T- Het land wordt weer goed' STRIJD voofI Publicatie Wetenschappelijk Genootschap voor Goeree en Overflakkee DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN KOPPIE KOPIJ I»» ft Een geslaagden middag voor den zouten boer Gaat Ir. v. Bee kom weg Op 4 Februari j.l. vond in Meijer Theater een zeer druk bezochte vergadering plaats van de vereniging Bedrijfsvoorlichting G- O. De heer A. Cvan Loon trad op als'wnd. Voorzitter en heette alle aanwezigen harte lijk welkom. De notulen werden onveran derd vastgesteld. De heer C- -S. Knottnerus, Dr van het Bureau Grondstoffen te 's-Gravenhage, zou op deze middag een inleiding geven over de tractorenpositie en eventueel ter beschikking komende combines. Koning Winter wierp echter reet in 't eten en dit punt moest van de agenda worden afgevoerd. Overgegaan werd tot het vertonen van de documentaire film „De grond wordt weer goed". Op treffende wijze werd in deze film weergegeven de verwoesting, die de inundatie op de rijke gronden aan de monden van Maas en Schelde had overge laten. Ledige aangeslibde akkers, met schelp en zeewier bedekt, vergiftigd door het zout. De strijd om de gevolgen te beperken, ze later te overwinnen door het uitvoeren van herstelwerkzaamheden en het opnieuw in cultuur brengen van de bodem, 405 milli ard liter zeewater was over Nederland uitgestort, dit betekent 12 milliard kg. zout. Zeer duidelijk werd getoond onder welke invloeden de grond tot een structuurloze massa werd, maar ook andersom, hoe regendruppel en gips de structuur weer op peil brachten. Hoe de gips ontstaat en hoe ze dient te worden uitgestrooid. Hoe de bewerking moet zijn van de zoute grond droogondiepweinig. De werkzaamheden van de Landbouw- voorlichtingsdienst om tezamen met den zouten boer het land aan de monden van Maas en Schelde opnieuw te brengen tot haar productiviteit van voorheen, tot de rijkste oogsten ter wereld. In aansluiting op de film gaf Ir. v. Beekom een toelichting op het bouwplan 1947. Spr. betuigde zijn tevredenheid over het feit dat praktisch geen bedrijf zich aan de voorlichting heeft onttrokken. Nu echter de ontzilting voltooid is, zal de boer zijn vrijheid worden hergeven bij het opstellen van het bouwplan. Voorlichting zal men echter blijven geven terwijl veel is te putten uit de aan iederen landbouwer gezonden brochure. Aanvul lend is hierop te zeggen, dat de gipsgiften met het grootste succes kunnen worden gegeven in het najaar na het ploegen. Reagerende proefvelden toonden aan dat de opbrengst 4 tot 15 hoger lag bij in het najaar toegediende gipsgiften. Uitvoerig doorliep spreker dan de uit gegeven brochure, om tenslotte te eindigen in een klemmend betoog om toch de grond zo weinig en ondiep mogelijk te bewerken. De heer W. v. Kemoen vroeg advies over het draineren. Volgens If. i>. Beekom zou dit in de meeste gevallen wel goed zitten. Dat de grond niet doorlaat, heeft niet te maken met verstopte buizen. zullen zeker ge vallen zijn van verslibde buizen, maar verhelpen hangt samen met de grond bewerken en dit moet vooralsnog worden afgeraden. Ook het ploegen zo ondiep mogelijk, liever 8 a 10 cM. dan 12 a 15 cM. Tholen heeft ons te dien aanzien veel ge leerd. Aan het eind van de vergadering deelde de heer v. Loon mede, dat men Ir. v. Beekom heel Zr eland als landbouwconsu- lent wil geven- De Voorzitter, de heer Mol, was juist naar Den Haag om te trachten bij de Directepr-Generaal gedaan te krijgen dat deze overplaatsing niet doorgaat of, indien toch, dat Flakkee met Ir. v. Beekona meegaat, d.w.z. dat het overgaat naar het rayon Zeeland en niet bij Barendrecht, zoals het plan lag. De Directeur van het Gewestelijk Ar beidsbureau te Middelharnis maakt bekend, dat in verband met het verstrijken van den geldigheidsduur der inschrijvingskaarten, gelegenheid tot verlenging zal Worden gè given. Voor de gemeenten: Ouddorp, Goede reede en Stellendam te Goedereede op het gemeentehuis op Woensdag 12 Febr. 1947 van 10 tot }1 uur v.m. Voor de gemeenten: Dirksland, Melissant en Herkingen te Dirksland in het gebouw naast het gemeentehuis op Woensdag 12 pebr. 1947 van 2 tot 3 uur n.m. Voor de gemeenten: Ooltgensplaat, Oude Tonge en Nieuwe Tonge in de oude-school te Oude Tonge op Donderdag 13 Febr. 1947 van 9.30 tot 10.30 uur v.m. Voor de gemeenten: Den Bommel en Stad a/h Haringvliet te Den Bommel op het gemeentehuis op Donderdag 13 Febr. 1947 van 2 tot 3 uur n.m. Voor de gemeenten: Middelharnis en Sommelsdijk op het Gewestelijk Arbeids bureau, Voorstraat A 14, M'harnis op Donderdag 13 Febr. 1947 dek v.m. van 9 tot 12 uur. Na 15 Febr. dient iedere ingeschrevene in het bezit te zijn van een kaart, die ver lengd is tot 1 Maart 1947. Het is geen bezwaar, wanneer op boven vermelde zittingiuren één persoon voor meerdere personen de kaarten laat ver lengen. De Directeur, N. v. d. BRUGQE. Maandag 3 Februari hield in de Kleine I Zaal van Hotel Meijer te Middelharnis hei I „Wetenschappelijk Genootschap" zijn Alp I Jaarvergadering. Na voorlezing der notulen van de vorige I vergadering las de Algemeen Secretaris hei I Jaarverslag over 1946 voor, waarna de I Voorzitter, Mr. Hempenius, de voorzitters I hamer overdroeg aan den nieuwen President I voor 1947, Dr. Stoel. Deze aanvaardde hem I met een kleine toespraak. Hierna kreeg de spreker van deze avond. 1 Dr. Smeding, de vorige Alg. Secretaris van I het Genootschap en één der oprichters, hei I woord. Deze begon met te zeggen dat hei I hem groot genoegen deed weer eens in deze I kring tegenwoordig te zijn. Zijn onderwerp I was: „Het Groothertogdom Luxemburg" I De spreker, die reeds sinds 1938 honcran H lid is der Geschiedkundige Afdeling van het 1 Instituut Grand Ducal te Luxemburg. I begon zijn voordracht met het vertonen van 1 een 25-tal lantarenplaatjes riaar eigen foto- 1 grafieën, welke niet alleen een indruk gaven 1 van de bijzondere schoonneid van het land. I maar bovendien van zijn geografische ge I sttldheid en zijn economie. Daarna vergeleek spr. het groothertog- 9 dom, zoals het daar ligt tussen Duitsland, i Frankrijk en België, met enkele andere II kleinere Europese landen, enerzijds rnei J Nederland, België en Zwitserland, aan dc 9 andere kant met echte miniatuurstaatjest I zoals Andorra, Liechtenstein, San Marino I Bas Brom liep met grote passen boos in zijn kamer heen en weer, terwijl Kees Knip zijn verhaal deed. Toen Kees Knip uitverteld was, bleef Bas Brom vlak voor hem staan en zei, bij ieder woord met z'n vuist op tafel slaand: „Ik zal jou 'ns wat zeggen, KnipToen Koppie Kopij mij vertelde, dat-ie de auto gevonden had, wou Primeur hem niet geloven. Maar ik zag direct, dat die jongen goed uit z'n ogen keek en ik liet jou komen omdat ik een plaatje van die garage wilde hebben. En nu blijkt, dat niet alleen die garage opeens open is, maar dat er notabene een pas blauw geverfde auto in staat en laten jullie die wagen ontsnappen. Dat kleine kereltje, die Koppie Kopij, is handiger dan jullie drieën bij elkaar. Jullie waren hem opeens kwijt hè? Ik zeg je, Knip, dat Koppie, toen jullie stonden te suffen, alweer een spoor te pakken had 1 Dat mannetje gebruikt zijn hersens, weet je!" Kees Knip was blij, dat de rinkelende telefoon Bas Brom eindelijk deed zwijgen. „Ja!" zei Bas Brom in de telefoon, „met wie? O, Koppie, ben jij het? VERVOLGVERHAAL door W. v. d. AKKER Het hem toegezonden blaadje had Ver meer niet alleen geërgerd, doch het had hem ook doen zien, dat op hun dorp actie tegen de Duitsers gevoerd werd, want het blaadje was niet uit de stad verzonden, maar uit het dorp: het poststempel was duidelijk te zien. 's Avonds zou hij het mee nemen naar Van Genderen. Ze'moesten eens bepraten wat daaraan gedaan kon worden. Tot zijn blijdschap was ook de Duitse commandant bij Van Genderen te gast. Nu zitten ze druk te redeneren. Van Genderen ziet het niet ernstig in. Wat kan nu zo'n klein, nietig blaadje voor betekenis hebben? Misschien waren er enkele hier op 't dorp terecht gekomen. Wie zal zeggen waar ze vandaan komen. Het kon best dat ze uit Amsterdam kwamen; daar waren ze nog al rumoerig. Vermeer deelde die mening in 't geheel niet. Het zou hem niets verwonderen als er op 't dorp iemand was, die actie voerde. Men had wel de brutaliteit om hem zo'n ding te zenden. Onlangs had hij gehoord, dat er in de stad zelfs brochure's tegen de Duitsers verschenen. Je moest zo iets niet onderschatten. „Och", is van Genderens antwoord, het is wel goed dat we eens opletten. Kan herr Muller zijn mannetjes soms opdracht geven de herkomst van het blaadje na te gaan?" Herr M tiller, voelt daar wel wat voor. Maar ja, het is een speld zoeken in een hooiberg. Je weet niet waar je moet be ginnen. Toch zal hij zijn mannen opdracht geven goed uit te kijken. Mochten Van Genderen of Vermeer iets vermoeden, dan geven ze hem maar een tip. Hij zal zeker krachtig ingrijpen. Vermeer is niet tevreden. „Het moet beter aangepakt worden", betoogt hij. We moeten F lip Kropman in de arm nemen Van ons weet men, dat we lid van de N.S.B. zijn. Flij is geen lid. Hij zou met de mensen kunnen praten, het blaadje laten zien en zolangs zijn neus weg kunnen informeren of zij het ook ontvangen hebben. Mogelijk komen we dan meer te weten. Daarna zou den we nog eens kunnen beraadslagen". Van Genderen vindt dat plan uitstekend. Hij stelt voor bij voorbaat een borrel te I nemen op het succes van Flip Kropmans naspeuringen. i Vermeer en Van Genderen klinken samen met de Duitse commandant, de vijand van hun volk, op de arrestatie van Hollanders, 1 die de moed hebben de ongelijke strijd tegen den vijand te voeren. Flip Kropman, is goed geinstrueerd zijn spionnage begonnen. Eerst heeft hij zijn ogen en oren goed open gedaan, zonder succes evenwel. Men kende Flip. Voor de oorlog was het al geen brave en menigeen had, al was het dan niet in de finesses, iets gehoord van zijn aahdeel in de lichtkogel- a ff aire. Maar Flip is niet zo vlug uit het veld geslagen. Hij had meer pijlen op zijn boog. Als hij zich op een avond voegt bij het groepje, dat bijna elke avond voor het gemeentehuis de gebeurtenissen van de dag staat te bepraten, weet hij op een handige manier een gesprek oVer de oorlogssituatie te beginnen. „Die Duitsers moet je in de gaten houden", zegt hij ten slotte. „Hier op zo'n dorpje weet je niet zo, wat ze in 't land uitspoken, maar je kunt er 6p rekenen, dat ze niet veel goeds in de zin hebben". De mannen die rond hem staan beamen dat, maar zijn toch voorzichtig in hun woorden. „Ja, gaat Flip verder", gelukkig maar dat er nog zijn die de waarheid durven te zeggen anders zou je op 't laatst niet meer weten wat er waar is. „Och", is het antwoord van een en hij geeft zijn kameraad een duwtje met z'n elleboog, „je kan het beste_ maar oppassen tegenwoordig". „Daar weet ik van mee te praten", is Flips antwoord. „Jullie kennen Vermeer, die baas van mij ook wel. Een felle N.S.B.-er Nou, ik weet wel, dat ik m'n tanden op elkaar hou als hij in de buurt is". „Je weet soms niet meer wie je vertrou wen kan", zegt een ander. „Voor de een zal je oppassen, terwijl een ander die je denkt te kunnen vertrouwen, nog gemener is". I „Nou", zegt Flip weer," bij ons op 't dorp j gaat dat best. Ze moeten gelukkig hier niets van de moffen hebben. Ik ben tenminste 1 helemaal niet' bang, dat jullie me aan brengen zullen". Dan, met een geheim zinnig gebaar, haalt hij het blaadje uit zijn binnenzak. «Kijk eens, hebben jullie dat gezien?" Die durven nog eens te schrijven. De mannen kijken belangstel lend „De Vrije Courant" in en doen alsof ze haar voor het eerst zien. Met fluisterende stem leest Flip bij het maanlicht enkele gedeelten voor. „Hoe kom je daar nu weer aan Flip?" vraagt men. „Ja, dat is voor mij een weet en voor jullie een 'vraag. Maar ik wil je het wel zeggen hoor. Ik kreeg het over de post gestuurd. Krijgen jullie dan nooit eens zo iets Flips vraag heeft geen resultaat. De mannen laten zich door hem niet verlak ken. Met pret in hun ogen houden ze vo! nooit eerder zo iets gezien te hebben. Flip denkt zeker, dat ze gek zijn. Flip heeft niet door, dat hij voor het lapje gehouden wordt. En als hij het zelfde spelletje nog eens bij anderen geprobeerd heeft met hetzelfde resultaat, deelt hij zijn baas mee, dat dat blaadje niets te betekenen i heeft. Niemand op 't dorp weet er iets van, daarvan is hij overtuigd. Vermeer is evenwel nog niet helemaal gerust. Hij zal voorlopig maar afwachten. Als het werkelijk wat betekende zou hij er wel achter komen al zou dat op dit dorp moeilijk zijn. Hij kende het dorp. Hij zag goed, dat ze voorzichtig tegen hem waren en dat men hem negeerde. Ze moesten niet denken, dat ze hem daarmee hadden. Op den duur zouden Ze best bijdraaien. De oorlog kon niet lang meer duren, dat kon een klein kind zien. De Duitsers behaalden overwinning op overwinning. Ze zouden wel mee moeten doen. Toch had Flip Kropmans omzichtige spionnage resultaat. Gerrit van Zalen was te weten'gekomen, dat Flip het blaadje aan verschillende mensen had laten zien en begreep dat d,e andere twee van het drietal er natuurlijk ook van wisten. Het is altijd goed te weten, wat je tegen stander bekend is. Wordt Vervolgd. Ilg HVJll l, hoewB den tot I iszins >B en Monaco lijking kon if burg worden geenszins miniatuur-1 Marino en I Vervolgel fisch aanzil zijn econorJ dit het Lui want de nal waren nogl plaatse ver J De bodemrj groot: Zijn I langrijk enl deze oplevl op de landl stekend wel net. De inl Daarna tl ting, waarbl natuurlijk al ter sprake I de volksoul met België! schijnt te zl unie, waarl den bond A nale statu ui zijn eeuwj grondwet tegenwoori zijn, schooi denkelijk Spr. besll schets van I hetwelk irj vertoont rrj minst tenl vrijheids- a Met het a Beste OtB weten nog I afgesprokerB verzamelen .1 dam, dat efl worden m| I ZwitserlancB en dat kost I een millioeB in 't buitenB kan ze darfl heel wat pfl moeten er ifl Doen juli zoveel mogB op naar L. I perschool, Ja, schnl anders ver<B ook maar I en vriendiB krijgt een ifl Wat zal zei En nu ui hebben ze I erg moeilijll wel „ik kal win toch gB Maar del zijn, dat iel dat iedereel Dus alle cl aan de sla J kens twee. I De eerstl De tweel De derdl Verder el Je mag I raadsels ml je broertje! vriendinnel Schrijf J enveloppe I naar 't ourJ Raadsel I x I x x x x x x x ■XXX X woord staa je vinden i| ie datzelfdJ en Ps. 25 getrokken, J langste mi J moet datza komen te s

Krantenbank Zeeland

Opbouw | 1947 | | pagina 2