VOOR GOEREE EN OVERFLAKKEE J N ÏTRA gj O JESU MIJN es s3 es es es es es es es es es n land Iwerken Stille Zaterdag Boomplanting MEDITATIE VOOR foEN ZONDAG fiekring te dat op iKringkan- Jten zullen Irband met van 9-12 uur. uur. 1.30—5 uur. 1 tussen de kenbonnen Lie Agcnt- li gebracht. Jpend zijn: 30-4 uur. 1.30-12 en 1-26 April. Ilaart is in l margarine elheid bo- B, of C.- met de |-industrie, door de Indstoffcn. |ril zal ter het vet- bepen ver- oeveelheid leeschbon van het Nederland Lnt slechts [productie, loeveelheid Lrden. Uit pankoopen gevolgen |De extra- veertien en ouder Aanwijzing j a.s. - ko- leeschrant- Ik zal zijn- ]iet behulp voorraad |en import lis rantsoen lrloopig te de zomer binnenland lugkeerend In tijd met 1150 gram gehouden louw- goed begen. kchik- 1 AN. A 99 IOET Bijbel te [>er 1 Me Ie. er School [ïmelsdijk. kpril tot Lpril Sypkens- Ier te lL groot c.A. in iorthoek. 153 /enbage irukker'l iddelharui» ^vSTS^JaT VRIJDAG 4 April 1947 Prijs per kwartaal f 1.50 Losse nummers 0.15 OPBOUW Tweede jaargang - No. 91 Adres der redactie en Ad ministratie Voorstr. A 239 J||g||ljfc>stbus 14 Advertentieprijs 12 cent per H BffiV Middelharnis iel. No. 332 aanzienlijke korting CHRISTELIJK NATIONAAL STREEKBLAD Dinsdag en Vrijdag Qommisste van Redactie i Ds W. Anker, W. A. de Bakker, N. v. d, Brugge, A. van Eek, C. Edewaard, Mr. J. J, Groeneveld. Ds. N. de Jong, C. P. Kijkuit, C. M. Vogelaar. JV jBSB^ Nu vandaag eens geen actueel kerkelijk, maatschappelijk, politiek Artikel op deze plaats; geen luid rumoer over landbouw, arbeid, berechting, brug - etc., doch van daag in bijzondere zin „stille Zaterdag". Zeker, in de eerste plaats stilte, en stilte betekent bezinning! Want onze gewone hoofdartikelen zijn wel erg belangrijk, het wijzen op de actuele problemen en hun mogelijke oplossing op allerlei gebied is onmisbaar, maar toch is het juist in het rumoer en in de zeer grote verwarring van deze tijd zeer noodzakelijk om ons iedere keer weer ernstig te bezinnen - even stil te staan en te herademen - d.i. als christenen in de stilte nieuwe kracht te putten uit den levenden God. En wanneer ik dit zó zeg, voelen we het dadelijk: dit is niet alleen een telkens terug grijpen op onze „beginselen", die we bijna - zoals de oude Latijnen - als een soort huisgoden op onze schoorsteenmantel heb ben gezet, om er dagelijks een knieval voor te maken (want wij kunnen met een vracht principes, waarvoor we gloeiend warm lopen, juist dien levenden God zelf nog missen), doch deze bezinning is- een terug vluchten, een persoonlijk gaan naar Jezus Christus zelf. En dat is geen abstracte handeling, also hiermee de dagelijkse moeilijkheden opzij geschoven worden en de christen hier in eens een mens wordt die alle werkelijk heidszin mist, maar deze bezinning is juist midden in het rumoer van heden, op de meest conreie levensbodem gaan staan, die er is. Het is in de wedloop der machten in de lucht, die zich in de machten op onze aarde openbaart, even stilstaan bij de wer kelijkheid dat er één Koning is, „die ook gestorven is, die ook in het graf gelegen heeft". Dit is het eerste van de stille bezinning op stille Zaterdag. Het tweede is dit: Wij moeten ons door die stilte van de stille Zaterdag niet laten misleiden. Zeker, wij behoren wel heel ernstig stil te staan in het einde van de Lijdenstijd, en door alles heen, te blikken op den Koning die ook in het graf gelegen heeft, maar wij moeten niet denken dat het in dat graf zelf stil is geweest in de zin van rust en vrede, in de zin van het nu eindelijk af zijn van alle slagen, pijnen, bespotting, zielsver- scheuring; de Begravene die op de stille Zaterdag in het nieuwe graf gelegen heelt, heelt daar geen „stilte genoten", maar Hij heett daar de verschrikking van het graf en de vreselijkheid van de ontbinding zelf ondergaan. Nu komen we weer terug op alle actuali teiten van het leven van vandaag. Hoe komt het dat wij op deze plaats van het Hoofdartikel telkens zo vasthoudend strij den moeten, dat wij vijandige machten „te keer" moeten gaan, dat wij richting moeten geven, dat wij „opbouwend"schrijven moeten Dat komt omdat deze verwarring waar wij midden in staan en waar maar heel weinig mensen de vaste lijn in kunnen terugvinden, het komt omdat de destruc tieve machten die we overal ontdekken, ons heel duidelijk zeggen dat deze wereld zelf „in staat van ontbinding is". Vandaag staan wij aan het graf van Jezus, maar bij alle stilte van de stille Zaterdag weten wij dat daar in dat graf het geweldige proces der ontbinding plaats vindt; wij weten meerwij weten, (omdat wij bij het graf van Christus staan), dat in deze spe lonk, de ontbinding van de ganse wereld, zich in dezen énen Begravene concentreert, de ontbinding, ook van de wereld van van daag. En weten dat Jezus Christus begraven is, dat is: weten dat daar de Borg begraven is; en daarin alleen vinden wij in onze stille bezinning op deze stille Zaterdag, onze moed, ons vertrouwen, onze hoop, want in de wetenschap dat de Begravene „Borg" is, mogen wij verzekerd zijn, dat onze Heiland de ontbinding ingegaan is, opdat onze O Jesu mijn, Dat in Uw leed gebonden, Ook mijne zonden wondden Uw heiligheid, o Heer, Dat Gij hebt willen dragen Ons aller, aller plagen, Ik vat het niet, o Heer, Ook ik U zo deed kermen Alsof er geen ontfermen Was in den hemel meer! 'k Lig bij Uw kruis gebogen 'k Zie 't licht weer uit den hooge Doorheerlijken Uw nacht! Neem mij in Uw ontfermen, Nu 't zondeleed doet kermen, Waarin 'k mij zelve bracht. Mij is geen troost gebleven, Mij is geen vreugd te geven Dan van Uw: 't Is volbracht! A. WAPENAAR. wereld van haar ontbinding zou worden bevrijd. „Bevrijd" - ja, in dat graf zelf is. het inderdaad niet stil gebleven, maar daarin zijn engelen verschenen, die de lijkdoeken van Jezus Christus hebben afgenomen - in de hof van Jozef van Arimathea is de kracht van den levenden God en Vader zelf ver schenen die Zijn, aan de ontbinding over gegeven Zoon, uit de dood heeft opge wekt, - die Pasen bewerkt heeft! En daarmee is ons de zekere garantie gegeven dat deze wereld inderdaad van haar ontbinding bevrijd zal worden, want dat er een nieuwe aarde zal komen en dat daarop „gerechtigheid" zal wonen! Wat zijn wij in deze chaotische tijden dik wijls wanhopig. Hoe vaak denken wij niet in deze grillige en dreigende wederopbouw- tijd dat er niets van terecht komt. In de ontbinding die dwars door de mensen heen werkt en om ons heen waart, hebben wij vaak geen uitzicht. Wat strijden wij vaak ongelovig (ook met de pen!), door te ver geten om voorbij al ónze „beginselen", Stil te staan bij Hem die op de'Stille Zater dag in het graf gelegen heeft. Deze wanhoop en1 uitzichtloosheid, ten slotte deze ongelovigheid, wordt ons door het gekomen en komende Paasfeest ver boden Mét groot enthousiasme werd er j.l. Donderdagmiddag door de schooljeugd van Middelharnis een aanvang gemaakt met de beplanting van Elzenstruiken langs de weg Nieuwe TongeMiddelharnis. Een feestdag en een historisch gebeuren noemde de Burgemeester van Middelharnis het, toen hij de jeugd vooraf toesprak. Burgemeester schetste de vernieling door de Duitsers en bracht hulde aan de Prov. Waterstaat die de beplanting zo vlug weer mogelijk had gemaakt. Op geestige wijze Vergeleek hij de kaalheid van het land met de kaalheid van een bejaarde heer. Hij wees er met nadruk de jeugd op dat ze mochten planten om mee te bouwen aan den bloei van Flakkee, waaraan zij ook later in anderen zin mochten bouwen. Burgemees ter zei dat het niet de bedoeling was om het geplante boompje straks te gaan be schadigen, maar om het te beschermen, door het met rust te laten en groot te laten worden. Daarna toog de jeugd onder hoede van het onderwijzend personeel ijverig aan het j werk, terwijl het personeel van de Rijks- waterstaat aanwijzingen gaf hoe moest worden geplant. Ook de Flakkeese Gemeenschap toonde voor dit werk haar belangstelling. De C.C.D. ontdekte clandestien ge slachte koe in een schoonheidssalon. Ambtenaren van den C.C.D. ontdekten in een kelder onder een schoonheidssalon te Amsterdam een vrijwel compleet ge slacht rund, dat zeer waarschijnlijk ter plaatse was geslacht. De trap, welke van de zaak naar den kelder voerde, bleek ver stevigd; van een planken schot was een soort loopbrug gemaakt, waardoor het mogelijk was een koe via den salon in den kelder te brengen. Zaag, messen, weeg schaal en pakpapier droegen er toe bij den indruk te vestigen, dat men zich in een slagerij bevond. De eigenaaf van den salon verklaarde den keider te hebben verhuurd aan een per soon, wiens naam hij niet wenschte te noemen. Hij werd in hechtenis gesteld. Ruim 250 kg vleesch, vet, beenderen en afvallen, benevens de slagersattributen werden in beslag genomen. LANDBOUWMEDEDEELINGEN. In verband met het gebrek aan arbeids krachten blijft de gelegenheid opengesteld om met eigen volk de grond langs de water gangen op te ruimen. Men geve dit op aan de betrokken Cultuurmaatschappij of vrage inlichtingen op ons kantoor. In slappe tijden op het bedrijf kan men hierdoor zijn arbeidskrachten productief maken. De uitbetaling vindt plaats direct na op levering van het werk. Heeft men geen gelegenheid de grond op te ruimen dan zaaie men waar dit mogelijk is, de grond weer in met een of ander gewas. Rijksdienst voor Landbouwherstel. Marktveld 38, Sommelsdijk. v Telefoon 340. Hij is hier niet, maar Hij is opgestaan. Luk. 24 6a. Bij het ledige graf spraken engelen tot Zoekende vrouwen. Waar teleurstelling en droefheid om de ledigheid van het graf gevonden werd, werd de engelen bood- I schap van de Paasdag gehoord. Als engelen dit doen is het veelal een moeten, omdat het ongeloof in die ochtend- stond welig tierde. Er is plaats voor grote verwondering, wanneer discipelen en dis- cipelinnen teleurgesteld zijn over dit heer lijke ledig-zijn van Jezus graf. Voorwaar geen compliment aan het adres van 's Heren Kerk, wanneer deze dienst des Woords noodzakelijk is gewor den door de grote blindheid en traagheid van vrouwen, die twijfelmoedig werden door dat, wat slechts tot bevestiging diende om de beloften te verzegelen. Want dit Woord der Engelen moest beschamen al dat ongelovig zoeken met volkomen negeren van de gegeven beloften. Hij is hier niet. Waar zij Hem zochten was Hij Gode zij dank niet, want zouden zij Hem daar vinden, wel al hun geloven in Hem was tevergeefs geweest. Het geloof in een dode Jezus heeft geen bestaansrecht, want dat zal eindigen in ondergang en verderf. Ook op deze Paasdagen moet de wacht nu niet door engelen maar door dienaren des Woords betrokken worden om te getuigen van het niet hier-zijn van Jezus Christus. Wat zoekt gij de levende bij de doden moet gezegd worden tot een kerk, die altijd weer gereed is in het graf dezer wereld te zoeken, waar toch niet te vinden is. j Wat een zoeken, waarop teleurstelling moet komen omdat het hart niet is waar I haar schat alleen is. I Want als Jezus hier -in de aarde en in het graf niet is, hoe zal dan gevonden kun nen worden door gelovigen iets anders als teleurstelling en droefheid in hun aardse Zoeken. Het geloof kan niet leven uit een dode wereld, van werkheiligheid, zoals vrouwen met al hun dienende zorg van Jezus lijk vast zijn gelopen op het: Hij is hier niet. Dat baart teleurstelling en twijfelmoe digheid, doch wil bepalen op het Wonder van het Paasgebeuren: maar Hij is opge staan. I Opgestaan uit het graf der zonden en gekomen tot het leven uit de dood, waarin geen verderf en ondergang te vinden is. Opgestaan naar de Schrift, opdat daar door het waarachtige geloof in Hem niet ijdel zal zijn. In het waar zijn van Christus opstanding is de waarheid en betrouwheid van het geloof in Hem geankerd. Indien Christus niet opgewekt is, zo is Uw geloof tevergeefs, zo zijt gij nog in uw zonden. (1 Cor. 15 17). Gode zij dank, dat op de Paasdag open lijk en zeker de opstanding van Christus naar de Schriften verkondigd wordt, opdat discipelen en discipelinnen in hun blind heid en in hun traagheid indachtig mogen worden aan de rijkdom van Zijn opstan ding tot hun rechtvaardigmaking. I O'plaat. A. H. S.

Krantenbank Zeeland

Opbouw | 1947 | | pagina 1