TRIBUNAAL
Weer vijf politieke delinquenten voor het
Wie was de goede Duitser???
De foute Emgo^directeur
Een Duits soldaat, genaamd Stalink, deed na de
oorlog uiterste pogingen om in Nederland te komen,
teneinde Gibbels aan te geven, omdat hij hem er
van verdacht, dat deze bij de Duitse instantie had
aangegeven, dat hij Hitier, Gobbels en Göring
bandieten had genoemd. Hij zat daarvoor 3 jaar
gevangen.
Getuigen in de zaak Tieleman
Blok-sloot een herverzekering
Hanenberg landwachter-onderduiker-mijmverker
\Verolme liegt zich vast
Pres.: Mr. C. Jonker.
Adj. Seer. Mr. J. M. Hovenkamp.
Leden: Heren Ris en de Wit.
UITSPRAKEN:
W. Flohil, Ouddorp.
Deze zaak wordt naar het vooronderzoek
terug gewezen.
J. L. Kastelein, Dirksland.
Internering gedurende de tijd in be
waring doorgebracht. Ontzetting uit de
rechten van ambten en kiezen.
G. A. Tieleman te Sommelsdijk,
wiens zaak de vorige maal is aangehouden,
komt nogmaals voor.
Besch. blijft ontkennen dat hij een lijst
voor lijnlopers heeft opgemaakt. Ook heeft
hij Vroegindeweij nie(t opgegeven.
De Pres. leest de verklaring van Vroeg
indeweij voor, waarin deze bevestigt, dat
Tieleman hem heeft aangegeven bij den
Ortskommandant.
Tieleman ontkent ook dat hij blokleider
en groepsadministrateur was.
Ook van dat portret heeft hij tegen de
fam. Drooger niets gezegd.
Tieleman: Als ik het gedaan zou hebben,
zou ik zeggen, ik heb 't gedaan, maar ik
heb het niet gedaan.
De getuigen.
Get. Drooger (kapper te S'dijk) wordt
in deze zaak gehoord. Get. zegt dat Tiele
man bij hem tijdens de bezetting in huis
is geweest en gezegd heeft: „Haal dat rot
wijf van dp muur". Dat was gekheid.
In de krant stond dat Tieleman mij ge
dwongen had, dat rotwijf van de muur te
halen. Dat is fiiet waar, hij zei: „Wat doe
je met dat rotwijf in huis".
Pres.: Niet zo draaien, waarom heb jij
een briefje afgegeven, dat Tieleman niets
gezegd had?
Get. zegt dat het schertsenderwijze ging,
zijn vrouw had nog gezegd: „Hang jij die
rot-Hitier'dan op."
Tieleman: Hij weet het niet, want zoiets
kan ik niet gezegd hebben.
Pres.: Waarom heeft je broer dat gedaan,
dat briefje bij die kapper gehaald?
„Dit is gedaan op aandrang van mij,"
interumpeert de verdediger.
De Pres. zegt getuige scherp, dat hij de
waarheid moet zeggen en niets anders.
De vrouw van Drooger is niet aanwezig,
maar volgens getuige zou ze hetzelfde zeg
gen-
Tieleman: Zulke taal bezig tk met, dat
kan ik niet gezegd hebben.
Get. J. Vroegindeweij, chauffeur te
S'dijk wordt dan gehoord. Deze verklaart
nogmaals, dat Verbiest en Tieleman tegen
hem hadden gezegd over het lijnlopen:
„Wij hebben je dat eens lekker aange
smeerd". Verbiest was daarbij woord
voerder.
Pres.: Toen Verbiest zei, dat hebben
wij gedaan, heb jij .piet gezegd, dat is ver
keerd, ik heb dat niet gedaan.
Tieleman: Maar dat wist Verbiest wel.
VroegindeweijEen week of wat geleden
heeft Verbiest gezegd dat hij het gedaan
heeft en Tieleman niet.
Wat betreft het opmaken van de lijst
vermoedt getuige, dat dit iets is van Ver
biest en Meerkamp.
Verdediger Mr. v. d. Hoeven
merkt in zijn pleidooi op, dat wel kan, wor
den aangenomen dat Verbiest Vroeginde
weij heeft aangegeven.
Betreffende de zaak van het portret
meent pl. dat de uitlating niet fraai was,
maar er is niet bewezen dat besch. er op
heeft aangedrongen, het portret weg te
halen. Verwijzende naar de vrijheid van
Verbiest, vraagt pleiter ook voor Tieleman
invrijheidsstelling.
Uitspraak 7 Mei.
Dan dient de zaak van
Matthias Leonard Gibbels 45 jaar
verleende den vijand hulp en steun door:
abonné Vova te worden, door nadat bij
de begrafenis van den pro-Duits bekend
staanden Kern door C. v. Oorschot gezegd
was: „Nu krijgt die rotmof nog het beste
plaatsje", waarvoor deze 100,moest
storten voor W.H.N. en excuus vragen,
anders zou Gibbels het aangeven bij de
S.D., aan te geven dat de-Duitse soldaat
lil
Stalinck zich in anti-Duitse geest uit
liet zodat deze een jaar gevangenis kreeg,
tot v. Heest en Den Eerzamen zei het
heerlijk te vinden dat hij deze tijd mocht
beleven, heeft reispas aangevraagd voor
Duitsland, werd in 1940 lid der N.S.B.,
heeft N.S.B. verg. bezocht, was kring
administrateur, Groepsleider, Correspon
dent en lid Jeugdstorm en daarvan streek-
leider, heeft de propaganda bevorderd, door
aan alle hoofden van scholen onder zijn
ressort te verzoeken reclameplaten van de
Jeugsdtorm in school op te hangen.
heeft als lid zich aangesloten bij N.F.D.
W.H.N. N.A.F., E.F. F.V.N.E.A. T.G.
en N.S.-opvoedersgilde, en heeft daarvan
verschillende functies vervuld.
als begunstigend lid zich heeft aange
sloten bij de Germaanse S.S.,
hij droeg in het openbaar het uniform en
speldje der N.S.B. en de uniform van de
Jeugdstorm, hij gaf zich op voor een
kadercursus op de Schoelsberg, organi
seerde de verspreiding van Vova en colpor
teerde zelf met het blad, bevorderde, al
thans steunde toe, dat zijn dochtertje bij
de Jeugdstorm ging, schreef aan den kring
leider van Houten dat de burgemeester
van Middelharnis een anti was en gaf de
wenselijkheid te kennen van benoeming
van een N.S.B.-burgemeester, verklaarde
zich in Maart 1944 bereid tot het volgen
van een burgemeesters-cursus, legde den
eed of gelofte van trouw aan Mussert af
op een vergadering te Sommelsdijk en
nam deel aan een eedsaflegging van func
tionarissen te Utrecht.
Hij maakte gebruik van de voor de N.S.B.
bestaande vrijstelling van inlevering der
radio-toestellen.
Het ambts-edig procesverbaal van den
Marech. v. Dieren wordt besch. voor
gelezen. Voorts de verschillende verkla
ringen van getuigen, allen het wangedrag
van beschuldigde aantonende.
Pres.: U werd lid van de N.S.B.?
en waarom?
G.: Omstreeks Aug. 1940. Na de capitu-
G.: Het gebeurde op een graf en mensen
die. er bij stonden ergerden zich, het werd
een opstootje. Ik ben 's avonds bij de Orts-
komm. geroepen, eerst heb ik het ver
bloemd, later bekend, maar getracht te
kalmeren. Ik heb gezegd, dat dit een per
soonlijke zaak was en gevraagd of ik dat
niet op kon knappen. Van Oorschot had
door de Duitsers gearresteerd geworden,
en ik ben toen naar een pastoor gegaan om
raad te vragen; deze heeft mij dit motief
aan de hand gedaan. Zelf heb ik met v.
Oorschot niet gesproken; deze heeft latei-
een briefje gebracht en het geld. Ik wist
geen betere methode. Tegelijkertijd haalde
ik een ander uit handen van de S.D. en
voor weer een ander gaf ik bij de Ortskom
mandant een andere lezing van zijn ver
taling, toen hij daar geroepen werd. Ik deed
voor de Nederlanders wat ik kon. Ik heb
een hele waslijst, maar daartegen staan een
heleboel andere dingen.
Pres.: Uw eerste stap was verkeerd.
U keerde zich tegen het Nederl volk. U
vond dit toch een prachtige tijd in 1940.
G.: Die verklaringen tegen de Heren v.
Heest en den Eerzamen kan ik me niet
herinneren.
j Pres.: En die kwestie van die veerboot?
i G.Wij hadden voor ons bedrijf benzine
bons gekregen die ik zelf in Steenbergen
wou halen met mijn D.K.W. De boot zou
elf uur vertrekken, ik was er tien minuten
voor en die boot ging 10.50 uur de haven
uit. Er stond een Duits soldaat en die zei
mij dat een paar Duitse officieren bevolen
hadden te vertrekken. Ik heb tegen die
soldaat opgespeeld en moest blijven wachten
tot drie uur. Een half jaar later ben ik ge-
arresteerd. Er was een Duitse Feldwebel
bij mij in huis en die ging bellen, het bleek
dat ik opgebracht moest worden naar Lille
(Frankrijk). Die Feldwebel heeft dat op
zich genomen, die heeft me er gebracht,
alwaar ik verhoord werd over die zaak van
de boot. Ik heb daar alles uiteengezet. Toen
stond daar een Duitse soldaat, de soldaat
die toen aan de boot stond. Die soldaat
latie wou ik mij nergens mee bemoeien, tot
men mij de „Inselkommandant in handen
gaf". Ik was daar trots op dat de huidige
burgemeester me zo vertrouwde.
Pres.: Hoe bedoelt u dat?
G.: Er was toen in mijn bedrijf een zekere
Meerkamp die zeer gevaarlijk was en het
was daarom beter dat die Duitser bij mi)
kwam.
Die man kwam toen bij mij in de kamer
en drong aan dat ik lid van de N.S.B. werd.
Pres.: U ontvangt geen vijanden van ons
volk in uw eigen kamer.
G.: Enfin, dat was zo en deze man drong
aan, als Rijksduitser mij op te geven bij de
N.S.B. Dat was in 1940; ik wist geen andere
mogelijkheid. Ik ging naar R. waar men
mij lid wou maken van de N.S.D.A.P. Dat
weigerde ik. Daar vandaan moest ik naar
een bureau van registratie (verm. West
plein) en daar zeiden ze mij kort en bondig:
„Als u zich niet gedraagt naar onze wensen,
dan zullen wij u leren."
Pres.: Dat is onzin, u was toch Neder
lander.
G\: Ik was niet de enigste die er zo in-
tippelde. Ik verontschuldig mij hier niet
m.ee, ik wil mijn'eigen daden dragen. Toen
ik thuis kwam heb, ik gedacht onder te
duiken, maar wie zou een halve Duitser
helpen. Toen kwamen er mensen mijn hulp
smeken en ik heb toen gedacht op deze
plaats te moeten blijven, waar ik mee kon
helpen.
Pres.: De Duitsers dwongen u toch niet
Vova te gaan lezen.
G.: Het één vloeit uit het ander voort.
De Pres.: leest dan de zaak Oorschot
voor.
stond terecht voor konijnendiefstal en door
zijn kommandant was een rapport uitge
bracht over hem. Ook over het feit dat die
soldaat iets gezegd had, destijds in Oolt-
gensplaat.
De Pres. leest een verklaring voor van
den Duitser Stalink, waarin deze tegen
Gibbels gezegd heeft, dat Hitier, Göbbels
en Göring bandieten waren enz.
Pres.: U hebt een heel verhaal verteld,
maar daar niets van gezegd.
De soldaat gaat verder in zijn brief:
„toen Gibbels gehaald werd voor het ge
recht bevestigde hij deze woorden. Ook zei
Gibbels zeker menende dat hij een Nazi
j voor zich had, dat alle stakers naar Duits-
land gedeporteerd moesten worden, waarop
ik zei: „als ik Hollander was, staakte ik ook".
G.: Gelooft u, als ik dit daar zo verklaard
Zou hebben, dat die man dan nog geleefd
zou hebben.
Toen de verhandeling afgelopen was,
heb ik een vrijgeleide gevraagd en ben op
eigen gelegenheid naar huis gekomen.
Pres.: U bent dus naar Lille gebracht
en daar is over die boot gesproken.
G.: Ze vroegen mij ook nog of er over
politiek gesproken was., en of Hitier be
ledigd Was; toen heb ik gezegd „Neen".
Pres.: Die soldaat heeft toen 3 jaar ge
vangenisstraf gehad. En dan nogmaals over
uw opmerkingen tegen de Heren den Eer
zamen en v. Heest.
G.: Nu moet ik lachen. Ik ben toch niet
kinds. Die uitlating van heerlijk is bak-
vissentaal, die ik niet bezig. Ik herinner het
mij niet.
Pres.: U hebt ook een reispas naar Duits
land aangevraagd.
G.: Dat was voor een zoon van mijn
schoonzuster die in Kassei in 't Ziekenhuis
lag. Die jongen kon naar huis als hij geleide
had. Mijn zwager en ik besloten toen een
reispas aan te vragen, die wij gekregen
hebben, maar toen was de jongen al op
eigen gelegenheid thuis gekomen.
Pres. Waarom had u al die baantjes bij
de N.S.B.?
G.: Er werd niet veel gevraagd, je kreeg
een briefje en dat nam je voor kennisgeving
aan. Er was geen functie meer voor me
over, ze hebben me alles gegeven. Al had
ik die functies willen vervullen dan was
het nog niet mogelijk.
Pres.: U was ondanks uw leeftijd zelfs
bij de Jeugdstorm.
G.: Ze hebben dat ook ongevraagd bij
mij gebracht. De leidersfunctie hiervan heb
ik niet aanvaard.
Pres.: Het hele dossier bestaat uit brieven
die u in uw functies hebt geschreven. U
moet dus niet zeggen dat u alles voor kennis
geving aannam.
Gibbels ontkent dat hij lid Germ. S.S.
is geweest, op aandringen van de Insel
kommandant had hij dit opgegeven bij de
aanvraag van de reispas.
Pres.: Toevallig vindt men later een S.S.
kaart, waarop hetzelfde nummer voorkomt
dat u bij uw aanvraag hebt opgegeven.
Typisch, hè?
G.: Ik was geen lid van de S.S.
Pres.: U gaf uw stamboekno. op en dat
komt ook in de ledenlijst voor. Hoe kan
dat nu?
G.: Ik kreeg elke week een brochure,
daar stond een nummer op en dat gaf ik op.
Pres.: Beweert u dan nog dat u geen lid
bent geweest? U hebt zelfs een bijdrage
voor de S.S. gestuurd.
G.: Slechts één maal.
Pres.: U droeg ook een N.S.B.-insigne,
een uniform van de Jeugdstorm en u gaf
u op voor een kadercursus. U propageerde
Vova en u liet uw dochtertje bij de Jeugd
storm gaan.
G.: Daar moet ik de verantwoordelijk
heid voor dragen.
Pres.: U hebt ook een lelijke brief ge
schreven over de burgemeester van Middel
harnis aan kringleider v. Houten. U schreef
dat de hoge ambtsdrager het Nat.-Soc.
werk afbreuk deed.
Pres. (scherp): Is dat nu een brief van
iemand aie niet Duits is, dat is een brief van
een mof, van een N.S.B.-er, van een vurig
nationaal-socialist. Als u eerlijk geweest was
en gezegd had: Het bloed kruipt waar het
niet gaan kan, had mij het beter geschenen"
Gibbels ontkent ook dat hij de eed van trouw
aan Mussert heeft afgelegd.
Notaris Ris vraagt zich af waarom men
Gibbels gehaald had voor die soldaat, om
dat hij met hem over politiek gesproken
had. Hoe wisten zij dat?
G.: Er waren andere soldaten bij.
Beheerder Mr. Hempenius doet mede
deling dat Gibbels geen vermogen heeft,
alleen een 700-800 gld. aan meubelen en
een 1000 gld aan onverdeelde boedel van
zijn schoonouders. Zijn salaris was bij de
Emgo niet hoog, dus hij heeft geen oorlogs
winsten kunnen maken.
Dan wordt gehoord Cornelia van Wijk,
echtgenote van besch. die verklaart dat zij
van liefdegaven leeft. Zij weet er wel van
dat de heer v. Heest bij hen op bezoek
geweest is.
Get. J. H. Koppelaar, bedrijfsleider bij
Gebr. de Waal te Middelharnis is opge
roepen als get. a decharge.
Get. verklaart dat hij in '45 gearresteerd
is door de Feldgendarmêrie, zij gaven toen
nog een blad uit en ze zijn toen aangeklaagd
dat ze Engelse berichten doorgaven van de
oorlog. Ik moest verklaren hoe ik aan mijn
berichten kwam. Ik ben daar toen nog neer
geslagen en later uren aaneen verhoord
Die Feldwebel wou weten hoe wij dachten,
over het Nat. Socialisme. Ik heb gezegd
geen respect te hebben voor een Duitser
die mij sloeg. De Feldwebel zei toen: Je
hebt zeker liever te doen met Gibbels.
Get. weet er ook van dat Gibbels op de
hoogte was van hun illegale groep, bestaan
de uit H. Vermaas, B. v.d. Nicuwendijk W. v
Beek e.a., die probeerden om met de Armc-
nen in contact te komen. De Oberfeldwebcl
had tegen hem gezegd dal het hem een eer
zou zijn Gibbels dood té schieten.
Mr. Verhoeven vroeg: Is Gibbels door
de illegaliteit in vertrouwen genomen?
K.Dat zou ik niet kunnen zeggen. Ik
weet wel dat Gibbels de verzetsgroep nooit
enig kwaad in de weg legde. Dat weet ook
dhr. Fopma. Ik ben driemaal tijdens de
bezetting bij Gibbels geweest. De le maal
zaten er 3 bewoners in O'plaat, de 2e maal
in '42 of '43 om meer stroom voor het
bedrijf. Ik heb toen veel te veel gezegd
maar hij heeft me niet verraden. De 3e maal,
ging het om 300 Fl. jongens die op Flakkce
moesten komen. Hier heeft Gibbels Zich
voor i gezet.
Verdediger Mr. v. d. Hoeven
Deze besch. is een geboren Duitser, be
gaafd met kwaliteiten die op het eiland m
exploitatie zijn gebracht. Door de oorlog
kreeg hij een schok en koos met een -ckci
idealisme weer de Duitse kant. Hij het