bare Vergadering n 't Veld, vanlJsselmonde steno-typist(e) uwe hart van Rotterdam" n's Boekhandel, Sommelsdijk NA DEN STRIJD Hoe zal de Uitslag zijn? werkster DMSMA 234 Middelharnis. vraagt! e dienstbode, werkster, enstmeisje. EEDIJK - Middelharnis. TUKKER, Groene Ktcrdani, vraagt weede meisje et meisje roote kinderen Mr. M. LODDER, 19, Den Haag. plicht der tegen- raagd bouwknecht VUGT - Oude Tonge. gen, compleet, chmachine. k onkruidegge. ringmaaimachine. e vragen Smid, Ouddorp 52. 1—2 lAD LEVERBAAR rten touw. ires voor ertouw. PUTTEN 0 Melissant. xmwvoorlichtings- 'e huur een in goe- :rende machine. biedingen met langde vergoeding het kantoor 253, Middelharnis. n 2-duims nhout. bestelling zuiver tten of ribben of edraaid geleverd ibhout - Latten ERMAN Middelharnis nog goede auto- anden voor een h. Brieven onder ureau v. d. blad. TE KOOP: Een Hecrencostuum, kleur licht grijs. Een Mantel, leeftijd 16 jaar. Een paar Heereoschoetten. m.43 Inlichtingen bij G. v. KOPPEN, Boekhandel, Oiuldurp. TE KOOP: 10 K.G. Flakk. Wortelzaad stomppunt. M. SIELING, Melissant, Tel. 1531 TE KOOP: Bijenkast met Ymkerbenodigdheden. Kortewegje B 175, Sommelsdijk. TE KOOP: Plm. 3üO stuks vlampijpen voor afrastering. A. W. KNÖPS - DIRKSLAND. TE KOOP: ln goeden staat zijnde hakselmachine voor hand- en motorkracht. M. W. STRUIK. Achterweg 296, Melissant. - Telefoon 1513. TE KOOP: een waakhond oud 11 maanden, bij ADAM ALEMAN, Dijkstelweg B 26, Ouddorp. TE KOOP GEVRAAGD: een goede Heerenfiets. Brieven letter A, Boekhandel C. DE MOOIJ, OUDDORP. TE KOOP GEVRAAGD: Een in goede staat verkerende moderne Kinderwagen Aanbiedingen niet omschrijving en prijs onder No. 165 aan het Bureau van dit blad. Verkopingen. Notaris A. H. RIS te OUDE TONGE is voornamens publiek te verkoopen: DEN BOMMEL: Op Donderdag 16 Mei 1946 bij Inzet, in Café v. d. Plaat en zoo noodig op Donderdag23 Mei d.a.v. bij Afslag in café Keyzer, telkens 's avonds 7 uur, van Koop I. HET HUIS EN ERF aan de Voorstraat nrs. A 111 en 112 te den Bommel; verhuurd aan H, van St. Annaland en J. Melissant. Koop 11. HET HUIS EN ERF aan den Straatdijk nr. A 122 te den Bommel; met alle aanspraken op inundatie- cn/of bezettings schadevergoedingen. Ten verzoeke van de erven van de echtelieden A. W. v. d. Mey en C. de Vos. te NIEUWE TONGE: Op Vrijdag 17 Mei 1946 bij Inzet, en zoo noodig op Vrijdag 24 Mei 1946 bij Afslag, telkens 's avonds 7 uur, in Hotel Osse- weyer te Nieuwe Tonge; van: HET HUIS MET ERF EN TUINLAND aan de BuurtscheWeg nr. C 6 te Nieuwe Tonge, met alle aan spraken op imindatieschadever- goedingen, ten verzoeke van de erven A. C. Holleman. Hist, linie Ouddorp in de Oude School, op Maandag 's avonds half acht. er zal optreden r. J. M. Hempenius te Middelharnis directe indiensttreding een Is verschenen Toelichting op het basisplan voor den herbouw van de Binnenstad van Rotterdam. Uitgegeven in op dracht van het Gemeentebestuur der stad. Prijs f 2,- in Landbouwwerktuigen ON - Tel. no. 52 - OUDDORP sseweijer S Zn, - Dirksland ruinebonen en Zaaiwikken oorten Delfia Mengvoeders UDERS zend ons Uw bonnen voor oer en Knikenzaad. Steeds voorradig. lek. Drukk. J. M. Boomsma, Middelharnis VRIJDAG 17 MEI 1946 Prijs per kwartaal f 1,50. Losse nummers f 0,15. Advertentieprijs 1—30 mm 14 cent per mm. Elke mm daarboven 10 cent. Bij contract aanzienlijke korting. OPBOUW Christelijk-Nationaal Streekblad voor Goeree en Overflakkee TWEEDE JAARGANG - No. 2 Adres der Redactie en Administratie: ZANDPAD B 282 - MIDDELHARNIS TELEFOON No. 332 Dit blad verschijnt iederen Vrijdag Hoofdredacteur C. M. VOGELAAR Mededelingen van de Redactie. Morgen 18 Mei hopen we met een extra nummer uit te komen, waarin de verkiezings uitslagen zijn opgenomen. Het ligt in ons voornemen „OPBOUW" per 1 Juni tweemaal per week te laten verschijnen. Als dit?nummer van ons blad op uw tafel komt, is de stembus voor de verkiezing van de 1Ü0 leden der Tweede Kamer van onze Staten-Generaal, reeds gesloten. De strijd is beslist. En met groote spanning verbeiden wij de bekendmaking van de uitslag. Het is niet gemakkelijk nu onze gedachten op iets anders te richten, nu het verlangen naar de uitslag ons zoo bevangen houdt. Want er staan bij deze verkiezing zulke enorme zaken op het spel. Maar wat nu tusschen verkiezing en uitslag toch waard is even aandachtig bezien te worden, dat is de strijd zelf, die gevoerd is. En dan kunnen we enkele zeer verheugende verschijnselen aanwijzen. Een der voornaamste dingen is wel, dat ec dit maal weer een intense belangstelling was voor deze verkiezing bij het geheele volk. Ondanks de pogin gen van de Partij van de Arbeid om de kracht der beginselen te verdoezelen en het voor te steden, alsof de innerlijke levensovertuiging voor of tegen den Christus, in de politiek van geen doorslag gevende beteekenis is, heeft ons volk het over het algemeen goed gevoeld, dat het levensbeginsel ook op dit gebied de allesbeheerschende factor is. Daarom, de zaak der verkiezingen leefde onder ons volk. Er werd veel en druk over gesproken. Men gevoelde, dat het om zeer gewichtige dingen ging. Daarom venvachten We stellig, dat het percentage der stemgerechtigden die ook metterdaad hebben gestemd, wel zeer hoog zal zijn. Ook het betrekkelijk kleine aantal partijen, dat lijsten had ingediend (in ons district slechts S), heeft die algemeene belangstelling in de hand gewerkt. De principieele tegenstellingen- kwamen daardoor duidelijker aan het licht. Veel duidelijker dan toen er meer dan 50 lijsten werden ingediend. Een zaak, waarop we met groote vreugde de aandacht vestigen, is voorts wel deze dat onze jongeren zoo krachtig hebben meegeleefd en mee gestreden in den verkiezingsstrijd. Zeker, het was voor de meesten van hen iets nieuws. In 1937, bij de vorige Kamerverkiezingen werden de meesten nog te jong om in deze dingen bewust mee«te leven. Maar toch, het was niet alleen het nieuwe, dat hun enthousiasme wekte. Neen, ze hebben er blijk van gegeven, dat ze het belang gevoelden van deze dingen. De publieke zaak, het politieke leven, de staatkundige beginselen trokken hun belangstelling. Daarom hebben ze met warm interesse deelge nomen aan de geestelijke worsteling. Dat is een zeer verblijdend verschijnsel, als onze jonge garde oog heeft voor de beteekenis der geestelijke worsteling ook op dit gebied. Als bijzonder ook onze christelijke jongeren gevoelen, dat de zaak van het koninkrijk Gods ook hierbij betrokken is, en de Heere ook daarin hen roept Zijn Naam te belijden en de goede strijd des gelqofs te strijden. Daarin, in dat vurig meeleven der jongeren steekt een stuk zedelijke en geestelijke volkskracht, dat ons niet anders dan dankbaar en hoopvol stemmen kan. Tegenover deze verblijdende verschijnselen, is echter naar onze meening een schaduwzijde des te feller naar voren gekomen, n.l. de verdeeldheid van het Protestants-Christelijk volksdeel. We wezen er hierboven reeds op, dat er in ons district slechts te kiezen viel tusschen 8 verschillende partijlijsten. Moet het ons dan niet diep bedroeven, dat er van die 8 lijsten niet minder dan 4 waren van Protestants-Christelijke partijen? Dat waren de Anti-Revolutionaire Partij, de Christelijk-Histo- rische Unie, De Staatkundig-Gereformeerde Partij en de nieuwe Protestantsche Unie. De liberalen behoefden niet te zoeken, ze hadden één lijst. Zoo ook de socialisten, één lijst. Voorts de communisten één lijst en ook de Roomschen één lijst. Elke groep met een eigen levens- en wereldbeschouwing één 'ijst, één partij. Maar de positief-belijdende Protes tanten 4 lijsten. Zeker, tusschen die 4 groepen liggen verschillen en verschilletjes. Maar toch zeker niet van zulk een diepte, dat daarmede dit ge scheiden optrekken gerechtvaardigd is. Wel ver schillen, maar toch geen principieele tegenstellin gen, die een apart partijverband noodzakelijk maken? Alle -1 deze groepen begceren niet anders, dan zich te buigen onder de eisch van liet Woord Gods ook voor het staatkundige leven. Alle 4 jagen ze er naar, dat het regeeringsbclcid zal Worden gevoerd overeenkomstig de reformatorische begin selen. Ook in de andere 4 partijen (liberalen, socia listen, enz.) denken heusch niet allen in alles precies eender. Maar het gemeenschappelijke uitgangspunt of zelfs het gemeenschappelijke belang deed daar over de onderlinge meeningsverschillen heenstap pen, en bond allen samen om als eenheid op te tre den. Dat moet toch nog veel nicer mogelijk zijn onder hen, die de naam van den ecnen waarachtigen God en Christus belijden, en buigen voor hetzelfde Wuord Gods. Door de verdeeldheid breken We onze kracht en bevorderen wc de kracht der tegenstanders. Zoo doet de afgesloten verkiezingsstrijd ons verschillende verblijdende verschijnselen zien, die tot dankbaarheid stemmen. Maar schril vertoont zich nog steeds die gebleven verdeeldheid. Ook al mogen we dankbaar erkennen, dat over het alge meen in de verkiezingslectuur een waardige toon werd gevoerd en men zich van hatelijke bestrijding vrijwel heeft onthouden in deze 4 groepen, toch met alle kracht blijver we oproepen tot eenheid op politiek gebied van alle positieve Christenen, we blijven pleiten voor de eene, ongedeelde Chr. 'Nationale Volkspartij, ZITTING VAN HET TRUBINAAL te middelharnis Dinsdag 14 Mei j.l. had de tweede zitting plaats van het tribunaal te Middelharnis. President: Mr. C. R. F. van Roggen. Adj.-SecrMej. Mr. J. M. Hovenkamp. Leden: de heren C. L. de Wit en M. J. Zoeteman. Uitspraak in de zaak van W. Hartman te Dirks land en T. van der Wende te Goedereede. Het tribunaal achtte de ten laste legging tegen W. Hartman bewezen en veroordeelde hem tot internering van 1 jaar en 6 maanden, met aftrek van voorarrest en ontzetting uit actief en passief kiesrecht. Internering heeft plaats tot 11 Novem ber 1946. Ook de ten laste legging tegen T. van der Wende achtte het tribunaal bewezen, uitgezonderd de beschuldiging dat v. d. W. landbouwers zou hebben bedreigd. Hij werd veroordeeld tot internering van 1 jaar en 3 maanden met aftrek van voorarrest; (interrering tot 14 Augustus 1946), ontzetting uit de beide kiesrechten en verbeurdverklaring van zijn vermogen tot een bedrag van ƒ5.000, Zaak tegen W. van Eek Na deze uitspraken werd de zaak tegen W. van Eek, landbouwer te Stellendam, in behandeling genomen. Hem werd ten laste gelegd: 1dat hij hulp en-steun verleend heeft aan den vijand door het vorderen van paarden en wagens voor de Duitse Weermacht en als bemiddelaar is opgetreden 2. dat hij door vriendschappelijke omgang met de Duitsers openlijk heeft blijkgegeven van inge nomenheid met de Duitsers; 3. dat hij zich als lid heeft aangesloten bij de Nederlandse landstand, zijnde een Nationaal Socialistische organisatie en daarvoor werkzaam geweest is door het bekleden van de func'tie van ortzbauerführer (buurtboerenleider) op grond van welke gedragingen beschuldigde moet worden geacht zich desbewust te hebben gedragen in strijd met de belangen van het Neder landse volk. De president begon met te vragen wanneer hij als bemiddelaar is opgetreden, waarop van Eek antwoordde, dat dit half Januari 1945 is begonnen. President: U hebt eerst verklaard, dat u in Augustus 1943 door burgemeester Keizer is ge roepen. Van Eek: Ja, om de belangen van de landbouw te dienen, maarniet voor het vorderen van paarden en wagens. President: Troost verklaart dat het in najaar '44 geweest is. Van Eek: Ik ben pas na de razzia gekomen. Ik ben C. Moyses opgevolgd. Eerst deed Moyses dat werk, toen Troost. Ik heb Troost daarbij geholpen. President: W. van Kempen verklaart, dat u in November 1944 een paard en een wagen gevorderd hebt. Van Eek: Dat is onmogelijk. President: U beschuldigt iedereen, dat hij liegt. Ik geloof niet dat dit de juiste houding is. Van Eek: Men dikt de zaak aan. Het is niet gebeurd zoals de menschen zeggen. President: In Januari bent u wel als bemiddelaar opgetreden. Van E.: Ik heb Troost daarbij geholpen. President :Er zijn toch diverse vorderingsbriefjes Opinie Onderzoek HO£ DENKT HET NEDERLANDSCHE VOLK OVÊR /IDRGSSEEKING "f- £f» ft J!! C9O.BEn.0DEDSDI£NSf *3! 20% - OEN WElEOEKSESTSENtiEN HEED MO J.OANSEN 65% OEN MSE0 MB. LJANSEN 12% 'O JAN JANSEN 5% HELFT GEEN MEENING Na de bevrijding is men ook in ons land begon nen de bevolking te polsen over verschillende onderwerpen. Men meende dat dit zeer nuttig zou zijn, ook omdat d.;or de 5 jaar oorlog de meningen zich wel gewijzigd zouden hebben. Men noertit dit opinie onderzoek. In Amerika is men al jaren geleden begonnen enquetes te houden om te weten hoe de Amerikaan se bevolking over bepaalde dingen denkt. Een paar bureaux In ons land hebben dit af gekeken. De werkwijze is verschillend. Het éne bureau houdt zijn enquetes schriftelijk, het andere mondeling, een derde schriftelijk en mondeling. Hef blijkt wel dat de in ons land gevolgde methode nog niet af is. De uitkomsten zijn ver schillend. Ervaring zal hierin verbetering moeten brengen. De hierboven in beeld gebrachte uitslag geeft weer hoe het Nederlandse volk denkt over het gebruik van titulatuur in de adressering. Er blijkt uit dat 20 vindt dat de oude titulatuur gehand haafd moet blijven. 20 is dus van mening, dat men aan een Mr. in dc rechten moet schrijven: den Weledeigcstrengen Heer; aan een burgernpes- ter: den Ede lacht ba ren Heer; aan een predikant: den Weleerwaarden Heer enz. 65 vindt dat dit radicaal veranderen moet en men wenst aan iedereen te schrijvenden Heer. Vergissingen zijn dus niet meer mogelijk. Alleen wanneer men den Heer aan een Mevrouw schrijft is men fout. 12 is radicaler. Zij vinden dat men maar gewoon moet schrijven: Aan J. Jansen, Aan G. Pietersen enz. Alle titulatuur wordt dus weg gelaten. 3% blijkt tenslotte geen mening te hebben. Aardiger is het nu de resultaten te vernemen van de enquetes over de verkiezingsuitslagen. De opinie-onderzoekers krijgen vooral wat dit punt betreft verschillende cijfers. Hieronder volgt het resultaat van zulk een proefverkiezing. Partij v. d. Arbeid 31.6 R. Kath. Volkspartij 29.2 A.R11.5 Partij v. d. Vrijheid 11.2 C.H6.6 Communisten5.5 8.G.P1.5 Prot. Unie 1.8 Bellamy partij1.- Onafhankelijke partij. 0.1 Morgen zullen wc weten of nicn dc mening van het Nederlandse volk goed gepeild heeft. door u ondertekend. Van E.: Troost zette mijn naam. President: Is dit uw handtekening? Van E.: Neen. President: En deze? Van E.: Ja. President: Ze lijken toch anders bedriegelijk veel op elkaar. President: U was lid van de landstand en buurt boerenleider. U Was dus de centrale figuur op Stellendam. Van E.: Als u dat zq noemen wilt, ja. Dc Duitsers wilden niet hebben, dat iedereen bij hen kwam. Ik bepleitte de belangen der boeren bij hen. President: Bent u niet Koert in aanraking geweest Van E.: NeeVi. President: Moyses verklaart dat u in Juli 1944 door Koert bent aangesteld. Van E.: Dat is niet Waar. Moyses kan zeggen wat hij wil.-Maar wat verklaart Koert daarvan? Moyses was wagenfiihrer. Ze moeten het maar eens bewijzen. Ik ben geen buurtboerenleider geweest. President: U had vriendschappelijke omgang met de Duitsers. Ze kwamen bij u. Van E.: Ze werden gestuurd door het gemeente huis. Anders kwamen ze nooit. Ik heb nooit met hen gedronken of iets dergelijks. PresidentU stond niet als moffenvijand bekend. Van E.: Dat wil niet zeggen, dat ik een móffen- vriend was. Ik heb veel schade van hen gehad. President: Volgens verklaring van W. van Kempen heeft u deze gevorderd om haver te rijden voor de weermacht. Toen de weermacht niet be taalde, vroeg v. Kempen bij u daarom. U zeide, dat de weermacht zulke kleinigheden niet betaalde, waarop v. K. zeide: „wat een bende". U ant woordde daarop: „Ik zal je wel Ieren". Van E.: ontkend. President: A. Klink verklaarde, dat Troost een paard kwam vorderen op bevel van v. Eek. U zou ook mensen gedreigd hebben. Klink moest op uw bevel vee naar Middelharnis brengen. Van E.: ontkend. President: Vogelaar had een paard laten onder duiken. De Duitsers kwamen bij hem en wisten hem dit te vertellen .-Ook wisten zij precies hoe het paard er uit zag. De Duitsers zeiden, dat ze dat van U Wisten. Van Eek: Vogelaar kan dat wel zeggen en de moffen kunnen dat wel zeggen, maar dan is dat nog niet Waar. Die moffen móesten hier zijn om een verklaring af te leggen. President: D. Goedkoop mocht een schijn- mijnenveld niet bebouwen, omdat hij geen spek, eieren en boter wilde geven. Moyses verklaart: „lk mocht van G. niet ploegen omdat Goedkoop aan v. Eek 150 eieren schuldig was. Van E.: Absolute leugens. President: Mej. P. Klink verklaart: „Mijn man, A. van Rossum, mocht zijn land niet ploegen zonder vergunning. Van Eek zei dat er olie moest komen. Mijn man heeft olie gegeven, waarop van Eek een briefje schreef. (De president toont het briefje). Van E.: Ik heb nooit levensmiddelen ontvangen. president: Bij de moffen kon je wat bereiken niet olie, eieren, enz. Heeft u daarbij nooit bemid delend opgetreden? Van E.: Neen.. Dc president leest een verklaring van Troost voor, waarin deze zegt, dat van Eek alles belange loos heeft gedaan. Van Eek had eerder schade geleden. De verdediger aan het woord Hierna krijgt deverdediger Mr.-J, W. W. van der Hoeven het woord. Deze begon op te merken, dat deze zaak ingewikkeld was. Er is veel te ver klaren uit het karakter van v. Eek. Hij is niet bang. Geen wonder dat hij een rol speelde. Aan welke zijde stond hij? Hij kwam op voor bepaalde belangen. Voor de belangen van de boeren. Burgemeester Keizer verklaart, dat het werk oorspronkelijk door aannemers werd gedaan. Later Werd slechter betaald en werd de animo minder. Van der Wende te Goedereede werd aangezocht. Deze kreeg 10 provisie. Toen deze het te druk kreeg, droeg hij het over aan Moyses. Moyses werd daar goed voor betaald. Hij heeft veel verdiend, v. Eek niets. Moyses loopt vrij, v. Eek zit al meer dan een jaar gevangen. Van Eek heeft niet op verzoek van de Duitsers gewerkt, maar op verzoek van den burgemeester. Eén van de aanklagers, A. Klink, verklaart dat het wenselijk is, dat v. Eek spoedig terug komt op zijn bedrijf. Deze aanklager is blokhoofd geweest bij de Volksdienst. Van Eek is geen lid van de landstand of buurt boerenleider geweest. Koert verklaart dit o.a. De moffen gaven hem deze titel. Hij heeft zich die titel laten aanleunen. Dc moffen hielden nu eenmaal van zulke dingen. Van Eek kon daardoor voordeel voor dc boeren behalen. Pleiter gaat dan in op dc aanklachten. A. Klink, zelf lid van' de Volksdienst, wilde •v. Eek naar dc afgrond helpen. De verklaring van Moyses is zot. Door toedoen van v. Eek zou hij tweemaal gearresteerd zijn. Dc éne datum, die hij opgeeft, is 8 Mei 1945, dus na de capitulatie dei' Duitsers. Men gaf de schuld, bij alles Wat de Duit sers deden, aan v. Eek. Zo ook v. Kempen. Van Eek heeft velen belangeloos geholpen, zodat ze o.a. weer hun land, dat schijn-mijnenveld was, konden bewerken. Dc aanklacht van Vogelaar is niet bewezen. Deze man is het slachtoffer geworden van mensen als Klink en Moyses, die zelf boter op bun hoofd hebben. Ik hoop cn vertrouw, dat het tribunaal de MEDITATIE VOOR DEN ZONDAG Ik ben de upstanding en hel leven. 'Joh. II 25a. Wanneer de Heiland deze veelbeteekendc woor den spreekt, staat Hij bij het graf van Lazarus zijn vriend. Een onzegbare ontroering vermeit Zijn liefderijke hart. Hij weent. Maar nu komt Hij niet enkel om woorden van deelneming te spreken. Hij troost niet slechts met Zijn vriendelijk medeleven, maar Hij wijst er alleen op, dat Hij zelf de opstanding en het leven is. En om dit te toonen, doet Hij den gestor venen Lazarus opstaan uit het graf en terugkeeren in bet leven. Welk een machtig wonder grijpt daar plaats op het kerkhof van Bethanië. Een onbeschrijfe- li'ke indruk brengt deze gebeurtenis teweeg. Difch voor Jezus vijanden is het feit van Lazarus' opstanding juist aanleiding om nu alles in het werk te stellen dat aan Jezus' leven een einde wordt gemaakt. De dood en opstanding van Lazarus vormen mede een aanleiding voor den dood van Jezus Zelf, waarvan de Evangelist in de volgende hoofdstukken verteld. Maar dan geschiedt het allergrootste wonderl Dan staat Jezus door Zijn goddelijke kracht op uit het graf in den hof van Arimathea. En als de levende Zaligmaker Iaat Hij 't nog hooren, zoodat het weerklinkt tot aan bet einde der aarde: Ik ben de opstanding en het leven. Hoort ge dat goed? Jezus zelf -Die de dood; overwonnen heeft doet de dooden opstaan om het zalige leven in de heerlijkheid te ontvangen. Eenmaal zal dit len volle verwerkelijkt worden, wannier in den iongsten dag de graven zullen geopend worden cn de zaligen mogen ingaan tol het eeuwige leven. Maar dan niuet ge reeds in dit leven aan Christus verbonden zijn door het geloof, dat Hij ook voor U de opstanding en het leven is. Zonder Christus zijt en blijft ge dood in de zonden en misdaden. Wanneer ige Hem niet kent en Hem ongehoorzaam zijt, dan zult ge het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op u. Dan baat het u niet, al worden bij uw graf de mooiste woorden gesproken. Moge deze ernstige gedachte u verschrikken om nog het leven te zoeken in Jezus Christus daar ge (zooals het Avoijdmaalsformulier zegt) van uzelf midden in den dood ligt. Buiten Christus is geen leven te vinden, maar een eeuwig ziels- verderf. Zoek dan toch niet op verkeerde plaatten, maar vraag naar den Heere Jezus, den levenden Heiland, die 't leven heeft en 't leven geeft. Deze krant komt vermoedelijk ook in huis bij menschen die ernstig ziek liggen, ja die in doods gevaar verkceren. Maar ook gezonde menschen kunnen zonder het te bemerken zoo dicht bij het graf zijn. Het kan spoedig te laat zijn. De dood wenkt ieder uur. Nog roept de Heere u toe, dat ieder die in Hem gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven. Dan ontvangt ge door Zijn levendmakenden Geest het beginsel van het nieuwe leven door het werk der wedergeboorte in uw hart. Zoo leert ge Hem kennen en de kracht Zijner opstanding, waardoor gé voor den dood niet meer behoeft te vreezen, als ge in leven en sterven moogt zien op Jezus en In aanbidding tot Hem spreekt: Heere, Gij zijt de opstanding en het leven ook voor mijn ziel. Oude Tonge. Th. C. VOLI.EBREGT. aanklachten niet bewezen achten hem onmiddeJijk in veiligheid stelt. Het tribunaal gaat hierna in beraad en keert daarna terug en deelt mede dat de uitspraak over 14 dagen zal plaats hebben. Van Eek zal echtei direct op vrije voeten gesteld worden. Zaak tegen P. Mierop, landbouwer te Ouddorp Mierop wordt ten laste gelegd, dat hij voordeel heeft getrokken uit de door de oorlog geschapen en feitelijke toestand: a. door goederen te ruilen met leden der Duitse weermacht, aan dezen te verkopen of van dezen te kopen buiten de normale handel; b. door een voor hem nadelige maatregel van de C.C.D. de hulp in te roepen van den Com mandant der Grenz-Polizei, met het gevolg dat deze maatregel ongedaan gemaakt werd. De president deelt mede, dat Mierop o.a. bonen, ganzen, olie, eieren, kippen, konijnen enz. heeft verkocht. Hij vraagt M. hoe deze daar nu zelf over dacht. Van Mierop antwoordt, dat hij dacht dat hij daardoor vrijgesteld zou worden om te werken voor de weermacht. Vervolgens bespreekt de president de inbeslag name door de C.C.D. van 1600 kg. appelen, die toch ten voordele van Mierop verkocht werden, omdat hij de Grenz-Polizei te hulp riep. Van Mierop bekent dit. Dhr. de Wit vraagt nadere inlichtingen over de bonen-affaire. Bij I<r. Grinwis waren 6 zakken bonen weg. Volgens de verklaring van Kr.Grinwis heeft Mierop gezegd, dat ze gestolen waren. Later bleek o.a. door de verklaring van Pikaart, dat Mierop -ze Weggehaald had en aan de Duitsers had verkocht. De president merkt op, dat Mierop er finantieel niet slechter op geworden is. Voorheen Was hij niet in de vermogenbelasting. Nu wordt zijn vermogen geraamd op 20.000, De echtgenote van Mierop zegt o.a. dat niet goed is gehandeld. De verklaring van Pikaart echter vertrouwt zij niet. Het tribunaal houdt de zaak aan teneinde een onderzoek in te stellen naar het vermogen van Mierop. Zaak tegen M. Breur te Herkingen. Breur wordt ten laste gelegd, dat hij openlijk heeft doen blijken van ingenomenheid met den vijand door omgang met de Duitsers, dat hij was sympathiserend lid van de N.S.B., voorzitter N.A.F., leider van vreugde en arbeid, commissielid Volksdienst en wintelhulp; dat hij voordeel beeft getrokken vanwege den vijand door zijn radio te mogen behouden en extra bonnen en kolen te genieten op grond van het feit, dat zijn schoonzoon bij de S.S. aangesloten was, dat hij door middel van de bezettende macht gestolen goederen van de burgers heeft ontvangen; dat hij hulp en steun verleend heeft aan den vijand of diens handlangers door geabonneerd te zijn op Volk en Vaderland en het Nat. Dagblad. De president begint met te vragen of Breur sympathiserend lid geweest is van de N.S.B. Breur: Ja, één maand in 1941. Ik heb me echter zelf nooit opgegeven. President: Uw kaart bij de N.S.B.-administratie geeft aan 14 Juli 1943. Breur: Dat bestaat niet. President: Er staat, dat u'in 1944 hebt bedank.t Breur: Ik heb nooit bedankt. Ik heb me nooit opgegeven. Dc verdediger, Mr. den Hollander, toont een papier, waarop verklaard wordt, dat Breur nooit lid geweest is. De datum is weggebrand. Breur zegt daarvan, dat het per ongeluk in de kachel terecht gekomen is. De president vindt het wel erg toevallig. President: U bent voorzitter van liet N.A.F. geweest? Breur: We zijn automatisch overgegaan. We hebben er over gestemd. Ik heb gezegdwe moeten het niet doen. dc dood is in de pot. President: Was u leider van Vreugde en Arbeid en commissielid van dc Volksdienst en winterhulp? Breur: Ja. President: Kwamen er Duitsers bij u over dc vloer. Breur: Ja, dat zat in mijn wi^k bij dc sluis. Ik moest dc waterstanden voor hen noteren. Maar wc praatten nooit over politiek. President: Hoe komt het, dat u uw radio behou den hebt? Breur: lk heb ze niet willen bonden. Ik heb formulieren aangevraagd om hem in te leveren. President: Waar luisterde u naar? Breur: Naar de Oranje-zender. President: U hebt extra kolen gehad. Breur: Dat betekende niet veel. Dat kwam door mijn schoonzoon, die S.S.'er was. President: Verleden jaar bij uw arrestatie zijn boeken van andere mensen uit Herkingen bij u gevonden. Hoe zijn de er gekomen? Breur: Ik weet het niet. President: U hebt verklaard, dat een Duits soldaat ze gebracht had. Breur: Ik vermoed van wel. President: U kreeg levensmiddelen van de Duitsers. Breur: Ja, één keer beschimmeld brood. President: Hebt u Volk en Vaderland gelezen? Breur: Wel gelezen, maar ik was geen abonné. President:Volgens de administratie van Rietdijk Was u weekabonné. Breur: Dit is niet juist. Dhr. de Wit: Waar zijn de gelden van de Chr. Landarbeidersver. te Herkingen gebleven? Breur: Als ik dat maar wist. Dhr. de Wit: Het Hoofdbestuur heeft geadvi seerd niet over te gaan naar N.A.F. U bent toch lid geworden. Dan voert de verdediger Mr. L. J. den Hollander het woord. De verdediger: Deze merkt op, dat de lengte der dagvaarding niet evenwaardig is aan de feiten. Doordat Breur sluiswachter was, had hij omgang met de Duitsers Die Duitser was nog een Slowaak. Het overige verkeer was niet aangenaam. Breur werd bedreigd. De dochter van Breur was getrouwd met een S.S.-man. Ze kwamen bij haar. Daar kon Breur niets aan doen. Breur heeft zich laten aansluiten als sympathi serend lid. Zijn vrouw heeft voor hem betaald, één maand. Pleiter betoogt dan, dat de andere functies niet veel betekenen. Er zijn wel gemeenteraadsleden, die lid van het N.A.F.'geweest zijn. Zijn radio heeft hij op eigen risico gehouden. Brandstoffen werden niet aan hem, maar adH zijn döchfer gegeven. Dat hij geadministreerd was als abonné van Volk en Vaderland zegt niets. De N.S.B. wilde op papier veel leden hebben. Het enige strafwaardige is eigenlijk, dat hij sympathiserend lid is geweest. Breur woonde op Herkingen, een gemeente die slecht bekend staat. Dit is verzachtend. De inlichtingen over hem zijn ongunstig. Men kan echter geen recht spreken op een staat van inlichtingen. Niemand zal op Herkingen er last van onder vinden dat Breur terugkeert. Hij is aan 't eind van zijn krachten, ongeschikt voor 't kamp. Hij was alleen maar sympathiserend lid. Mensen die !id waren, zijn vrij' gelaten. Deze man heeft zijn- straf ruimschoots gehad. Ik vraag daarom hem een straf op te leggen gelijk aan de duur der internering en onmiddellijk in vrijheidstelling. Nadat het tribunaal in beraad geweest was, deelt de president mede, dat men geen termen aanwezig acht voor vrijlating. Uitspraak over 14 dagen. Zaak tegen Klaas en Cornelb Koster te Middel harnis. Hen wordt ten laste gelegd: 1. Hulp en steun verleend te hebben aan den vijand door vrijwillig in Duitsland te zijn gaan werken en daarna bij een weermachtsaannemer. 2. Lidmaatschap van de N.S.B. tot het einde van de oorlog, colportage met Volk en Vaderland. 3. Blijk te hebben gegeven van Nationaal Socialistische gezindheid door het bezoeken van vergaderingen der N.S.B., lid van de Jeugdstorm cn het dragen van N.S.B.-uniform. Op de vrager van den presioent of deze beschuldi gingen juist zijn, antwoorden zij,dat zc in hooldzaak Inderdaad juist zijn. Ze verklaren, dat ze in 1941 lid van de N.S.B. geworden zijn. Dc president vraagt of ze niet gezien hebben bij wat. voor stelletje zc terecht gekomen waren. Het antwoord hierop is, dat ze dat wel in de gaten hadden, maar ze kouden er toen niet meer van tussen komen. Je wist soms ook niet wat of er waar was. De verdediger, Mr. Fcykes, het Woord verkrijgende, zegt, dat ze zich niet gerealiseerd hebben wat ze deden. Deze jongens zijn opgevoed in een streng christelijk gezin, die voor de oorlog sterk tegen dc regeringsmaatregelen gekant waren. Ze zijn niet uit overtuiging lid geworden. Zc voelen niet voor politiek. Kees 'Koster, heeft in Nieuw-Vennep 7 Joden kunnen aanbrengen. Hij heeft het niet gedaan. ik vraag voor hen vrijlating. De president zegt, na beraad te hebben, dat over 14 dagen de uitspraak vastgesteld is. De zitting wordt hierna gesloten. Abonneert U op dit blad

Krantenbank Zeeland

Opbouw | 1946 | | pagina 1