Burgemeester Brinkman leidt zijn eerste raadsvergadering
op Stad aan 't Haringvliet
DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN KOPPIE KOPIJ
Stad krijgt een kleuterschool
Na opening met gebed, leest de Voorz.
de notulen, welke onveranderd worden
vastgesteld. De Voorzitter spreekt vooraf
de hoop uit dat er tussen de Raad en hem
nu een voortdurend een goede geest en
hechte wil tot samenwerking in het ge
meenschappelijk gemeentebelang zal zijn.
Persoonlijk zal hij de heren Raadsleden
gaarne in ongedwongen sfeer aan huis
ontvangen.
Ingekomen is een dankbetuiging van het
Prinselijk gezin, voor de felicitatie, ontvan
gen tijdens de Blijde Gebeurtenis op
Soestdijk.
Een schrijven van het °rovinciaal Bestuur
van Zuid-Holland, dat de Burg.-salarissen
met 10 worden verhoogd.
Een brief van de Bank van Nederlandse
Gemeenten om verhoging van het honora
rium voor controle Kas, Gemeente-ontv.
enz. Hiermee gaat de Raad accoord.
Stichting Centrum Kraamhulp heeft zijn
bekende subsidieverzoek ingezonden.
VoorzitterB. en W. hebben dit bespro
ken en zagen het liever in handen van het
Groene Kruis.
De heer Saarloos informeert of het
Groene Kruis er aan subsidieert. Als we
het Groene Kruis rechtstreeks steunen, is
dit toch ook goed.
VoorzitterB. en W. zijn dit ook van
mening en wachten dan ook wel een derge
lijk voorstel van het Groene Kruis.
De heer Kreeft is van mening dat tot
elke prijs aan deze Stichting steun moet
worden verleend. Spr. stelt voor het voor
beeld van de gemeente Nieuwe Tonge na
te volgen en de gevraagde subsidie te
verlenen.
De heer A. v. Biert vraagt of het aantal
cursisten is uitgebreid; waarom is er nu
eigenlijk zoveel geld nodig, heeft de
Stichting bestaansrecht. Spr. gaf ook liever
steun via het Groene Kruis.
Weth. Soldaat staat eveneens op dit
standpunt. De steun aan het Groene Kruis
kan desnoods worden verhoogd.
De heer Kreeft: Er wordt langs een om
weg gepraat. Men moet deze zaak zien als
een taak van groot belang. Ik acht het fout
als men dit via het Groene Kruis wil
subsidiëren. Spr. vindt de toestand bij de
geboorte van kinderen bij onvermogenden
zeer precair en daarom moet deze Stichting
in het leven gehouden worden.
Besloten wordt afwijzend te beschikken.
Het Comité „Stichting Kleuterschool'
waar gebeden en gedankt wordt bij aanvang ging van onroerend goed heeft zijn jaarver
en bij einde. 90 van de bevolking is hier
orthodox.
De heer A. v. Biert meent dat er niet met
de Kerkeraden over gesproken is; alleen
als ondertekenaar staat Ds. Vink no. 1 op
de lijst.
De heer Koppenaal vindt het verzoek wat
voorbarig. Eerst had overlegd kunnen wor
den met alle groepen.
De Voorzitter was verheugd toen het
verzoek binnenkwam en hij dacht dat in
Stad geen rumoer rondom de Kleuterschool
zou komen waarop de heer Kreeft interrup-
peert: „Dat komt hier ook".
Weth. Soldaat zou het toejuichen wanneer
er een school kwam van alle gezindten.
Het verzoek is eigenlijk te heet van 't vuur
gekomen. Als het verzoek echter op breden
grondslag ligt, verklaart hij zich geen
tegenstander. Gelukkiger was het geweest
als er ook een paar vertegenwoordigers van
de Bijzondere School in hadden gezeten.
Rust in de gemeente is overigen? ook veel
waard.
Weth
slag aan de gemeente ter inzage gezonden.
De heer Kreeft voegt eraan toe dat het
ledenaantal na de bevrijding sterk gestegen
is.
Tot ambtenaar van den Burgerlijken St.
wordt de Burgemeester met alg. stemmen
gekozen, welke deze benoeming in dank
aanvaard.
De heer L. Braber Bzn. heeft ontslag
gevraagd als lid Commissie tot Wering van
Schoolverzuim.
De Voorzitter stelt als candidaat voor
deze vacature: 1. Brandmeester A. Roos en
2. Wethouder Soldaat.
Met 4 tegen 3 stemmen wordt de heer
A. E. Soldaat gekozen.
Mej. v. Acker, onderwijzeres aan de
Openbare School, heeft een verzoek inge
diend om eervol ontslag per 1 April 1947;
hierdoor zou de heer Wieringa benoemd
kunnen worden als vast onderwijzer. Met
algemene stemmen wordt het gevraagde
ontslag verleend.
I De heer Saarloos informeert of er geen
Braber zegt dat het een school moeilijkheden zullen komen als de onder-
wordt op Chr. grondslag, maar dat het de
bedoeling is hem in breden kring uit te
breiden.
De heer Kreeft: Saarloos verweet mij dat
ik er een politiek zaakje van wou maken,
maar ik zeg het is een kerkelijk zaakje, om
mensen te trekken bij hun idee. Er zijn
personen die dit niet zullen nemen. Ga
niet op die weg voort, want het leidt tot
strijd. Ons dorp is niet voor 90 orthodox.
Ik ben het ook niet met Weth. Soldaat eens,
ik wil geen rustige gemeente, er moet veel
omgaan, dan gaat het goed. Ik bracht het
onderwijs aan het rollen en nu wordt er
met mijn kalf geploegd en de zaak wordt
beïnvloed op een manier die mij tegenstaat.
De kleuters hebben geen Chr. onderwijs
nodig, ze snappen daar nog niets van. De
1 enigste oplossing is het comité opnieuw
formeren, dan pas beslissen en toestemming
geven.
I Weth. Soldaat: Ik heb liever dat er geen
strijd gevoerd wordt over kleuteronderwijs,
dat bedoel ik met rust in- de gemeente,
j De heer A. v. Biert bestrijdt het gezegde
van den heèr Kreeft, dat een kind niets
snapt van de Bijbel. Als het niet baat, dan
schaadt het niet ook, dus dat hebben allen
dan voor. Als de kinderen van Kreeft het
niet snappen, is het voor hen niet schadelijk,
j Spr. kan niet begrijpen, dat de Stadse
voor.
Met de stem van Kreeft tegen, wordt het
verzoek dan ingewilligd.
De Landarbeidersvereniging tot verkrij-
bevolking, die voor 90 kerks is, bezwaar
vraagt de lokalen van de Lagere School, zou hebben tegen stichting van deze school,
om onderwijs te geven aan de kleuters. 1 xVeth. Soldaat: Het is een Algem. School
De Voorzitter heeft zich verstaan met met een Qjr, inslag en daarom ben ik er
den Inspecteur van het Onderwijs of er
geen schade kon voortvloeien in het geven
van onderwijs nabij scholen voor gevorder
den. De Inspecteur heeft dit echter gunstig
beantwoord, zodat er in dit opzicht geen
bezwaar is.
De heer Kreeft brengt naar voren dat hij
steeds de man geweest is die aangedrongen
heeft op kleuteronderwijs enz. Het ver
wondert hem nu dat de Burgemeester zo
maar deze stichting als voortkomende uit
de gehele bevolking, aanvaardt. In het Comi
té zijn er geen te vinden van de Openbare
School. De aanvragers zijn kerkelijke
figuren die niets met het onderwijs te
maken hebben. Ik wens U er geluk mee,
Voorzitter, maar willen we niet tot de oude
schoolstrijd komen, dan zullen we dit stuk
terug moeten wijzen en wachten tot er een
verzoek komt van een comité uit alle
groeperingen. Als straks het kleuteronder
wijs verplichtend wordt, komen we weer
voor moeilijkheden.
De heer Saarloos betreurt het dat de heer
Kreeft er een politiek zaakje van maakt,
want dit is onjuist. De opmerking, dat
iemand, die een roeping heeft in de Kerk,
niets met het onderwijs te maken heeft, is
ook fout. Hier in Stad is 90 van de
bevolking kerks, ik snap daarom niet dat
men erop tegen kan zijn, als men nog gelooft
in een God, dat er een school gesticht wordt
wijzer, die nu in militairen dienst is, terug
komt.
De Voorzitter heeft in overleg met het
Hoofd der School, den heer Wieringa, en
den Inspecteur, hiervoor een bevredigende
regeling gevonden. De Raad benoemde daar-
ra de heer Wieringa als vaste onderwijzer.
Tot definitief afgevaardigde voor de
F.G. wordt de Burgemeester benoemd.
De heer Kreeft wenst zich te onthouden
van stemming.
Het schoolgeldbedrag voor de Openbare
School wordt 'vastgesteld op 1003,
Vastgesteld wordt ook de rekening Burg.
Armbestuur 1947. De Hondenbelasting
brengt 168,op. Verhoging wordt nog
niet toegepast. -
Op Gemeentebegroting '46 wordt een
wijziging aangebracht voor enkele posten,
tezamen voor een bedrag van 2500,
Het salaris van Mej. v. Nierop wordt met
algem. stemmen gebracht van 150,op
200,—.
De heer A. v. Biert vraagt verhoging van
het salaris van Huizer, de klokkewinder.
Voorgesteld wordt ook aan deze man
30 verhoging te geven.
B. en W. vraagt machtiging tot votering
van 10,voor een taart, geschonken aan
de familie v. d. Mast tijdens hun 60-jarig
jubileum.
De feestelijkheden tijdens de geboorte
van een Prinses plus geschenken aan de
schoolkinderen, eisen ook nog enkele gelden
Aan beide verzoeken geeft de Raad haar
goedkeuring.
Rondvraag.
De heer Koppenaal vraagt hoe het staat
met de brandspuit en met de kaai.
Voorzitter: Dit is een onaangename zaak,
ik zou dit gaarne in een volgende vergade
ring behandelen, als het besproken is in
Den Haag. Betreffende de kaai, is de heer
Dijkers met het onderzoek bezig. Er zullen
eerst boringen plaats moeten vinden, waar
waarschijnlijk deze week een aanvang mee
wordt gemaakt. Spr. voorziet echter een
mogelijkheid, dat als de brug er komt, de
kosten van de haven lager kunnen zijn.
Verschillende Raadsleden brengen hierop
met nadruk naar voren, dat de haven er
moet komen, ten koste van alles en vóór
dat de brug er is.
De Voorzitter deelt hierop mede, dat het
slechts een idee van hem is en dat B. en W.
zeer zeker niet het werk stagneert.
De heer Kreeft vraagt of er niet een plaat
selijke prijzencommissie moet worden in
gesteld.
De Voorzitter zegt toe dit in een volgende
vergadering naar voren te brengen.
De heer Kreeft vraagt voorts ook of de
Burgemeester al eens heeft nagedacht over
het vormen van een adviescommissie bij het
vorderen van woningen enz.
De Voorzitter antwoordt, dat de zaak tot
nu toe vrij aardig gelopen heeft. B. en W.
is wel van oordeel dat deze kwestie te zijner
tijd zal moeten worden aangepakt, maar.
het loopt nu nog.
Verder informeert de heer Kreeft naar
het uitdiepen van de Molenkreek. Deze
Zaak eist wel aandacht.
De Voorzitter zegt toe dit op te nemen
met de Heide-Mij.
De heer Saarloos informeert naar de
vorderingen ten aanzien van de klok.
De Voorzitter heeft geschreven naar
Heiligerlee; de klok kon echter met het
vriesweer niet gegoten worden. Zodra de
dooi 'invalt, wordt ze verwacht.
De heer T. v. Biert Tzn. klaagt erover
dat het Distributie-personeel bij Peekstok
zit, dit brengt voor deze mensen onnodige
kosten mede.
De Voorzitter ziet dit ook wel in, maar
heeft geen ander gebouw. Het originele
vertrekje aan de School zal worden opge
knapt, dan kunnen ze daar weer in.
Hierna wordt de vergadering opgeheven.
Voedernormen voor de periode van
16 Maart - 12 April 1947.
Voor landbouwwerkpaarden, aangehou
den op bedrijven met 10 of meer bouw
land, waarop geen haver geteeld is, maxi
maal 100 kg paardenvoer. Voor de overige
dieren gelden dezelfde voedernormen als
in de voorgaande periode.
Pluimveehouders, die tot nu toe niet
voor een voedertoewijzing in aanmerking
kwamen omdat zij in 1946 niet aan hun
verplichting tot inleveren van eieren heb
ben voldaan, kunnen met ingang van de
nieuwe periode pluimveevoeder ontvangen,
indien zij hun hoofd- of nevenberoep in
den landbouw hebben en gerechtigd zijn
om meer dan 10 stuks pluimvee aan te
houden.
En daar lag de arme Koppie Kopij, aan handen en voeten gebonden; in de halfdonkere kelder van het
verlaten huis vlak bij de zee. Hij hoorde hoe ergens boven hem een deur dichtsloeg en daarna de motor
van een auto; een signaal van de claxon en toen was het stil. Koppie probeerde te bedenken wat hij nu moest
beginnen. Hij moest zien los te komen, ja, maar hoe? Hij kon zich haast niet bewegen. Als hij eens pro
beerde bij die kistjes te komen, dan kon hij misschien het touw aan een van de randen doorschuren. Koppie
rukte en wrong met zijn lichaam en zijn benen en zijn ellebogen, net zo lang tot hij zijn polsen bij de rand
van een van de kistjes kon brengen en toen schuurde hij met het touw heen en weer. Erg gemakkelijk
ging het niet, maar toch moest het zo; want een andere manier om los te komen, wist hij niet. Opeens
moest hij lachen. Het was toch eigenlijk wel gek, dat hij hier lag, vlak naast de door de bankrovers gestolen
kistjes goud! Wat zou meneer Brom glunderen als dat verhaal in de krant kwam. En wat zou meneer
Pieter Primeur nijdig zijn, dat hij, Koppie Kopij, dat verhaal kori vertellen! Plotseling hield Koppie op
met schuren. Hij luisterde scherp. Had hij iemand horen roepen? Ja, daar was het weer. „Koppie, waar
Zit je, Koppiehoorde hij nu duidelijk roepen. En hij hoorde nu ook iemand lopen. Ergens in het huis