IE De Raad te Ooltgensplaat bespreekt den brand VOOR DE KINDEREN j Vervolg gemeenteraad Middelharnis Deze gedachte is nooit aanvaard willen worden, dit is de gedachte dat de ouders dan zelf kunnen en mogen beslissen wat zij willen met hun' kinderen. Maar de heren van rechts zijn net kleine kinderen, die drenzen, die de wet spitsvondig zitten na teneuzen en zeggen, ik mot een christelijke kleuterschool ha. De Heer van der Brugge appelleert tegen deze. uitlating, waarop de Voorz. ingrijpt en Boomsma verzoekt in zijn debat op een hoog peil te blijven. Spr. gaat dan verder. Principieel ben ik tegen dit voorstel, ik wens handhaving in oude vorm van de bewaarschool, en wijs nog eens op het voorstel, eerder gedaan, ouders, die christelijk onderwijs wensen, kunnen daarvoor uren krijgen op de open bare kleuterschool, zulks in overleg met de te benoemen oudercommissie. De Heer v. d. Slik: Dit voorstel is erg ingrijpend, iedereen kan daar niet dadelijk zijn oordeel over vellen, ik wil dit voorstel verdagen tot de volgende vergadering. De Heer Koppelaar over deze kwestie De Heer Koppelaar betuigt er zijn mis noegen over dat de Heer Boomsma zich dergelijke uitdrukkingen heeft laten ont vallen. De Heer van der Brugge heeft zijn voorstel op faire wijze toegelicht en het is beneden elk peil om hem op deze wijze te bestrijden. Over het voorstel merkt hij op: „Wij verlangen niet van de heren dat zij vanavond zullen zeggen - dit moet ge beuren - laten zij in een volgende vergade ring met een voorstel komen. Wij hebben met de gedachte van den Heer v. d. Slik rekening gehouden. De Heer Boomsma: Ik ben misschien scherp geweest. (Voorz. interumperend: „Meer dan iets"). Maar dit iszo kort geweest, ik ben daarom boos geworden, er wordt ons geen kans gegeven, was ik wat scherp, de heren zijn ook wel eens scherp. Ik ga niet accoord met de manier waarop de school moet verdwijnen. Laten we de school handhaven, men wil nu wel in het gebouw „Rehoboth", maar in de oorlog werd dit al afgekeurd voor het Rode Kruis. De Heer v. d. Brugge: De richting van de discussies is niet juist. Het gaat er niet om of we voor of tegen Chr. onderwijs zijn, maar we moeten beslissen op het verzoek aan de raad. Ik meen wel dat we nu moeten beslissen. Vanwege komende vacanties zou uitstel onrecht betekenen en een bestaande vereniging in ongelegenheid brengen. De Heer v. d. Slik wil deze vergadering desnoods binnen 14 dagen houden. Alzo werd'besioten. Bestrijding van Appelbloesemkevers. De appelbloesemkevers, die in de fruit teelt ernstige schade veroorzaken, zijn in diverse fruitcentra actief geworden. De Plantenz. D. raadt daarom de fruittelers aan alle vroegbloeiende rassen, waarvan de kr.opontwikkeling in het schuivingsstadium verkeert, te bespuiten met DDT-bevattende middelen. De laatbloeiende rassen worden bespoten, zoodra de knoppen in het z.g. werkingsstadium zijn. r b j i i I k Oplossing Raadsel 6: April doet wat hij wil. Oplossing Raadsel 7: roos zout lade bode slot dorp rups Oplossing Raadsel 8: Wie was schuldig aan het slappe op treden van de brandweer Meer initiatief verwacht van particulier en vereniging I Geen schuren meer bouwen in de ge- meentekom. Opening met gebed door Voorz. Waling. Voorlezing en vaststelling der notulen. Enige minder belangrijke ingekomen stukken worden ter kennisgeving aan genomen. Gestemd werd om het voorstel om den Heer H. de Boer te benoemen tot onder wijzer in vaste dienst aan de O.L. school No. 1, van de agenda af te voeren. Met 7 tegen 4 stemmen werd hiertoe besloten. Aan de Heren W. Ras en J. Bom werd ontheffing van hondenbelasting ver leend. Aan de Gez. Breeman zal een dubbel betaalde post straatbelasting wor den teruggegeven. Voor een lager rentepercentage werd een geldlening aangegaan. Formeel werd de gemeénsch. regeling inzake bouw- en woningtoezicht van gemeentewerken ge wijzigd. Op het bekende voorstel t.a.v. de bouw voor een Consultatie-bureau te schieden werd gunstig beslist. Het Groene Kruis te Ooltgensplaat vroeg aan de gemeente een jaarlijkse toedrage. B. en W. zouden mede voor het Wit Gele Kruis, voor O'plaat en Achthuizen een bedrag van 125,uit willen trekken. De Heer v. Es is een voorstander van het Groene Kruis, maar ook van het part. initiatief. Spr. meende dat er gemakkelijk door de gemeente een bedrag van 100, per jaar meer uit de leden kon worden ge haald. Het gaat niet aan, dit steeds te doen ten koste van de gemeente. Voorz. Er is door het Groene Kruis op alle mogelijke manieren geprobeerd, maar Zonder succes, vandaar het voorstel van B. en W. De Heer de Vos Azn. relateerde dat de voetbalver, met een fancy-fair 1800, binnenkreeg en betreurde het, dat voor het Groene Kruis geen sluitende balans is te krijgen. Hierbij sluit de Heer v. Es zich aan. Weth. v. d. Woude toonde zich een warme voorstander voor subsidie, des noods 500, De Heer Vermaas was er ook van over tuigd dat de gemeente beslist het Groene Kruis moest subsidiëren. Spr. had dit liever bij de begroting al zien behandelen. De Heer v. Oostende waarschuwde de raad om hieraan te subsidiëren. Er staan in de gemeente nog veel andere dingen op het spel, anders was het geen bezwaar. Met de stemmen van Oostende, Kroon en v. Es tegen wordt het voorstel van B. en W. aangenomen. Ter sprake komt dan een verzoek van verenigingen in de Langstraat om ver bouw van de O.L. school No 2 tot ver krijgen van een goede verenigingslokaliteit. Dit zal zowat 500-600 kosten. De Heer v. Es: Is dit ten bate van het onderwijs? We hebben nog nooit geen gelden gevoteerd om verenigingen te hel pen. Voorz.: Het is om het culturele leven enigszins, ook daar te bevorderen. De Heer Kroon: Als men bouwt, laat men dan voor woningen bouwen. De Heer de Vos Azn. was bang die weg op te gaan. Hij wou wel het culturele leven bevorderen, maar hier wordt ineens 500- 600 gld. gevraagd. Kunnen de particu lieren dan nooit eens iets doen? Als men dit tot bevordering van het onderwijs kan beschouwen Weth. v. d. V/oude: Acht U dan dat het verenigingsleven, het houden van volks- onderwijsavonden enz., niet van belang is? De Heer de Vos Azn.: Maar is het daar wel voor? De Heer Vermaas zegt dat er in dat lokaal wel gewone vergaderingen kunnen worden gehouden, maar voor toneel enz. niet. Kunnen de verenigingen iets terug doen aan de gemeente. Als het in het vat gegoten kan worden dat het geld na verloop van een 10 tal jaren weer in de gem.-kas kan terugvloeien zou hij er een voorstander van zijn, maar anders. Weth. v. d. Woude: Bij kerk en patro naat ligt dan toch ook wel een plicht. De Heer Vermaas: Dit is voor beiden gelijk. De Heer v. Oostende: Ik ga niet mijn mening bepalen over deze verenigingen, maar laten wij niet ons geld in deze beu zelingen steken, maar voor wat anders besteden. Brandspuit, huizen enz. staan te verteren. Weth. v. d. Woude: Wat betekent nu 600,—. De Heer Oostende: Laat ze bij d'r vader en moeder blijven en niet dit geld over de balk gooien. Gestemd werd over al of niet votering va» de gevraagde gelden. Dit werd afge stemd, met tegenstemming van de P.v.d.A. Hierna deed de Voorz. mededelingen over de brand. De spuit van O'plaat startte direct, maar ,wou geen water geven; de kleine spuit deed het eerst wel, later niet Brieven en oplossingen aan 't Bureau van „Opbouw". In de linkerbovenhoek: „Tante Mar". Oplossing Raadsel 5: 1 a d e a r i e d i e r c e r t Leen v. O. te Mei. Ik denk wel, dat de schotejillen er nog niet zijn, Leen. Weet je, hoe die beestjes eigenlijk heten? Stekel baarsjes. Je hebt vast welëens geprobeerd Zo'n schotejil in een glazen potje in 't leven te houden. Maar dat gaat niet, hè! Ze moeten altijd in stromend water leven. En weet je, dat die schotejillen een nestje maken en dat dit de enigste vis is, die een nestje maakt, 't Mannetje heeft alleen maar een rood borstje in de tijd, dat 't nest gemaakt wordt. Corrie M. te Stad a/h H. Ben je fijn uit geweest, Corrie. Nu, dat heb je wel ver diend, zèg! Tiny M. te Stad a/h H. Zit jij nog maar in de tweede klas? Dat is nog niet hoog, hoor. Oh, maar 'k lees daar verder, dat je op de huishoudschool gaat. Dat was bijna weer een raadsel voor Tante Mar. Martha L. te M. Was het fijn op de U.L.O. Binnenkort, kun je me al wel een brief in 't Engels schrijven. Of begin je daar nog maar niet aan? Cre en Rie v, G. te Stad a/h H. Gaat je kleine broertje al naar school? Dus nu gaan jullie met z'n vijven. Allemaal netjes achterelkaar van de grootste af, op een rij net als de eendjes. Wie is Moeder Eend, Gré of Rie? Lina A. te Stad a/h H. Zèg, Lina, ben je vergeten de oplossing van het derde raadsel op te schrijven? Jan K. te Mei. ]a, Jan, zelf gemaakt. Doe je me niet na, joh. Óh wee, ik denk, dat ik de volgende keer een ellenlang gedicht van jou krijg. Lijntje K. te N.T. Nu, vijftien? Dat is een gezellige club. Die richter kon je wel in de Bijbel opzoeken. Hennie v. d. W. te M. Bedankt voor je iange brief, Hennie. Hij was zo zwaar, dat de post hem op een kruiwagen moest brengen. Arme postArme Tante Mar Mini v. P. te D. Die brief woog nog wel een kilo zwaarder. Wat een inkt heb je daaraan vermorst, Mini! Maar 't hindert niet, want de oplossingen zijn goed, hoor! Dimmen H. uit O. Heb je al kievitseieren gevonden, Dimmen? Je had natuurlijk wel graag zo'n mooi eitje naar de Koningin gestuurd. Maar, 'k heb je naam niet in de krant gelezen, 'k Geloof, dat een jongen uit Elburg de eerste was. Jo H. uit Mei. Je dacht bepaald: Beter laat dan nooit. Ik zal voor deze keer de oplossingen nog mee laten tellen. Maar voor wat, hoort wat! We spreken af dat je een trouwe Opbouwneef (of nicht?) van me wordt. Greetje v. d. J. te O.T. Is dat kleine zusje van jou nu al zo ondeugend, dat ze je helemaal nat gooit? Klara K. uit Sp. Ben je te dicht bij de kachel geweest, dat je je been gebrand had. Ik dacht dat je moest blijven zitten op school, maar nu is het in huis wegens de brandwonden. Dat deed vast wel erge pijn. Gerard M. te D. Alweer zo'n lange brief. Dat komt zeker vanwege die mooie letters, Gerard Rietje H. uit S. Houd je zo van verhaaltjes lezen? Er komt nog wel eens een verhaaltje, hoor! Nellie H. te O. Kan je al goed zwemmen, Nellie? Fijn, dat je zo dicht bij het strand woont. Kun je nog wel harder zwemmen dan de vissen in de zee? Je staat in mijn grote familieboek opgeschreven. Miep S. uit Mei. Heb jij al kachelhout Miep? Dan is er vast een bruiloft op komst. Ik ben zover nog niet. De rest van de beantwoording der brie ven met de uitslag van de raadselwedstrijd volgende week. Tot schrijvens. TANTE MAR. meer. Dank aan de brandweer van alle nevengemeenten, die deden wat zij konden. Wij hebben gevraagd naar de oorzaak van het weigeren van de spuit en technici heb ben nu medegedeeld dat de spuit in zijn huidige toestand geen water kan geven. De Heer v. Es: Hr. de Voorz., Ik ben enigszins door Uw relaas teleurgesteld. De leiding van de brandweer heeft gefaald, waar ligt nu de fout, bij het personeel of bij het materiaal? Met de spuiten is niet ge oefend en dit is voor een nieuwe machine toch zeker noodzakelijk. Oefeningen bij dag en nacht, op alle mogelijke plaatsen. Hebben B, en W. ertoe meegewerkt dat deze oefeningen plaats vonden. Willen B. en W. in de kortst mogelijke tijd rapport uitbrengen over het brandweer-personeel en het materiaal. Vannacht kan immers weer hetzelfde gebeuren. Spr. stemde ermee in dat aan de andere gemeenten een woord van dank werd gebracht. Voorz.: Toen de spuit in Sept. hier kwam is er 2 maal geoefend, toen kwam de vorst Toen de brand uitbrak is de monteur dade lijk met de spuit op de kade verschenen. Hij ging echter niet. Dit ligt misschien aan onkundigheid van het personeel, door te weinig oefening. De brandweer vereist in elk geval reorganisatie. Een rapport zal worden opgesteld. De Heer v. Es: Het is mij opgevallen dat de brandweer uit nabuurgemeenten ge kleed was zoals 't behoort. Die mensen moeten op de moeilijke punten kunnen komen. Ik dring nogmaals aan, op een rapport. Wie heeft schuld, de gemeente of de brandweer? Een brandweerman moet zijn plicht kennen. Als onze spuit dadelijk gegaan had, was er misschien nog iets te redden geweest. Bij mij blijkt, dat er hier nonchalant met de brandweer gehandeld is. De Heer A. de Vos Jzn. heeft ook eens geconstateerd dat de spuit onklaar in de bergplaats stond. De Heer v. Oostende: Voorz.' Ik was als eerste bij de brand en zag de chaos van de brandweer. Zij konden niet eens een kraan op de waterleiding krijgen. Eer de vlam men oversloegen verliep een kwartier. Men liep heen en weer met slangen en het duurde 3 kwartier eer men op de water leiding water had. De geest in de brandweer deugt niet, de mensen liepen alsof ze op de paarden markt waren; kwajongens liepen met gum- mipakken aan, terwijl anderen in hun ge wone goed op een brandend dak zaten. Met de brandspuit zelf zijn we schandelijk verneukt, er moet nu weer een nieuwe motor in, dat zit in het drooglopen; deze spuit weigert als hij zijn water steil naar boven moet geven, 'k Sluit mij aan bij den Heer v. Es om geen geld te sparen, een goede brandweer te krijgen. Als alles dade lijk goed gewerkt had, had het nooit zo'n catastrophe geworden. Er zijn maar enkele mensen in de brandweer die hard gewerkt hebben, b.v. de gem.-werkers J. en P. de Vos en Dulleman. De Heer de Vos Azn.: Ik sluit mij bij den Fleer Oostende aan, er was geen leiding. Over kleding heb ik al eens een vraag ge steld, de kleding bleek er weer niet te zijn. Dit komt ter verantwoording van de opperbrandmeester. Ik ben het niet met' v. Oostende eens over de spuit. Aan de spuit is slechts een klein gebrek. Bij reor ganisatie moeten we ook jongens van 18-19 jaar hebben, die hart voor de zaak hebben. De Heer de Vos Jzn. merkte op dat er ook een betere loods moet komen. De Heer v. Es: Ik heb'destijds al gespro ken over het brandspuithuis. Men kon toen noodbergplaatsen krijgen. Er waren toen veel bezwaren; ik geef alsnog in overweging om een eigen brandspuithuis te krijgen. Op het hoekje in de Weipolder, daar ligt zelfs al een betonnen vloer onder. Voorz.: We zullen dit bekijken. Aan voorschot t.b.v. de bouwvereniging ter exploitatie van bouwgrond van eigenaar van Kempen zal 9175,89 worden uitge trokken. Dan vragen B. en W. aan de raad om een principebesluit te nemen dat in de Stoofstraat geen schuren meer zullen wor den gebouwd. De Heer v. Es stelde hierover de volgende vragén 1. Wat denken B. en W. te doen met het terrein van de afgebrande percelen? 2. Wat denken zij te doen met de ge bouwen die nog staan 3. Wat denken B. en W. te doen dat de zwaar gedupeerden hun bedrijf kunnen voortzetten. Op klein bedrijven kan met de uitkering van de verzekering nog geen nieuw gebouw worden geplaatst. B. en W. zou met af- geronde voorstellen moeten komen, even- tueel hierbij opgenomen of de varkenshok ken zullen verdwijnen. Voorz.: We zullen met de betrokken eigenaren een oplossing moeten zien te vinden. Om de hokken te doen verdwijnen zie ik nog geen oplossing. Er zal gelegenheid buiten dorp moeten komen om te bouwen, ik weet dat de mensen gedupeerd zijn, maar om er nu opnieuw schuren te laten bouwen. B. en W. moet dat kunnen ver bieden.

Krantenbank Zeeland

Opbouw | 1947 | | pagina 2