Afscheid van Ds. A. A. van den Hoorn DUIVENRUBRIEK Zondag 16 Februari 1947 nam Ds. van den Hoorn, Geref. Predikant te Stad aan 't Haringvliet afscheid van zijn gemeente. Hij heeft namelijk het beroep naar Grams- bergen aangenomen. Mevrouw v. d. Hoorn was wegens ziekte verhinderd deze dienst bij te wonen. De scheidende predikant koos als tekst 2 Petrus 1 10 en 11. In zijn inleidend woord wees hij op de weemoed die in het komen en gaan van dit leven ligt. Van de menselijke kant bezien is het een gebroken levensgang, doch van Gods zijde bekeken niet. „Voor de laatste maal willen we samen zien wat niet vergaat, maar blijft. Er moge veel wisselen en vergaan; vast blijft wat des Vaders is. De gebrokenheid van het aardse voert ons naar God. Sprekend over zijn vertrek zei Ds.: „Zoals een aards bouwmeester tot het slagen van zijh bouw zijn arbeiders verplaatst, zo is het ook in het Koninkrijk Gods. Daarom zullen we niet over de mens gaan praten; dat geeft zo licht sensatie. Een afscheidswoord houdt de mensen het meest vast als het heen wijst 'naar God." De tekst omvat: „De roeping tot jagen naar Levensvastheid" En wel: 1. De inhovd van deze roeping. 2. Het bewarende in deze roeping. 3. De beloite op deze roeping. „Als Petrus deze brief schrijft doet hij dat aan mensen in geestelijke sluimering. Hij roept hen, vervuld van troostrijke ziels ervaringen hartstochtelijk op tot den Dienst van God. Daaraan zijn rijke voorrechten verbonden, maar deze rijkdom is ook te verliezen. Vandaar de vermaning van onze tekst. Zorgt tqch in deze tijd van verwarring voor vastheid en richting. Benaarstigt en beijvert U! Met deze woorden wil ik ook van u scheiden. Broeders en zusters be naarstigt u in het jagen naar geestelijke vastheid. Wij zijn te veel tevreden met een onvast leven. Men klaagt over weinig zekerheid. Ik heb er u altijd op gewezen: dat ligt niet aan God. Dan is daar het zelf beklag, maar er moet zelfbeschuldiging komen! We moeten ons afvragen: „Waar om heb ik dat nog niet?" Zo was het niet altijd een liefelijk woord, want gemis aan vastheid is gemis aan ijver, gebed en strijd. Er is vaak te weinig bewogenheid. En er is in het Koninkrijk Gods juist behoefte aan „vaste mensen", die dus houvast heb ben in de genade. Paulus: .ik ben ver zekerd. en Job: „Ik weet, mijn Verlosser leeft". Benaarstigt u, want deze vastheid is geen toegift, maar een deel van de genade." „Het was mij," aldus spr., „een vreugd te, getuigen van Gods Genade en Vrijmacht en te vermanen tot den ijver des geloofs. Prikkelen tot een werkzaam geloof was mijn doel. Gods roeping en verkiezing zijn vast in zichzelf: die kan geen mens losmaken. De sterke troost der verkiezing mogen Gods kinderen zich niet laten ontnemen. Die Hij verordineerd heeft, heeft Hij ook gercepen, gerechtvaardig den verheerlijkt. Ons anker moet geworpen worden in de rotsgrond: God. We beleven daarin evenwel dat het Woord Gods onze verantwoordelijkheid niet opheft. En deze verantwoordelijkheid vraagt om vermanen. Ik heb gesproken tot Tegenslagen? Welke zijn de meest voorkomende tegen slagen tijdens de kweekperiode We zullen trachten er enkele van te behandelen en raad geven hoe' ze het beste tegen te gaan of te genezen. Vechten: reeds met de koppeling begint dat, sommige doffers verbeelden zich dat het gehele hok van hun is en trachten in ieder nesthok de baas te spelen. De enigste manier is opsluiten. Laat u nooit verleiden tot driftigheid tegenover de vogels, want vaak zijn het de besten en later heeft men er soms spijt van, dus opsluiten en geduld beoefenen tot in het oneindige. Laat ze in ieder geval vrij voor er eieren in de schaal liggen en laat ze dan desnoods maar uit vechten, want anders volgt onherroepelijk breuk der eieren. Ook het vechten van een stel dat niet wil paren, kan soms zo lastig wezen, zo mogelijk samen in een afzonder lijk hok zetten en steeds zorgen dat de duivin uit de voeten kan. Mochten er na het eieren leggen nog ongelukken gebeuren of door geroepenen en uitverkorenen. En niet alles is Israël wat Israël heet, maar God rekent u tot dat volk. We hebben het docps- formulier vaak gelezen. Door gedurige her haling leren we dat beter verstaan. Daarom moet er zo streng gepredikt worden tegen onbekeerlijkheid en klein geloof. Daar staat tegenover: Maakt toch uw roeping en ver kiezing vast. Let op de rijkdom des Heren waarmee Hij u a.h.w. heeft overgoten in de ure van uw doop. Zo wordt het al rijker onder u. Put daaruit. Bouw daarop. Ge wordt dan al meer toebereid tot den eeuwi gen tempel Gods. Deze roeping getuigt van de hoge stand waarin God de gemeente plaatst. Deze heeft dit niet altijd begrepen. Velen horen liever van de armoede dan van de rijkdom der Goddelijke Genadé. Maar dat is spréken naar de wens. Prediken is de rijkdom van Christus uitstallen. In de voorbijgegane negen jaar heb ik u iets willen laten zien van de weelde die hier is. Roeping en verkiezing vastmaken is werk zaam leven dat bij vergeten van eigen daden alleen weet te roemen van Gods overwin ning. God is het Die werkt, beide het willen en het werken naar Zijn Welbehagen. ,,'k Roem in vrije gunst alleen." Zij, die naar onze tekst vallen, struikelen die halfin blijven liggen, zijn degenen die bij de minste tegenstand bezwijken in hun geloof. Ze halen het eind van de baan niet. Vijanden loeren op ons bezit. Ze gunnen ons 't geloof niet. En die vijand verschijnt vaak in het geWaad der vroomheid. Wie nooit naar de wapenkamer des geloofs is gegaan struikelt bij de aanvallen- Daarom moeten wij ons oefenen en benaarstigen in de vastheid Gods. Jonge mensen: Ik heb me verheugd in uw groeiend jeugdleven. O, dat is goed, dat is mooi. Laat het nooit gelegenheden zijn die buiten uw hart staan. Anders is 'ftet toch vallen en struikelen. Mijn deel is geweest u in de armen van Jezus te drijven. Ouders: uw kinderen struikelen niet omdat de vijand of de verleiding zo machtig is, maar omdat de roeping niet vast is. Alleen gaan betekent struikelen. Daarom moet de band aan den Heiland gekend worden. Alleen in. de weg van zelfverlies kunnen we met vaste gang over de woelige levenszee. „Houdt Gij mijn handen beide" en „Ik zet mijn treden in Uw spoor". Er is een heerlijke uitkomst van zulk een leven. Het Christenleven heeft veel strijd, maar wie zijn oog richt op de belofte ziet een eeuwig koninkrijk. Dat te zien wensen we elkaar door alle gebrokenheid dezer wereld toe vanmiddag. Het gaat niet over de genieting die de ge lovigen hier bezitten, maar over wat hen wacht aan liet eind. Bij een afscheid roept men vaak zo gemakkelijk „Tot ziens". Ik hoop ook op een weerzien, en ben met name de laatste weken nog geroerd door de vele bewijzen van hartelijkheid. Maar hoofdzaak is: Weet ge waar uw reis dwars door de gebrokenheid van deze wereld heen gaat? Wie zijn reis voortzet zonder doel doet onverantwoordelijk; dit loopt uit op schrikkelijke ellende. Het grote doel moet zijn het heerlijk Koninkrijk van Hem, Die alle macht heeft, waarin een rust overblijft voor het volk. van God. Uw koninkrijk kome, bidden zij: en ze noren straks: Over weinig zijt ge getrouw geweest, gij goede en getrouwe dienstknecht, ga in in de vreugde uws Heren. Een nauw leven in die vastheid geeft een ruim sterven. vechten of anderszins, dan is het het beste of een ei van een ander koppel geven of stenen eieren en laten broeden tot zij er, af lopen. Ziekten: Welke zijn de meest voorkomen de ziekten bij onze jongen en wat er tegen te doen, b.v. geel bij jongen. Dit ontstaat in de bek, sommigen beweren van in de krop en het kan ernstige afmetingen aan nemen. Zo het een klein propje is, kan men het soms verwijderen met een lucifer en daarna een weinig keukenzout in de bek, het beste is niet te lang afwachten, zo men ze missen kan dan weg er mee. Dan nog iets dat wel behandeling waard is, het landvliegen, daar vinden de ouden zouten, die schadelijk zijn, vooral voor de jongen, die ze afgeaasd krijgen. Zo men dit constateert, is het eerste zorg de ouden niet meer uit laten vliegen en licht verteerbaar voedsel geven, als drank melk (of halfmelk en halfwater), doch is het heel erg dén een paar malen de krop uitknijpen. Ook pokken kunnen veel Iqst veroorzaken. Volgens mij zijn de muggen daar veel oor- Zaak van, probeer die te weren. K. Moge het u rijkelijk toegevoegd worden. De Kerk van Jezus Christusis toekomstkerk Zo heb ik het u ook gepredikt. De bruid moet het oog houden op den bruidegom, die komende is. De kern van ons leven ligt in de toekomst. Dit maakt ons krachtig in het heden. Zo zien we door de weemoed van dit leven de glorie van Jezus den Koning. Uit de gebrokenheid zien we naar de volkomenheid. Dit leven is niet te waar deren bij het toekomende. Laat tenslotte dit richtsnoer heel uw leven omspannen: Werpt al uw bekommernissen op Hem; Hij zorgt voor u; zijt nuchter en waakt. Daar om, broeders, benaarstigt u te meer om uwe roeping en verkiezing vast te maken; want dat doende zult gij nimmermeer struikelen. Want alzo zal u rijkelijk toe gevoegd worden de ingang in het eeuwig koninkrijk onzes Heren en Zaligmakers Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid en de kracht. Amen." Dit waren de hoofdtrekken uit de afscheidspreek waarna Ds. d. Hoorn zich tot het college van B. en W. richtte. „Uw aanwezigheid wordt zeer op prijs gesteld. Eens te meer toont ge dat we leven in een land waar overheid en kerk elkaar niet tegenstaan. Mijn wens is dat deze verhouding in de toekomst bestendigd moge blijven. Onze nieuwe burgemeester zeide pas dat hij een dienend ambt had. Een Ds. evenzo. Gods Zegen in Uw arbeid in onze goede gemeente." Tot de collega's uit de classis: „Met vreugde heb ik met mijn kleine krachten metU mogen werken. Dankbaar ben ik voor Uw collegiale omgang. Nu onze wegen scheiden wans ik U Ambtsgenade toe in Uw werk." Na een woord aan het Bestuur der Chr. School en de Chr. Sqc. Actie dankt spr. zijn collega Ds. Vink voor zijn komst. „Wij hebben er samen naar gestaan de Una Sancta tot openbaring te brengen, 't Kan mij alleen maar spijten niet meer gelegen heid te hebben gehad daartoe. Gods zegen in Uw eigen en ambtelijk leven." Mede namens zijn vrouw dankt Ds. dan de gemeente voor alles wat de gemeente aan hem, heeft gedaan. „De broeders van de kerkeraad hebben van hun nog, jongen leraar veel fouten en gebreken moeten vergeven. Maar wat ik heb gedaan, deed ik in het diepst besef dat ik geroepen was. God geve de broeders, nu de gemeente vacant ïs kracht en wijsheid om de gemeente te leiden. Ruim 800 maal ben ik U voor gegaan en het is me niet altijd gemakkelijk geweest en gemaakt. Op Uw kansel, in uw sterfhuizen en bij uw ziekensponde heb ik Gods Woord gebracht. Ik zal U niet ver geten. Vergeet ons niet in Uw gebed. En onze pastorie staat voor U open. Broeder Trommel spreekt namens de Kerk van Stad. Hij wijst er op dat Ds. v. d. Hoorn voor het laatst als Herder en Leraar hier staat, en dat het gezegde „Lest aller best" hier van toepassing is. Zelfs bij vermaning en bestraffing was in de kerkeraad toch altijd de broederlijke geest." Hij wekt de gemeente op tot trouwe opkomst ook bij leesdienst en wenst den predikant rijken zegen toe in Gramsbergen. Ps. 121 :4 wordt dan gezongen. Namens de classis spreekt Ds. Bos, die God dankt voor de arbeid die Ds. v. d. Hoorn in deze negen jaren heeft mogen verrichten. „Telkens word ik mij opnieuw bewust van de grote verantwoordelijkheid die ons werk meebrengt. God zegt: „Gij Zult hen van Mijnentwege waarschuwen." Maar Jezus Christus wil* ons gebruiken en vergeven. Wanneer de classis zulks goedkeurt wil ik het consulentschap aan vaarden: geeft mij Uw vertrouwen zoo als ge dat aan Uw eigen Ds. hebt gedaan. Geeft het benaarstigen niet op. Höudt vol. God geeft U zijn Genade. Namens de classis wens ik U zegen in Uw nieuwe arbeidsveld. God zij met U. Burgemeester Brinkman maakt zich de tolk van het gemeentebetuur. ,,'t Spijt ons dat U weggaat 'en Uw vertrek wordt ook door de kerkelijke gemeente betreurd. Het is nooit prettig wanneer de gemeente kleiner wordt, maar zeker niet, wanneer een leraar vertrekt. Het beste wensen wij U nu U naar G. gaat toe en ook de kerkeraad Gods Zegen. Oudcfling Krijgsman spreekt woorden van waardering namens de kerk van Mid- delhafnis. Spr. denkt aan Amos, waar staat dat het lichter is ossen dan mensen te leiden. v,De herderstaf wordt U nu op een andere plaats gegeven. We hopen dat de Here U in Gramsbergen inet zijn Geest in ruime mate zal zalven, en dat ge in ge trouwheid het Woord inoogt brengen. Dit is een getrouw woord en alle aanneming waardig, dat Jezus Christus in de werekic gekomen is om de zondaren zalig te maken. We hopen dat ge ook nog eens in Middel- harnis het woord moogt bedienen." Tenslotte dankt D. v. d. Hoorn met een enkel woord de sprekers. Men zingt Ps. 68 2, waarna de scheidende Herder vooi het laatst als Dominee van Stad de zegen uitspreekt. S. A. W. Wat de kranten 0 jaar geleden schreven Weet U het nog? Weet U nog hoe het gegaan is? Weet L nog, dat slechts kort na de bezetting de Duitsers begonnen zijn met hun tyrannieke maatregelen, dat in Juli 1940 al iemand tot 3 jaar gevangenisstraf werd veroordeeld omdat hij zijn afkeuring uitte, dat „meisjes" zich met Duitse soldaten ophielden, dat in die maand de eerste Nederlanders gegijzeld werden, dat men 31 Augustus geen insignes, strikjes of bloemen mocht dragen, het recht van vergaderingen in September werd beperkt en de eerste maatregelen tegen de Joden werden genomen, dat in-' Novémber Joden uit openbare diensten werden ont slagen, de eerste collecte voor Winterhulp werd gehouden, dat in December de Ar beidsdienst werd ingesteld, twee Nederlan ders ter dood werden veroordeeld omdat ze kabels zouden hebben doorgesneden, de Radiozenders en de Radio-distributiecen trales werden genaast en dat niet-ingezete- nen van Flakkee ons eiland niet meer mochten betreden zonder daarvoor een vergunning te hebben ontvangen'? Wij willen U door korte berichten uit dc kranten van 6 jaren geleden, te plaatsen, U een en ander doen herinneren. 1 Januari 1941- Uit Vicliy wordt ge- meid Het Franse staatsblad publiceert een decreet, waarbij De Gaulle van zijn burger rechten vervallen wordt verklaard. Dit besluit, dat uiteraard ook het verlies van de militaire rang behelst, was reeds enige weken door de ministerraad genomen. Aanmeldingsplicht voor Joden. Het Verordeningenblad van 13 Januari 1941 bevat een verordening van den Rijkscom missaris voor het bezette Nederlandse gebied betreffende de aanmeldingsplicht van per sonen van geheel of gedeeltelijk joodse» bloede. Volgens deze verordening moeten degenen, die geheel of gedeeltelijk van jood sen bloede zijn en hun verblijf hebben in hei bezette Nederlandse gebied, aangemeld worden overeenkomstig de navolgende bepalingen: 1In de zin van deze verordening word een persoon als geheel of gedeeltelijk van joodsen bloede beschouwd, indien hij ten minste van één naar ras voljoodse groot ouder stamt. 2. Een grootouder wordt zonder meer als vol-joods aangemerkt, wanneer deze tot de joods-kerkelijke gemeenschap behoord heeft of behoort. 27 Januari 1941. In'een brief van het Episcopaat betreffende de N.S.B. wordt medegedeeld, dat het lidmaatschap van die beweging gewoonlijk in hoge mate onge oorloofd is. De Nederlandse Staatscourant publiceert een uitvoeringsbesluit van den secretaris generaal van Binnenlandse zaken ingevolge het „Besluit Persoonsbewijzen", waarbij wordt bepaald, dat het persoonsbewijs wordt ingeyoerd met ingang van 1 Maart 1941. De bezettende overheid heeft medege deeld, dat de 31e Januari j.l. bij Hilversum een Duitse wachtpost tijdens de duisternis vanuit een hinderlaag is beschoten eii verwond. Als contra-maatregel zijn voors hands 35 gijzelaars in hechtenis genomen en in een gevangenis opgesloten. Van de Duitse zijde wordt op 5 Februari 1941 nog eens de aandacht gevestigd op het verbod tot het luisteren naar buitenlandse zenders. Bij de jongste zittingen van het landsgerccht kwamen weer vele gevallen van overtreding van dit verbod voor. Tot 'dusver zijn de straffen, zo wordt gezegd, nog tamelijk mild uitgevallen, doch dit zal in de toekomst anders worden. Afgezien van een verzwaring der straffen zijn er ook nog andere mogelijkheden, welke niet alleen de in overtreding zijnde luisteraar, doch het gehele volk souden treffen.

Krantenbank Zeeland

Opbouw | 1947 | | pagina 2