OPBOUW r id 9 S. het lage. >sie jliik het Jn- in- 3SIE lhet No. 79. 21 Februari 1947 TWEEDE BLAD Denk aan onze militairen Raadsvergadering te Sommelsdijk i v. MEDITATIE VOOR DEN ZONDAG Het eigen huis des pik. en cing lend der a n- net. die of leren. let te |t het be- aden ^prif dit |ere al- STEUNT „PRO-REGE". Een gevolg van de bevrijding van Duitsch geweld is de wederopbouw van ons leger. Vele van onze beste Nederlanders meldden zich daartoe vrijwillig aan, andere geoefen- den werden weder in dienst geroepen, ten slotte worden lichtingsgewijze onze jongens ingelijfd, om, wat God verhoede, onze hoogste volksgoederen te kunnen verdedi gen, wanneer ooit weer een vreemde hand mocht trachten de schendende hand uit te steken naar ons geliefd Vaderland. Wij ontkennen niet de offers, die velen, geroepen zijn, opnieuw te brengen in het belang van ons Vaderland. Wie God dankt voor de verkregen Vrij heid, zal ook deze roeping zien als een noodzakelijke plicht. Ons geheele volk moet echter beleven, dat onze militairen, die offers brengen voor ons geheele volk, voor onze vrijheid, voor de toekomst van onze kinderen aanspraak mogen maken op onze geestelijke en mo- reele steun. Het offer, dat zij brengen, brengen zij voor ons. Vandaar, dat we hartelijk waardeeren allen arbeid, die gedaan wordt ten bate van onze militairen. In dit verband vestigen we de aandacht op de oude, bekende Ned. Militaire Bond „Pro-Rege". Deze vereeniging werkt in federatief verband samen met de Christen- officieren en onderofficieren-vereenigingen. Voor den bouw van Chr. Militaire te huizen zijn enorme bedragen noodig. Wat een zegen hebben deze tehuizen gebracht voor onze mannen en jongens, die vaak in een geheel vreemde omgeving daar hun „thuis" gevonden hebben, daar door ont spanning en lectuur zich verpoosd hebben en 's avonds met elkander den dag sloten door Schriftlezing en dankgebed. Onze tehuizen moeten monumenten worden van Nederlandsche dankbaarheid. Ze moeten door hun gezellige interieurs de spelen, de bibliotheken „onze" jongens en mannen trekken. Ze moeten daar eeniger- mate, doch zoo goed mogelijk, terug vinden wat ze aan huiselijke gezelligheid moeten missen. Voorts wil Pro-Rege alle recruten in speciale samenkomsten ontvangen en hen instrueeren op wat hen te wachten staat. Men kan dan met geestverwanten kennis maken en vriendschap sluiten. Na de bevrijding heeft Pro-Rege een nieuwe taak opgenomen, n.l. het contact opnemen met achtergelaten betrekkingen van onze mannen en jongens, die in Indie zijn. Vele achtergebleven vrouwen en meis jes hebben het o zoo moeilijk, zoowel stoffelijk, geestelijk ais moreel. Door het oprichten van damescomité's wil men de achtergeblevenen met alle ten dienste staande middelen helpen en bijstaan. Nu op Flakkee de actie voor dit doel gaat beginnen, wekken we allen op „Pro-Rege" door hun lidmaatschap te steunen. Men sta boeken af voor onze mannen, terwijl alles welkom is wat de gezelligheid voor de militairen kan verhoogen. Meer dan ooit moeten wij onze roeping verstaan. Scharen we ons allen onder de Kruis banier. Het schoolplein uitgebreid. Klachten over de pers. Voorzitter Burgemeester Rijnders. Afwezig Grootenboer en Edewaard. De Voorz. opent met gebed, waarna hij even stil staat bij het heuglijk feit van j.l. Dinsdag: de geboorte van een Prinses. Besloten wordt om een telegram aan het Prinselijk gezin te zenden. De notulen worden na lezing onveran derd vastgesteld. Onder de ingekomen stukken bevindt zich o.m. een schrijven van Stichting Kraamhulp. B. en W. stellen voor dit in handen te stellen van het Burgerlijk Arm bestuur. De heer Blok is van mening dat be handeling wel tot competentie van de Raad behoort. De Voorz. zegt hierop dat Sommelsdijk al veel in deze richting gedaan heeft. Deze instelling is geen plaatselijk belang, maar streekbelang. De gemeente zou subsidie kunnen geven bij een tekort voor werkelijke gevallen. De heer Blok vindt deze redenering in consequent. We besloten gelden te voteren voor toetreding tot de F. G., een instelling die ook streekbelangen behartigt, dit komt niet met uw woorden overeen. Als we Ket afschuiven naar Burg. Armbestuur, dan kan dit voor de Stichting funest zijn. Voorz. zegt toe, overleg te plegen met het Burg. Armbestuur en het resultaat de raad 'mede te delen. Van de Oudercommissie is een schrijven ontvangen, om de tuin van het Hoofd dei- School bij de speelplaats te trekken. B. en W. adviseert i.v.m. de slechte financiën afwijzend te beschikken. De heer Van Nimwegen informeert wat de kosten hiervan zullen zijn. Bij de andere school is de zaak allang in orde, waarom gaat het hier zo langzaam? Voorz. zegt dat eerst het begrotings tekort moet wordeni goedgekeurd. De heer Blok zegt dat de heer Boerboom zelf de tuin af wil staan, hij vindt dat dit het overwegen waard is. Voorz.: hr. Blok, vroeger was het plein groot, nu is het klein. Vroeger waren wij rijk, nu zijn wij arm. Daar draait alles om. B. en W. meent dat, nu we van het Rijk afhankelijk zijn, dit als niet noodzakelijk moet worden beschouwd. De heer Mijs voelt ook sterk voor uit breiding. Geschat wordt dat dit 2.000, meer zou kosten. We kunnen deze ruimte dan desnoods zonder betegeling aanhouden. De heer Knape vraagt bf de ruimte per kind al eens is berekend. Hem lijkt het plein groot genoeg. De heer Blok meent voor het argument noodlijdendheid niet te moeten zwichten. Hij wil zich echter voorlopig tevreden stel len met het voorstel van den heer Mijs. Aldus wordt besloten. Een ciculaire van den Min van Kunsten en Wetenschappen, waarin voor komt dat op alle scholen bij lezen en Ned, taal bijbelstof mag worden behandeld, wordt door den Voorz. voorgelezen. Mededeling wordt gedaan dat de Raad een buitenkansje heeft gehad van 8.000, ten bate van rekening 1945. Van inwoner L. Troost is een schrijven binnengekomen, waarin hij klaagt over het werpen van vuil en allerlei zwijnerij door zijn buren, op zijn terrein. B. en W. zal dit voor de behandeling eerst nader moeten bezien. Naar aanleiding van dit, merkt de heer Blok op, dat er in de Krak nog diverse vuilverzamelplaatsen voorkomen. Ook dit zal de aandacht van B. en W. hebben. De heer Edewaard geeft schriftelijk ken nis dat hij vanwege werkzaamheden buiten Flakkee, als raadslid bedankt. Namens de Raad zal de Voorzitter dank uitbrengen voor hetgeen hij voor de ge meente Sommelsdijk heeft gedaan. Door Weth. Dijkers werden aan den Burgemeester de volgende vragen gesteld: 1. Is het den Burgemeester bekend dat in de plaatselijke pers (Opbouw en Flak- keesche Nieuwsbode) een zekere hetze ont wikkeld wordt tegen het wettig gezag, in de rubriek Ingezonden stukken met onder werp „Woningnood"; 2. Acht de Burgemeester het niet nood zakelijk in de Openbare Raadsvergadering deze zaak nader toe te lichten en recht te zetten; PSALM 127 3a. „Zv., de kinderen zijn een erf deel des Heeren." In deze week, waarin ons koninklijk huis en ons Nederlandse volk, verrijkt is met ons 4e prinsesje, plaatsen we deze woorden van Salomo boven onze Meditatie, d.w.z.: dat wij het Woord Gods naast deze blijde gebeurtenis leggen en dat wij ons dus uit de H. Schrift willen laten gezeggen wat de diepste en laatste betekenis van dezen 18den Februari is. Want waarin moet tenslotte onze blijd schap, onze dank, onze voorbede culmi neren? In de wetenschap dat ook dit prinsesje ons uit den Hemel, d.w.z.: uit loutere barmhartigheid geschonken is. Immers dit geldt ook voor het huis te Soestdijk: zolang God nog voortgaat met aan deze wereld kindertjes te schenken, geeft Hij daarin telkens een bewijs dat Hij ons nog niet definitief verlaten heeft. Ja, als wij zó dit woord uit Ps. 127 er bij lezen, zullen we in de eerste plaats ontzaglijk blij zijn - ook omdat we dan, midden in deze verworden tijd weer iets begrijpen misschien van de rijkdom van den kinder zegen. Het mooiste in het gezinsleven heeft deze moderne tijd, tot op het platteland toe, stuk gemaakt: daarom zijn we zo blij dat ons koninklijk gezin in Soestdijk midden in het Nederlandse volk een rijk gezin laat zien. De Schrift zegt: „Welgelukzalig is de man die een huis met kinderen heeft". En daarom zijn we ook zo dankbaar dat God ons gebed heeft verhoord, door alles in deze dagen voorspoedig te maken, en door ook dit erfstukje aan ons koninklijk hui§ en ons volk toe te vertrouwen. Maar daarom zullen we ook juist in deze dagen des te meer ons koninklijk huis en ons volk in het gebed gedenken, n.l.: of God ook in Soestdijk deze waarheid van Psalm 127, zó duidelijk neer wil schrijven, als een spreuk boven dit wiegje, dat het ook voor prinses Juliana en prins Bernhard, de andere prinsesjes in een kinderlijke vreugde, en niet in het minst voor onze geliefde Koningin, bij voortduur de hoogste blijdschap zij: te weten ook dit kindeke alleen door 's Heeren goedheid ontvangen te hebben - en dat dit ook in ons afge dwaalde Nederlandse volk in steeds breder kringen verstaan worde. En daarom zullen we ook juist dit nieuwe prinsesje zelf in onze voorbede betrekken -: of de Heere zelf dit „erfdeel" zó nabij wil zijn, dat het vervuld moge worden met dat erfgoed dat Hij in Zijn ygen Kind Jezus hier beneden bereid heeft, en dat dit prinsesje zo tot vreugde van haar ouders, als een sieraad van het Nederlandse volk, als een kind in „Het Koninkrijk" opgroeie. Het is de bede of God dit 4de erfstukje, zó op deze aarde geven wil, dat ons prinsesje zelf, straks een stukje van den Hemel erven mag. Herkingen. W. ANKER. 3. Acht de Burgemeester de houding van die pers niet zeer te betreuren, door het opnemen van gezagsondermijnende stukken gaat de goede verhouding tussen gemeentelijke Overheid en plaatselijke pers geheel verloren; 4. Is het niet mogelijk dat in de toe komst een prettige samenwerking tussen gemeentelijke Overheid en pers gewaar borgd worde met volledige erkenning van beider zelfstandigheid. Ik zou het zeer op prijs stellen als U die in de eerstvolgende openbare vergadering van den Raad wilde beantwoorden. Hierop antwoordde de Burg. dat hij niet in kon gaan op een pamflet van derg. vun- zigen inhoud, dat een leugenachtige voor stelling gaf van de feiten en slechts een stemming maakte tegen het gezag onder een bepaald deel der bevolking. Zeer mis noegd toonde spr. zich over het feit dat de plaatselijke bladen derg. grieven tegen het gezag in'hun kolommen opnamen. We hebben wel een democratische pers maar deze pers moet bedenken dat ook zij een grootse taak heeft in de opbouw van ons Nederland. De overheid worstelt fnet enorme problemen. Die problemen zijn groter dan het publiek zich over het al gemeen wel realiseert. Dit demonstreert zich voortdurend onder allerlei omstandigheden. De grote massa denkt nog evenals vóór den oorlog, zij houdt geen rekening met de totaal gewijzig de omstandigheden. Dat kom ik - om een voorbeeld te noemen - ook telkens tegen bij de distributie van woonruimte. Ook de pers moet zulks verstaan. Als Burgemeester vat ik mijn positie zo op, dat ik mij als overheidspersoon, noch tegenover ieder van de straat, noch tegenover de pers, ge roepen acht tot verantwoording van mijn daden. Ik wil samenwerken met erkenning en eerbiediging van ieders positie, mijn positie als gezagsdrager, de positie van de pers als zijnde de stem van het vrije volk. Wil de pers dat niet dan zal ik maatrege len moeten nemen om gezagsondermijning door die pers te voorkomen. Besloten wordt toe te treden tot dè ver eniging ter bevordering van verkrijging van onroerend góed door landarbeiders „Som melsdijk", gevestigd te Sommelsdijk. Een wijziging van de gemeente-begroting 1947 wordt aangenomen. Deze wortjt mede veroorzaakt door een post van 5.000, verdeeld ever 10 jaar* ter voorziening en verbouwing van woonruimte. De heer Mijs overziet de consequenties niet. Wordt er zodanig verbouwd, dat er dingen bedorven worden? Als we nu de overtuiging hebben dat het crediet gebruikt wordt om de moeilijk heden te verzachten. Voorz.: Daar gaat het juist om. Door de dienst gem. werken zal worden nagegaan of er dergelijke gevallen zijn. De heer Blok: Er zal toch geen verbete ring aangebracht kunnen worden zonder toestemming van den eigenaar? Voorz.: Binnen het besluit van de Woningvordering thans wel. Goedgekeurd wordt de instructie voor werklieden, ressorterende onder de dienst van den gemeente-werkman. In verband hiermee vraagt de heer Van Nirmvegzn om de brand weerslangen vlug op en van de toren te laten brengen. B. en W. zal dit bezien. Aangegaan wordt een kasgeldlening van 50.000,tegen l7/s Deze is geslaagd na zeer veel moeite. IV. Op welke wijze de Overheid en de Rohyp samen kunnen werken, kan het beste worden aangetoond met een citaat uit het boek „Woningbouw" van Dr. Ir. HG. van Beusekom, Inspecteur van de Volkshuis- o vesting in Algemenen Dienst. Hoewel dit boek reeds tijdens den oorlog is verschenen, blijkt uit de conferenties die de Directie van de Rohyp met de Departementen van Financiën en van Openbare Werken en van Wederopbouw heeft gehad, dat de gedachte samenwerking zich in de door v. Beusekom ontwikkelde richting beweegt. Hieronder volgt thans het bedoelde citaat: „De bouwkassen kunnen bijzondere be tekenis verkrijgen voor de financiering van de woningbouw na de oorlog. Hoewel omtrent deze financiering thans nog niets kan worden gezegd, staat wel vast, dat aan het Overheidscrediet zeer hoge eisen zullen worden gesteld. Het zal daarom een be- langrijke verlichting voor de schatkist betekenen, indien zoveel mogelijk particulier kapitaal bij de aanbouw van woningen wordt ingeschakeld. Naast de Hypotheekbanken en Belasting instituten en de vele particulieren, die gelden in de woningbouw beleggen, is er dus zeker ook behoefte aan de medewerking van de bouwkassen, die over grote kapitalen beschikken, waarmede zij duizenden spaar ders in het bezit kunnen stellen van een eigen woning. Hierbij doet zich echter een moeilijkheid voor. De spaarder bij een bouwkas is niet vrij in de keuze van het ogenblik, waarop het bouwkapitaal te zijner beschikking zal worden gesteld. Het kan dan ook voorko men, dat aan een spaarder een hypotheek wordt toegewezen op een moment, waarop hij daaraan geen behoefte heeft. Zo hebben tijdens de oorlogsjaren, toen niet kon wor den gebouwd, vele spaarders de hun toege wezen hypotheek niet opgenomen, omdat zij niet wisten, wat zij met het geld zouden moeten aanvangen. Omgekeerd kan het geval zich voordoen, dat een spaarder dringend behoefte heeft aan bouwkapitaal, doch dit niet kan ver krijgen omdat hij nog niet voor toewijzing (Vervolg pag. 4 le kolom.)

Krantenbank Zeeland

Opbouw | 1947 | | pagina 5