagpad 40, Delft.
Hier volgen de oplossingen van de maand
die 18 April eindigde. No. 43 van Fleck.
Opl. l.Pc3. Dreigingen l.Dc7. 2.Lc7.
3.Dd4. 4.Ld4. Na elke zet van zwart slechts
één matzet. No. 44. I.f2-f4. Elegant pro
bleempje! No. 45. l.Df3. Dr.Dd5 mat.
(Niet 2.Dc6, wegens 2.Pc5!) 5 varianten,
n.ml.
1-; Pe3 2.Pf5xe3 mat.
1-; Pb4: 2.Df3~c3 mat.
1-; Pg2-f4 2.Td6xd4 mat.
1-; Pd3-f4 2.Td6-c6 mat."
1-; Ld6:f 2.Pf5xd6 mat.
Maximum dus 2+1 5 8 punten
voor no. 45.
Sleutelzet van 46 is l.Da8. De varianten
met de lange damezetten (2.Dal en 2Dh8)
doen het altijd nog goed.
Ladderstand na no. 46;
4.3 44 45 46 Tot.
B. Vis22 2 2 8 2 36
L. Jordaan0 2 2 8 2 14
J. L. Braber 12 - - - - 12
A. Balk - 2 6 2 10
Winnaar: B, Vis.
Als No. 49 een tweezet uit de oude doos
van den genialen Shinkman. Van dit pro
bleem worden weer de varianten gevraagd.
Inzenden vóór 16 Mei.
No. 49
No. 49. W. A. Shinkman, 1877.
m
a bcdefgh
Mat in 2 zetten.