VOOR GOEREE EN OVERFLAKKEE
l
T
Dc strijd om Indië
ES KERSTGEDICHTEN
S3S3S3B3S3E8S3S3S3S3S3S3S3
f MEDITATIE VOOR
DEN ZONDAG j
Nieuwe Tonge
r-
i)
d)
ng
en
an
én
ci
rri
er
:e)
en
le
n
en
m.
m.
rm.
ber
ber
ber
EK
?46
ee
uur
ob
uur
:nst
OPBOUW
contract aanzienlijke korting CHRISTELIJK NATIONAAL STREEKBLAD
VRIJDAG 20 Dec. 1946
Prijs per kwartaal f 1,50
Losse nummers f 0,15
Advertentieprijs 130 mm
14 cent per mm. Elke mm
daarboven 10 cent. Bij
Tweede jaargang - No. 63
Adres der redactie en Ad
ministratie Voorstr. A 239
Postbus 14
Middelharnis Tel. No. 332
Dit blad verschijnt iedere
Dinsdag en Vrijdag
Oommissie van Redactie: Ds W. Anker, N. v. d. Brugge, A. van Eek, C. Edewaard, Mr. J. Groeneveld, Ds. N. de jong, C. P. Kijkuit.
W. A. Bakker, C. M. Vogelaar.
Het Nederlandsche volk staat momenteel
onder hoogspanning. Groote beroering
heerscht allerwegen over de overeenkomst,
die met Soekarno gesloten is en die blijk
baar de goedkeuring der Regeering weg
draagt. Thans zijn de debatten in de Tweede
Kamer aan de gang en wordt in geladen
atmosfeer het vóór en tegen van Linggadjati
bepleit.
Er staat inderdaad ontzaglijk veel voor
ons land en voor Indië op het spel. De
beslissing, die nu genomen wordt, is van
historische beteekenis en zal niet alleen in
sterke mate de positie en de welvaart van
Nederland en Indië, maar ook de interna
tionale verhoudingen beïnvloeden. Geen
wonder is het dan ook, dat er in breede
kringen van ons volk hevige ontstemming
heerscht over de politiek van onze Roomsch-
roode regeering, die funeste gevolgen zal
hebben voor het Koninkrijk der Nederlan
den. Felle protesten worden gehoord tegen
deze staatkunde, die Indië aan dictatuur en
terreur overgeeft, het Koninkrijk aan de
ontbinding prijs geeft, de revolutie der
Indonesische intellectueelen sanctioneert,
de bevolking weerloos in handen van com
munisten en andere revolutionairen speelt,
de zending onmogelijk zal maken en het
einde beteekent van een band, die èn voor
Nederland èn voor Indië de meest heilzame
vruchten heeft gedragen.
De debatten in de Tweede Kamer, die
op het oogenblik dat we dit schrijven, nog
aan de gang zijn, doen zien dat er met Indië
een tragisch politiek spel wordt gespeeld.
Wij hebben zeer de indruk, dat het lot van
Indië en daarmee ook voor een groot deel
dat van Nederland, afhangt van de politiek
der Katholieke Volkspartij. Dat de Commu
nisten vóór Linggadjati zijn, spreekt van
zelf. Dat de Partij van de Arbeid er eveneens
enthousiast vóór is, behoeft ook niet te
verwonderen, gezien het revolutionaire
verleden dezer partij. Maar wat wil de
K.V.P. nu eigenlijk? Zij is de grootste
partij in ons parlement. Bij haar rust de
beslissing. En nu blijkt dat haar fractie
leider, Prof. Romme, bereid is zijn goed
keuring te hechten aan de overeenkomst,
indien de Regeering op enkele punten van
ondergeschikt belang een voor hem bevre
digende verklaring aflegt. Wel heeft één
der Roomsche Kamerleden, Ruys de Bee-
renbroeck, zich tegen verklaard, maar het1
is te verwachten dat de "fractie vrijwel in
massa accoord zal gaan.
Wij kunnen' niet gelooven dat dit de
meening weergeeft van ons R.K. volksdeel,
integendeel, ook in Roomsche kringen is
sterke weerstand. Maar Indië wordt het
slachtoffer van de Nederlandsche politiek,
die thans gebaseerd is op het verbond van
de Kath. Volkspartij met de Partij van de
Arbeid. Stemt de Kath. fractie tegen, dan
ligt deze na-oorlogsche coalitie na een
halfjarig bestaan tegen de grond en dat wil
men blijkbaar niet, zoodat deze dwang
positie het lot van Indië bepaalt.
Er is dan ook weinig hoop dat de bespre
kingen in de Tweede Kamer deze schande
lijke overeenkomst kunnen tegenhouden.
De namen van Beel en Schermerhorh zullen
verbonden blijven aan één der meest tragi
sche besluiten uit onze landshistorie. Het
kwaad schijnt ten volle besloten te zijn en
noch protestvergaderingen, noch petities
aan de Regeering, noch felle radiospeeches,
noch een smeekschrift aan de Koningin
Zullen de Regeering kunnen tegenhouden
van goedkeuring dezer overeenkomst, die
men blijkbaar als een staal van buitenge
woon verlichte politiek beschouwt.
Wel zeide Prof. Romme, dat wij in Indi
over zooveel macht beschikken, dat we ons
gezag zouden kunnen herstellen, maar hij
stelt niet voor dit te doen. Wel zeide Prof.
Logemann, dat de Indonesiërs nog niet rijp
zijn voor zelfbestuur, maar niettemin wil
hij ze loslaten-: Wij zijn het meer eens met
de schitterende redevoeringen, die de
heeren Bruins Slot, Tilanus en Schouten
gehouden hebben, waarin zij hebben aan
getoond, dat de geheele overeenkomst een
stuk vol tegenstrijdigheden is en op een
verkeerde principiëele basis rust. Het
erkent een republiek, die geen gezag heeft;
het spreekt van een Kroon boven deze
r^Dubliek, wat op zichzelf al Staatrechtelijke
onzin is, welke Kroon in de practijk niets
beteekent. De erkenning van deze Repu
bliek zal, zoo zeide terecht dhr. Tilanus,
uitioopen op anarchie, roof en terreur.
Dr. Bruins Slot sprak als zijn meening
uit, dat Nederland in Ihdië zelfmoord pleegt
En dhr. Schouten bezwoer de Regeering
een eind te maken aan de schandelijke toe
stand, dat de wapenstilstand wel door de
Nederlanders, maar niet door de opstande
lingen wordt gehouden, zoodat bij Palem-
bang onze jongens zonder patronen op
wacht staan! De lijst der gesneuvelden
wordt langer, want- de Hollanders mogen
het Bestand niet verbrekenOp deze wijze
zal Indië ons meer bloed gaan kosten, dan
wanneer er eens voor goed op radicale wijze
een eind gemaakt werd aan de provocatie's
en de terreur van een kleine minderheid,
die door de slappe houding van de Regeering
steeds brutaler wordt. Ons standpunt is:
eerst herstel van gezag, recht en orde en dan
kan gesproken worden over zelfbestuur van
die gebieden, waarvan gebleken is dat de
bevolking zelve het wenscht. Elke andere
politiek is onverantwoord.
Intusschen moeten wij, Protestanten,
staande bpiten de Regeering, machteloos
aanzien, hoe met de hoogste belangen des
Rijks wordt gespeeld het spel der revolutie.
Het is droevig dat dit alles passief moet
worden meegemaakt. En even droevig is,
dat iemand,, die zich Christen-politicus
noemt in de Partij van de Arbeid, Mr. van
Walsum, de politieke adviseur van de Ned.
Herv. Synode, in de Kamer en in zijn blad
deze politiek steunt en propageert, daarbij
de Christelijke partijen, die in deze zaak
alle drie schouder aan schouder staan, in de
rug aanvallend. Ook dat is teleurstellend
in hooge mate. Maar de toekomst is in Gods
hand. Hij leidt Nederiar.d en Indië door
Zijn voorzienigheid ook door de dwaasheid
der menschen heen.
Wij hebben onze plicht te doen in dezen
en Verder hebben we het over te geven in
de hand van Hem, die 't al bestuurt.
S3 S3
Vorige maal vroegen de herders or.ze
aandacht. Ceze kier zullen ons bezi^
houuen met iwee gedi-i.ten over ae komst
der Wijzen.
Onder de Roofms Katholieken pleegt men
wat met r aandacht aan aeze Wijzen, veelal
de Drie Koningen genoemd, u OeSteden
dan ondt r ons Piotestanten. Het zal ons
dan ook nietverwor.dt ren, dat beide ge
dichten van R K.-dichters zijn. Het eerste
is van Jacques Schreurs.
DE WIJZEN
't Licht de rlichten heeft geschenen
van ae hemel in een dal
en de Bouwheer van 't Heelal
ligt als ten klein Kind te wenen
tussen dieren, in een stal.
Als wij niet als kina'ren worden
zullen wij dit nooit verstaan
nooit deez'Wijsheid binnengaan,
waar in omgekeerde orde
al'e hoge dingen staan.
Enkel kind'ren mogen weten,.
Kiuc, Uw groot geheimenis:
IN MENSCHEN WELBEHAGEN
.in de menschen een welbehagen"
Lucas 2 14.
In het lied van den zaal'gen nacht hebben
de Engelen gezongen boven Efrata's velden:
,,...in de menschen een welbehagen".
Dat is het wonder in het Kerst-Evangelie.
God, de hoog-heilige, heeft welbehagen
in den mensch, den diep-zondigeDit feit
is verbazingwekkend in de hoogste mate.
In menschen een welbehagen. En die
menschen zijn zondaren. Gevallen in hun
verböndshoofd Adam. Afgevallen van den
Heere hunnen God. In dien afval volhar
dende, totdat God-zelf hun te sterk wordt.
Opstandelingen in des Heeren rijk. Onbe
kwaam tot eenig goed, geneigd tot alle kwaad.
Allen afgeweken, samen onnut geworden;
daar is niemand die góed doet, ook niet tot
één toe.
O, dat de Heere Zijn heilige Engelen met
verlustiging aanschouwt, dat is te verstaan;
maar dat Zijn welbehagen uitgaat naar
menschen... dat gaat al ons begrip te
boven.
Gij zingt wel van een wonder, Engelen
Gods! De verborgenheid der godzaligheid
is wel overweldigend groot. De Engelen
hebben dan ook niet uit zichzelf gezongen.
God heeft dit lied hun in den hemel geleerd.
In menschen een welbehagen l
Wat is welbehagen
Het is die gunstige genegenheid Gods,
waartoe! H ij zich beweegt, om redenen, die
Hij uit zichzelven neemt. Aan dit welbe
hagen dankt gij ten laatste alleen uw zalig
heid, o SionJ
Toen de Engelen dit zongen: „in men
schen een welbehagen", zagen zij den
mensch Christus Jezus aan. De mensch
Christus Jezus, die daar als een nederig
kindeke in de kribbe nederlag, was en is,
het voorwerp van des Vaders welbehagen.
En in Hem ziet de Vader aan, al de Zijnen,
al Zijn uitverkorenen. In Hem gaat Zijn
welbehagen op al de Zijnen over.
Want in dat Kindeke wordt Gods recht
gehandhaafd. Zijn heiligheid niet aange
rand. Maar genade en recht, ontferming en
heiligheid, barmhartigheid en gerechtigheid
gaan samen. Door recht wordt Sion verlost.
De Zone Gods, Die waarachtig en eeuwig
God is en blijft, heeft de ware menschelijke
natuur aangenomen en is als Borg en Midde
laar ons in alles gelijk, uitgenomen de zonde.
Hij is de Heiland, Die de straf dragen en
alle gerechtigheid volbrengen zal
En.als de Vader Zijn Zoon geeft, Zijn
eenige, tot heil van verloren zondaren en
Hij doet dat, door niets buiten Zichzelf
bewogen, dan is de ure gekomen, waarop
de Heere God, Wiens troon vaststaat op
gerechtigheid en gericht, openbaart, dat
goedertierenheid en waarheid voor Zijn
aanschijn heengaan.
In menschen ee.n welbehagen.
Het sluit alle verdienstelijkheid onzerzijds
buiten. Hier is God de bron van allesHier
worden dan ook rijken in zichzelf ledig
weggezonden, maar armen met goederen
vervuld.
O, ware het een heil naar verdienste, dan
Zou in elk geval een arme zondaar geen hope
mogen koesteren; maar nu het naar welbe
hagen is, rijst er hoop voor den diepst-
gezonkene, nu wordt de ellendigste nog
voorwerp genoeg voor Gods opzoekende
liefde, om Zijn deugden en wonderen in
hem op te luisteren.
Mocht ge zoo leeren u eens geheel aan
den Heere Jezus over te geven. Leere u
Gods Heilige Geest, dat genade verbeurde
gaven neerlegt in smeekende handen en dat
de rechtvaardige uit het geloof zal moeten
leven.
Zalig een verloren zondaar te zijn, die
zich in de armen van dat welbehagen door
Christus wedervindt bij zijn God.
Dan is dat: „in menschen een welbehagen"
eerst uw pleiigrond geweest, toen uw hope
en op Gods tijd uw lied en psalmgezang.
O eeuwig, onbegrijpelijk, aanbiddelijk
wonder
Eerst: „In menschen een welbehagen'."
Dan: „vrede op aarde".
En het slotwoord wordt dan een machtig
„Eere zij Goddat in alle eeuwigheid niet
meer Zwijgen zal.
M. DE JONG.
dat, wat wijzen dwaasheid heten,
bij U aiepe wijsheid is;
en Uw licht iS duisternis.
Alle grootheid valt in duigen,
en uit zwakheid bouwt G'Uw lof
enkel die hun hoofden buigen
en hun wijsheid in het stof,
zullen ingaan in Uw Hof.
Evengoed, als de herders (zie vorige week)
hebben ae geicerdsten een kinderlijk een
voudige geest nopig, zal het voor hen
mogelijk zijn, Kerstfeest te vieren.
Dat dit moeite kost, dat men daartoe
zichzelf moet overwinnen, zegt ons liet
•volgende gedicht van Gerard Wijdeveld-
Het is een gesprek tussen de reizende Wijzen
en de ster, uie hen voorgaat.^Hct spreekt
van teleurstelling, als men bij een stal
terecht komt, maar ook van het overwinnen
van die teleurstelling en het zich gewonnen
geven aan het Kind in de kribbe.
DRIEKONINGENLIED
„Ster, die wij na zijn gegaan,
waar blijft het eind van uw baan?
Ster, wij zijn moede gevraagd:
waar is het Kind van dc maagd?
Sterre, waar blijft ge nu staan?
Zijn otn een stal wij gegaan?
Och is het hier, dat men vindt
Hem, die wij zoeken het Kind?"
„Wijzen, ja, hier in de stal
wacht u de Prins van het al:
hier is Zijn.eigen paleis,
hier is het aards paradijs.
Wijsheid wordt pover en blind,
daar, waar de liefde begint."
Liefde, hier knielen wij neer:
wees onze Koning en Heer.
bespreekt het woningprobleem
Voorzitter Burgemeester Sterk opent
voor een voltallige Raad met gebed.
Na vaststelling der Notulen worden de
Ingekomen Stukken behandeld.
Van Gedeputeerde Staten is mededeling
ontvangen, dat zij goedkeuren het Raads
besluit om percelen land te verhuren en
eveneens met enkele opmerkingen de gem-
begroting '46. Schrijven van diverse ge
meenten inhoudende mededeling over be
noemingen van bestuursleden voor de
Drinkwaterleiding G. Sc O.
J. Volaart reclameert tegen aanslag van
Straatbelasting voor 3 woningen in Batte-
noord die in '46 onbewoond waren
B. en W. stelt voor de gevraagde onthef
fing te verlenen. Aldus besloten.
Bij monde van dhr. v. Alphen deelt de
commissie v. Onderzoek voor de gem.rek.
'41 mede, dat zij adviseert deze goed te