4 zware voor de balie Abonneert U op dit blad! Duitsers verdacht te maken, met het duel diens ontslag of schorsing te bewerkstelligen, alsook hem in moei lijkheden te brengen regelmatig Duitse Polizei bij zich aan huis te ontvangen; Duitse soldaten aan het Oost-front wollen kleren te zenden <7. in Oude Tonge waar eerst niets was, een N.S.B. groep te vormen van 30 man h. abonnementschap VOVA en DI STRICTSBLAD 25; 2. Blijk van ingenomenheid met de vijand door: a. onmiddellijk na de bezetting met de Duitsers op het Fort Ooltgensplaat contact te zoeken; b. in een gesprek met dhr. Rijnders op Mei '40 de woorden te gebruiken: ,,Ik vecht voor een nieuw Nederlands gezag, dat me niet in een fort stopt en een half uur vertelefoneert over 8 liter benzine. Ik ben Nederlander van Duitsen bloede en ik ga mee strijden"; c. in een brief van Juni '40 aan Burgm. Rijnders te schrijven„Verder vindt U het vervelend dat ik met de Duitsers in het fort op goede voet sta, in dit verband wil ik opmerken dat het nieuwe Nederland zeer vriend schappelijk met het grote Duitse rijk wil omgaan. Persoonlijk hoop ik mijn beste krachten te geven voor de opbouw van een nieuw Nederland" d. in een gesprek met de heren Rijnders en Vooijs op 8 Juni '40 onder meer te zeggen: „Burgm. U hebt mij het bewijs geleverd dat U veel anti-Duits bent, U zult de bordjes moeten verzetten. Tot Mei '40 was de Nederlandse verraderlijke pers tegen het Duitse volk opgezet. Zij hadden ons wel willen vertrappen, maar wij zullen tot de laatste ademtocht vechten, zonodig sterven"; e. in een rapport van Juni '40 te schrijven„Er moet een beter Neder land komen welk met het grote Duitse rijk nauw is verbonden. Aan de opbouw hiervan dienen allen van goeden wil mee te werken; in een brief aan zijn moeder over de Tommy: „Sein Zeit kommt aber auch" en deze brief te besluiten met „HEIL HITLER" .g. door met behulp van een Einbürge- rungsurkunde zich weer als Duitser te laten neutraliseren; h. het portret van Hindenburg en Hitier in zijn zitkamer te ophangen; 3. a. lidmaatschap N.S.B. en daarbij de functie vervuld van groepsleider; b. lid N.S.B.-ambtenarenkorps; 4. Blijk van N.S.B.-gezindheid door: 11in '42 een advertentie te plaatsen in het Districtsblad, inhoudende„W.H. Ravens, wenst Leider, kameraden en kamskes een voorspoedig strijdjaar 1942; in zijn zitkamer het portret van Mussert op te hangen; 5. Voordeel getrokken van de vijand door: zijn radio te behouden; b. in of omstreeks Sept. '44 met zijn gezin en een of meer anderen naar Duitsland te vluchten in de auto van de Gasfabriek, welke auto niet meer is teruggekeerd. Ravens is krank De verdediger Mr. P. Groeneboom deelt mede dat Ravens wegens ziekte niet kan verschijnen. Het Tribunaal wil deze zaak echter voorzover mogelijk afdoen en de opgeroepen getuigen horen. Burgm. Rijnders getuigt. Als voornaamste getuige in deze zaak is Burgm. Rijnders opgeroepen. De eerste vraag van den President geldt het afschieten van de lichtkogels. De Burgm. heeft dade lijk na het bericht van de lichtbeschermings- dienst bij Ravens huiszoekingen laten ver richten. Het geval lijkt echter dubieus, want in de woning is niets bezwarends gevonden. Al de pro-Duitse uitlatingen enz. heeft Burgm. destijds al vastgelegd op papier en de in de ten lastelegging genoemde feiten kan hij dan ook grif bevestigen. Toen hij voor het Landesgericht moest komen heeft hij gezien dat daar een brief lag van Ravens Dit grapje kostte hem 300,— omdat hij weigerde personeel dat pamfletten zou heb ben verspreid, uit te leveren. Via de President stelt verdediger Mr. Groeneboom de volgende vragen aan Burgm. Rijnders: 1Acht U de arrestatie van Ravens op Mei '40 ten onrechte geschied. 2. Hoe Wist U dat de brief die bij de S.D. lag, van Ravens was? 3. Op welke wijze heeft hij zijn functie als Directeur van de Gasfabriek vervuld? Burgm. Rijnders antwoordt hierop: 1De arrestatie is geschiedd in opdracht van het militaire gezag. De redenen zijn mij niet medegedeeld, maar dit was toen ook niet noodzakelijk. Ik had slechts te gehoorzamen. 2. De brief heb ik herkend aan de hand tekening, deze is zeer eigenaardig en gemakkelijk te herkennen. 3 Zijn functie bij de Gasfabriek heeft hij voorzover mij bekend goed vervuld, of hij de Duitsers in het fort heeft aangesloten is mij niet bekend- De 2e getuige is Hendrik Vooijs, de zoon van Burgm. Vooijs. Ook deze weet zich in grote trekken te herinneren, Wat de woor den van Ravens waren en sluit zich bij het relaas van voornoemde getuige aan. Zij liet zich minderwaardig uit Dan wordt gehoord de echtgenote van Ravens, Yvone Af. C. Pierrard. Ze krijgt nu een uitkering van de spaarbankboekjes van haar en van haar zoon. De bezittingen van Ravens Worden op 13,974 geschat Zij heeft van financiële dingen geen ver stand maar ze weet wel dat het Beheer- instutuut als zij geld nodig heeft zegt dat er niets is, maar nu bij het Tribunaal blijkt het tegendeel. De President stelt haar nog enkele vragen overqe vlucht met de auto. Met haar sterk Duits accent verklaart ze dat haar man ziekelijk was en dat ze daar om maar de auto van de Gasfabriek ge nomen hebben, het Was met toestemming van de Voorz. Ik heb nog genoeg moeite gedaan bij de Engelse autoriteiten om de auto vrij te krijgen. President: U hebt zich anders ook nogal minderwaardig uitgelaten bij de arrestatie van Uw man. Yvone: Dat is volkomen begrijpelijk. Wij hebben voor Mei '40 veel voor Neder land gedaan, ook voor het Rode Kruis. En waarom gaven ze Gibbels die in dezelfde positie verkeerde alleen maar huis-arrest? President: Daar ben ik U geen antwoord op schuldig. Daarna begeeft het Tribunaal zich in de Raadkamer om op verzoek van de verde diger over onmiddellijke in vrijheidstelling te beslissen. Ter wille van gezondheidsredenen besluit het Tribundal beschuldigde in vrijheid te stellen, met dien verstande dat hij na zijn herstel weer in hechtenis genomen kan worden. Uitspraak over 14 dagen. De beschuldigingen tegen Chr. Huizer, Commissionnair in Veldvruchten te Herkingen. 1Hulp en steunverlening aan den vijand door: a. Abonnementschap Nationaal Dagbl.; b. in een gesprek met de Ortskomman- dant te Ouddorp over de landing van een vlieger te Herkingen, niet te spreken in het voordeel maar in het nadeel van enige gearresteerde dorpsgenoten en daarbij nog andere personen voor arrestatie aanbevolen c. een op het erf van Dorst staande boerenwagen aan de Duitsers te wijzen met het gevolg dat deze wagen werd medege nomen zonder vergoeding. 2. a. Lidmaatschap N.S.B. in '42 en daarbij vergaderingen bezocht; b. lid N.V.D.; c. lid Economisch front. 3. Blijk gegeven van N.S.B.-gezindheid door: a. Wisse, Klem en Witvliet niet te waar schuwen dat ze zouden worden opgepakt; 4. Voordeel van de vijand te trekken door: a. zijn radio te behouden; b. door bemiddeling van een Mof, die hij een pakje shag gaf, in het bezit te komen van een lichter uit een geïnundeerde boerderij c. onbevoegd een ijzeren eg van Dorst uit een schuur te halen en die te gebruiken; d. toen hij door de economische rechter voor het clandestien slachten een half jaar gevangenisstraf gekregen had, met behulp van zijn politieke vriendjes deze straf te ontgaan. Wie pleegde het verraad? Het eerst wat Huizer wordt ten laste gelegd, is het abonnementschap op het Nat Dagblad, wat hij terstond toegeeft. Maar. dan komt de vlieger-affaire ter sprake. Hierover geeft hij de volgende lezing: Ik hebdestijdsde bevolking gewaarschuwd ter wille van represailles, want het heil van mijn eigen dorpsgenoten gaat me boven alles. President interuppeert: u hebt daarvan weinig blijk gegeven, ga voort. Huizer: Ik ben toen bij de Ortskomman- dant geroepen, waar ik van achter be schouwd niet heen had moeten gaan. Ik kon die lui echter niet verstaan en daarop werd een zekere Hof geroepen. Hij heeft mij gevraagd naar bepaalde personen op Her kingen en hoe deze zich gedroegen. Hij noemde Klem, Wisse en Witvliet. President: Hoe kwam hij aan die namen? U beweert ze niet genoemd te hebben. Huizer: Ik heb die namen niet doorgege ven. 'k Heb daar gezegd dat Wisse een zoon had aan het Oostfront, dus die zou niet zo tegen de Duitsers gekant zijn. Van Klem heb ik verteld, dat hij helemaal niet Duits was en dat is gebleken, Want hij aten zoop met de Duitsers of het zijn broers waren. Witvliet was iemand die doof was. Wij hadden een comm. zaak en hij deed vaak vrachten voor ons. Zo iemand verraadt men niet. President: En is het dan niet gebleken waarom ze u gehaald hebben. Neem me niet kwalijk, maar niemand anders dan u kunt daar namen genoemd hebben. Huizer: Er zijn wel andere feiten. Er zijn mensen geweest, die toen altijd met die personen overhoop lagen. Hij is nu dood, maar anders zou de zaak in een ander dag licht komen te staan. Herkingen is een dorp waar kerk en school, politiek enz. grote Wrijving geven. Een bezwarende verklaring. De President leest van Geldhof de vol gende verklaring voor: Cor Melissant vertelde mij dat Chris Huizer toen heeft gezegd, dat Wisse, Klem en Geldhof over een paar dagen hun grote mond wel zouden houden, Want dan zijn ze er niet meer. Wethouder Melissant is in Ouddorp ontboden en de Ortskommandant heeft er met hem over gesproken dat het de vorige dag nogal rumoerig op Herkingen geweest was. Chris Huizer is ook in Ouddorp geweest en die heeft gevraagd Wisse, Klem en Witvliet te arresteren. Huizer: Deze verklaringen kunnen niet kloppen. Melissant heeft tegen mij in het kamp andere verklaringen afgelegd. President: O, in het kamp maken ze zoveel klaar. Zeg nu maar dat u die mensen genoemd hebt. Huizer: Ik wil een eed afleggen dat het niet zo is. President: Ook Hof, de tolk, zegt: Huizer heeft niet gepleit in het voordeel van de mensen, hij wou een bepaald persoon weg hebben. Huizer meent dat zo'n persoon dat na 3 jaar niet meer kan Weten, alleen van de veldwachter die het proces-verbaal heeft opgemaakt, verwacht hij dat deze na 5 jaar nog weet op Welke dag hij naar Ouddorp is gegaan. De verklaringen van Hof kan hij niet begrijpen, maar die man zal het ook voor baantje doen. De President: Daar zou hij weinig mee opschieten. Een was genoeg. Dan komt de boerenwagen van Dorst ter sprake. Klem zou gezien hebben dat deze werd meegenomen. De President kan de stellige ontkenning van Huizer moeilijk geloven, maar deze blijft bij zijn verklaring dat de schuur van Dorst open stond; hij heeft de Wagen niet aangewezen. Dan vraagt de President of het bezoeken van vergaderingen en het lidmaatschap soms ook gelogen is. Dat is wel vast waar, zegt Huizer, maar ik heb slechts ééns een vergadering bezocht. President: U hebt een vorige maal ver klaard dat u enkele vergaderingen hebt bezocht, zullen we er dus maar een bij doen. Huizer: Neen, één is al genoeg. Geeft ook de aansluiting bij de N.V.D. toe. President: Waarom hebt u die mensen niet gewaarschuwd, terwijl u wist dat ze gearresteerd zouden worden. Huizer: Bij ons ging het praatje dat ze al gewaarschuwd waren door kapper Hogewerf. Maar ik ben volkomen met U eens dat het mijn plicht geweest was, om ze te Waarschu wen. President: Die lichter nam u ook mee voor een pakje shag. Huizer verklaart ditmaal in strijd met vorige verklaringen en met verklaringen van Klem, dat hij van een Mof een pakje shag heeft gehad voor een lichter, die hij van zichzelf heeft gegeven. De President leest daarop Huizers ver klaring voor en zegt hoofdschuddend: „Ik is toch ik, hè". Huizer: Het proces-verbaal dat ik zelf getekend heb is waar, ik sta hier niet te liegen. President: Breng dat maar niet naar voren, hier spreekt men niet altijd de Waarheid. De eg van dhr. Dorst heeft Huizer uit vriendschap gered- De Duitsers Wilden deze in de haven smijten en toen heeft hij zich erover ontfermd. Hij heeft zichzelf belooud door hem te gaan gebruiken. Kardux, die dit feit zelf gezien heeft, zal wel liegen, want die lag toen op bed. Van de datums in het proces-verbaal klopt niets. De President (bits): Voor dat geval van de Econ. rechter hebt u zeker ook al een ontkenning. Huizer (hatelijk): Dat is gebeurd met inlassing van de gratieclausule, daar heb je zeker wel eens van gehoord. Toen Mr. v. d. Heemert uit Utrecht het niet wou, heb ik het mijn politieke vriendjes op laten knappen De echtgenote J. Lodder wordt op het matje geroepen. Zij leeft met 3 kleine kinderen van hetgeen het beheersinstituut uitkeert. Huizer blijkt deze oorlog nog vooruitgegaan te zijn ,want had hij in Mei 1940 3.000,- schuld, thans is het actief kapitaal 6.492,Hij heeft nog een kleine vordering lopen op de V.B.N.A., die hem 1 Augustus 1944 als lid weerde. Mr. v. d. Hoeven als verdediger. Hij begint te verklaren dat Huizer reeds vroeg aangesloten geweest is bij het fascisme omdat hij sterk anti-communistisch getint Was. In 1943 is hij hierop teruggekomen en heeft als lid van de N.S.B. bedankt. Het geval van de lichter ziet pleiter als een handeling van een goed burger. Dat verd. zich aan het half jaar gevangenisstraf heeft weten te onttrekken, is ook logisch. Toen Mr. v. Heemert hem geweigerd had, was het logisch dat hij naar zijn Duitse vrienden ging. En dan wat betreft het geval van die gelande piloot. De bevolking was nogal oproerig bij dit gebeuren, maakten het V-teken en jouwden Huizer uit. Daar door is een beetje kabaal ontstaan. Gesteld, dat hij de intuïtie had gehad om die mensen de das om te doen, dan was hij wel uit zichzelf naar Ouddorp gegaan. Uit verkla ringen van verdachte blijkt ook duidelijk dat hij geen hekel aan de mensen had- Ik heb reeds in de zaak van Melissant gezegd, dat die verklaring van de tolk me niet bevallen. Men krijgt er geen houvast aanDie Geldhof is ook een dubieus persoon Zulke mensen, die een lange tijd in het kamp moeten doorbrengen, nemen wel eens minder mooie middelen te baat. Zo zal het hier ook Wel zijn. Dat verdachte niet gewaarschuwd heeft is enigszins begrijpelijk. In welk eigen- aardigflicht had hij dan niet bij zijn dorps genoten komen te staan. Ze waren trouwens al gewaarschuwd door Hogewerf. Mijnheer de President, deze beschuldigde is gehuwd en heeft 3 kinderen, hij zit al geruime tijd en het wordt zaak dat hij naar zijn gezin terugkeert. Op uitdrukkelijk verzoek van de Burgemeester van Herkin gen heb ik een gesprek gehad en deze verklaart, dat hij zijn voile medewerking zal verlenen dat Huizer zo vlug mogelijk vrijgelaten wordt. In dit verband vraag ik voor verdachte zo spoedig mogelijk invrij- heidsstelling. Het Tribunaal bepaalt de uitspraak op de volgende zitting, die gehouden wordt op 6 November a.s.

Krantenbank Zeeland

Opbouw | 1946 | | pagina 3