bare Vergadering
n 't Veld, vanlJsselmonde
steno-typist(e)
uwe hart van Rotterdam"
n's Boekhandel, Sommelsdijk
NA DEN STRIJD
Hoe zal de Uitslag zijn?
werkster
DMSMA
234 Middelharnis.
vraagt!
e dienstbode,
werkster,
enstmeisje.
EEDIJK
- Middelharnis.
TUKKER, Groene
Ktcrdani, vraagt
weede meisje
et meisje
roote kinderen
Mr. M. LODDER,
19, Den Haag.
plicht der tegen-
raagd
bouwknecht
VUGT
- Oude Tonge.
gen, compleet,
chmachine.
k onkruidegge.
ringmaaimachine.
e vragen
Smid, Ouddorp
52. 1—2
lAD LEVERBAAR
rten touw.
ires voor
ertouw.
PUTTEN
0 Melissant.
xmwvoorlichtings-
'e huur een in goe-
:rende
machine.
biedingen met
langde vergoeding
het kantoor
253, Middelharnis.
n 2-duims
nhout.
bestelling zuiver
tten of ribben of
edraaid geleverd
ibhout - Latten
ERMAN
Middelharnis
nog goede auto-
anden voor een
h. Brieven onder
ureau v. d. blad.
TE KOOP:
Een Hecrencostuum, kleur licht
grijs.
Een Mantel, leeftijd 16 jaar.
Een paar Heereoschoetten. m.43
Inlichtingen bij G. v. KOPPEN,
Boekhandel, Oiuldurp.
TE KOOP:
10 K.G. Flakk. Wortelzaad
stomppunt.
M. SIELING, Melissant, Tel. 1531
TE KOOP:
Bijenkast
met Ymkerbenodigdheden.
Kortewegje B 175, Sommelsdijk.
TE KOOP:
Plm. 3üO stuks
vlampijpen
voor afrastering.
A. W. KNÖPS - DIRKSLAND.
TE KOOP:
ln goeden staat zijnde
hakselmachine
voor hand- en motorkracht.
M. W. STRUIK. Achterweg 296,
Melissant. - Telefoon 1513.
TE KOOP:
een waakhond
oud 11 maanden, bij ADAM
ALEMAN, Dijkstelweg B 26,
Ouddorp.
TE KOOP GEVRAAGD:
een goede Heerenfiets.
Brieven letter A, Boekhandel
C. DE MOOIJ, OUDDORP.
TE KOOP GEVRAAGD:
Een in goede staat verkerende
moderne Kinderwagen
Aanbiedingen niet omschrijving
en prijs onder No. 165 aan het
Bureau van dit blad.
Verkopingen.
Notaris A. H. RIS te OUDE
TONGE is voornamens publiek
te verkoopen:
DEN BOMMEL:
Op Donderdag 16 Mei 1946 bij
Inzet, in Café v. d. Plaat en zoo
noodig op Donderdag23 Mei d.a.v.
bij Afslag in café Keyzer, telkens
's avonds 7 uur, van
Koop I. HET HUIS EN ERF
aan de Voorstraat nrs. A 111 en
112 te den Bommel; verhuurd
aan H, van St. Annaland en
J. Melissant.
Koop 11. HET HUIS EN ERF
aan den Straatdijk nr. A 122 te
den Bommel; met alle aanspraken
op inundatie- cn/of bezettings
schadevergoedingen.
Ten verzoeke van de erven van
de echtelieden A. W. v. d. Mey
en C. de Vos.
te NIEUWE TONGE:
Op Vrijdag 17 Mei 1946 bij
Inzet, en zoo noodig op Vrijdag
24 Mei 1946 bij Afslag, telkens
's avonds 7 uur, in Hotel Osse-
weyer te Nieuwe Tonge; van:
HET HUIS MET ERF
EN TUINLAND
aan de BuurtscheWeg nr. C 6 te
Nieuwe Tonge, met alle aan
spraken op imindatieschadever-
goedingen, ten verzoeke van de
erven A. C. Holleman.
Hist, linie Ouddorp
in de Oude School, op Maandag
's avonds half acht.
er zal optreden
r. J. M. Hempenius te Middelharnis
directe indiensttreding een
Is verschenen
Toelichting op het basisplan voor
den herbouw van de Binnenstad
van Rotterdam. Uitgegeven in op
dracht van het Gemeentebestuur
der stad. Prijs f 2,-
in Landbouwwerktuigen
ON - Tel. no. 52 - OUDDORP
sseweijer S Zn, - Dirksland
ruinebonen en Zaaiwikken
oorten Delfia Mengvoeders
UDERS zend ons Uw bonnen voor
oer en Knikenzaad. Steeds voorradig.
lek. Drukk. J. M. Boomsma, Middelharnis
VRIJDAG 17 MEI 1946
Prijs per kwartaal f 1,50. Losse nummers f 0,15.
Advertentieprijs 1—30 mm 14 cent per mm.
Elke mm daarboven 10 cent.
Bij contract aanzienlijke korting.
OPBOUW
Christelijk-Nationaal Streekblad voor Goeree en Overflakkee
TWEEDE JAARGANG - No. 2
Adres der Redactie en Administratie:
ZANDPAD B 282 - MIDDELHARNIS
TELEFOON No. 332
Dit blad verschijnt iederen Vrijdag
Hoofdredacteur C. M. VOGELAAR
Mededelingen van de Redactie.
Morgen 18 Mei hopen we met een extra
nummer uit te komen, waarin de verkiezings
uitslagen zijn opgenomen.
Het ligt in ons voornemen „OPBOUW"
per 1 Juni tweemaal per week te laten
verschijnen.
Als dit?nummer van ons blad op uw tafel komt,
is de stembus voor de verkiezing van de 1Ü0 leden
der Tweede Kamer van onze Staten-Generaal,
reeds gesloten. De strijd is beslist. En met groote
spanning verbeiden wij de bekendmaking van de
uitslag.
Het is niet gemakkelijk nu onze gedachten op
iets anders te richten, nu het verlangen naar de
uitslag ons zoo bevangen houdt. Want er staan
bij deze verkiezing zulke enorme zaken op het spel.
Maar wat nu tusschen verkiezing en uitslag toch
waard is even aandachtig bezien te worden, dat is
de strijd zelf, die gevoerd is.
En dan kunnen we enkele zeer verheugende
verschijnselen aanwijzen.
Een der voornaamste dingen is wel, dat ec dit
maal weer een intense belangstelling was voor deze
verkiezing bij het geheele volk. Ondanks de pogin
gen van de Partij van de Arbeid om de kracht der
beginselen te verdoezelen en het voor te steden,
alsof de innerlijke levensovertuiging voor of tegen
den Christus, in de politiek van geen doorslag
gevende beteekenis is, heeft ons volk het over het
algemeen goed gevoeld, dat het levensbeginsel ook
op dit gebied de allesbeheerschende factor is.
Daarom, de zaak der verkiezingen leefde onder ons
volk. Er werd veel en druk over gesproken. Men
gevoelde, dat het om zeer gewichtige dingen ging.
Daarom venvachten We stellig, dat het percentage
der stemgerechtigden die ook metterdaad hebben
gestemd, wel zeer hoog zal zijn.
Ook het betrekkelijk kleine aantal partijen, dat
lijsten had ingediend (in ons district slechts S),
heeft die algemeene belangstelling in de hand
gewerkt. De principieele tegenstellingen- kwamen
daardoor duidelijker aan het licht. Veel duidelijker
dan toen er meer dan 50 lijsten werden ingediend.
Een zaak, waarop we met groote vreugde de
aandacht vestigen, is voorts wel deze dat onze
jongeren zoo krachtig hebben meegeleefd en mee
gestreden in den verkiezingsstrijd. Zeker, het was
voor de meesten van hen iets nieuws. In 1937, bij
de vorige Kamerverkiezingen werden de meesten
nog te jong om in deze dingen bewust mee«te leven.
Maar toch, het was niet alleen het nieuwe, dat
hun enthousiasme wekte. Neen, ze hebben er blijk
van gegeven, dat ze het belang gevoelden van deze
dingen. De publieke zaak, het politieke leven, de
staatkundige beginselen trokken hun belangstelling.
Daarom hebben ze met warm interesse deelge
nomen aan de geestelijke worsteling. Dat is een
zeer verblijdend verschijnsel, als onze jonge garde
oog heeft voor de beteekenis der geestelijke
worsteling ook op dit gebied. Als bijzonder ook
onze christelijke jongeren gevoelen, dat de zaak
van het koninkrijk Gods ook hierbij betrokken is,
en de Heere ook daarin hen roept Zijn Naam te
belijden en de goede strijd des gelqofs te strijden.
Daarin, in dat vurig meeleven der jongeren steekt
een stuk zedelijke en geestelijke volkskracht, dat
ons niet anders dan dankbaar en hoopvol stemmen
kan.
Tegenover deze verblijdende verschijnselen, is
echter naar onze meening een schaduwzijde des
te feller naar voren gekomen, n.l. de verdeeldheid
van het Protestants-Christelijk volksdeel. We
wezen er hierboven reeds op, dat er in ons district
slechts te kiezen viel tusschen 8 verschillende
partijlijsten. Moet het ons dan niet diep bedroeven,
dat er van die 8 lijsten niet minder dan 4 waren
van Protestants-Christelijke partijen? Dat waren
de Anti-Revolutionaire Partij, de Christelijk-Histo-
rische Unie, De Staatkundig-Gereformeerde Partij
en de nieuwe Protestantsche Unie. De liberalen
behoefden niet te zoeken, ze hadden één lijst. Zoo
ook de socialisten, één lijst. Voorts de communisten
één lijst en ook de Roomschen één lijst. Elke groep
met een eigen levens- en wereldbeschouwing één
'ijst, één partij. Maar de positief-belijdende Protes
tanten 4 lijsten. Zeker, tusschen die 4 groepen
liggen verschillen en verschilletjes. Maar toch zeker
niet van zulk een diepte, dat daarmede dit ge
scheiden optrekken gerechtvaardigd is. Wel ver
schillen, maar toch geen principieele tegenstellin
gen, die een apart partijverband noodzakelijk
maken? Alle -1 deze groepen begceren niet anders,
dan zich te buigen onder de eisch van liet Woord
Gods ook voor het staatkundige leven. Alle 4 jagen
ze er naar, dat het regeeringsbclcid zal Worden
gevoerd overeenkomstig de reformatorische begin
selen. Ook in de andere 4 partijen (liberalen, socia
listen, enz.) denken heusch niet allen in alles precies
eender. Maar het gemeenschappelijke uitgangspunt
of zelfs het gemeenschappelijke belang deed daar
over de onderlinge meeningsverschillen heenstap
pen, en bond allen samen om als eenheid op te tre
den. Dat moet toch nog veel nicer mogelijk zijn
onder hen, die de naam van den ecnen waarachtigen
God en Christus belijden, en buigen voor hetzelfde
Wuord Gods. Door de verdeeldheid breken We
onze kracht en bevorderen wc de kracht der
tegenstanders.
Zoo doet de afgesloten verkiezingsstrijd ons
verschillende verblijdende verschijnselen zien, die
tot dankbaarheid stemmen. Maar schril vertoont
zich nog steeds die gebleven verdeeldheid. Ook al
mogen we dankbaar erkennen, dat over het alge
meen in de verkiezingslectuur een waardige toon
werd gevoerd en men zich van hatelijke bestrijding
vrijwel heeft onthouden in deze 4 groepen, toch
met alle kracht blijver we oproepen tot eenheid
op politiek gebied van alle positieve Christenen,
we blijven pleiten voor de eene, ongedeelde Chr.
'Nationale Volkspartij,
ZITTING VAN HET TRUBINAAL te middelharnis
Dinsdag 14 Mei j.l. had de tweede zitting plaats
van het tribunaal te Middelharnis.
President: Mr. C. R. F. van Roggen.
Adj.-SecrMej. Mr. J. M. Hovenkamp.
Leden: de heren C. L. de Wit en M. J. Zoeteman.
Uitspraak in de zaak van W. Hartman te Dirks
land en T. van der Wende te Goedereede.
Het tribunaal achtte de ten laste legging tegen
W. Hartman bewezen en veroordeelde hem tot
internering van 1 jaar en 6 maanden, met aftrek
van voorarrest en ontzetting uit actief en passief
kiesrecht. Internering heeft plaats tot 11 Novem
ber 1946.
Ook de ten laste legging tegen T. van der Wende
achtte het tribunaal bewezen, uitgezonderd de
beschuldiging dat v. d. W. landbouwers zou hebben
bedreigd. Hij werd veroordeeld tot internering van
1 jaar en 3 maanden met aftrek van voorarrest;
(interrering tot 14 Augustus 1946), ontzetting uit
de beide kiesrechten en verbeurdverklaring van
zijn vermogen tot een bedrag van ƒ5.000,
Zaak tegen W. van Eek
Na deze uitspraken werd de zaak tegen W. van
Eek, landbouwer te Stellendam, in behandeling
genomen.
Hem werd ten laste gelegd:
1dat hij hulp en-steun verleend heeft aan den
vijand door het vorderen van paarden en wagens
voor de Duitse Weermacht en als bemiddelaar is
opgetreden
2. dat hij door vriendschappelijke omgang met
de Duitsers openlijk heeft blijkgegeven van inge
nomenheid met de Duitsers;
3. dat hij zich als lid heeft aangesloten bij de
Nederlandse landstand, zijnde een Nationaal
Socialistische organisatie en daarvoor werkzaam
geweest is door het bekleden van de func'tie van
ortzbauerführer (buurtboerenleider)
op grond van welke gedragingen beschuldigde
moet worden geacht zich desbewust te hebben
gedragen in strijd met de belangen van het Neder
landse volk.
De president begon met te vragen wanneer hij
als bemiddelaar is opgetreden, waarop van Eek
antwoordde, dat dit half Januari 1945 is begonnen.
President: U hebt eerst verklaard, dat u in
Augustus 1943 door burgemeester Keizer is ge
roepen.
Van Eek: Ja, om de belangen van de landbouw
te dienen, maarniet voor het vorderen van paarden
en wagens.
President: Troost verklaart dat het in najaar '44
geweest is.
Van Eek: Ik ben pas na de razzia gekomen.
Ik ben C. Moyses opgevolgd. Eerst deed Moyses
dat werk, toen Troost. Ik heb Troost daarbij
geholpen.
President: W. van Kempen verklaart, dat u in
November 1944 een paard en een wagen gevorderd
hebt.
Van Eek: Dat is onmogelijk.
President: U beschuldigt iedereen, dat hij liegt.
Ik geloof niet dat dit de juiste houding is.
Van Eek: Men dikt de zaak aan. Het is niet
gebeurd zoals de menschen zeggen.
President: In Januari bent u wel als bemiddelaar
opgetreden.
Van E.: Ik heb Troost daarbij geholpen.
President :Er zijn toch diverse vorderingsbriefjes
Opinie Onderzoek
HO£ DENKT HET NEDERLANDSCHE VOLK OVÊR /IDRGSSEEKING
"f- £f»
ft
J!!
C9O.BEn.0DEDSDI£NSf *3!
20% -
OEN WElEOEKSESTSENtiEN
HEED MO J.OANSEN
65%
OEN MSE0 MB. LJANSEN
12% 'O
JAN JANSEN
5%
HELFT GEEN MEENING
Na de bevrijding is men ook in ons land begon
nen de bevolking te polsen over verschillende
onderwerpen. Men meende dat dit zeer nuttig
zou zijn, ook omdat d.;or de 5 jaar oorlog de
meningen zich wel gewijzigd zouden hebben. Men
noertit dit opinie onderzoek.
In Amerika is men al jaren geleden begonnen
enquetes te houden om te weten hoe de Amerikaan
se bevolking over bepaalde dingen denkt.
Een paar bureaux In ons land hebben dit af
gekeken. De werkwijze is verschillend. Het éne
bureau houdt zijn enquetes schriftelijk, het andere
mondeling, een derde schriftelijk en mondeling.
Hef blijkt wel dat de in ons land gevolgde
methode nog niet af is. De uitkomsten zijn ver
schillend. Ervaring zal hierin verbetering moeten
brengen.
De hierboven in beeld gebrachte uitslag geeft
weer hoe het Nederlandse volk denkt over het
gebruik van titulatuur in de adressering. Er blijkt
uit dat 20 vindt dat de oude titulatuur gehand
haafd moet blijven. 20 is dus van mening, dat
men aan een Mr. in dc rechten moet schrijven:
den Weledeigcstrengen Heer; aan een burgernpes-
ter: den Ede lacht ba ren Heer; aan een predikant:
den Weleerwaarden Heer enz.
65 vindt dat dit radicaal veranderen moet
en men wenst aan iedereen te schrijvenden Heer.
Vergissingen zijn dus niet meer mogelijk. Alleen
wanneer men den Heer aan een Mevrouw schrijft
is men fout.
12 is radicaler. Zij vinden dat men maar
gewoon moet schrijven: Aan J. Jansen, Aan G.
Pietersen enz. Alle titulatuur wordt dus weg
gelaten. 3% blijkt tenslotte geen mening te hebben.
Aardiger is het nu de resultaten te vernemen
van de enquetes over de verkiezingsuitslagen. De
opinie-onderzoekers krijgen vooral wat dit punt
betreft verschillende cijfers. Hieronder volgt het
resultaat van zulk een proefverkiezing.
Partij v. d. Arbeid 31.6
R. Kath. Volkspartij 29.2
A.R11.5
Partij v. d. Vrijheid 11.2
C.H6.6
Communisten5.5
8.G.P1.5
Prot. Unie 1.8
Bellamy partij1.-
Onafhankelijke partij. 0.1
Morgen zullen wc weten of nicn dc mening van
het Nederlandse volk goed gepeild heeft.
door u ondertekend.
Van E.: Troost zette mijn naam.
President: Is dit uw handtekening?
Van E.: Neen.
President: En deze?
Van E.: Ja.
President: Ze lijken toch anders bedriegelijk
veel op elkaar.
President: U was lid van de landstand en buurt
boerenleider. U Was dus de centrale figuur op
Stellendam.
Van E.: Als u dat zq noemen wilt, ja. Dc Duitsers
wilden niet hebben, dat iedereen bij hen kwam.
Ik bepleitte de belangen der boeren bij hen.
President: Bent u niet Koert in aanraking
geweest
Van E.: NeeVi.
President: Moyses verklaart dat u in Juli 1944
door Koert bent aangesteld.
Van E.: Dat is niet Waar. Moyses kan zeggen
wat hij wil.-Maar wat verklaart Koert daarvan?
Moyses was wagenfiihrer. Ze moeten het maar eens
bewijzen. Ik ben geen buurtboerenleider geweest.
President: U had vriendschappelijke omgang
met de Duitsers. Ze kwamen bij u.
Van E.: Ze werden gestuurd door het gemeente
huis. Anders kwamen ze nooit.
Ik heb nooit met hen gedronken of iets dergelijks.
PresidentU stond niet als moffenvijand bekend.
Van E.: Dat wil niet zeggen, dat ik een móffen-
vriend was. Ik heb veel schade van hen gehad.
President: Volgens verklaring van W. van
Kempen heeft u deze gevorderd om haver te rijden
voor de weermacht. Toen de weermacht niet be
taalde, vroeg v. Kempen bij u daarom. U zeide,
dat de weermacht zulke kleinigheden niet betaalde,
waarop v. K. zeide: „wat een bende". U ant
woordde daarop: „Ik zal je wel Ieren".
Van E.: ontkend.
President: A. Klink verklaarde, dat Troost een
paard kwam vorderen op bevel van v. Eek. U zou
ook mensen gedreigd hebben. Klink moest op uw
bevel vee naar Middelharnis brengen.
Van E.: ontkend.
President: Vogelaar had een paard laten onder
duiken. De Duitsers kwamen bij hem en wisten
hem dit te vertellen .-Ook wisten zij precies hoe het
paard er uit zag. De Duitsers zeiden, dat ze dat
van U Wisten.
Van Eek: Vogelaar kan dat wel zeggen en de
moffen kunnen dat wel zeggen, maar dan is dat
nog niet Waar. Die moffen móesten hier zijn om
een verklaring af te leggen.
President: D. Goedkoop mocht een schijn-
mijnenveld niet bebouwen, omdat hij geen spek,
eieren en boter wilde geven.
Moyses verklaart: „lk mocht van G. niet ploegen
omdat Goedkoop aan v. Eek 150 eieren schuldig
was.
Van E.: Absolute leugens.
President: Mej. P. Klink verklaart: „Mijn man,
A. van Rossum, mocht zijn land niet ploegen
zonder vergunning. Van Eek zei dat er olie moest
komen. Mijn man heeft olie gegeven, waarop van
Eek een briefje schreef. (De president toont het
briefje).
Van E.: Ik heb nooit levensmiddelen ontvangen.
president: Bij de moffen kon je wat bereiken
niet olie, eieren, enz. Heeft u daarbij nooit bemid
delend opgetreden?
Van E.: Neen..
Dc president leest een verklaring van Troost
voor, waarin deze zegt, dat van Eek alles belange
loos heeft gedaan. Van Eek had eerder schade
geleden.
De verdediger aan het woord
Hierna krijgt deverdediger Mr.-J, W. W. van
der Hoeven het woord. Deze begon op te merken,
dat deze zaak ingewikkeld was. Er is veel te ver
klaren uit het karakter van v. Eek. Hij is niet bang.
Geen wonder dat hij een rol speelde. Aan welke
zijde stond hij? Hij kwam op voor bepaalde
belangen. Voor de belangen van de boeren.
Burgemeester Keizer verklaart, dat het werk
oorspronkelijk door aannemers werd gedaan. Later
Werd slechter betaald en werd de animo minder.
Van der Wende te Goedereede werd aangezocht.
Deze kreeg 10 provisie. Toen deze het te druk
kreeg, droeg hij het over aan Moyses. Moyses werd
daar goed voor betaald. Hij heeft veel verdiend,
v. Eek niets. Moyses loopt vrij, v. Eek zit al meer
dan een jaar gevangen.
Van Eek heeft niet op verzoek van de Duitsers
gewerkt, maar op verzoek van den burgemeester.
Eén van de aanklagers, A. Klink, verklaart dat
het wenselijk is, dat v. Eek spoedig terug komt op
zijn bedrijf. Deze aanklager is blokhoofd geweest
bij de Volksdienst.
Van Eek is geen lid van de landstand of buurt
boerenleider geweest. Koert verklaart dit o.a.
De moffen gaven hem deze titel. Hij heeft zich
die titel laten aanleunen. Dc moffen hielden nu
eenmaal van zulke dingen. Van Eek kon daardoor
voordeel voor dc boeren behalen.
Pleiter gaat dan in op dc aanklachten.
A. Klink, zelf lid van' de Volksdienst, wilde
•v. Eek naar dc afgrond helpen. De verklaring van
Moyses is zot. Door toedoen van v. Eek zou hij
tweemaal gearresteerd zijn. Dc éne datum, die hij
opgeeft, is 8 Mei 1945, dus na de capitulatie dei'
Duitsers. Men gaf de schuld, bij alles Wat de Duit
sers deden, aan v. Eek. Zo ook v. Kempen.
Van Eek heeft velen belangeloos geholpen, zodat
ze o.a. weer hun land, dat schijn-mijnenveld was,
konden bewerken.
Dc aanklacht van Vogelaar is niet bewezen.
Deze man is het slachtoffer geworden van mensen
als Klink en Moyses, die zelf boter op bun hoofd
hebben.
Ik hoop cn vertrouw, dat het tribunaal de
MEDITATIE
VOOR DEN ZONDAG
Ik ben de upstanding en hel leven.
'Joh. II 25a.
Wanneer de Heiland deze veelbeteekendc woor
den spreekt, staat Hij bij het graf van Lazarus
zijn vriend. Een onzegbare ontroering vermeit
Zijn liefderijke hart. Hij weent.
Maar nu komt Hij niet enkel om woorden van
deelneming te spreken. Hij troost niet slechts
met Zijn vriendelijk medeleven, maar Hij wijst
er alleen op, dat Hij zelf de opstanding en het
leven is. En om dit te toonen, doet Hij den gestor
venen Lazarus opstaan uit het graf en terugkeeren
in bet leven.
Welk een machtig wonder grijpt daar plaats
op het kerkhof van Bethanië. Een onbeschrijfe-
li'ke indruk brengt deze gebeurtenis teweeg.
Difch voor Jezus vijanden is het feit van Lazarus'
opstanding juist aanleiding om nu alles in het
werk te stellen dat aan Jezus' leven een einde
wordt gemaakt. De dood en opstanding van
Lazarus vormen mede een aanleiding voor den
dood van Jezus Zelf, waarvan de Evangelist in de
volgende hoofdstukken verteld.
Maar dan geschiedt het allergrootste wonderl
Dan staat Jezus door Zijn goddelijke kracht op
uit het graf in den hof van Arimathea. En als
de levende Zaligmaker Iaat Hij 't nog hooren,
zoodat het weerklinkt tot aan bet einde der
aarde: Ik ben de opstanding en het leven.
Hoort ge dat goed? Jezus zelf -Die de dood;
overwonnen heeft doet de dooden opstaan om
het zalige leven in de heerlijkheid te ontvangen.
Eenmaal zal dit len volle verwerkelijkt worden,
wannier in den iongsten dag de graven zullen
geopend worden cn de zaligen mogen ingaan
tol het eeuwige leven.
Maar dan niuet ge reeds in dit leven aan Christus
verbonden zijn door het geloof, dat Hij ook voor
U de opstanding en het leven is.
Zonder Christus zijt en blijft ge dood in de
zonden en misdaden. Wanneer ige Hem niet kent
en Hem ongehoorzaam zijt, dan zult ge het leven
niet zien, maar de toorn Gods blijft op u. Dan
baat het u niet, al worden bij uw graf de mooiste
woorden gesproken.
Moge deze ernstige gedachte u verschrikken
om nog het leven te zoeken in Jezus Christus
daar ge (zooals het Avoijdmaalsformulier zegt)
van uzelf midden in den dood ligt. Buiten Christus
is geen leven te vinden, maar een eeuwig ziels-
verderf. Zoek dan toch niet op verkeerde plaatten,
maar vraag naar den Heere Jezus, den levenden
Heiland, die 't leven heeft en 't leven geeft.
Deze krant komt vermoedelijk ook in huis bij
menschen die ernstig ziek liggen, ja die in doods
gevaar verkceren. Maar ook gezonde menschen
kunnen zonder het te bemerken zoo dicht bij het
graf zijn. Het kan spoedig te laat zijn. De dood
wenkt ieder uur.
Nog roept de Heere u toe, dat ieder die in Hem
gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven.
Dan ontvangt ge door Zijn levendmakenden
Geest het beginsel van het nieuwe leven door
het werk der wedergeboorte in uw hart. Zoo leert
ge Hem kennen en de kracht Zijner opstanding,
waardoor gé voor den dood niet meer behoeft te
vreezen, als ge in leven en sterven moogt zien op
Jezus en In aanbidding tot Hem spreekt: Heere,
Gij zijt de opstanding en het leven ook voor mijn
ziel.
Oude Tonge. Th. C. VOLI.EBREGT.
aanklachten niet bewezen achten hem onmiddeJijk
in veiligheid stelt.
Het tribunaal gaat hierna in beraad en keert
daarna terug en deelt mede dat de uitspraak over
14 dagen zal plaats hebben. Van Eek zal echtei
direct op vrije voeten gesteld worden.
Zaak tegen P. Mierop, landbouwer te Ouddorp
Mierop wordt ten laste gelegd, dat hij voordeel
heeft getrokken uit de door de oorlog geschapen
en feitelijke toestand: a. door goederen te ruilen
met leden der Duitse weermacht, aan dezen te
verkopen of van dezen te kopen buiten de normale
handel; b. door een voor hem nadelige maatregel
van de C.C.D. de hulp in te roepen van den Com
mandant der Grenz-Polizei, met het gevolg dat
deze maatregel ongedaan gemaakt werd.
De president deelt mede, dat Mierop o.a. bonen,
ganzen, olie, eieren, kippen, konijnen enz. heeft
verkocht. Hij vraagt M. hoe deze daar nu zelf over
dacht.
Van Mierop antwoordt, dat hij dacht dat hij
daardoor vrijgesteld zou worden om te werken
voor de weermacht.
Vervolgens bespreekt de president de inbeslag
name door de C.C.D. van 1600 kg. appelen, die
toch ten voordele van Mierop verkocht werden,
omdat hij de Grenz-Polizei te hulp riep.
Van Mierop bekent dit.
Dhr. de Wit vraagt nadere inlichtingen over de
bonen-affaire.
Bij I<r. Grinwis waren 6 zakken bonen weg.
Volgens de verklaring van Kr.Grinwis heeft Mierop
gezegd, dat ze gestolen waren. Later bleek o.a.
door de verklaring van Pikaart, dat Mierop -ze
Weggehaald had en aan de Duitsers had verkocht.
De president merkt op, dat Mierop er finantieel
niet slechter op geworden is. Voorheen Was hij niet
in de vermogenbelasting. Nu wordt zijn vermogen
geraamd op 20.000,
De echtgenote van Mierop zegt o.a. dat niet
goed is gehandeld. De verklaring van Pikaart
echter vertrouwt zij niet.
Het tribunaal houdt de zaak aan teneinde een
onderzoek in te stellen naar het vermogen van
Mierop.
Zaak tegen M. Breur te Herkingen.
Breur wordt ten laste gelegd, dat hij openlijk
heeft doen blijken van ingenomenheid met den
vijand door omgang met de Duitsers, dat hij was
sympathiserend lid van de N.S.B., voorzitter
N.A.F., leider van vreugde en arbeid, commissielid
Volksdienst en wintelhulp;
dat hij voordeel beeft getrokken vanwege den
vijand door zijn radio te mogen behouden en extra
bonnen en kolen te genieten op grond van het feit,
dat zijn schoonzoon bij de S.S. aangesloten was,
dat hij door middel van de bezettende macht
gestolen goederen van de burgers heeft ontvangen;
dat hij hulp en steun verleend heeft aan den
vijand of diens handlangers door geabonneerd te
zijn op Volk en Vaderland en het Nat. Dagblad.
De president begint met te vragen of Breur
sympathiserend lid geweest is van de N.S.B.
Breur: Ja, één maand in 1941. Ik heb me
echter zelf nooit opgegeven.
President: Uw kaart bij de N.S.B.-administratie
geeft aan 14 Juli 1943.
Breur: Dat bestaat niet.
President: Er staat, dat u'in 1944 hebt bedank.t
Breur: Ik heb nooit bedankt. Ik heb me nooit
opgegeven.
Dc verdediger, Mr. den Hollander, toont een
papier, waarop verklaard wordt, dat Breur nooit
lid geweest is. De datum is weggebrand. Breur
zegt daarvan, dat het per ongeluk in de kachel
terecht gekomen is.
De president vindt het wel erg toevallig.
President: U bent voorzitter van liet N.A.F.
geweest?
Breur: We zijn automatisch overgegaan. We
hebben er over gestemd. Ik heb gezegdwe moeten
het niet doen. dc dood is in de pot.
President: Was u leider van Vreugde en Arbeid
en commissielid van dc Volksdienst en winterhulp?
Breur: Ja.
President: Kwamen er Duitsers bij u over dc
vloer.
Breur: Ja, dat zat in mijn wi^k bij dc sluis. Ik
moest dc waterstanden voor hen noteren. Maar wc
praatten nooit over politiek.
President: Hoe komt het, dat u uw radio behou
den hebt?
Breur: lk heb ze niet willen bonden. Ik heb
formulieren aangevraagd om hem in te leveren.
President: Waar luisterde u naar?
Breur: Naar de Oranje-zender.
President: U hebt extra kolen gehad.
Breur: Dat betekende niet veel. Dat kwam
door mijn schoonzoon, die S.S.'er was.
President: Verleden jaar bij uw arrestatie zijn
boeken van andere mensen uit Herkingen bij u
gevonden. Hoe zijn de er gekomen?
Breur: Ik weet het niet.
President: U hebt verklaard, dat een Duits
soldaat ze gebracht had.
Breur: Ik vermoed van wel.
President: U kreeg levensmiddelen van de
Duitsers.
Breur: Ja, één keer beschimmeld brood.
President: Hebt u Volk en Vaderland gelezen?
Breur: Wel gelezen, maar ik was geen abonné.
President:Volgens de administratie van Rietdijk
Was u weekabonné.
Breur: Dit is niet juist.
Dhr. de Wit: Waar zijn de gelden van de Chr.
Landarbeidersver. te Herkingen gebleven?
Breur: Als ik dat maar wist.
Dhr. de Wit: Het Hoofdbestuur heeft geadvi
seerd niet over te gaan naar N.A.F. U bent toch
lid geworden.
Dan voert de verdediger Mr. L. J. den Hollander
het woord.
De verdediger:
Deze merkt op, dat de lengte der dagvaarding
niet evenwaardig is aan de feiten. Doordat Breur
sluiswachter was, had hij omgang met de Duitsers
Die Duitser was nog een Slowaak. Het overige
verkeer was niet aangenaam. Breur werd bedreigd.
De dochter van Breur was getrouwd met een
S.S.-man. Ze kwamen bij haar. Daar kon Breur
niets aan doen.
Breur heeft zich laten aansluiten als sympathi
serend lid. Zijn vrouw heeft voor hem betaald,
één maand.
Pleiter betoogt dan, dat de andere functies niet
veel betekenen. Er zijn wel gemeenteraadsleden,
die lid van het N.A.F.'geweest zijn.
Zijn radio heeft hij op eigen risico gehouden.
Brandstoffen werden niet aan hem, maar adH zijn
döchfer gegeven. Dat hij geadministreerd was als
abonné van Volk en Vaderland zegt niets. De
N.S.B. wilde op papier veel leden hebben.
Het enige strafwaardige is eigenlijk, dat hij
sympathiserend lid is geweest.
Breur woonde op Herkingen, een gemeente die
slecht bekend staat. Dit is verzachtend.
De inlichtingen over hem zijn ongunstig. Men
kan echter geen recht spreken op een staat van
inlichtingen.
Niemand zal op Herkingen er last van onder
vinden dat Breur terugkeert. Hij is aan 't eind van
zijn krachten, ongeschikt voor 't kamp. Hij was
alleen maar sympathiserend lid. Mensen die !id
waren, zijn vrij' gelaten. Deze man heeft zijn-
straf ruimschoots gehad.
Ik vraag daarom hem een straf op te leggen
gelijk aan de duur der internering en onmiddellijk
in vrijheidstelling.
Nadat het tribunaal in beraad geweest was, deelt
de president mede, dat men geen termen aanwezig
acht voor vrijlating.
Uitspraak over 14 dagen.
Zaak tegen Klaas en Cornelb Koster te Middel
harnis.
Hen wordt ten laste gelegd:
1. Hulp en steun verleend te hebben aan den
vijand door vrijwillig in Duitsland te zijn gaan
werken en daarna bij een weermachtsaannemer.
2. Lidmaatschap van de N.S.B. tot het einde
van de oorlog, colportage met Volk en Vaderland.
3. Blijk te hebben gegeven van Nationaal
Socialistische gezindheid door het bezoeken van
vergaderingen der N.S.B., lid van de Jeugdstorm
cn het dragen van N.S.B.-uniform.
Op de vrager van den presioent of deze beschuldi
gingen juist zijn, antwoorden zij,dat zc in hooldzaak
Inderdaad juist zijn. Ze verklaren, dat ze in 1941
lid van de N.S.B. geworden zijn.
Dc president vraagt of ze niet gezien hebben
bij wat. voor stelletje zc terecht gekomen waren.
Het antwoord hierop is, dat ze dat wel in de gaten
hadden, maar ze kouden er toen niet meer van
tussen komen. Je wist soms ook niet wat of er
waar was.
De verdediger, Mr. Fcykes,
het Woord verkrijgende, zegt, dat ze zich niet
gerealiseerd hebben wat ze deden. Deze jongens
zijn opgevoed in een streng christelijk gezin, die
voor de oorlog sterk tegen dc regeringsmaatregelen
gekant waren. Ze zijn niet uit overtuiging lid
geworden. Zc voelen niet voor politiek.
Kees 'Koster, heeft in Nieuw-Vennep 7 Joden
kunnen aanbrengen. Hij heeft het niet gedaan.
ik vraag voor hen vrijlating.
De president zegt, na beraad te hebben, dat over
14 dagen de uitspraak vastgesteld is.
De zitting wordt hierna gesloten.
Abonneert U op dit blad