GRATIS STUDEEREN dministratieve kracht ervatting Beurtvaart 'S - ORGELS DE BETEKENIS VAN HET PAASFEEST VOOR HET CHRISTELIJK LEVEN asch-wijdingsdienst te houden op Maandag 15 April a.8. in de Ned. Hervormde Kerk te Stellendam. ewerkenden Chr. gem. koor „Soli Deo gloria" dir. J. Verkuil M- Verkuil, declamatie Me)". A. v. d. Rhee, sopraan vang 8 uur Deuren open 7.30 uur rarnma tevens Bewijs van toegang f Q.5Q. Verkrijgbaar a. Wed. H. van Dongen, Voorstraat 121, vanaf 'ag 12 April ENTE 1946 les groeit Zo oek onze schitterende sortering goaden- en zilveren sieraden Ziet onze Etalage Aanbevelend, J. KEUVELAAR MIDDELHARNIS voor Middenstandsdiploma,Bouwvakpatroon of -arbeider, Taxateur, Assurantiebezorger, Verzekeriugsinspecteur, Makelaar - Taxa teur, enz. - kan iedere Nederlander, die be reid is tot kleine tegenprestatie.' Zeer vol ledige toelichting wordt U op aanvraag franco toegezonden. V. V. H. HANDELSTRAAT 5. A'DAM-Z. ndel in Landbouwwerktuigen ANSON - Tel. no. 52 - OUDDORP U moeilijkheden met afrastering Vraagt U dan eens om inlichtingen over de reeds veelvuldig toegepaste electrische methode. Werkt afdoend, geeft een grote besparing op palen - draad - hekken (overbodig) en is volkomen ongevaarlijk. Vlot leverbaar I Gebr. VAN IMMERZEEL, Melissant den Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst wordt agd een rkeur jonge man uit boerenstand. Diploma Lagere uwschool strekt tot aanbeveling. Sollicitaties uit- schriftelijk te richten aan den Rijkslandbouwcon- Voorstraat A 233 te Middelharnis. elijkse Dienst op Rotterdam OUDE Tonge en Omstreken is: ROTTERDAMVan Gelder. Coolhaven N.Z. is: DORDRECHT: E. van Putte, Bomkade. G. OOMENS. eidsdienst te Middelharnis-Sommelsdijk raagt m. of vr. bediende ministr, en andere hulpwerkz. Salaris nader te k. Brieven onder lett. T. D. Bureau v. d. blad. AANGEBODEN: ima huisorgel 21 reg., doorl. harp, 6 vts, 5V2 spel. Te be- WASSENBURG, str 303, DEN HAAG. aangeboden een driewieler orcarrier on geschikt voor bak- 'enier. Geheel in prima bevragen J. VAN Stavierdenstraat 13, G. par a ties frt momenteel aangenomen. h. de Heer «plein 9 b Tel. 3J55S T E R D A M - w onnis rte. Wordt voltrok- ddel van: Ratten- en lakkenverdelging, in- Omöl, het Ameri- T.-poeder enZuiver- radicale verdelgers nrein bij kinderen. Naphtaline en Para- Eau de Cologne ing van 2 ledige Bol- Prirna scheerzeep op B. VAN SETERS, LENDAM. Hullen. TE KOOP OF TE RUIL: eiken kabinet e.k. voor 4 stoelen en 2 fauteuils in goede staat zijnde. A. J. D. VAN DER WELLE, Molendijk 312, DEN BOMMEL. WIE RUILT Een paar Br. Meisjesschoenen, z.g.a.n., rn. 36 voor idem 38. Molendijk I28a. Nieuwe Tonge. WIE RUILT 5 groote knotten witte wol uit Baby-pakket voor andere kleur. Moet ook beslist goede wol zijn. Westerstr. A 297, Nieuwe Tonge. WIE RUILT: fototoestel, merk VoigtlSnder z.g.a.n., ge schikt v. kleurfoto's enz. Plus klein toestel z.g.a.n., merk Erabox, beide 6 x 9 en met tas- schen. Plus 20 filmrollen 6x9 o.kw. voor nieuwe fiets met ban den. Ook genegen te verkoopen. L. c. KARELS, Molendijk 15, herkingen. WIE RUILT: zomerjurk zoo goed als nieuw, maat 44 voor maat 46. A. VERWEIJ, 2e Weistraat 172, MIDDELHARNIS. Een blauw regenjasje, leeft. 9 en blauw Swingrokje, gebr. leeft. 9 j. voor jongenscostuumjasje. 2 wollen kinderjurkjes, leeft. 10 j., voor meisjeswindjack, leeft. 12 j., of lap daarvoor; 1 pluche dames jasje, bruin, prima kw., nieuw, gr. maat voor een stoffedames- jasje, gr. m. of een lap stof daar voor. Br. onder no. 275, bureau van dit blad. VRIJDAG 19. APRIL 1946 Prijs per kwartaal f 1,50. Losse nummers f0.15. Advertentieprijs 1—30 mm 14 cent per mm. Elke mm daarboven 10 cent. Bij contract Aanzienlijke korting. OPBOUW Christelijk-Nationaal Streekblad voor Goeree en Overflakkee EERSTE JAARGANG - No. 51 Adres der Redactie en Administratie: ZANDPAD B 282 - MIDDELHARNIS TELEFOON No. 332 Dit blad verschijnt iederen Vrijdag Hoofdredacteur C. M. VOGELAAR Het opschrift boven het hoofdartikel van deze week, zou ons eigenlijk de schrik op het lijf moeten jagen. Het Paasfeest en de practijk van ons leven worden hier in één zin bij elkaar gezet, behoren ook bij elkaar - maar hoe is het bij ons? - Terwijl het zó moest zijn dat het feit van de opstanding onzes Heeren ons leven zou moeten door trekken, (niet in de eerste plaats ons woordenleven), is het zo, dat de zondige practijken van alle dag iit het leven dat „zo maar" geleefd wordt, over het Paasfeest heeugroeien. Heel dikwijls zijn onze grote en heerlijke christelijke feestdagen niet meer dan enkele van die streng geïsoleerde eilandjes in de grote sleur van ons bestaan - en dan nog vaak eilandjes van verpozing, van eens even uitblazen, in plaats van dan, in heerlijken zin geheel bezig te mogen zijn met de vreugdevolle blijmare die God aan de Kerk geschonken heeft. „De betekenis van het Paasfeest voor het christe lijk leven" - deze betekenis is er vaak voor ons niet, omdat wij in ons bestaan zo'n ontzaglijk grote scheiding hebben gemaakt tussen leer en leven. Hoe komt datDat is, omdat in het leven van zo heel velen van ons, ontbreekt de levende band met Hem die alleen maar het centrum van ons zeggen, doen en denken mag zijn - die bij uitstek de heerlijke inhoud is van het Paasfeest. Het komt, omdat wij geen levende belangstelling hebben, m.a.w., dat het ons naar ons diepste wezen met interesseert of Jezus Christus er is, dat Hij de Zoon van God is, dat Hij in onzen nood is ingegaan, dat Hij op Golgotha Zijn leven heef* gegeven tot een rantsoen voor velen, dat Hij is opgestaan tot onze rechtvaardiging. Het interesseert ons niet dat Jezus van Nazareth „Redder" heet, omdat wij geen redder nodig hebben. „Jezus Christus opgestaan" - het is niet van invloed op ons christelijke leven, omdat het onze levende'belangstelling niet heeft dat „het Lam de Leeuw" geworden is. Er is geen geloof, dus geen geloofsleven. Dat er uit ons christenen, geen christelijk leven voor den dag komt, is, omdat wij den „Christusnaam", die ons is opgedrukt, telkens verloochenen. Waarom nu speciaal: Paasfeest en christelijk leven, opstanding van Christus en een nieuwe gehoorzaamheid? Dan moeten we goed weten wat er met Pasen gebeurd is. „Het Lam, de Leeuw" - Daar is, heel kort gezegd, dit gebeurd - dat God de Vader in de opwekking van Zijn Zoon, het „ja-woord" heeft gesproken over het lijden en sterven, dat God i"n den hemel op den Paasdag, van Boven af gespro ken heeft: „het is volbracht", en dat Hij Zijnen Zoon in principe, op den derden dag op de Koningsplaats heeft gezet. Pasen wil zeggen: dat Jezus Christus een Rijk heeft, gefundeerd op Zijn gebroken lichaam en vergoten bloed, en dat Rijk, die grote eenheid, die door alle begrenzing heengaat, vanaf Zijn troon regeert. Tot onderdanen van dat Koninkrijk zijn wij gestempeld met den „Christusnaam" - ge merkt met het merk - en veldteken. Wij zullen dan ook niet anders mogen doen dan ons hele leven laten bepalen door liet gebod van den opgestanen Heere. Altijd weer isoleren wij ons eigen leven, bouwen er een stalen koepel boven, en onder dat afdak doen we maar precies wat we zelf willen: revolutie in hef groot en in het klein, hqjit, d.i. moord, onzedelijkheid, diefstal, leugen, begeerte - terwijl wij ons leven helemaal naar Boven toe zullen moeten leiden en van> Boven uit zullen moeten laten bepalen. De eersteling der Opge stanen, Paasfeest zal ons leven moeten beheersen. En wanneer het dat niet doet, dan loochenen wij den levenden band, dan ontkennen we: „indien gij met Christus opgewekt zijt, zo zoekt, de dingen die Boven zijn" - dan maken wij als christenen" den Christus te schande, („en het zal Sodom ver- dragelijker zijn"). Paasfeest eist een nieuwe gehoorzaamheid. Maar de betekenis van Pasen voor het christelijk leven heeft ook een heel ander perspectief - het perspectief van de troost. Jezus Christus, opgestaan - dat wil "zeggen: totale overwinningOverwinning, op wien? Er zijn zo erg veel mensen die het „hier beneden" zo ontzettend moeilijk hebben - moeilijk door de zware zorgen, ziekte, ellende, droeve rouw, er zijn mensen, die het moeilijk hebben door hun zware zonden.' Zie, er is er één, die deze Wereld uit elkaar rukt, die dat vanaf het begin tot het einde zaL blijven pogen, - die de levens der mensen aan flarden scheurt - flarden van ellende en dood. Het is de wereldbegoochelaar, het is de grote vijand Gods. Christus opgestaan - d.w.z. dat Hij dezen ver schrikkelijke geboeid heeft, dat Hij de overheden en de daemonische machten ontwapend heeft. Christus opgestaan - daarmee zegt God tot ons: „ge moogt tot dezen Overwinnaar kortien" en in de belofte van den Koning der Kerk zelf ligt het vervat: „wie tot dezen Heiland gaat, die Koning is mèt de littekenen, wordt door alle ellende heen- geholpen tot over den dood. Paasfeest geeft oneindige troost - nieuwe gehoorzaamhei - eeuwige troost - dat is Pasen in dit werkelijke leven. W. ANKER. Gedichten in de Lijdenstijd We sluiten thans opze reeks gedichten in de lijdenstijd af met een tweetal Paasgedichten. Het eerste: Emmaüs is van de Mérode. Twee discipe len met een opstandig hart en bitse woorden; ze leren aandachtig luisteren naar de woorden van den Vreemde. Zo heel eenvoudig, met enkele woorden maar tekent de dichter het ons. En toch zo zuiver en volkomen. EMMAÜS. Hun stemmen waren bits geweest Tegen den vreemden vreemdeling. Nu schreden zij met stiller geest Nevens Hem door de schemering. Zij zaten in de schemering. En het gezegend avondbrood Ontviel de hand die het ontving. En Hij ontvlood. Want ze herkenden; en ontdaan Zochten zij blij zijn jongren weer. Toen in hun midden, als de maan Tusschen de sterren, rees de Heer. WILLEM DE MERODE. Toen later de Christenen, om hun geloof ver volgd, zich schuil hielden in Rome's catacomben (ondergrondse begraafplaatsen) was dit het woord, dat zij als groet en bemoediging elkaar toeriepen: De Heer is waarlijk opgestaan. Het is hèt woord van Pasen. Het v/as dè kracht van hun leven. Welke betekenis heeft dit woord voor ons, van daag en de komende dagen en altijd? PASCHEN. Ik dacht aan 't lied, dat eenmaal diep In donkere catacomben klonk En juichend zijn geloven riep, Waarvoor de dood tot niets verzonk: „De Heer is waarlijk opgestaan! Geopend is door hem de poort Waardoor wij in de glorie gaan Van die gelooven in Zijn woord. „De dag was donker van gevaar En leven zwaar door doodsgewicht. Nu is de naam van leven waar. Want dood geeft levensvergezicht! „In Christus, broeders, aarzelt niet, Waar hij ons zelf is voorgeg2an! Wij volgen met ons levenslied: De Heer is waarlijk opgestaan!" W. A. P. SMIT. DE NED. REGERING EN INDIË We hebben allen wel met spanning de ontwik keling der Indische kwestie gevolgd. Nu Dr. van Mook in gezelschap van vertègenwoordigers van de „regering" Sjahrir in ons land is teruggekeerd en op de Hoge Veluwe besprekingen voert met onze regering, zal deze spanning toenemen, omdat het niet onwaarschijnlijk is, dat belangrijke be slissingen worden genomen. Als we de politiek van de Ned. Regering inzake Indië nagaan, kunnen we moeilijk iets anders constateren, dan dat haar handelingen in strijd zijn met haar uitspraken. De Regeringsvoorlichtingsdienst deelde in Oct. 1945 mede, dat de Regering niet kon ingaan op suggesties om met het z.g. Soekarno-bewind besprekingen te voeren. „Niets zal de Ned. Re gering afbrengen van het weloverwogen beleid, zoals dat o.m. is uitgestippeld in de welbekende redevoering van de Koningin van 7 Dec. 1942. Dit was de lijn en dit blijft de lijn." Minister Logemann verklaarde op 18 October 1945 in de Tweede Kamer, dat de Regering be reid is te praten met de nationalisten van het ogenblik af, dat zij blijk geven het wettig gezag weer te willen-cerbiédigen. Let wel, Minister Logemann zegt hier, eerst moeten de nationalisten erkennen (en er vanzelf sprekend ook naar handelen) dat de Regering van H.M. Koningin Wilhelmina hun wettige regering is en dan, eerder niet, willen we praten. Op 20 Januari j.l. schreef het Indische blad „Free Indonesia", bij de terugkeer van Dr. van Mook naar Indië: „We zijn bereid van Mook te ontvangen en hem te beschouwen als de eerste gezant van een vreemd land, dat we al lang kennen. Aan de andere kant is het nodig hier met nadruk te verklaren, dat we als een onafhankelijke natie wensen te leven onder andere volkeren op" gelijke basis, zonder onderscheid te maken tussen het Nederlandse volk en andere vreemde volken." In de Tweede Kamer werd daarop een ernstige waarschuwing aan het adres der Regering gericht.,, Men herinnerde haar aan de verklaring van Mi nister Logemann op 18 October en stelde de eis, dat de erkenning van het wettig gezag moest; worden gesteld als voorwaarde bij de te voeren onderhandelingen. Minister Logemann antwoordde, dat inderdaad dergelijke uitlatingen als die van Sjahrir de basis voor besprekingen zouden wegnemen. Indien Sjahrir ze althans gedaan had en niet terugnam. „Richtsnoer der Regering blijft", zo verklaarde de Minister 't vorig jaar, „dat tussen haar en Soekarno geen gemeenschappelijke grondslag voor besprekingen bestaat en dat bespreking dus onjuist ware. Zij handelt dienovereenkomstig." De Regering heeft dus twee dingen stellig beweerd en wel ten eerste, dat met Soekarno (den Mussert van Indië) niet gepraat zou worden en ten tweede dat met de nationalisten dan pas besprekingen gevoerd zouden worden als de Ned. Regering als de wettige Regering erkend zou wor den. Wat is nu de practijk? Dat zowel het ene als het andere gedaan wordt. De nationalisten dgnken er niet aan de Ned. Regering als de hunne te erkennen. Dit blijkt o.a. uit het bovenaangehaalde stuk in het blad „Free Indonesia". Ook uit de brief, die Sjahrir schreef in het Engelse blad „Daily Worker". En Reuter seinde van Batavia naar Londen: „De Heer Clark Kerr heeft in de Ambassade te Batavia ontvangen den premier der Indonesische Republiek, Sjahrir. Een republiek is immers zelfstandig en heeft geen Vorst of Vorstin tot hoofd, maar een president Niettemin wordt er gepraat en onderhandeld met de vertegenwoordigers van de nationalisten en van de „republiek Indonesië". Met Soekarno zou niet gepraat worden, zo ver klaarde de Regering categorisch. Maar men voert wel besprekingen niet de min.- president van de „Indonesische republiek", die door Soekarno benoemd is en dus als zijn ver tegenwoordiger beschouwd moet worden, wat duidelijk blijkt ui* de reizen van Sjahrir, die hij naar Soekarno maak*, om, zoals we in officiële berichten, kunnen lezen, Soekarno in te lichten. We kunnen daar bijvoegen: en om nieuwe instruc ties te halen. Is dit iets anders, dan besprekingen voeren met Soekarno? Toen Soekarno ook zelf bij de besprekingen, welke Dr. van Mook met de nationalisten voerde, tegenwoordig was, werd er van gezegd: ja, hij was er wel, maar hij heeft aan de besprekingen niet mee gedaan. Met de betrekking tot de Indische politiek komen de daden der Regering niet overeen met haar woorden, ze zijn zelfs in lijhrechte strijd met alkander. We vrezen dat de politiek der Regering funest is en dat ontbinding van het- Rijk het gevolg zal zijn. Is deze ontbinding al niet bezig zich te voltrekken? De Regering gaat, in strijd met haar woorden en zonder overleg met de Staten-G ener aal, door met haar heilloze politiek. De democratie is in ons Vaderland, nadat deze op 14 Mei 1940 verloren ging, nog steeds niet teruggekeerd. De volksvertegenwoordiging wordt, in strijd niet de wet, volkomen genegeerd. De dictatuur is niet dood, maar leeft. Hoe lang nog? OBSERVATOR. Zendingssamenkomst in de Ned. Herv. Kerk te Sommelsdijk. Ds. J. Batelaan, Director van de Ger. Zendtngsbond over: Het perspectief der Zending Vrijdag 12 April 's avonds 7 uur vond m het kader van de Zendingsweek op ons eiland in de Ned. Herv. Kerk, alhier, een Zendmgssamenkomst olaats die helaas slechts matig was bezocht. De pl. predikant, Ds. E van Asch, opende de yergade- ring met het laten zingen van Ps. 98 .1, waarna hij Ps. 72 voorlas en voorging in gebed. In rijn openingswoord riep hij inzonderheid den DirecJvan den G. ZB., Ds Batelaan een hartelijk welkom toe, die tijd en gelegenheid had gevonden om door zijn todrnee op ons eilandI de liefde en belangstelling voor de Zending te ver- levendigen. Wereldomvattend is de Zendingstaak, die God aan Zijn Kerk heeft opgelegd. De inlander werd geëxploiteerd en ook wel in aanraking ge- bracht me? onze „beschaving" Hoe schaarsch werd echter het geestelijk bezit, liet Woord Gods aan hen doorgegeven en bovendien de loop van het Evangelie gestuit doordat leer en kven elkan. der tegenspraken. Bovenal voor de Kerk is net ontbreken van belangstelling en gebed ™or de Zending diep beschamend en snr. hoopte damede door dezen avond dit anders -1 worden en ga daarna het woord aan Ds. Baten, t, om te spieken over: ..Het perspectief der Zending Deze begon met op te merken, dat het eenerzijds geen gemakkelijke taak was, om iets te zeggenover het perspectief, de toekomst der Zending en anderzijds toch ook weer geen moeilijke. Mensche- lijke factoren zijn hier immers met beslissend. Het antwoord mag en moet gegeven worden door deze vraae te plaatsen m het licht der Schrift. .Hoe zou het gaan met den arbeid der Zendin^, als het van ons moest komen, als het van ons Waar gaat het om bij de Zending? Niet om geld of gewin, roem of eer. En wat zijn wij van egoïstisch. Altijd geweest, maar vooral nu. Reeds in de 17e eeuw, het bloeitijdperk van ons kerkelijk leven werden predikanten naar Indië gezonden, maar waar ging het zelfs toen om? Dat is te zien aan de statige gevels der patriciërshuizen aan de Amsterdamsche grachten. Het waarachtigdienend gaan naar Indie als getuige van het Evangelie is.het gaan in de een zaamheid, afstand doen van alle comfort en geze kg verkeer. De natuurlijke mensch wil dit met. Egoist in hart en nieren weegt het geestelijk heil van zijn naaste hem niet zwaar. Dat van zijnbuur man niet, zelfs niet van vrouw of man of land en zeker niet dat van den verten vreemden heiden. Daarom, wanneer de toekomst der Zending va ons afhing, dan was er voor haar geen toekomst meer. Vooral wanneer wij letten op de situatie, waarin de Zending is gekomen, wii wel zeggen: Al deze dingen zijn tegen mij. Toen ons Indië door Japan.werd bezet, wij dat ook het Zendingswerk een moeilijke tijd tegemoet ging en na de bevrijding werd met groote vreeèen angstige spanning naar de eerstebertchmn van het Zendingsveld uitgezien. En al spoedig bleek ons dat de verliezen grooter waren dan reeds werd ge vreesd.ZendeUng van Heusden,3 maal voor dekeS gesteld om zijn geloof af te zweeren en Mohammedaan te worden, werd gesteemgd en stierf den smartelaarsdood. Ook de Zendelingen Belksma Sr. en Jr. bleken beiden te zijn overleden. En dan, de «^meenten door de verdrukking uiteengeslagen en gedeeltelijk ontrouw geworden. Ook hierop ziende moeteni wij wel zeggen van de Zending: geen perspectief, geen toekomst meer. En de vraag kwam soms ini ons hart: Houdt God zijn zegen tn? Jaren aaneenras hier gezwoegd en geploeterd en zal nu dezen arbeid eestaakt moeten worden? Vooral toen de Japansche bezetter na zijn laag volop de gelegenheid kreeg om de geest der inlanders te bederven en hen te jagen tn het verze en den opstand, niet alleen tegen alkwat Euru neaan was, maar vooral tegen het Chnsteitdo zoodat ook een inlandsche predikant gezin als slachtoffers vielen van remisme. Zo wint het Mollammedamsme veld terwijl wij machteloos moeten toezien, In dit alles ontva.igen wij ons verdiende loon. Spr. herinnerde aa hanengevecht dat kort voor de oorlog in Indie plaats vond. Onder de toeschouwers werden daar- b i de eerste plaatsen bezet door de inlandsche hoofden. Ster hen zaten de Ned. bestuursamb tenaren, die de asch van hun eigaretten deponeer den op e>- in het hoofdhaar der minders. Hun gezichten bicven glimlachen, maar d'( ®™er verborg een ziel waarin het kookte. Zoo dikwijls de verhouding tusschen blank en bruin ^Ho? wéinig is de Kerk ook Zendingskerk. Het bevel van Christus: „Gaat heen enhkt het Evangelie aan alle creaturen heeftZljnaast zie n(>er gelegd en dit werk werd overgelaten aan allerlei corporaties, waarvan de Ger. Zendtngsbond er een is, maar die met noodig moesten zijn. En toch ondanks alles wat tegen ons is gaan wij er mee door. Want het is Gods werk. En reeds Ps. 86 zegt het: Al de heidnen, door Uw handen Voortgebracht uit alle landen, Zullen tot U komen, Heer. Dat is de groote keetzijde van deze dingem God had niar recht alle menschen m hun Aonde kunnen laten sterven. En wij '^^V^M^iin'werHd aan dit lot prijsgegeven. Maar God laat zijn wereiu n?etlOT. Urt ahe volkeren vergadert hu de Zijnen Tn Tes 55 zegt God dat Zijn wegen hooger zijn dan de onze, maar ook dat Zijn Woord ledig wederkeert cit doen zal al hetgeen dat Hen behaagt. En omdat God dit Besproken heeft en deze beloften er liggen, gelooven wij ook dat Hij heNogCKt?dlHij Zijn Woord dc wereld in door het Zendingsbcvcl te binden op schen, die daardoor uitgaan om ook in verre landen c MEDITATIE VOOR DEN ZONDAG GOEDE VRIJDAG - PASCHEN Vrees niet, Ik ben de Eerste en de Laatste, en die leef en Ik ben dood geweest, en zie Ik ben levend in alle eeuwigheid Amen. Openbaring 1 17b, 18a. Op Pamtos is de apostel Johannes in groote eenzaamheid afgezonderd van allen die hem lief zijn en hem liefhebben. Maar op die eenzame plaats zoekt de opgestane ter hemel gevaren Heiland hem op. Hier beleeft Johannes 't gelijk in de dagen tusschen Paschen en den Hemelvaarts dag dat de verheerlijkte Heiland aan hem verschijnt en de Heere hem toe spréékt: „Vrees niet". Verschrikt is Johannes als dood aan de voeten van Jezus neergevallen. Maar gelijk in het Op standingsevangelie telkens het woord: „Vrees met" weerklinkt, zoo hoort Johannes het ook nu. Hij behoeft niet bevreesd te zijn voor de verschijning van den Verheerlijkte, want Christus komt niet om hem te verschrikken, maar om hem te verkwik ken en de vrees weg te nemen. Daarom mag ook de gemeente des Heeren als uit Zijn mond het Paaschevangelie hooren: Vrees toch niet. O, er is wel ontzaglijk veel reden om bevreesd te zijn, wanneer wij alleen op ons zelf zien. Dan is er met recht doodschrik die ons beven doet, temeer wanneer de nadering van de voet stappen des Heeren wordt gehoord. Maar tot u die vreest, spreekt Hij van vrede. Hij is immers in den dood gegaan, om ons van de vrees des doods te verlossen. Hoor, Hij spreekt zelf: „Ik ben dood geweest". In deze zoo duidelijke woorden tekent Jezus de vreeselijke werkelijkheid van zijn lijdensgang die Hem bracht naar het kruis en in het graf. Wij hebben in de kruisprediking gedurende de lijdensweken beluisterd, dat «Hij een geweldadige dood is gestorven. Op hardhandige manier is Hij ter dood gebracht. Daarom spreekt Jezus niet V3n het zachte ontslapen, van het stille heengaan, maar Hij spreekt van het harde dood-zijn. Voor Hem is de dood in al zijn verschrikking gekomen. Maar Hij, die dood was, is levend geworden. Hij is uit het graf opgestaan. Zie het maar, Johan nes: „Ik ben de Eerste en de Laatste en die leef en ik ben dood geweest". Jezus kan over het sterven in verleden tijd spreken, omdat Hij nu leeft en blijft leven. Hij is de Eerste. Hij was er voordat eenig levend wezen het aanzijn kreeg. Hij is ook de Laatste. Hij leeft in eeuwigheid, ook al sterft de wereld uit. „Ik ben levend" in alle eeuwigheid. Die woor den overspannen alle tijden. Steeds is en blijft Hij de Levende. Die het leven heeft en het leven geeft. Daarom heeft Zijn gemeente Hem juist ook in Zijn verhooging noodig, omdat Hij die in zijn vernedering als profeet leerde,fóók na zijn opstan ding doet spreken de woorden des eeuwigen levens. Hij die als priester zijn leven offerde, blijft ook in zijn verhooging priesterlijk werkzaam om voor de Zijnen te bidden. Ja, Hij die als koning de harten zijner volgelingen beheerschte, toen Hij op aarde was, leeft en regeert in eeuwigheid om over Zijn kerk de heerschappij uit te oefenen en bescherming te verleenen. Zoo openbaart Hij, de Opgestane Heiland, zich telkens weer om Zijn kerk te bemoedigen en blijdschap te geven. Vreugde na vrees. Zit ge ook in eenzaamheid bij 't lezen van deze meditatie? Leidt ge een afgezonderd leven? Of voelt ge u temidden van veel drukte toch een eenzame, al zit ge midden onder de menschen? Welnu, dan wensch ik U een gezegend Paaschfeest, waarop de opgestane Vorst des Levens met zijn woord tot u komt: „Vrees niet, Ik ben de Eerste en de Laatste en die leef; en Ik ben dood geweest en zie Ik ben levend in alle eeuwigheid". Oude Tonge Th. VOLLEBREGT. te getuigen van het heil van Christus. En wij houden vast aan dat: Ja, elk der vorsten zal zich buigen, En vallen voor Hem neer en weten: Zij zullen komen. Deze zekerheid ont vangen wij alleen wanneer wij leven uit het geloof. Waarom is er zoo weinig Zendingsliefde en Zen dingsdrang, omdat wij niet op onze plaats zijn, niet gelooven. Wij moeten ploegen, eggen, zaaien, planten en nat maken en God zal den wasdom geven. Dit moet ons aansporen: Het gaat om Gods eer. Alles wat adem^ heeft love den Heere. Heeft de Zending nog perspectief, toekomst? God zegt: Uit alle volken zullen zij komen. Dit bleek ook in Indië gedurende de bezetting. Ons bereikten berichten niet alleen over afkeer en tegenwerking van hèt Evangelie maar ook over een groeiende belangstelling en waarachtig geestelijk leven. Door den druk zijn de inheemsche kerken zelfstandig geworden. De goeroe's en evangelisten werden bevorderd tot predikant. Het is gebleken dat God ook zonder ons Zijn werk in stand heeft gehouden. Koninkrijken zijn vergaan, maar Zijn Koninkrijk komt. Heerlijk is het iets te mogen kennen van de rijkdom van Gods genade en ook anderen hiervan te spreken. Alleen ziende op Zijn beloften zijn wij niet vervaard, maar ontvangen wij kracht om voort te gaan met het Zendingswerk. Laten wij ons gebed: Uw Koninkrijk kome, niet krachteloos maken door een leven, waarin de ijver voor het Huis des Heeren wordt gemist. Na deze rede werd Ps. 86 5 en 6 gezongen en gecollecteerd. De volgende spreker was Ds. Blok uit Middelharnis, die een slotwoord sprak en daarna eindigde met dankgebed. Jammer, dat niet meerderen aanwezig waren. De Heer A. Smits, oud-hoofdopzichter van de dijkring Flakkee, verzoekt om het volgende te willen opnemen: HET FLAKKEESCHE VERKEERSVRAAGSTUK Met genoegen las ik bovengenoemd vraagstuk in de courant „Opbouw"; er zijn dus nog men schen op Flakkee, die dit vraagstuk ter harte gaan. Het is niet de eerste keer, dat er in de couranten over geschreven is, ja zelfs is er geweest een brugcomité, waarvan destijds voorzitter was oud Burgemeester Mijs, voorheen van Middelharnis, later van Gouda. Ook ondergeteekende was er lid van, of misschien nog wel, daar door de oorlogs omstandigheden, ik er niets meer van gehoord hebin elk geval wil ik toch ook nog eens probeeren, mijn gevoelens er over te zeggen. indertijd is door de Rijks Waterstaat geprojec teerd een dijk, vanaf den vasten wal van Ooltgens- plaat door het Hellegat tot halverwege het Hol landsch diep in de richting tramhaven Numans dorp, met op het einde van den dijk, een veerver- binding op de tramhaven. Dezen dijk zou een hoogte verkrijgen van plm. 5.50 m. -f- N.P., dus ver boven stormvloed (3.75 in. -f N.P.). De breedte van den kruin van den dijk was aangelegd op dubbel spoor met er naast een autoweg er over heen. Dit werk is ook aanbesteed geworden en er waren ingekomen 3 inschrijvingen, waarvan de laagste inschrijver was de Firma Volker van Sliedrecht, aan wien ook het werk is gegund. Vóór dat echter aan het werk door de firma Volker was aangevangen, kwam er op 't laatste moment nog een kink in de kabel, men ging toen beweren, dat, indien dien dijk alzoo gemaakt Werd, dan zal dc afvloeing van het zoete water vanyit het Hollandsch diep door het Volkrak en Krammer naar de Grevclingen, zooveel invloed uitoefenen op de mossel- en oestervangst, dat dit bedrijf geheel ten onder zal gaan, de vele requestcn, die daarover werden aangevoerd, hadden zooveel invloed, dat door over en weer praten met de firma Volker, die een gewijzigd plan zou uitvoeren, een gedeelte van de aannemingssom zou laten vallen en inplaats dat er een dijk, als hierboven genoemd zou gemaakt worden, er een strekdam gemaakt is geworden, welks hoogte zou reiken tot 1.10 m. 4-' N.P., welken strekdam nu door onderhouds werken ook nog wel een gedeelte hooger is geworden. Wat nu die afvloeiing van het zoete water naar het zoute water betreft, daar hebben we genoeg van geprofiteerd door aic moffen, men raadplege de polders maar eens rond Ooltgcnsplaat, Sluis- havcn en Oude Tonge. Nu zou ik het volgende ic kennen willen geven: 1. Kan nu dienzelfden dijk van vroeger, die is geprojecteerd geworden vanuir den vasten wal van Ooltgensplaat door het Hellegat tot halver-, wege het Hollandsch diep, (waarvan al reeds is afgekort, door dien strekdam) weer niet ter hand genomen worden, daar'toch alles rijkseigendom is en er geen onteigening voor noodig is. 2. Rest er nog voor de zijde naar Numans- dorp tramhaven, te maken een brug; ik denk dat vanaf den indertijd geprojecteerden dijk, dezen dijk nog wel eenige meters kan verlengd de rivier in en zoo ik me niet vergis, kan ook vanaf de tramhaven Numansdorp nog een landhoofd gemaakt worden de rivier in, want elke meter landhoofd verkort de bruglengte. 3. Wanneer men nu rekent dat de afstand vanaf tramhaven Numansdorp per auto bedraagt plm. 40 minuten en gerekend de afstand vanaf Middelharnis dorp, (want men moet toch eerst van Ouddorp tot Middelharnis dorp zijn, om per boot naar Helvoet en verder te gaan) naar tram- haven Nunjansdorp over O'plaat en brug, dan krijgt men een afstand van 40 minuten 4- 40 min., of samen 80 minuten of 1 uur en 20 minuten,vanaf Middelharnis, ik kan niet anders uitrekenen of dit is wel de korste weg naar Rotterdam. 4. Tn Flakkee vanaf Ouddorp tot O.plaat is alles Provinciale wegen vanaf tramhaven Numans dorp tot Rotterdam is alles Rijksweg en Provinciale weg. OFFIC1ÊELE MEDEDEELING VUURWAPENEN, MUNITIE ALARMPISTOLEN Het Hoofd van politie der gemeente MIDDEL HARNIS brengt onder de aandacht van belang hebbenden, dat bij de vuurwapenwet 1919 alge meen het onbevoegd voorhanden hebben van vuurwapenen en munitie strafbaar is gesteld en dat ingevolge artikel 1 der vuurwapenwet 1919 in verband met artikel 1 van het vuurwapen reglement alarmpistolen en soortgelijke voor bedreiging of afdreiging geschikte voorwer pen in het algemeen onder vuurwapenen zijn begrepen. Artikel 1, lid 2, van het vuurwapenreglement luidt: „Onder vuurwapenen worden mede verstaan alarmpistolen en andere soortgelijke voor bedreiging of afdreiging geschikte voorwer pen, met uitzondering van die, welke geen loop of een kennelijk verkorten, geheel gevulden loop hebben, en welke zoodanig zijn ingericht, dat zij enkel losse patronen van een kaliber met grooter dan 6 m.M. kunnen bevatten, terwijl de ligplaats van die patronen en de gasuitlaat loodrecht staan op den loop of op de lengterichting van het voorwerp". Hoewel zij, die thans onbevoegd vuurwapenen, alarmpistolen en dergelijke en munitie voorhanden hebben, strafbaar zijn, zullen tegen hen straf rechtelijke maatregelen achterwege kunnen blijven, indien zij voldoen aan onderstaand bevel. BEVEL Voornoemd Hoofd van politie beveelt aan een ieder, die, zonder daartoe bevoegd te zijn, alarm pistolen en dergelijke voor bedreiging of afdreiging geschikte voorwerpen (voorzoover) dan wel Vuurwapenen, gaswapenen of munitie voorhanden heeft, deze vóór 25 April a.s. bij hem in bewaring te geven. De inlevering kan geschieden ter gemeente secretarie. Bij die inlevering zal belanghebbenden gelegen heid worden gegeven om desgewenscht bij een daartoe aangewezen ambtenaar schriftelijk of mondeling een verzoek om machtiging tot het voorhanden hebben van het (de) betrokken vuurwapen(en) en (of) munitie in te dienen. Nict-nalcving van dit bevel is, ongeacht de strafbaarheid van het onbevoegd voorhanden heb ben zelf, strafbaar met hechtenis van ten hoog ste twee maanden of geldboete van ten hoogste twee duizend gulden. Middelharnis, 15 April 1946. Het Hoofd van politie voornoemd. REINDERS. Abonneert U op dit blad

Krantenbank Zeeland

Opbouw | 1946 | | pagina 1