UIT OUDE PAPIEREN Het volk naverteld Flakkeesche Voetbalbond» Ons Flakkeesch XVIII Onrust in Goedereede in 1618 (3) De Remonstranten zouden zich verdedi gen, indien prins Maurits troepen naar Goedereede zou zenden. In de vroege morgen I van 21 Januari brachten zij enkele stukken I geschut in stelling op de markt. Deze werden I zoodanig opgesteld dat zij de haven be- I heerschten. De kanonnen Werden daarop I geladen en vervolgens werden waardgelders I opgeroepen en bewapend. Er werden vier I .korporaalschappen, elk van 22 man gevormd Deze troepen werden onder het commando I gesteld van burgemeester Cornell's Casteleyn I en de schepenen Gerrit Jansen, Corvinck Jacobse Boomgaert, Dirck Ariense Pater en Crijn Jobse. Na een marsch door de ge- I meente, werden de troepen beëedigd. Dien I avond vertrokken vanwege het Remonstrant I sche gedeelte van de magistratuur de heeren I -Cornelis Casteleyn en Jan Gerritsen naar I den Haag om nadere instructies, vooral met I betrekking tot de behandeling der gevange- I nen. Deze heeren bezochten o.a. 's lands I advocaat van Oldenbarnevelt en op 25 Januari keerden zij terug in Goedereede. I De raadpensionaris had de beide heeren de I raad gegeven het gebeurde zooveel mogelijk I geheim te houden en vooral zorg te dragen, I dat de bewapening der burgerij ongedaan I gemaakt werd. Dit was te begrijpen, want I juist in die dagen was Maurits begonnen I schoon schip te maken. Stap voor stap, I zonder eenige overhaasting, ging de prins I ,op zijn doel, het vervangen van Remonstran- I -ten af. Maurits, die o.a. persoonlijk naar den I Briel gegaan was, had nieuwe troepen in de I stad gebracht en nu in Januari was de prins I jiaar Nijmegen gegaan, de eenige stad in Gelderland, waar de Regeering de Remon strantsche zijde hield en had daar gebruik makend van zijn recht om de regeering te I veranderen, Contra Remonstranten aan het bewind gebracht. Het getij verliep en daar mede meende de raadpensionaris rekening I te moeten houden. De heeren konden weinig anders doen dan gehoorzamen en die dag besloot men de 1 troepen te ontwapenen, het geschut weer I uit stelling te halen en de gevangenen te I ontslaan. De heeren meenden er goed aan te doen dit alles te laten bekend maken door den oud-baljuw Johan Wielandt. Deze laatste liet nog diezelfde dag het geschut naar de vroegere bewaarplaats terugbrengen terwijl hij tevens de wachtdiensten afschafte Op 26 Januari deelde de heer Wielandt vanaf de pui van het gemeentehuis het besluit mede aan de samengestroomde burgerij. Het bericht over het vrij laten der gevangenen, deed eenig tumult ontstaan. Het volk eischte, dat de gevangenen uit de stad verbannen zouden worden. De vroegere baljuw zei, dat hij daartoe de macht niet bezat, maar hij zou er over spreken. Toen de Remonstranten dit vernamen, werden zij driester en eischten, dat de tegenwoordige 1 baljuw Johan de Leu, schoonzoon van Verhalen uit de bezettingstijd De man, die een paar maanden te vroeg was Het geval speelt zich af voor het Duitsche Landgerecht, want het betreft een misdaad begaan aan iemand, die tot de Duitsche weermacht behoort. Er zijn twee beklaagden. Ze zijn diep onder den indruk, 't Is een lange magere fan en een korte dikke man. Men zou bijna vragen: hoe hebben ze elkaar gevonden om samen een misdaad te begaan, nog wel tegen een soldaat van het Duitsche leger! Ze staan beteuterd naar elkander te kijken. Misdaden tegen de Duitsche weermacht worden streng gestraft. Later wordt dat misschien aardig gevonden, als de tijd der vergelding geko- fen is, als je kan geuren met een helden daad, als je gevierd wordt als een slachtoffer van de vreemde dwinglandij. Voorloopig is er weinig aardigheid aan met negen maan den gevangenisstraf, in het vooruitzicht. „Hebt U gehoord, beklaagde, welke straf €r tegen U gevorderd is door den heer Generalstaatsanwalt?" „Jawel, 'k ben niet doof", zegt de dikke. „U komt straks aan het woord", zegt de rechter, „ik vraag het aan je medeplichtige, -lie is immers met de uitvoering van de fisdaad begonnen!". De lange magere man knikt. Wielandt, voortaan bij de Remonstranten ter kerke zou gaan. Hierop wilde de oud baljuw niet ingaan. Hij wilde niet verder gaan dan de Remonstranten er aan te her inneren, dat niemand gedwongen kon Wor den naar een bepaalde kerk te gaan. Na veel heen en weer praten wist Wielandt het zoo ver te krijgen, dat de burgers er in berustten de wapens af te geven. Wij zagen, dat ook door deContra Remon stranten een deputatie naar den Haag gezonden was. Deze kwam op 27 Januari in Goedereede terug. De heeren waren verge zeld van den fiscaal Nicolaes Kindtschot en een deurwaarder. Zij brachten de opdracht over dat alles onmiddellijk ongedaan ge maakt moest Worden, dus directe ontwape ningen vrijlating dergevangenen. Zij hadden bovendien toestemming gekregen om in geval van verzet 50 a 60 musketiers uit den Briel naar Goeree te laten komen. Aangezien het meeste werk reeds verricht was, keerden de Haagsche heeren na enkele dagen naar de residentie terug. De Contra Remonstranten besloten geen onrust te veroorzaken en hielden tot 4 Maart geen diensten meer. Dien dag verwierven zij van de meerderheid van het gemeentebe stuur het recht om in het „geheim" een samenkomst in een kamer te houden. Dit bericht alarmeerde de Remonstranten, die krachtig protesteerden. De dienst vond dan ook niet plaats en zelfs besloten verschil lende Contra Remonstranten de gemeente te verlaten. Zoo kon het echter niet blijven op 7 Maart richtten baljuw, burgemeester, en schepenen een oproep tot de burgerij om rustig te blijven en tot het toelaten dat de Contra Remonstranten in alle stilte samen konden komen in een kamer of eventueel in een schuur. De Remonstranten sloegen Wederom alarm en hun voormannen beleg den den volgenden dag in een herberg een spoedvergadering. Zij ontboden burgemees ter Casteleyn en noemden hem een „wijffe- Iaer, een slijckgeus" en dwongen hem onder het uiten van vele dreigementen, dat hij die resolutie betreffende het recht tot het prediken door de Contra Remonstranten niet zou bekrachtigen en tenslotte gaf hij toe. Zij ontboden daarna den baljuw en eischten ook van hem, dat hij zich zou ver zetten tegen een prediking door de Doleeren- den. Hij zei daarop dat dit niet mogelijk was, maar dat, indien het gemeentebestuur hem daartoe opdracht zou geven, hij vanzelf sprekend daaraan gehoor zou geven. Zonder eenig resultaat bereikt te hebben, gingen de partijen uiteen. Zelfs nog gedurende enkele dagen trachtte burgemeester Casteleyn de Remonstranten te bewegen toch geen verzet te plegen tegen Contra Remonstrantsche kerkdiensten. De Remonstrantsche belha mels trachtten echter alles op de lange baan te schuiven. De kwestie kwam opnieuw ter sprake in een raadsvergadering op 18 Maart. Het ging er fel toe. De Remonstranten stel den als eisch, dat er een nieuwe schoolmees ter benoemd zou worden, die van hun rich ting was. Teneinde de rust te bewaren, werd dit verzoek ingewilligd. Grootere oppositie verwekte de eisch, dat het verlof om te „En wat heb je te zeggen nu je gehoord hebt Welke straf er tegen je gevorderd wordt?" „Dat ik het van belang veel vindt... voor één onnoozele schop, die ik een mof. pardon, een Duitsche soldaat tegen zijn achterwerk gegeven heb". „De schop kwam nogal hevig aan, niet Waar? Je hebt de soldaat zóó'n trap ge geven, dat de man uit de spoorwagon vloog en midden op het perron terecht kwam en toen heeft je medeplichtige vervolgens hem een tweede schop toegediend, die nog erger aankwam". „Ik.ik.ik".Wil de dikke dadelijk zijn verdediging beginnen. „Stop", zegt de rechter, hij geeft een klap met de hamer, „straks krijg jij het woord".Nou jij.Hij knikt tegen den lange. Die zegt: „Ik weet niks dan alleen, dat ik het knap veel vind... en dat de vent bij 't stilstaan van de trein op m'n eksteroog trapte!"... Er vaart een schok door den rechter, hij trekt een pijnlijk gezicht. „Op je eksteroog trapte!... Maar man, waarom dat niet eerder gezegt"... Zijn gezicht wordt steeds pijnlijker, hij leeft zich diep in in de positie van den beklaagde toen hij den noodlottigen schop gaf; hij kan dat gemak kelijk doen, want hij lijdt zelf aan ekster- oogen. Hij krijgt een gewaarwording alsof er iemand op zijn eksteroogen staat te prediken geannuleerd zou worden. Dit voorstel veroorzaakte veel rumoer. De baljuw wees erop, dat het toch fataal was, wanneer zoo'n groep zijn wil op wilde leggen aan het gemeentebestuur. Hij drong er dan ook op aan niet te buigen voor dergelijke Remonstranteneischen. De burgemeester Casteleyn voelde zich door deze woorden gesterkt en hij verklaarde dat hij zijn belofte om aan een Contra Remonstrant- schen predikant de toegang tot Goedereede te ontzeggen, introk. Hij meende dit gerust te kunnen doen, omdat hij zijn belofte om geen dienst te laten houden, slechts gegeven had onder groote bedreigingen. Hoe zouden de Remonstrantsche belha mels dit opnemen? (Slot volgt). Wedstrijduitslagen van Zaterdag<2 Nov. 1946. Hoofdklasse: SVGDirksland III n.d.; VVSPr. Bernhard (P.B. n.o.). Reserveklasse: SVG II-Dirksland IVn.d. VVS II—Pr. Bernhard II (P.B. n.o.). De Voetbalvereeniging „Dirksland" heeft haar 3e en 4e elftal uit de F.V.B. genomen daar er voor vele spelers van genoemde Vereeniging moeilijkheden zijn verbonden om op Zaterdag te spelen. De Ouddorpsche Voetbalvereeniging Pr. Bernhard wordt bestraft met een boete van 10,— alsmede twee extra verliespunten op de ranglijst van beide elftallen, wegens niet opkomen in de wedstrijden VVS—Pr. Bernhard en VVS II—Pr. Bernhard II op Zaterdag 2 November 1946. Wedstrijduitslagen competitie Z.-O. Flakkee. Flakkee V—FIOS III 7—4; OTVV II— NTVV 12—2; FIOS IV—OTVV III 6—4; VVS III—Don Bosco III uitgesteld. Het programma voor de competitie om het kampioenschap van Flakkee ondergaat eenige wijziging, zoodat het in de rondge stuurde O.M. vermelde programma voor a.s. Zaterdag komt te vervallen. Het programma van Z.-O. Flakkee blijft onveranderd- Programma voor de maand November 1946. Zaterdag 9 Nov. '46: Hoofdklasse: OFB Pr. Bernhard, aanvang 3.30 uur, B. Jonge- jan; HVVMelissant, aanvang 3 uur, A. J. Groenendijk; SVGFlakkee III, aanvang 3.30 uur, G. v. d. Sluijs. Reserveklasse: OFB II—Pr. Bernhard II, aanvang 2 uur, B. Jongejan; SVG II Flakkee IV, aanvang 2 uur, G. v. d. Sluijs. Zaterdag 19 Nov. '46. Hoofdklasse: Prins BernhardSVG, aanvang 3.30 uur, B. JongejanHVV—OFB, aanvang 3 uur, A. J. Groenendijk. Reserveklasse: Pr. Bernhard IISVG II aanvang 2 uur, B. Jongejan. Zaterdag 23 Nov. '46. Hoofdklasse: Melis sant SVG, aanvang 3.30 uur, G. v. d. Sluijs; VVS—Pr. Bernhard, aanvang 3.30 uur, B. Jongejan. Reserveklasse: Melissant IISVG II, aanvang 2 uur, A. J. Groenendijk; VVS II Pr. Bernhard II, aanvang 2 uur, B. Jongejan. Zaterdag 30 Nov. '46. Hoofdklasse: Pr. Bernhard-Melissant, aanvang 3.30 uur, G. v. d. Sluijs; OFBSVG, aanvang 3.30 uur, B. Jongejan. dammelen in een, overvolle spoorcoupé. „Man, waarom dat niet eerder gezegd, vrijgesproken... Maar die verontschul diging kan voor jou niet geldenJa, nou kom jij es aan het woord.Je zag de sol daat over het perron vliegen, nietwaar. en toen heb je hem ook geschopt, zoodat-ie nog een eind verder vloog.Waarom heb je dat gedaan?. „Da's nog al eenvoudig. Ik dacht, dat het al zoo ver was.ik zeg bij m'n eigen: wacht, ze gaan blijkbaar beginne om d'r de moffen uit te besjoeren, ik zal een handje helpen, maar ik ben blijkbaar een paar maanden tevro g begonne!"... „Negen maanden voor die vergissing, volgende zaak"... „Gefeliciteerd met je eksteroogen, lange Hitler en Goring overrijden een hond Hitleren Göring rijden samen in een auto Göring chauffeert en Hitier zegt waar hij rijden moet. Zoo behoort het. „Vol gas". Ze stuiven langs een boerenhofstee. En schiet een hond uit het hek, die keft woedend tegen de auto. Göring schrikt er van, de hond schrikt ook als ie bemerkt tegen wie hij zoo opstandig geblaft heeft. Dat wordt zijn ongeluk. Hij komt onder de wielen terecht. Als Hitier omkijkt ligt het beest dood op den landweg. „Stop, Göring". De remmen knarsen, de auto staat stil. Ze overleggen samen. Een boerenbond overreden,... erg is het niet... Maar om ReserveklassePr. Bernhard II—Melissant II, aanvang 2 uur, F. NonOFB II—SVG II, aanvang 2 uur, B. Jongejan. De wedstrijden in de Reserveklasse duren voortaan 2 maal 30 minuten met 10 minuten rust. Enkele Vereenigingen moeten nog hun ledenlijsten insturen met Bondscontrib. en 1administratiekosten voor het 2 kwartaal. Een en ander moet uiterlijk op 6 November '46 verzonden zijn. (7) De vorige maal eindigde ik met te zeggen, eerst iets over het z.g.n. „Algemeen Be schaafd Nederlandsch" en het Flakkeesche dialect te zullen schrijven. Ik zei dit aan 't slot van het artikeltje, waarin ik liet zien, dat in het Flakkeesch oude vormen bewaard bleven. 'k Wees toen op de n in zinnen als: „Daer gaet den boer. Dat is 'n goeien dominee". Dit gebruik van de n wijkt af van het in de 17e eeuw vastgelegde, in de 18e eeuw nog vaster gemaakte, en in de 19e eeuw als algemeene wet voorgeschreven naamvallen' stelsel der Nederlandsche schrijftaal. Ook wees ik op de e in uitdrukkingen als: „Ik geve.en in: „Bovendieke", die wet in de I7e eeuwsche schrijftaal voorkwam. Deze in het Flakkeesch levende vormen, moeten we vasthouden. We moeten dat doen, omdat... het Flakkeesch onze eigen moeder-taal is, in welke we geboren werden. Het algemeen beschaafd Nederlandsch is onze eigen taal in den vollen zin niet. Het Nederlandsch is dat oök niet voor Friezen, Zeeuwen, Achterhoekers. Het algemeen beschaafd heeft daar wèf een overheerschende beteekenis in kerk, school, lectuur, maar.het houdt toch iets „vreemds voor al die dialect-sprekenden". Ja, ik zeg 't nu eigenlijk niet goed. Ge zoudt door deze laatste woorden kunnen vergeten, dat de kern van het algemeen beschaafd Nederlandsch niet meer is dan een Hollandsch dialect. Zeker moeten we als Nederlanders het goed leeren spreken en schrijven, maar. we mogen nooit, de taal, waarin we geboren werdengeringschattenalsof die maar een dialect was... tegenover de Nederlandsche taal. En.het zou onjuist zijn uit den naam „algemeen beschaafd" voor het Nederlandsch af te leiden dat het Flakkeesch 'onbeschaafd zou zijn. BELANGRIJK BERICHT Chauffeurs, voerlieden en wielrijders worden er op attent gemaakt, dat er een verscherpte controle is ingesteld op het voeren van voor-en achterlichten bij donker, zulks in verband met het toenemend gevaar op den weg. Men zij gewaarschuwd 1 RECTIFICATIE In de Meditatie van j.l. Vrijdag, le kolom, 12e regel van onder, staat: „de grote schuld van de hervorming". Dit moet zijn: „de grote schuld van de herroomsing". door te rijden alsof er heelemaal niets gebeurd is gaat toch ook slecht, het staat zoo kwajongensachtig. „Terug," commandeert Hitier. De auto gehoorzaamt. Bij de inrit wordt gestopt. „Deel het maar even aan de boer mee," zegt Hitier, „en hier... geef 'em dit als schadevergoeding." Göring stapt uit de auto en kuiert de laan in. De olmen boven zijn hoofd ruischen in den zomerwind. Halverwege komt hem de boer tegen. Het booze boerengezicht voorspelt weinig goeds. Duitsche boeren houden niet van vreemdelingen op hun erf. „Ik ben Göring," begint deze de kennis making, hij strekt zijn arm op nazi manier, „Heil, Hitier, de hond is dood." Het gezicht van den boer Wordt plotse ling vriendelijk. „Wat een ongedachte zegen," zegt hij. „Ik heb al dikwijls tegen mijn vrouw gezegd. Hoe komme We van het schurftige dier afEn daar heb je 't nou Krelia.Ik ga het dadelijk aan m'n vrouw vertellen"... Hij loopt wat zijn oude beenen Ioopen kunnen. „Kreliaaaa.Heil, Krelia... Hitier, de hond is dood"... Bij de auto zegt Göring: „Hier zijn de centen terug. De boer was blij, dat-ie van het beest af was". Hitier vindt het goed. „Vol gas"... (Auteursrecht voorbehouden) Wordt vervolgd!

Krantenbank Zeeland

Opbouw | 1946 | | pagina 3