sra r H IJ VOOR GOEREE EN OVERFLAKKEE 18 Februari 1947 Dc Landbouw en de Ondernemingsbelasting Een prinses of een prins l Steunt Stichting 1940-45 De eerste foto van H.K.H. Prinses Maria Christina (Marijke) genomen door Z.K.H. Prins Bernhard zelf ,,Er is een prinsesje geboren!" Klinkt 't jubelend door Nederland. E?e klok beiert hoog uit de toren, De vlag waait van Oost-grens tot strand In het witte paleis in haar wiegje, Daar sluimert 't prinsesseke teer, En een prins en prinses zien vol liefde Op hun kleine lieveling neer. Beatrix, Ireen en Margrietje, Nee maar zeg, zijn die evéntjes blij, En de kleine Margriet zegt parmantig „Deze baby, die is van mij." Ireentje, die lacht er.eens fijntjes, Maar Trixje zegt heel bij de hand „Nee hoor Pietie, ons kleine zusje, Is met ons, van heel Nederland." En Nederlands kinderen vieren Vroolijk feest, met spel en met zang, En zij roepen; „ons lief prinsesje, Zij leve gelukkig en lang!" In Gods huis dankt een groote schare De Heer, die na lijden en druk, Wéér ons Nederland wou verblijden, Want Hij schonk ons dit groote geluk. VRIJDAG 21 Febr. 1947 |EI L BB jBk BBk J8F Tweede - No. Advertentieprijs 12 cent per H wÊsB^^ Middelharnis Tel. No. 332 aanzienlijke korting CHRISTELIJK NATIONAAL STREEKBLAD Dinsdag en Vrijdag Oommisüe van Redactie t Ds W. Anker, ,W. A. de Bakker, N. v. d. Brugge, A. van Eek, C. Edewaard, Mr. J. J, Groeneveld, Ds. N. de Jong, C. P. Kijkuit, C. M. Vogelaar. De landbouwers zullen er in de toekomst, wat de belastingheffing betreft, niet op vooruitgaan. Aan vele dingen kan een mens gewend raken, doch een telkens dieper ingrijpen dat telkens en telkens weer terug keert, door de fiscus, is wel om „zat" te worden. Lieve „moeders", die kunnen helpen zijn hier eenmaal niet, want vadertje Staat regeert en beslist. Vielen de land bouwers tot op heden vrij van de Onder nemingsbelasting, binnenkort zullen ook zij door het fiscale scheermes van de Onder nemingsbelasting worden geschoren. Bij Koninklijke Boodschap van 7 Juni '46 heeft de Regering een wetsontwerp aan hangig gemaakt om de redactie van art. 1, lid 2, van het Besluit op 'de Ondernemings belasting 1942 als volgt te doen luiden: „Als onderneming wordt beschouwd elke op het maken van winst gerichte zelfstandige, duurzaam bedoelde organi satie, welke aan het economisch verkeer deelneemt. Een zelfstandig uitgeoefend beroep in den zin van artikel 24 van het Besluit op de Inkomstenbelasting 1941 wordt niet als onderneming beschouwd." Deze verandering die (natuurlijk) weer geen verandering is die aanleiding geeft tot minder zware belastingheffing, zal naar schatting een bedrag opbrengen van onge veer 35 millioen. Nu zijn we de* laatste paar jaar wel wat gewoon geraakt aan het noemen van bedragen waarvan de werkelijke be tekenis niet tot ons doordrong (staatsschuld) maar dat deze bate weer een belangrijke fiscale prestatie van de belastingplichtigen zal vergen is duidelijk. Het hele geval komt dus hier op neer dat het landbouwbedrijf (steeds opgevat in den zin van art. 18 I. B. 1941) ook door de ondernemingsbelasting zal worden getroffen. Zoals bekend namen de landbouwbedrijven ten opzichte van deze belasting steeds een uitzonderlijke positie in. De Ministers,' die de genoemde verandering voorstellen, zijn van mening, dat voor deze uitzonderlijke positie geen deugdelijke redenen zijn aan te voeren Het wetsontwerp heeft dan ook ten doel.de fiscale gelijkstelling van alle bedrijven of het nu een landbouwbedrijf of een midden- standsbedrijf betreft. De Regering heeft zich afgevraagd of de eigen aard van het landbouwbedrijf een vrijstelling van deze belasting kan rechtvaardigen en wijst er dan op dat het feit, dat het spraakgebruik den landbouw niet tot de ondernemingen pleegt te rekenen, van geen betekenis is. De commerciële inslag openbaart zich bij het agrarisch bedrijf o.m. in de keuze van de te verbouwen producten, van deaan te houden en af te stoten bestanddelen van de vee stapel, van de zaden, van de meststoffen en van de voederpolitiek. Ideële eigenschappen, als toewijding aan het bedrijf en zin voor traditie, welke dikwijls bijzonder sterk naar voren treden en welke den landbouw een eigen, eervolle plaats in de samenleving hebben verzekerd, kunnen naar de mening van de ondergetekenden een vrijstelling van belasting bezwaarlijk motiveren. Aldus de M. v. T. Het blijkt hieruit wel duidelijk dat de landbouwers de langste tijd hebben gehad, waarin zij niet belastingplichtig waren voor de ondernemingsbelasting. Het is nu wel een aardige theoretische stelling om te beweren dat de belastingbetaler uiteindelijk toch zijn belasting in zijn prijzen doorbe rekent en de belasting weer op een ander afschuift. Zij, die echter in de praktijk werken, weten echter wel beter hoe of deze afwenteling plaats vindt. Inderdaad, de ondernemingsbelasting is een zakelijke belasting, die ten volle moet kunnen worden afgewenteld op de afnemers. Zij behoort dus in de prijzen te worden ingecalculeerd. Toch wordt ondanks deze stelling door de meeste belastingplichtigen deze belasting als een „winstbelasting" aangevoeld. De ondernemingsbelasting wordt be rekend naar de bedrijfsopbrengst en naar het bedrijfskapitaal, berekend overeen komstig de gegeven voorschriften in het Besluit op de Ondernemingsbelasting 1942. Het zou te v%r voeren om in een kort artikel als dit een uitvoerige beschouwing te geven betreffende de berekening van deze bedrijfsopbrengst en het bedrijfs kapitaal. Mogelijk wordt hier t.z.t. wanneer zulks nodig blijkt, nader op ingegaan. De landbouwers kunnen er zich echter op voorbereiden dat hun belastingplichten, die waarlijk reeds vele zijn, met de hierboven omschrevene zullen worden uitgebreid. de B. De hechte band waarmee Nederland en Oranje verenigd zijn, is deze week weer sterker geworden door de geboorte van een Prinses. Een prinses en geen prins. Sommigen schijnen hier enigszins door teleurgesteld. Zo hoorden wij van een gemeente die een aangekondigde raads vergadering niet gehouden had, omdat het maar een prinses was. Wij staan sterk afwijzend tegen zo'n houding. Denken wij even aan onze vorstin H.M. Koningin Wilhelmina. Was zij het niet, die in een bommen werper vap Engeland naar Amerika vloog om de Nederlandse belangen te behartigen? Was zif het niet, die onder de felste Duitse luchtaanvallen in Londen gezeteld bleef.? Geen koning kan meer liefde en moed voor zijn volk tonen. Een prinses of een prins, wij zijn blijde met onze nieuwe Oranjetelg. ÈmmM

Krantenbank Zeeland

Opbouw | 1947 | | pagina 1