VOOR GOiltEE EU OVERFLAKKEE Gedeputeerde OP Flakkee De Hervormde Synode en de Christelijke School Plaatselijk Nieuws DINSDAG 3 SEPT. 1946 ËÉg^y® j 1^ ^o-A ,Jt^% Tweede jaargang - No. 32 Prijs per kwartaal f 1,50 H §||j£gM j||| Ma FSl ll^Jliilfik &W Adres der redactie en Ad- Losse nummers f 0,15 IffiflL JSÊ |B jKrWl f^H ministratie Voorstr. A 239 Advertentieprijs 130 mm ggjffi NÊlle %&v$lrw t>?vW 0&sf Postbus 14 14 cent per mm. Elke mm 15 eÜ Vi^w Middelharnis Tel. No. 332 contract aanzienlijke korting CHRISTELIJK NATIONAAL STREEKBLAD Dinsdag en Vrijdag contact komen zouden, wat voor de zelf standigheid der Kerk steeds een gevaar kan beteekenen. Nu poogt men veel enkele bezwaren te ondervangen door het bestuur der school in handen van een kerkeraads- commissie te leggen, maar doordat deze commissie in belangrijke aangelegenheden toch de sanctie van de kerkeraad noodig heeft, krijgen de leden ervan al spoedig de indruk, dat de zaken buiten hen klaarge maakt en beslist worden en zij feitelijk onder curateele staan. Ook leert de ervaring, dat door de meestal dubbele behandeling van zaken de neiging bestaat, de commissie zoo weinig mogelijk samen te roepen, zoodat ze uiteindelijk wel niet formeel, maar toch practisch geliquideerd wordt. In dit licht moeten we ook de afgeleide voorstellen der commissie van de Herv. Raad zien. De onderwijzer is geen bijzon dere kerkelijke ambtsdrager, hij is de vertrouwensman der ouders. Zijn huisbezoek is geen kerkelijk werk, maar behoort bij zijn positie als onderwijzer aan een vrije school, van wien levensgemeenschap hij één der exponenten is. Kerkelijke inspec teurs zijn volmaakt overbodig. De kerke raden hebben het recht te weten of het onderwijs op schriftuurlijke grondslag ge geven wordt, doch daarvan kunnen zij zelve zich overtuigen. En wat het voorstel betreft, om elke maand de onderwijzers onder leiding van den predikant de Bijbel stof te laten doorwerken „opdat de grootsche Bijbelsche visie tot zijn recht kome", dit lijkt ons eenerzijds een aanwijzing, dat men de onderwijzers niet in staat acht, zich zelfstandig voor te bereiden en anderzijds rijst de vraag, of de leidende kringen in de Kerk op deze wijze niet willen pogen in het Chr. onderwijs de nieuwe theologie ingang te doen vinden. Om al deze redenen moet ook dit deel van het Synodale onderwijsprogram worden afgewezen. De Synode beperkte haar taak tot het kerkelijke en v/enscht zij haar lid maten te adviseeren, dan doe zij dat positief in de richting van het Chr. onderwijs. De Herv. Raad voor Kerk en School kan gevoegelijk zijn arbeid staken. Chr. Volks onderwijs heeft zijn taak weer opgenomen en de Herv. Raad doet niets anders dan verwarring stichten. Waar hij bovendien van beginselen uitgaat, die de overgroote meerderheid van de voorstanders van Chr. Onderwijs niet deelen, waar bovendien de Chr. Schoolorganisaties op zijn activiteit geen prijs stellen, zou de Synode er goed aan doen, deze Raad te liquideeren. Ge beurt dit niet, dan verwachten we een zeer ongewenschte strijd, waarin ook vele Herv. zich tegen de Synodale actie zullen moeten verzetten. v. E. VII. (Slot). Ons rest nog het standpunt der Synode v bespreken ten opzichte van de huidige vrije Chr. School. Uit hoofde van haar ideaal: de algemeen-Christelijke Staats school beschouwt zij de tegenwoordige Chr. School als een noodgebouw. Zooals we zogen, is zij het principieel oneens met het beginsel der vrije school en op het voetspoor van Hoedemaker wordt door sommigen zelfs beweerd, dat de voorstanders dezer vrije school daarvan een afgod maken. Natuurlijk moet ditvvordentegengec.proken. Wij zien er de meest principiëele en prac- tische oplossing van de schoolkwestie in. Niets meer en niets minder. lutusschen wenseht men van Synodale ijde tot een andere organisatie te komen, die we zouden kunnen noemen de „verker- kelijking" van het Chr. onderwijs. Reeds verleden jaar voerde Dr. van Niftrik daar voor het pleit op de vergadering van Chr. onderwijzers. Hij betoogde, dat de Kerk zich met de school moet bemoeien en dat hij het meest voelt voor een school, die rechtstreeks van de Kerkeraad uitgaat, waarbij deze dus fungeert als schoolbestuur. De band tusschen kerk en school moet nauw worden aangehaald en het schoolleven moet voortaan beschouwd worden vanuit de kerk. Een meer officiëele uitspraak geeft het rapport der Commissie, dat we in ons tweede artikel vermeldden. De schoolver- eenigingen moeten dus verdwijnen en voort aan moeten de Chr. Scholen, met name de Hervormde, onder leiding staan van de kerkeraden. Wij moeten ons ook tegen dit streven op principiële en practische grondenr verzetten. Allereerst omdat de kerk hier een terrein betreedt, dat bet hare niet is. Al moge zij belang hebben bij het onderwijs harer ge doopte kinderen, zij heeft zelf voor dit onderwijsgeven geen opdracht van haar Zender. Het ligt geheel buiten haar ambtelijk werk. Daarbij komt, dat de Kerk zelve, als zij dit werk aanpakt, zeker een vast theologisch uitgangspunt moet hebben. Dr. Berkhof, de commentator der Doornsche stellingen en groot voorstander van de nieuwe koers, zag dit niettemin goed in toen hij schreef, dat hij vooralsnog huiverig is, om de Kerk zoo dicht bij de school stichting te betrekken, omdat de Herv. Kerk nog niet tot een nieuwe belijdenis- eenheid gekomen is. Er groeit wel iets, maar het is nog bij lange na niet volgroeid. De verschillen tusschen de richtingen, zegt hij, zijn nog diep. Van een concrete vast staande inhoud van het woord „Hervormd" kan men in het huidige stadium nog niet spreken en daarom is de tijd voor een vruchtbare aansluiting van de school aan de Kerk nog niet gekomen. Inderdaad is dat goed gezien, maar zelfs al zou de Herv. Kerk een theologische eenheid gaan vormen, dan nog ligt het verkerkelijken van het onderwijs niet op haar weg. De school moet van de ouders uitgaan. De Kerk is hier niet primair en 'het streven om allerlei Chr. vereenigingen, ook op schoolgeboed, in de kerkelijke actie op te nemen of op één of andere wijze aan kerkelijke instanties te subordineeren, gaat uit van een overspan nen kerkbegrip, dat niet Protestantsch, zeker niet Gereformeerd is, doch meer op het Roomsche standpnut gelijkt. Voor Rome bestaat hier immers geen probleem. De Kerk bezit het schoolrecht alseen natuurlijkr uitvloeisel van het opvoedingsrecht, dat haar toekomt. Bij haar gaat de souvere'ini- teit de Kerk boven alles. Souvereiniteit in eigen kring kent zij niet, omdat zij op autoritaire grondslag staat. Daarom moeten wij de Roomsche lijn niet op. Wij zijn het eens met wat onlangs de Voorz. der Ver. van Chr. Onderwijzers in het „Correspon dentieblad" schreef: „Evenmin als we een staatsschool moeten hebben, evenmin is de school der kerken de uitkomst". Achter deze actie zit een hoog kerkelijk streven naar suprematie van de Kerk in haar speciale ambten over allerlei werkzaamhe den der lidmaten, waarbij het ambt aller geloovigen naar Zondag 12 op de achter grond gedrongen wordt. Niet denkbeeldig is daarbij het gevaar, dat de dominocratie, die toch schrikbarende afmetingen aange- i. mien heeft, door dit vcrkerkelijkingsstre- Ven ten top zal worden gevoerd. Als practisch bezwaar moet worden aangevoerd, dat de Kerkeraden als school besturen te nauw met de Overheid in Door het Bestuur van de Stichting „De Flakkeesche Gemeenschap" daartoe uitge- I noodigd, bracht Gedeputeerde Staten, waar- I toe ook een Dame behoort, op Donderdag 29 Augustus j.l. een bezoek aan ons eiland, wat geen alledaagsche gebeurtenis is. Door het Bestuur van de Stichting werd het hooge gezelschap ongeveer half elf te Middelharnis-haven bij aankomst van de veerpont verwelkomd. Van deze gelegenheid maakte Burgemees ter Rijnders gebruik om hen een kijkje te doen nemen van de door de Duitschers verwoeste schutssluis, en deelde mede dat het herstel daarvan op ongeveer anderhalf millioen gulden wordt beraamd. Daarop werd de reis voortgezet naar Middelharnis, waar het gezelschap ongeveer 11 uur ten gemeentehuize arriveerde. Na kennis te hebben gemaakt met de daar aanwezigen voor deze gelegenheid waren ook de drie Flakkeesche Leden van de Provinciale Staten voor Zuid-Holland uitgenoodigd - hield de Voorzitter zijn inleidende rede en zei verheugd te zijn, dat Gedeputeerden aan onze uitnoodiging ge volg hebben gegeven. Hij acht een persoon lijke kennismaking van groot belang en wel te meer, omdat hem meermalen is gebleken, dat in Den Haag bij velen de gedachte leeft, dat Flakkee een Zeeuwsch eiland is, wat tot gevolg kan hebben, dat Flakkee wel eens vergeten zou kunnen worden. Hij zegt, dat Flakkee een stuk van Zuid-Holland is en dat niet in Zeeland, maar in Den Haag onze belangen moeten worden behartigd. Hij zegt, dat ten onzent reeds lang de behoefte bestond aan een Orgaan, dat de algemeene belangen van Flakkee kan be hartigen. Dit Orgaan is gevonden in de Stichting „De Flakkeesche Gemeenschap", waarbij alle Gemeenten en de meeste instellingen en Organisaties met groot en thousiasme zijn toegetreden. Het lidmaatschap zal van de Gemeenten tot instandhouding dezer Stichting een klein financieel offer vragen, waarom de Voorzitter bij voorbaat een beroep doet op Gedeputeerden, om daarmede bij indiening van de Gemeentebegrootingen rekening te willen houden. Verder brengt de Voorzitter het gebrek aan leerkrachten bij het onderwijs onder de aandacht. Om Flakkee wat meer aantrekke lijker te maken, geeft hij in overweging, om de standplaatsaftrek af te schaffer. Door het Bestuurslid, den heer Mijs, wordt het verkeersvraagstuk en wat daar mede samenhangt, behandeld. Hij wijst daarbij op de groote vruchtbaarheid en de intensiviteit van het eiland, dat voor ongeveer 30 millioen gulden aan Land- en Tuinbouwproducten voortbrengt. Aan zoo'n vruchtbare streek van Nederland dient z.i. de grootst mogelijke aandacht te moeten worden besteed. Hij vraagt in dit verband de volle aandacht voor uitbreiding en eén goede ontilage van de thans bestaande veer- verbindingen, die z.i. spoedig tekort zullen schieten, om het autoverkeer met zijn veel grootere vrachtwagens dan voor de oorlog, te verwerkén. Een brugverbinding brengt evenwel alleen de radicale oplossing. Ook bepleit hij een betere verzorging van de wegen en wijst daarbij speciaal op den onhoüdbaren toestand van de toegangsweg naar Galathee-haven. Vervolgens houdt de heer Sieüng een pleidooi voor de verwezenlijking van een brugverbinding met den vasten wal. Zoo U.ng deze er niet is, noemt hij alle andere middelen slechts lapmiddelen. Spr. zegt, dat ongeveer 60 jaar geleden voor de Hoeksche Waard met 30.000 inwo ners, door de Provinciale een brug werd gebouwd. Voorne en Putten met 20.000 inwoners kreeg 20 jaar later zijn brug. In 1928 kreeg het eiland Tholen met 28.000 inwoners, een brug, terwijl in 1939 de1 bruggebouw voor het kleine eiland Noord- Beveland met 7.000 inwoners voor 180.000 werd aanbesteed. Door de oorlog is dit plan helaas niet uitgevoerd kunnen worden. En wat heeft Flakkee met zijn 34.000 inwoners? Hiervoor bestaan alleen plannen voor een brugverbinding. Na zijn breed voerige uiteenzetting van de groote voor deden, die een brugverbinding voor Flakkee mede brengt, spreekt hij het vertrouwen uit, dat hij het college de overtuiging, heeft bijgebracht, dat de plannen zoo spoedig mogelijk dienen te worden omgezet in daden. Hij vraagt hiervoor de volle mede werking. Hierna krijgt Dr. Stoel gelegenheid om te wijzen op de boomloosheid van ons eiland, tengevolge waarvan het een onher bergzame cultuursteppe is geworden. Eens deels zijn de boomen afgestorven door de inundatie en anderdeels door het rooien bij gebrek aan brandstof, gedurende de bezet ting, en mede doordat de landbouwende bevolking iedere boom om zijn schaduw als een vijand van het bedrijf ziet. Men vergeet daarbij evenwel, dat met het verdwijnen van de boomen ook de insecten etende vogels verdwijnen. De door de insec ten aan te richten schade zou daarom wel eens grooter kunnen zijn dan de schade, veroorzaakt door de schaduw van de boomen Ook uit het oogpunt van de volksgezond heid acht hij boombeplanting van primair belang. Verminderde windkracht beschermt den mensch tegen eenzijdige afkoeling, waarvan verschillende rheumatische aan doeningen een gevolg zijn. Hij spreekt zijn vertrouwen uit, dat ook deze aangelegenheid de volle aandacht van het College moge hebben. Na deze besprekingen begeeft het gezel schap zich naar Hotel Meijer, waar de maal tijd hen wacht. Na den maaltijd, ongeveer half drie, maakt het gezelschap zich op voor een rondrit over het eiland. Op verzoek van het Bestuur van enkele polders te Ouddorp, wordt een bezoek gebracht aan de Ouddorp- schc duinen, het zoogenaamde „flauwe werk" De zecwerende duinenrij is daar dermate afgenomen, dat de toestand inderdaad precair is te noemen. Met.man en macht is men daar bezig, om een steenen glooiing aan te brengen. Als daar de duinen bij een Noordwesterstorm mochten bezwijken, dan was de ramp voor het eiland niet te overzien Laten we hopen, dat men er nog voor den winter in slaagt om zich voor een doorbraak veilig te stellen. Door den Dijkgraaf, den Heer Akershoek, werd de gevaarlijke toestand nader toege licht. Daarna werd een bezoek gebracht aan het Havenhoofd te Goedereede, waar door de Duitschers alle woningen, n.I. 7s* stuks, met den grond zijn gelijk gemaakt. De waarn. Burgemeester, dhr. Goekoop, was ter plaatse aanwezig en toonde door middel van een kaart aan, hoe de herbouw zal geschieden. Dit jaar zullen nog 20 wo ningen worden gebouwd. Op een vraag van Gedeputeerden, waar de bevolking was ondergebracht, deelde de Heer Goekoop mede, dat deze in hoofdzaak was gaan in wonen bij de burgerij van Goeree, slechts enkele gezinnen hebben in andere gemeenten een onderdak gevonden. Vandaar werd de reis voortgezet naar Dirksland. Hier werd het Ziekenhuis met een bezoek van het hooge College vereerd. Op verzoek van den heer Slobbe, gaf Ds. van der Wal een uiteenzetting van de tot standkoming van het Ziekenhuis. Daarna werd onder leiding van de medici en de Hoofdverpleegster, Zuster Zevenhuizen, een rondgang door het Ziekenhuis gemaakt. Ten besluite werd een broodje en een kopje koffie aan het gezelschap aangeboden, waarna de waarn. Commissaris van de Koningin, de Heer Bolsius, het Bestuur hartelijk dank zegt voor de gulle ontvangst i en feliciteert met deze mooie, voor het eiland zoo nuttige, onmisbare instelling, waar de lijdende menschheid genezing kan vinden. Inmiddels is het half zes geworden en wordt de reis via den Gelderschen dijk, die zoo dringend verbetering behoeft, vervolgd naar Sluishaven, waar de boot juist gereed lag voor vertrek naar Dintelsas. Ook hier kon het College op de slechte toestand van de toegangsweg aanschouwelijk worden gewezen. Vandaar werd de reis vervolgd naar Ooltgenspiaat, waar de trots van de gemeente, n.I. het mooie, in ouden stijl, opgetrokken Raadhuis, werd bezichtigd. Onder het nuttigen van een broodje en een kopje koffie nam de Voorzitter de gelegen heid te baat, om de electrificatie van Oost- Flakkee onder de aandacht te brengen. Hij zegt, dat Oost-Flakkee de eenige witte plek op de Nederlandsche kaart is, waar electriciteit ontbreekt. Hij verzoekt het College te willen bevorderen, dat deze uitzonderingstoestand met den meesten spoed wordt opgeheven. Wil men tegen normalen prijs electrischen stroom leveren, dan zal subsidie van de Provincie bij den aanleg noodzakelijk zijn. De Heer Bolsius spreekt zijn dank uit voor de uitnoodiging en zegt toe dat de door de Stichting voorgelegde urgente vraagstukken de volle aandacht van het College zullen hebben en zijn volle mede werking tot oplossing daarvan zooveel mogelijk zal verleenen. Ongeveer half acht vertrekt net College naar Den Bommel, waar de veerpont „Beatrix" hen wacht om het' te Numansdorp aan den vasten wal te zetten. Bij het aan boord gaan maakt de Heer SlobDe van dit laatste oogenblik nog gebruik om het College op de noodzakelijkste verbeteringen nogmaals te wijzen en spreekt de hoop uit, dat het bezoek aan ons mooie, vruchtbare eiland t.z.t. zijn vruchten zal afwerpen. Met nogmaals hun dank te betuigen voor de prettige dag, neemt het College met een stevigen handdruk afscheid van de Flak- keeënaars. MIDDELHARNIS. De collecte in onze gemeente gehouden ten bate van het toren klokken-fonds heeft opgebracht: 1660,50; Kerk colle?te Ncd. Herv. Kerk 565,51, giften via Ds. L. Blok 102,50. Zoodat totaal is bijeen gezameld 2328,51. Wetli. Vroegindeweij kreeg van een oud ingezetene de toezegging over een bedrag van 500,—. Wanneer wij dat er aan toe voegen is de 3000,nog niet bereikt. Wij zijn dus nog ver van waar wij wezen moeten wanneer wij bedenken, dat er ongev. 5000,noodig is. M. C. Appel, leerling van de machi nisten school te Bric lie, wonende alhier, is Vrijdag l.l. vanaf Schiphol per vliegtuig vertrokken naar Curacao. Hij zal daar als

Krantenbank Zeeland

Opbouw | 1946 | | pagina 1