Betonpalen De onderwijsvernieuwing WIST U... Enkele lange oliejassen ongeveer 50 kg» carbid i Ook buiten de kring van het onderwijs is het nu wel doorgedrongen, dat er op het gebied van opvoeding en onderwijs veel gesproken en geschreven wordt over 'de vernieuwing ervan en dat in verschillende scholen in meerdere of mindere mate deze vernieuwing in practijk wordt gebracht, zij het dan meestal nog in zeer bescheiden vorm. Buiten de onderwijsmenschen zijn er echter slechts weinigen, die eenig begrip ervan hebben, wat al het rumoer rondom die onderwijsvernieuwing nu eigenlijk be- teekent. Dat is "geen wonder, want vanzelf sprekend is zij allereerst een zaak der paeda- gogen en psychologen en ook onder hen is het nog allesbehalve uitgemaakt, wat nu precies onder de vernieuwing van het onderwijs verstaan wordt en in Welke richting deze dient te gaan. Toch lijkt het ons niet juist, dit zoo actu- eele onderwijsprobleem geheel buiten de belangstelling der ouders te houden. Deze hebben er ongetwijfeld recht op, te weten, in welke richting de oplossing van dit vraag stuk met name op onze Christelijke Scholen gezocht wordt. Sommigen hebben misschien een vaag idee omtrent inhoud en bedoeling ervan, anderen weten er letterlijk niets van en bij niet weinigen bestaat hierover veel misverstand. Men kan iiet zeggen, dat deze kwestie de ouders niet aangaat. Immers, het gaat hier niet alleen over technische onder wijskundige en zielkundige vraagstukken, hier is het fundament van ons schoolsysteem en de heele structuur van het onderwijsiin het geding. Bij de onderwijsvernieuwing zijn niet alleen dingen aan de orde, die slechts door de mannen van het vak begrepen worden, maar het gaat in eerste instantie oin de geestilijke grondslag, waarop het vernieuwde onderwijsgebouw moet worden opgetrokken. En daarvan mogen de ouders niet onwetend worden gelaten. Al zullen de zuiver technisch-paedagogische problemen, die in krantenartikelen, cursussen en con gressen aan de orde worden gesteld, hen niet interesseeren, zij dienen zeer zeker belang stelling te hebben voor de groote principiëele hoofdlijnen, die in de onaerwijsverniewing naar voren worden gebracht. Bovendien zal het noodig zijn, datde ouders erover word en ingelicht, omdat hun sympathie en mede werking noodig zijn om de Lagere School in staat te stellen het vernieuwingsprogram tot uitvoering te brengen. Het isnatuurlijkniet onze bedoeling, over dit onderwerp een uitvoerige verhandeling te geven. Waar het doel, dat we met het schrijven van enkele artikelen over deze materie voor oogen hebben, is, de ouders en andere belangstellenden een globaal over zicht te geven van het vernieuwingtvraag- stuk, kunnen we een groot deel der stof buiten beschouwing laten, die trouwens zich ook minder leent voor behandeling in de krant. Er zijn vele boeken en brochures over geschreven, er worden voortdurend confe renties overgehouden, waardoor professoren en onderwijsmenschen uit de practijk veel geredevoerd wordt, zoodat de literatuur over dit onderwerp al zeer omvangrijk is. Wij beperken ons dus tot datgene, wat voor het belangstellend publiek begrijpilijk en ge- wenscht is. Er moet dan worden vooropgesteld, dat de onderwijsvernieuwing niet, zooals velen denken, een na-oorlogsch verschijnsel is. Integendeel, reeds vóór 1940 was men in breedc kringen, zoowel bij het Lager- als bij de andere takken van onderwijs, het erover eens, dat ons klassikale onderwijsstelsel, zooals dat in ons land bestaat, verschillende in het oog loopende gebreken vertoont, sommige als gevolg van het onderwijsgeven iu klassikaal verband, andere door een ver keerde doelstelling. Algemeen is men het erover eens, dat tot dusver het onderwijs teveel gericht was op het aanbrengen van kennis, m.a.w. dat het te intellectualistisch is. De verstundssclwut is onze trots geworden. Steeds waren (en zijn nog) vele onderwijzers in de weer om de.kennis hunner leerlingen tot zoo hoog mogelijk peil op te voeren, daar ze nog steeds onder de invloed staan van dc 19e eeuwsche geest, die daarop sterk de nadruk legde. Ook in Christelijke kring heeft men zich nog niet geheel kunnen ontworste len aan die verstandsrichting in onderwijs en opvoeding. Het is natuurlijk verleidelijk voor de onderwijzers het in deze richting te zoeken, omdat daarmee reclame te maken is voor de school. Bovendien wordt het door menig ouder ook in de hand gewerkt, vooral ten opzichte van die leerlingen, die verder moeten leeren. Buitenstaanders verkeeren veelal in de meening, dat de School louter een instituut is om de kinderen vol te stampen met allerlei soorten kennis, en om ze eenige vaardigheden aan te leeren zooals schrijven en lezen. En als Nederlander zijn vve er zeer trots op, dat het onderwijs in ons land, wat de verstandelijke resultaten be treft, hooger staat dan in de ons omringende landen. Men vergeet echter, dat de kennis niet nummer één is. Wel is natuurlijk de School de inrichting, die er zorg voor moet dragen, dat het volkskina met een behoorlij ke verstandelijke kennis wordt toegerust voor het leven, maar de tijd van de veraf goding der kennis is voorbij. Kweekte men in de 18e eeuw brave Hendrikken, de 19e eeuw zag de knappe Hendrikken geboren worden, maar de bekende paedagoog Van Duijvendijk heeft volkomen gelijk als hij zegt, dat de knappe Hendrik staat tot de bravo Hendrik ais dc Schriftgeleerde tot de Farizeër. Wij moeten 2e geen van beiden kweeken. Het intellectualisme (de overdre ven vooropstelling van de waarde van groote kennis) moet uit onze Scholen ver bannen worden. Dat is niet alleen een eisch, die de zielkunde stelt, dat vordert ook het Christelijk beginsel, dat bij opvoeding en onderwijs allereerst de nadruk legt op de gezindheid des harten en dat op grond van de Schrift rekening houdt met de waarheid, dat de kennis opgeblazen maakt, maar dat het allereerst gaat om de liefde tot God en den naaste. De klemtoon moet 'verlegd worden. De gewone volksschool moet daar om de parate kennis gaan beperken. Het aantal jaartallen, geneeskundige, aardrijks kundige en natuurkundige namen kan gerust flink beperkt wordener-schiet dan bovendie meer tijd over voor de taalkundige vakken en onderwijs, dat meer gericht is op maat schappelijke en gemeenschapsvorming. We moeten de kant uit van de doe-school. De leerlingen moeten zelf leeren aanpakken zelf iets tot stand brengen, actiever worden dan in de tegenwoordige school. Ze moeten tot zelfstandig werken worden opgevoed, waardoor ze tevens meer verantwoordelijk heidsgevoel krijgen. En daarbij moet de School meer een gemeenschap Worden. De kinderen moeten in,de gelegenheid worden gesteld om elkaar te helpen. Voorheen was dat streng verboden, maar dat is toch feitelijk verkeerd. Het schoolwerk is geen permanent examen. Er is niets op tegen, ais een knappe leerling een zwakke bijstaat ;n het uitleggen van een som, het opzoeken van een plaats op een atlas, het teekenen van een paar moeilijke lijnen. De gezamen lijke arbeid moet aan alien ten riutie komen en dat kan slechts bij een goede samenwer king der leerlingen. Dan geldt niet meer: Ben ik mijns broeders hoeder, maar: Dient élkander door de liefde. Natuurlijk eischt deze werkwijze ook eenige voorzichtigheid van den onderwijzer, want het moet niet ontaarden in een kweeken van gemakzuchti- gen, die bij dit systeem de kans zouden kunnen hebben op hun lauweren, die ze nimmer vereffend hebben, te rusten en het werk door vluggen te laten opknappen. De onderwijzer dient deze in het oog te houden én voortdurend op te wekken ook zelf de hand aan de ploeg te slaan. Meestal gaat dit wel, daar de meestekinderen wel één of meer vakken hebben, waarin ze goed zijn, al kunnen ze bij andere niet best mee. Ieder moet zijn eigen talenten ontwikkelen en daarmee ook de zwakkere broeders dienen en voorthelpen. Zoo leeren ze hulpvaardig heid en wordt sociaal gevoel gekweekt. dat er door den storm in Frankfort«40 huizen zijn ingestort; dat in Batavia een nieuwe democratische partij is opgericht dat Prins Bernhard binnenkort naar Parijs gaat waar hem de versierselen van groot officier in het Legioen van Eer zullen worden uitgereikt; dat de eilanden van dc -Dodekanesus die aan Italië hebben toebehoord, aan Griekenland zijn toegewezen dat op 30 September te Neurenberg het schuldig of niet schuldig wordt uitgespro ken in 22 gevallen dat aan de grenzen van' Frankrijk een chaotische toestand heerst omdat de douane staakt dat weer 1000 repatrieérenden per motor schip Nieuw-Holland in IJmuiden zijn aan gekomen; dat het Reg. Stoottroepen thans 2 jaar bestaat; dat in Birma 20.000 personen aan het staken geslagen zijn; dat in Griekenland 17 personen zijn gedood bij ongeregeldheden dat tijdens demonstraties tegen uitzending naar Indie van dienstplichtigen, een'41-jarige Amsterdammer door pistoolschoten werd ge dood. Van militaire zijde werd niet geschoten. Wel werd een dienstweigeraar gearresteerd; dat in Zuid-Zweden zware regens 1000 h.a. oogst hebben verwoest; dat HM. Koningin Wilhelmina menig maal haar vrije ogenblikken aan de schilders kunst wijdt; dat de Japannezen in 1939 hebben getracht om Stalin te vermoorden; dat de Amerikanen IJsland gaan ont ruimen; dat de K.L.M. volgend jaar 8000 man personeel in dienst hoopt te hebben; dat Seijs-Inquart Zaterdag voor het eerst bezoek van zijn vrouw heeft ontvangen; dat Prinses Juliana de hoogste Belgische Rode Kruis onderscheiding ontvangen heeft; dat vanaf 21 September het vervoer van eieren, ook van de geringste hoeveelheid verboden is; dat de Utrechtse Najaarsbeurs per dag door,meer dan 200.000 personen is bezocht; dat in Amerika een zo krachtig bacteriolo gisch vergif is ontdekt, dat een stipje hiervan een mens doodi en men met 30 gram 180 millioen mensen om het leven kan brengen; dat het aantal Legkippen in ofis land dezen winter ongeveer 9 millioen zal bedragen en dat de jaarproductie van eieren 1300 millioen wordt geschat; dat Ierland ons na de bevrijding, niet meegeteld de gratis aan gerepatrieeerdenden geschonken goederen, voor meer dam 2 millioen gulden aan goederen cadeau gegeven heeft. de eerste kop thee werd gezet door een Chineesch mandarijn, die een middel zocht om de slechte smaak van het water uit de Yangtse te verbeteren. Het mondorgel Het mondorgel werd in 1821 uitgevonden door den 17-jarigen Frederik Buschman, wiens vader in Frossingen in het Zwarte Woud orgels bouwde. Frossingen is het centrum geworden van de mond-orgel-in dustrie. Er bestaan meer dan 150 modellen! Molotov-cocktail Een groote monarchistische demonstratie in Napels ontwikkelde zich tot relletjes, toen cie -10 000 kon'ingsgezinden het com munistische hoofdkwartier, daN njiast het politiebureau is gevestigd, poogden te bestormen De menigte gebruikte Molotov cocktails - flesschen met benzine en brandende lonten - bij haar pogingen om het gebouw in brand te steken Een krantenjongen Een krantenjongen, natuurlijk in Ameri ka, ontving vele jaren geleden'een vreemde munt, die geen enkele bank wilde wisselen. Bij die gelegenheid hoorde hij tot zijn groote verbaziqg, dat ieder land eigen munten heeft en dat er al duizenden jaren lang munten worden geslagen over heel de wereld Hij dacht er, toen niet meer over zijn vreemde munt in te wisselen en hij begon een verzameling aan'te leggen. Toen °hii een man op leeftijd werd, bezat hij 50.000 verschillende munten. Men beschouwde hem als een van de knapste deskundigen op zijn gebied. Hij werd voorzitter van de vereeniging van muntenverzamelaars. Op het eind van zijn leven verkocht deze man, Ferran Zerbe, zijn kostbare verzameling aan een der grootste banken in de Ver- eenigde Staten. De UNO trekt niet meer Dc UNO is blijkbaar haar aantrekkings kracht op het publiek aan het verliezen. Nu drie maanden in New York is vergaderd, komen dagelijks minder belangstellenden de raadszittingen bijwonen. In een zitting van den Economischen en Socialen Raad, die onlangs werd gehouden, waren met inbegrip van de journalisten slechts 46 personen aanwezig in de zittingszaal, die 690 zitplaatsen heeft. De belangstelling begon sterk te verminderen, toen de op politiek terrein zoo machtige Veiligheids raad tot een reeks langdurige verdagingen overging en zelfs bij de jongste zittingen Waren vele stoelen onbezet. Waar is onze bunzing? In Oregon ontwikkelt zich een bunzing fokkerij Deze dieren brengen, na „ont- geurd" te zijn, veertig dollars per stuk op en volgens hun bezitters winnen zij het als huisdieren van de katten Men kan ze gemakkelijk aan het leven in huis wennen Ze dóoden ratten en muizen beter dan katten Ze eten torren en zijn aardige speelkameraden Ook zijn ze nuttig om ongewenschte gasten vrees aan te jagen beschikbaar. Aanvrage voor 28 Sept. aan het Secretariaaf Stichting Landbouw B 115, Achthuizen. TE KOOP prima geschikt voor afrastering. Tevens te koop G. VROEGINDEWEIJ Dirksland. De Rijkscommissaris voor het bezette Neder- landsche gebied bezoekt een school. Seys-Inquart bezoekt een school. Het is een gewoonte van de hooge oomes van het nazi-rijk om de scholen af te loopen. Hij vraagt aan een jongetje in de voorste bank: „Wat is een catastrofe en wat is een ramp? Leg jij mij dat eens netjes uit." Het jongetje kijkt van den minister naar zijn onderwijzer. Die knikt bemoedigend. Als het antwoord wat iang wegblijft zegt de meester: ,,Kom, Bram, steek maar van wal dat kun jij dien m'nheer haarfijn uitleggen. Vertel jij eens aan m'nheer wat we hier in Holland onder een catastrofe verstaan." Brammetje begint: „Als Hitier iri een trein gaat zitten om naar Mussolini te .reizen, en Mussolini gaat in een trein zitten om naar Hitier te reizen, en als de treinen meteen snelheid rijden van honderd twintig kilometer per uur, en als de treinen dan tegen elkaar botsen, dan is dat een catastro fe. De gebrilde minister knikt: „Hm ja, hm ja Brammetje glundert. „Alleen, ik heb wel dit bezwaar tegen je uitlegging: In Duitschland gebeuren zulke dingen niet!" „Dat noemen, we in Holland een ramp, m'nheer!" Een Nazi-staat in het klein. Hij rolde het portier binnen, zet pet op één oor, net op het moment dat het tram metje zich gierend in beweging zette. Een dikke heet achter hem had nog juist de treeplank weten te bereiken en werd hulp vaardig, door hem naar binnen geloodst. ..Da's op 't nippertje", lachte de pet. De dikke heer hijgde van vermoeien is en agitatie Het trammetje was vol. De dikke heer stond te waggelen op zijn beenen, telkens als er een bocht genomen Werd. Ik probeerde plaats voor hem te maken door mijn buur man samen te drukken. Ik noodigdc: „Daar gaan veel makke schapen in een stal." De pet grijnsde: „Maar niet veel nijl paarden Het lachen verging mij om de mop. De dikke heer liet zich op de bank zakken en ik voelde mijn ribben kraken, zóó erg had ik het niet verwacht. Mijn buurman steunde en trok een benauwd gezicht. De overburen hadden ruimte gemaakt voor de jolige pet. Dat was niet zoo moeilijk, want de man was schruil als een panlat. „Daar zitten we nou", glunderde hij tegen zijn beschermeling. Zijn glinsterende oogen loerden door de train, keken naar buiten waar de stad voorbijgleed met huizen, winkels, veel voetgangers, fietsen en een heel enkele auto... Dan plotseling bukte hij zich voorover en vroeg: „Weten jullie de overeenkomst tusschen de Nazi-staat en een electrische tram?" We keken met z'n allen geschrokken. Wat een vraag! En dat in een tram! Hij lachte overmoedig. „Me benne toch Hollanders onder mekaar!" .Er werd geknikt, voorzichtig. Een dwaze gedachte voor een Hollander, dat je voor zichtig moet zijn met wat er in een tram over je lippen komt. Dat zooiets je nou werkelijk in een concentratiekamp of in de gavangenis kan brengen „Mijn ervaring is," zef dc pet, „dat je dingen negen en negentig van de honderd keer gerust kunt bepraten met mensellen, die je volstrekt niet kent, zonder één kwade kans te loopen". Hij pufte minachtend met zijn lippen. „Maar die ééne kwade kans is er dan tocli maar", zei de dikke lieer. „Toegegeven! Die nemen we, omdat we Hollanders zijn en willen blijven... Nou, weten jullie de oplossing? Niet? 1" Zal ik het je zeggen: Kijk daar es: da's de leider. En daar Komt de man, die aan de touwtjes trekt en de centen uitje zak pingelt.Een korte rit, m'nheer"... „Tien dents, m'n heer, astublieft".„Dank u, ook al duur der gtwordc.Nou, zie je, en dc rest zit, hé... Is de gelijkenis volkomen of niet?!" De dikke heer vergeet zijn ongerustheid en lacht daverendIe-is goed... ie-is goed! -Hoe is-t-ie ook weer? Moet ik aan m'n vrouw vertelleDe leider'.de man, die an de touwtjes trekt.en de 'rest zit, hahaha". Mussolini zegt Hitier een aardigheidje. Hitler en Mussolini zitten samen in een vliegmachine. Ze hebben over allerlei zaken gesproken, waarover dictators plegen te spreken. Het welzijn van hun volkeren, het welzijn van Europa, het welzijn van de we reld. Maar zelfs over het welzijn van de wereld raakt men uitgepraat. Dus Mussolini geeuwt en kijkt eens buiten boord. En Hitier geeuwt en kijkt ook u.e'ns buiten boord. De aarde glijdt onder hen voorbij... Totdat Hitier zegt: „Da's gek... daar snap ik niks van, ik zie heelemaai geen vlaggen". Hij wrijft zijn oogen uit en vindt het nog eens gek.„Begrijpt jij daar iets van, confrater... nou wisten ze toch dat ik.dat wij. Mussolini weet de oplossing: „Moet je maar eens uit het vliegtuig springen, amice,,dan zul je es zien hoe de menscnen vlaggen"Hij moest zelf on de aardigheid lachen, dat er zijn buik van schudt„Kerel, zul je es zich hoe heel Duitschland vlagt"... (Wordt vervolgd). Auteursrecht voorbehouden

Krantenbank Zeeland

Opbouw | 1946 | | pagina 3