GRATIS STUDEEREN
dministratieve kracht
ervatting Beurtvaart
'S - ORGELS
DE BETEKENIS VAN HET PAASFEEST
VOOR HET CHRISTELIJK LEVEN
asch-wijdingsdienst
te houden op Maandag 15 April
a.8. in de Ned. Hervormde Kerk te
Stellendam.
ewerkenden
Chr. gem. koor „Soli Deo gloria"
dir. J. Verkuil
M- Verkuil, declamatie
Me)". A. v. d. Rhee, sopraan
vang 8 uur Deuren open 7.30 uur
rarnma tevens Bewijs van toegang f Q.5Q. Verkrijgbaar
a. Wed. H. van Dongen, Voorstraat 121, vanaf
'ag 12 April
ENTE 1946
les groeit
Zo oek onze schitterende sortering
goaden- en zilveren sieraden
Ziet onze Etalage
Aanbevelend,
J. KEUVELAAR
MIDDELHARNIS
voor Middenstandsdiploma,Bouwvakpatroon
of -arbeider, Taxateur, Assurantiebezorger,
Verzekeriugsinspecteur, Makelaar - Taxa
teur, enz. - kan iedere Nederlander, die be
reid is tot kleine tegenprestatie.' Zeer vol
ledige toelichting wordt U op aanvraag
franco toegezonden.
V. V. H. HANDELSTRAAT 5. A'DAM-Z.
ndel in Landbouwwerktuigen
ANSON - Tel. no. 52 - OUDDORP
U moeilijkheden met afrastering
Vraagt U dan eens om inlichtingen over de reeds
veelvuldig toegepaste electrische methode.
Werkt afdoend, geeft een grote besparing op
palen - draad - hekken (overbodig) en is volkomen
ongevaarlijk. Vlot leverbaar I
Gebr. VAN IMMERZEEL, Melissant
den Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst wordt
agd een
rkeur jonge man uit boerenstand. Diploma Lagere
uwschool strekt tot aanbeveling. Sollicitaties uit-
schriftelijk te richten aan den Rijkslandbouwcon-
Voorstraat A 233 te Middelharnis.
elijkse Dienst op Rotterdam
OUDE Tonge en Omstreken
is: ROTTERDAMVan Gelder. Coolhaven N.Z.
is: DORDRECHT: E. van Putte, Bomkade.
G. OOMENS.
eidsdienst te Middelharnis-Sommelsdijk
raagt m. of vr. bediende
ministr, en andere hulpwerkz. Salaris nader
te k. Brieven onder lett. T. D. Bureau v. d. blad.
AANGEBODEN:
ima huisorgel
21 reg., doorl. harp,
6 vts, 5V2 spel. Te be-
WASSENBURG,
str 303, DEN HAAG.
aangeboden een
driewieler
orcarrier
on geschikt voor bak-
'enier. Geheel in prima
bevragen J. VAN
Stavierdenstraat 13,
G.
par a ties
frt momenteel
aangenomen.
h. de Heer
«plein 9 b Tel. 3J55S
T E R D A M - w
onnis
rte. Wordt voltrok-
ddel van: Ratten- en
lakkenverdelging, in-
Omöl, het Ameri-
T.-poeder enZuiver-
radicale verdelgers
nrein bij kinderen.
Naphtaline en Para-
Eau de Cologne
ing van 2 ledige Bol-
Prirna scheerzeep op
B. VAN SETERS,
LENDAM.
Hullen.
TE KOOP OF TE RUIL:
eiken kabinet e.k.
voor 4 stoelen en 2 fauteuils in
goede staat zijnde.
A. J. D. VAN DER WELLE,
Molendijk 312, DEN BOMMEL.
WIE RUILT
Een paar Br. Meisjesschoenen,
z.g.a.n., rn. 36 voor idem 38.
Molendijk I28a. Nieuwe Tonge.
WIE RUILT
5 groote knotten witte wol
uit Baby-pakket voor andere
kleur. Moet ook beslist goede wol
zijn.
Westerstr. A 297, Nieuwe Tonge.
WIE RUILT:
fototoestel,
merk VoigtlSnder z.g.a.n., ge
schikt v. kleurfoto's enz. Plus
klein toestel z.g.a.n., merk
Erabox, beide 6 x 9 en met tas-
schen. Plus 20 filmrollen 6x9
o.kw. voor nieuwe fiets met ban
den. Ook genegen te verkoopen.
L. c. KARELS, Molendijk 15,
herkingen.
WIE RUILT:
zomerjurk
zoo goed als nieuw, maat 44 voor
maat 46.
A. VERWEIJ, 2e Weistraat 172,
MIDDELHARNIS.
Een blauw regenjasje, leeft. 9
en blauw Swingrokje, gebr. leeft.
9 j. voor jongenscostuumjasje.
2 wollen kinderjurkjes, leeft. 10 j.,
voor meisjeswindjack, leeft. 12 j.,
of lap daarvoor; 1 pluche dames
jasje, bruin, prima kw., nieuw,
gr. maat voor een stoffedames-
jasje, gr. m. of een lap stof daar
voor. Br. onder no. 275, bureau
van dit blad.
VRIJDAG 19. APRIL 1946
Prijs per kwartaal f 1,50. Losse nummers f0.15.
Advertentieprijs 1—30 mm 14 cent per mm.
Elke mm daarboven 10 cent.
Bij contract Aanzienlijke korting.
OPBOUW
Christelijk-Nationaal Streekblad voor Goeree en Overflakkee
EERSTE JAARGANG - No. 51
Adres der Redactie en Administratie:
ZANDPAD B 282 - MIDDELHARNIS
TELEFOON No. 332
Dit blad verschijnt iederen Vrijdag
Hoofdredacteur C. M. VOGELAAR
Het opschrift boven het hoofdartikel van deze
week, zou ons eigenlijk de schrik op het lijf moeten
jagen. Het Paasfeest en de practijk van ons leven
worden hier in één zin bij elkaar gezet, behoren
ook bij elkaar - maar hoe is het bij ons? - Terwijl
het zó moest zijn dat het feit van de opstanding
onzes Heeren ons leven zou moeten door trekken,
(niet in de eerste plaats ons woordenleven), is het
zo, dat de zondige practijken van alle dag iit het
leven dat „zo maar" geleefd wordt, over het
Paasfeest heeugroeien. Heel dikwijls zijn onze
grote en heerlijke christelijke feestdagen niet meer
dan enkele van die streng geïsoleerde eilandjes in
de grote sleur van ons bestaan - en dan nog vaak
eilandjes van verpozing, van eens even uitblazen,
in plaats van dan, in heerlijken zin geheel bezig te
mogen zijn met de vreugdevolle blijmare die God
aan de Kerk geschonken heeft.
„De betekenis van het Paasfeest voor het christe
lijk leven" - deze betekenis is er vaak voor ons niet,
omdat wij in ons bestaan zo'n ontzaglijk grote
scheiding hebben gemaakt tussen leer en leven.
Hoe komt datDat is, omdat in het leven van
zo heel velen van ons, ontbreekt de levende band
met Hem die alleen maar het centrum van ons
zeggen, doen en denken mag zijn - die bij uitstek
de heerlijke inhoud is van het Paasfeest. Het komt,
omdat wij geen levende belangstelling hebben,
m.a.w., dat het ons naar ons diepste wezen met
interesseert of Jezus Christus er is, dat Hij de Zoon
van God is, dat Hij in onzen nood is ingegaan, dat
Hij op Golgotha Zijn leven heef* gegeven tot een
rantsoen voor velen, dat Hij is opgestaan tot onze
rechtvaardiging. Het interesseert ons niet dat
Jezus van Nazareth „Redder" heet, omdat wij geen
redder nodig hebben. „Jezus Christus opgestaan"
- het is niet van invloed op ons christelijke leven,
omdat het onze levende'belangstelling niet heeft
dat „het Lam de Leeuw" geworden is. Er is geen
geloof, dus geen geloofsleven. Dat er uit ons
christenen, geen christelijk leven voor den dag
komt, is, omdat wij den „Christusnaam", die ons
is opgedrukt, telkens verloochenen.
Waarom nu speciaal: Paasfeest en christelijk
leven, opstanding van Christus en een nieuwe
gehoorzaamheid?
Dan moeten we goed weten wat er met Pasen
gebeurd is. „Het Lam, de Leeuw" - Daar is, heel
kort gezegd, dit gebeurd - dat God de Vader in de
opwekking van Zijn Zoon, het „ja-woord" heeft
gesproken over het lijden en sterven, dat God i"n
den hemel op den Paasdag, van Boven af gespro
ken heeft: „het is volbracht", en dat Hij Zijnen
Zoon in principe, op den derden dag op de
Koningsplaats heeft gezet.
Pasen wil zeggen: dat Jezus Christus een Rijk
heeft, gefundeerd op Zijn gebroken lichaam en
vergoten bloed, en dat Rijk, die grote eenheid, die
door alle begrenzing heengaat, vanaf Zijn troon
regeert. Tot onderdanen van dat Koninkrijk zijn
wij gestempeld met den „Christusnaam" - ge
merkt met het merk - en veldteken. Wij zullen dan
ook niet anders mogen doen dan ons hele leven
laten bepalen door liet gebod van den opgestanen
Heere. Altijd weer isoleren wij ons eigen leven,
bouwen er een stalen koepel boven, en onder dat
afdak doen we maar precies wat we zelf willen:
revolutie in hef groot en in het klein, hqjit, d.i.
moord, onzedelijkheid, diefstal, leugen, begeerte
- terwijl wij ons leven helemaal naar Boven toe
zullen moeten leiden en van> Boven uit zullen
moeten laten bepalen. De eersteling der Opge
stanen, Paasfeest zal ons leven moeten beheersen.
En wanneer het dat niet doet, dan loochenen wij
den levenden band, dan ontkennen we: „indien gij
met Christus opgewekt zijt, zo zoekt, de dingen
die Boven zijn" - dan maken wij als christenen"
den Christus te schande, („en het zal Sodom ver-
dragelijker zijn").
Paasfeest eist een nieuwe gehoorzaamheid.
Maar de betekenis van Pasen voor het christelijk
leven heeft ook een heel ander perspectief - het
perspectief van de troost.
Jezus Christus, opgestaan - dat wil "zeggen:
totale overwinningOverwinning, op wien? Er zijn
zo erg veel mensen die het „hier beneden" zo
ontzettend moeilijk hebben - moeilijk door de
zware zorgen, ziekte, ellende, droeve rouw, er zijn
mensen, die het moeilijk hebben door hun zware
zonden.'
Zie, er is er één, die deze Wereld uit elkaar rukt,
die dat vanaf het begin tot het einde zaL blijven
pogen, - die de levens der mensen aan flarden
scheurt - flarden van ellende en dood. Het is de
wereldbegoochelaar, het is de grote vijand Gods.
Christus opgestaan - d.w.z. dat Hij dezen ver
schrikkelijke geboeid heeft, dat Hij de overheden
en de daemonische machten ontwapend heeft.
Christus opgestaan - daarmee zegt God tot ons:
„ge moogt tot dezen Overwinnaar kortien" en in
de belofte van den Koning der Kerk zelf ligt het
vervat: „wie tot dezen Heiland gaat, die Koning
is mèt de littekenen, wordt door alle ellende heen-
geholpen tot over den dood.
Paasfeest geeft oneindige troost - nieuwe
gehoorzaamhei - eeuwige troost - dat is Pasen
in dit werkelijke leven.
W. ANKER.
Gedichten in de Lijdenstijd
We sluiten thans opze reeks gedichten in de
lijdenstijd af met een tweetal Paasgedichten. Het
eerste: Emmaüs is van de Mérode. Twee discipe
len met een opstandig hart en bitse woorden;
ze leren aandachtig luisteren naar de woorden
van den Vreemde. Zo heel eenvoudig, met enkele
woorden maar tekent de dichter het ons. En toch
zo zuiver en volkomen.
EMMAÜS.
Hun stemmen waren bits geweest
Tegen den vreemden vreemdeling.
Nu schreden zij met stiller geest
Nevens Hem door de schemering.
Zij zaten in de schemering.
En het gezegend avondbrood
Ontviel de hand die het ontving.
En Hij ontvlood.
Want ze herkenden; en ontdaan
Zochten zij blij zijn jongren weer.
Toen in hun midden, als de maan
Tusschen de sterren, rees de Heer.
WILLEM DE MERODE.
Toen later de Christenen, om hun geloof ver
volgd, zich schuil hielden in Rome's catacomben
(ondergrondse begraafplaatsen) was dit het woord,
dat zij als groet en bemoediging elkaar toeriepen:
De Heer is waarlijk opgestaan. Het is hèt woord
van Pasen. Het v/as dè kracht van hun leven.
Welke betekenis heeft dit woord voor ons, van
daag en de komende dagen en altijd?
PASCHEN.
Ik dacht aan 't lied, dat eenmaal diep
In donkere catacomben klonk
En juichend zijn geloven riep,
Waarvoor de dood tot niets verzonk:
„De Heer is waarlijk opgestaan!
Geopend is door hem de poort
Waardoor wij in de glorie gaan
Van die gelooven in Zijn woord.
„De dag was donker van gevaar
En leven zwaar door doodsgewicht.
Nu is de naam van leven waar.
Want dood geeft levensvergezicht!
„In Christus, broeders, aarzelt niet,
Waar hij ons zelf is voorgeg2an!
Wij volgen met ons levenslied:
De Heer is waarlijk opgestaan!"
W. A. P. SMIT.
DE NED. REGERING EN INDIË
We hebben allen wel met spanning de ontwik
keling der Indische kwestie gevolgd. Nu Dr. van
Mook in gezelschap van vertègenwoordigers van
de „regering" Sjahrir in ons land is teruggekeerd
en op de Hoge Veluwe besprekingen voert met
onze regering, zal deze spanning toenemen, omdat
het niet onwaarschijnlijk is, dat belangrijke be
slissingen worden genomen.
Als we de politiek van de Ned. Regering inzake
Indië nagaan, kunnen we moeilijk iets anders
constateren, dan dat haar handelingen in strijd
zijn met haar uitspraken.
De Regeringsvoorlichtingsdienst deelde in Oct.
1945 mede, dat de Regering niet kon ingaan op
suggesties om met het z.g. Soekarno-bewind
besprekingen te voeren. „Niets zal de Ned. Re
gering afbrengen van het weloverwogen beleid,
zoals dat o.m. is uitgestippeld in de welbekende
redevoering van de Koningin van 7 Dec. 1942.
Dit was de lijn en dit blijft de lijn."
Minister Logemann verklaarde op 18 October
1945 in de Tweede Kamer, dat de Regering be
reid is te praten met de nationalisten van het
ogenblik af, dat zij blijk geven het wettig gezag
weer te willen-cerbiédigen.
Let wel, Minister Logemann zegt hier, eerst
moeten de nationalisten erkennen (en er vanzelf
sprekend ook naar handelen) dat de Regering van
H.M. Koningin Wilhelmina hun wettige regering
is en dan, eerder niet, willen we praten.
Op 20 Januari j.l. schreef het Indische blad
„Free Indonesia", bij de terugkeer van Dr. van
Mook naar Indië: „We zijn bereid van Mook te
ontvangen en hem te beschouwen als de eerste
gezant van een vreemd land, dat we al lang kennen.
Aan de andere kant is het nodig hier met nadruk
te verklaren, dat we als een onafhankelijke natie
wensen te leven onder andere volkeren op" gelijke
basis, zonder onderscheid te maken tussen het
Nederlandse volk en andere vreemde volken."
In de Tweede Kamer werd daarop een ernstige
waarschuwing aan het adres der Regering gericht.,,
Men herinnerde haar aan de verklaring van Mi
nister Logemann op 18 October en stelde de eis,
dat de erkenning van het wettig gezag moest;
worden gesteld als voorwaarde bij de te voeren
onderhandelingen.
Minister Logemann antwoordde, dat inderdaad
dergelijke uitlatingen als die van Sjahrir de basis
voor besprekingen zouden wegnemen. Indien
Sjahrir ze althans gedaan had en niet terugnam.
„Richtsnoer der Regering blijft", zo verklaarde
de Minister 't vorig jaar, „dat tussen haar en
Soekarno geen gemeenschappelijke grondslag voor
besprekingen bestaat en dat bespreking dus onjuist
ware. Zij handelt dienovereenkomstig."
De Regering heeft dus twee dingen stellig
beweerd en wel ten eerste, dat met Soekarno
(den Mussert van Indië) niet gepraat zou worden
en ten tweede dat met de nationalisten dan pas
besprekingen gevoerd zouden worden als de Ned.
Regering als de wettige Regering erkend zou wor
den.
Wat is nu de practijk? Dat zowel het ene als
het andere gedaan wordt.
De nationalisten dgnken er niet aan de Ned.
Regering als de hunne te erkennen. Dit blijkt o.a.
uit het bovenaangehaalde stuk in het blad „Free
Indonesia". Ook uit de brief, die Sjahrir schreef
in het Engelse blad „Daily Worker". En Reuter
seinde van Batavia naar Londen: „De Heer Clark
Kerr heeft in de Ambassade te Batavia ontvangen
den premier der Indonesische Republiek, Sjahrir.
Een republiek is immers zelfstandig en heeft
geen Vorst of Vorstin tot hoofd, maar een president
Niettemin wordt er gepraat en onderhandeld
met de vertegenwoordigers van de nationalisten
en van de „republiek Indonesië".
Met Soekarno zou niet gepraat worden, zo ver
klaarde de Regering categorisch.
Maar men voert wel besprekingen niet de min.-
president van de „Indonesische republiek", die
door Soekarno benoemd is en dus als zijn ver
tegenwoordiger beschouwd moet worden, wat
duidelijk blijkt ui* de reizen van Sjahrir, die hij
naar Soekarno maak*, om, zoals we in officiële
berichten, kunnen lezen, Soekarno in te lichten.
We kunnen daar bijvoegen: en om nieuwe instruc
ties te halen.
Is dit iets anders, dan besprekingen voeren met
Soekarno?
Toen Soekarno ook zelf bij de besprekingen,
welke Dr. van Mook met de nationalisten voerde,
tegenwoordig was, werd er van gezegd: ja, hij was
er wel, maar hij heeft aan de besprekingen niet
mee gedaan.
Met de betrekking tot de Indische politiek
komen de daden der Regering niet overeen met
haar woorden, ze zijn zelfs in lijhrechte strijd met
alkander.
We vrezen dat de politiek der Regering funest
is en dat ontbinding van het- Rijk het gevolg zal
zijn. Is deze ontbinding al niet bezig zich te
voltrekken?
De Regering gaat, in strijd met haar woorden
en zonder overleg met de Staten-G ener aal, door
met haar heilloze politiek.
De democratie is in ons Vaderland, nadat deze
op 14 Mei 1940 verloren ging, nog steeds niet
teruggekeerd.
De volksvertegenwoordiging wordt, in strijd
niet de wet, volkomen genegeerd.
De dictatuur is niet dood, maar leeft.
Hoe lang nog?
OBSERVATOR.
Zendingssamenkomst in de Ned. Herv.
Kerk te Sommelsdijk. Ds. J. Batelaan,
Director van de Ger. Zendtngsbond over:
Het perspectief der Zending
Vrijdag 12 April 's avonds 7 uur vond m het
kader van de Zendingsweek op ons eiland in de
Ned. Herv. Kerk, alhier, een Zendmgssamenkomst
olaats die helaas slechts matig was bezocht. De
pl. predikant, Ds. E van Asch, opende de yergade-
ring met het laten zingen van Ps. 98 .1, waarna
hij Ps. 72 voorlas en voorging in gebed.
In rijn openingswoord riep hij inzonderheid
den DirecJvan den G. ZB., Ds Batelaan een
hartelijk welkom toe, die tijd en gelegenheid had
gevonden om door zijn todrnee op ons eilandI de
liefde en belangstelling voor de Zending te ver-
levendigen. Wereldomvattend is de Zendingstaak,
die God aan Zijn Kerk heeft opgelegd. De inlander
werd geëxploiteerd en ook wel in aanraking ge-
bracht me? onze „beschaving" Hoe schaarsch
werd echter het geestelijk bezit, liet Woord Gods
aan hen doorgegeven en bovendien de loop van
het Evangelie gestuit doordat leer en kven elkan.
der tegenspraken. Bovenal voor de Kerk is net
ontbreken van belangstelling en gebed ™or de
Zending diep beschamend en snr. hoopte damede
door dezen avond dit anders -1 worden en ga
daarna het woord aan Ds. Baten, t, om te spieken
over: ..Het perspectief der Zending
Deze begon met op te merken, dat het eenerzijds
geen gemakkelijke taak was, om iets te zeggenover
het perspectief, de toekomst der Zending en
anderzijds toch ook weer geen moeilijke. Mensche-
lijke factoren zijn hier immers met beslissend. Het
antwoord mag en moet gegeven worden door deze
vraae te plaatsen m het licht der Schrift.
.Hoe zou het gaan met den arbeid der Zendin^,
als het van ons moest komen, als het van ons
Waar gaat het om bij de Zending? Niet om geld
of gewin, roem of eer. En wat zijn wij van
egoïstisch. Altijd geweest, maar vooral nu. Reeds
in de 17e eeuw, het bloeitijdperk van ons kerkelijk
leven werden predikanten naar Indië gezonden,
maar waar ging het zelfs toen om? Dat is te zien
aan de statige gevels der patriciërshuizen aan de
Amsterdamsche grachten.
Het waarachtigdienend gaan naar Indie als
getuige van het Evangelie is.het gaan in de een
zaamheid, afstand doen van alle comfort en geze kg
verkeer. De natuurlijke mensch wil dit met.
Egoist in hart en nieren weegt het geestelijk heil
van zijn naaste hem niet zwaar. Dat van zijnbuur
man niet, zelfs niet van vrouw of man of land en
zeker niet dat van den verten vreemden heiden.
Daarom, wanneer de toekomst der Zending va
ons afhing, dan was er voor haar geen toekomst
meer. Vooral wanneer wij letten op de
situatie, waarin de Zending is gekomen,
wii wel zeggen: Al deze dingen zijn tegen mij.
Toen ons Indië door Japan.werd bezet,
wij dat ook het Zendingswerk een moeilijke tijd
tegemoet ging en na de bevrijding werd met groote
vreeèen angstige spanning naar de eerstebertchmn
van het Zendingsveld uitgezien. En al spoedig
bleek ons dat de verliezen grooter waren dan reeds
werd ge vreesd.ZendeUng van Heusden,3 maal voor
dekeS gesteld om zijn geloof af te zweeren en
Mohammedaan te worden, werd gesteemgd en
stierf den smartelaarsdood.
Ook de Zendelingen Belksma Sr. en Jr. bleken
beiden te zijn overleden. En dan, de «^meenten
door de verdrukking uiteengeslagen en gedeeltelijk
ontrouw geworden. Ook hierop ziende moeteni wij
wel zeggen van de Zending: geen perspectief, geen
toekomst meer. En de vraag kwam soms ini ons
hart: Houdt God zijn zegen tn? Jaren aaneenras
hier gezwoegd en geploeterd en zal nu dezen arbeid
eestaakt moeten worden?
Vooral toen de Japansche bezetter na zijn
laag volop de gelegenheid kreeg om de geest der
inlanders te bederven en hen te jagen tn het verze
en den opstand, niet alleen tegen alkwat Euru
neaan was, maar vooral tegen het Chnsteitdo
zoodat ook een inlandsche predikant
gezin als slachtoffers vielen van remisme.
Zo wint het Mollammedamsme veld terwijl wij
machteloos moeten toezien, In dit alles ontva.igen
wij ons verdiende loon. Spr. herinnerde aa
hanengevecht dat kort voor de oorlog in Indie
plaats vond. Onder de toeschouwers werden daar-
b i de eerste plaatsen bezet door de inlandsche
hoofden. Ster hen zaten de Ned. bestuursamb
tenaren, die de asch van hun eigaretten deponeer
den op e>- in het hoofdhaar der minders. Hun
gezichten bicven glimlachen, maar d'( ®™er
verborg een ziel waarin het kookte. Zoo
dikwijls de verhouding tusschen blank en bruin
^Ho? wéinig is de Kerk ook Zendingskerk. Het
bevel van Christus: „Gaat heen enhkt het
Evangelie aan alle creaturen heeftZljnaast zie
n(>er gelegd en dit werk werd overgelaten aan
allerlei corporaties, waarvan de Ger. Zendtngsbond
er een is, maar die met noodig moesten zijn.
En toch ondanks alles wat tegen ons is gaan wij
er mee door. Want het is Gods werk. En reeds
Ps. 86 zegt het:
Al de heidnen, door Uw handen
Voortgebracht uit alle landen,
Zullen tot U komen, Heer.
Dat is de groote keetzijde van deze dingem God
had niar recht alle menschen m hun Aonde kunnen
laten sterven. En wij '^^V^M^iin'werHd
aan dit lot prijsgegeven. Maar God laat zijn wereiu
n?etlOT. Urt ahe volkeren vergadert hu de Zijnen
Tn Tes 55 zegt God dat Zijn wegen hooger zijn
dan de onze, maar ook dat Zijn Woord
ledig wederkeert cit doen zal al hetgeen dat Hen
behaagt. En omdat God dit Besproken heeft en
deze beloften er liggen, gelooven wij ook dat Hij
heNogCKt?dlHij Zijn Woord dc wereld in door
het Zendingsbcvcl te binden op
schen, die daardoor uitgaan om ook in verre landen
c
MEDITATIE
VOOR DEN ZONDAG
GOEDE VRIJDAG - PASCHEN
Vrees niet, Ik ben de Eerste en de Laatste,
en die leef en Ik ben dood geweest, en zie
Ik ben levend in alle eeuwigheid Amen.
Openbaring 1 17b, 18a.
Op Pamtos is de apostel Johannes in groote
eenzaamheid afgezonderd van allen die hem lief
zijn en hem liefhebben. Maar op die eenzame
plaats zoekt de opgestane ter hemel gevaren
Heiland hem op. Hier beleeft Johannes 't gelijk
in de dagen tusschen Paschen en den Hemelvaarts
dag dat de verheerlijkte Heiland aan hem verschijnt
en de Heere hem toe spréékt: „Vrees niet".
Verschrikt is Johannes als dood aan de voeten
van Jezus neergevallen. Maar gelijk in het Op
standingsevangelie telkens het woord: „Vrees met"
weerklinkt, zoo hoort Johannes het ook nu. Hij
behoeft niet bevreesd te zijn voor de verschijning
van den Verheerlijkte, want Christus komt niet
om hem te verschrikken, maar om hem te verkwik
ken en de vrees weg te nemen.
Daarom mag ook de gemeente des Heeren als
uit Zijn mond het Paaschevangelie hooren: Vrees
toch niet. O, er is wel ontzaglijk veel reden om
bevreesd te zijn, wanneer wij alleen op ons zelf
zien. Dan is er met recht doodschrik die ons beven
doet, temeer wanneer de nadering van de voet
stappen des Heeren wordt gehoord. Maar tot u
die vreest, spreekt Hij van vrede.
Hij is immers in den dood gegaan, om ons van
de vrees des doods te verlossen. Hoor, Hij spreekt
zelf: „Ik ben dood geweest". In deze zoo duidelijke
woorden tekent Jezus de vreeselijke werkelijkheid
van zijn lijdensgang die Hem bracht naar het
kruis en in het graf.
Wij hebben in de kruisprediking gedurende de
lijdensweken beluisterd, dat «Hij een geweldadige
dood is gestorven. Op hardhandige manier is Hij
ter dood gebracht. Daarom spreekt Jezus niet V3n
het zachte ontslapen, van het stille heengaan,
maar Hij spreekt van het harde dood-zijn.
Voor Hem is de dood in al zijn verschrikking
gekomen.
Maar Hij, die dood was, is levend geworden.
Hij is uit het graf opgestaan. Zie het maar, Johan
nes: „Ik ben de Eerste en de Laatste en die leef
en ik ben dood geweest". Jezus kan over het
sterven in verleden tijd spreken, omdat Hij nu
leeft en blijft leven. Hij is de Eerste. Hij was er
voordat eenig levend wezen het aanzijn kreeg. Hij
is ook de Laatste. Hij leeft in eeuwigheid, ook
al sterft de wereld uit.
„Ik ben levend" in alle eeuwigheid. Die woor
den overspannen alle tijden. Steeds is en blijft Hij
de Levende. Die het leven heeft en het leven geeft.
Daarom heeft Zijn gemeente Hem juist ook in
Zijn verhooging noodig, omdat Hij die in zijn
vernedering als profeet leerde,fóók na zijn opstan
ding doet spreken de woorden des eeuwigen
levens. Hij die als priester zijn leven offerde, blijft
ook in zijn verhooging priesterlijk werkzaam om
voor de Zijnen te bidden. Ja, Hij die als koning
de harten zijner volgelingen beheerschte, toen
Hij op aarde was, leeft en regeert in eeuwigheid
om over Zijn kerk de heerschappij uit te oefenen
en bescherming te verleenen.
Zoo openbaart Hij, de Opgestane Heiland, zich
telkens weer om Zijn kerk te bemoedigen en
blijdschap te geven. Vreugde na vrees.
Zit ge ook in eenzaamheid bij 't lezen van deze
meditatie? Leidt ge een afgezonderd leven? Of
voelt ge u temidden van veel drukte toch een
eenzame, al zit ge midden onder de menschen?
Welnu, dan wensch ik U een gezegend Paaschfeest,
waarop de opgestane Vorst des Levens met zijn
woord tot u komt: „Vrees niet, Ik ben de Eerste
en de Laatste en die leef; en Ik ben dood geweest
en zie Ik ben levend in alle eeuwigheid".
Oude Tonge Th. VOLLEBREGT.
te getuigen van het heil van Christus. En wij
houden vast aan dat:
Ja, elk der vorsten zal zich buigen,
En vallen voor Hem neer
en weten: Zij zullen komen. Deze zekerheid ont
vangen wij alleen wanneer wij leven uit het geloof.
Waarom is er zoo weinig Zendingsliefde en Zen
dingsdrang, omdat wij niet op onze plaats zijn,
niet gelooven.
Wij moeten ploegen, eggen, zaaien, planten en
nat maken en God zal den wasdom geven.
Dit moet ons aansporen: Het gaat om Gods eer.
Alles wat adem^ heeft love den Heere. Heeft de
Zending nog perspectief, toekomst? God zegt:
Uit alle volken zullen zij komen. Dit bleek ook in
Indië gedurende de bezetting. Ons bereikten
berichten niet alleen over afkeer en tegenwerking
van hèt Evangelie maar ook over een groeiende
belangstelling en waarachtig geestelijk leven. Door
den druk zijn de inheemsche kerken zelfstandig
geworden. De goeroe's en evangelisten werden
bevorderd tot predikant. Het is gebleken dat God
ook zonder ons Zijn werk in stand heeft gehouden.
Koninkrijken zijn vergaan, maar Zijn Koninkrijk
komt.
Heerlijk is het iets te mogen kennen van de
rijkdom van Gods genade en ook anderen hiervan
te spreken.
Alleen ziende op Zijn beloften zijn wij niet
vervaard, maar ontvangen wij kracht om voort te
gaan met het Zendingswerk.
Laten wij ons gebed: Uw Koninkrijk kome,
niet krachteloos maken door een leven, waarin de
ijver voor het Huis des Heeren wordt gemist.
Na deze rede werd Ps. 86 5 en 6 gezongen en
gecollecteerd. De volgende spreker was Ds. Blok
uit Middelharnis, die een slotwoord sprak en
daarna eindigde met dankgebed.
Jammer, dat niet meerderen aanwezig waren.
De Heer A. Smits, oud-hoofdopzichter van de
dijkring Flakkee, verzoekt om het volgende te
willen opnemen:
HET FLAKKEESCHE
VERKEERSVRAAGSTUK
Met genoegen las ik bovengenoemd vraagstuk
in de courant „Opbouw"; er zijn dus nog men
schen op Flakkee, die dit vraagstuk ter harte gaan.
Het is niet de eerste keer, dat er in de couranten
over geschreven is, ja zelfs is er geweest een
brugcomité, waarvan destijds voorzitter was oud
Burgemeester Mijs, voorheen van Middelharnis,
later van Gouda. Ook ondergeteekende was er
lid van, of misschien nog wel, daar door de oorlogs
omstandigheden, ik er niets meer van gehoord
hebin elk geval wil ik toch ook nog eens probeeren,
mijn gevoelens er over te zeggen.
indertijd is door de Rijks Waterstaat geprojec
teerd een dijk, vanaf den vasten wal van Ooltgens-
plaat door het Hellegat tot halverwege het Hol
landsch diep in de richting tramhaven Numans
dorp, met op het einde van den dijk, een veerver-
binding op de tramhaven. Dezen dijk zou een
hoogte verkrijgen van plm. 5.50 m. -f- N.P., dus
ver boven stormvloed (3.75 in. -f N.P.). De
breedte van den kruin van den dijk was aangelegd
op dubbel spoor met er naast een autoweg er over
heen. Dit werk is ook aanbesteed geworden en er
waren ingekomen 3 inschrijvingen, waarvan de
laagste inschrijver was de Firma Volker van
Sliedrecht, aan wien ook het werk is gegund.
Vóór dat echter aan het werk door de firma
Volker was aangevangen, kwam er op 't laatste
moment nog een kink in de kabel, men ging
toen beweren, dat, indien dien dijk alzoo gemaakt
Werd, dan zal dc afvloeing van het zoete water
vanyit het Hollandsch diep door het Volkrak en
Krammer naar de Grevclingen, zooveel invloed
uitoefenen op de mossel- en oestervangst, dat dit
bedrijf geheel ten onder zal gaan, de vele requestcn,
die daarover werden aangevoerd, hadden zooveel
invloed, dat door over en weer praten met de firma
Volker, die een gewijzigd plan zou uitvoeren, een
gedeelte van de aannemingssom zou laten vallen
en inplaats dat er een dijk, als hierboven genoemd
zou gemaakt worden, er een strekdam gemaakt is
geworden, welks hoogte zou reiken tot 1.10 m.
4-' N.P., welken strekdam nu door onderhouds
werken ook nog wel een gedeelte hooger is
geworden.
Wat nu die afvloeiing van het zoete water naar
het zoute water betreft, daar hebben we genoeg
van geprofiteerd door aic moffen, men raadplege
de polders maar eens rond Ooltgcnsplaat, Sluis-
havcn en Oude Tonge.
Nu zou ik het volgende ic kennen willen geven:
1. Kan nu dienzelfden dijk van vroeger, die
is geprojecteerd geworden vanuir den vasten wal
van Ooltgensplaat door het Hellegat tot halver-,
wege het Hollandsch diep, (waarvan al reeds is
afgekort, door dien strekdam) weer niet ter hand
genomen worden, daar'toch alles rijkseigendom
is en er geen onteigening voor noodig is.
2. Rest er nog voor de zijde naar Numans-
dorp tramhaven, te maken een brug; ik denk dat
vanaf den indertijd geprojecteerden dijk, dezen
dijk nog wel eenige meters kan verlengd de rivier
in en zoo ik me niet vergis, kan ook vanaf de
tramhaven Numansdorp nog een landhoofd
gemaakt worden de rivier in, want elke meter
landhoofd verkort de bruglengte.
3. Wanneer men nu rekent dat de afstand
vanaf tramhaven Numansdorp per auto bedraagt
plm. 40 minuten en gerekend de afstand vanaf
Middelharnis dorp, (want men moet toch eerst
van Ouddorp tot Middelharnis dorp zijn, om per
boot naar Helvoet en verder te gaan) naar tram-
haven Nunjansdorp over O'plaat en brug, dan
krijgt men een afstand van 40 minuten 4- 40 min.,
of samen 80 minuten of 1 uur en 20 minuten,vanaf
Middelharnis, ik kan niet anders uitrekenen of
dit is wel de korste weg naar Rotterdam.
4. Tn Flakkee vanaf Ouddorp tot O.plaat is
alles Provinciale wegen vanaf tramhaven Numans
dorp tot Rotterdam is alles Rijksweg en Provinciale
weg.
OFFIC1ÊELE MEDEDEELING
VUURWAPENEN, MUNITIE
ALARMPISTOLEN
Het Hoofd van politie der gemeente MIDDEL
HARNIS brengt onder de aandacht van belang
hebbenden, dat bij de vuurwapenwet 1919 alge
meen het onbevoegd voorhanden hebben van
vuurwapenen en munitie strafbaar is gesteld
en dat ingevolge artikel 1 der vuurwapenwet 1919
in verband met artikel 1 van het vuurwapen
reglement alarmpistolen en soortgelijke voor
bedreiging of afdreiging geschikte voorwer
pen in het algemeen onder vuurwapenen
zijn begrepen.
Artikel 1, lid 2, van het vuurwapenreglement
luidt:
„Onder vuurwapenen worden mede verstaan
alarmpistolen en andere soortgelijke voor
bedreiging of afdreiging geschikte voorwer
pen, met uitzondering van die, welke geen
loop of een kennelijk verkorten, geheel
gevulden loop hebben, en welke zoodanig
zijn ingericht, dat zij enkel losse patronen
van een kaliber met grooter dan 6 m.M.
kunnen bevatten, terwijl de ligplaats van die
patronen en de gasuitlaat loodrecht staan op
den loop of op de lengterichting van het
voorwerp".
Hoewel zij, die thans onbevoegd vuurwapenen,
alarmpistolen en dergelijke en munitie voorhanden
hebben, strafbaar zijn, zullen tegen hen straf
rechtelijke maatregelen achterwege kunnen blijven,
indien zij voldoen aan onderstaand bevel.
BEVEL
Voornoemd Hoofd van politie beveelt aan een
ieder, die, zonder daartoe bevoegd te zijn, alarm
pistolen en dergelijke voor bedreiging of
afdreiging geschikte voorwerpen (voorzoover)
dan wel Vuurwapenen, gaswapenen of munitie
voorhanden heeft, deze vóór 25 April a.s. bij hem
in bewaring te geven.
De inlevering kan geschieden ter gemeente
secretarie.
Bij die inlevering zal belanghebbenden gelegen
heid worden gegeven om desgewenscht bij een
daartoe aangewezen ambtenaar schriftelijk of
mondeling een verzoek om machtiging tot het
voorhanden hebben van het (de) betrokken
vuurwapen(en) en (of) munitie in te dienen.
Nict-nalcving van dit bevel is, ongeacht de
strafbaarheid van het onbevoegd voorhanden heb
ben zelf, strafbaar met hechtenis van ten hoog
ste twee maanden of geldboete van ten hoogste
twee duizend gulden.
Middelharnis, 15 April 1946.
Het Hoofd van politie voornoemd.
REINDERS.
Abonneert U op dit blad