Met het oude beginselvooruit
VRIJDAG 22 FEBRUARI 1946
Prijs per kwartaal f 1,50. Losse nummers f 0,15.
Advertentieprijs 130 mm 14 cent per mm.
Elke mm daarboven 10 cent.
Bij contract aanzienlijke korting.
OPBOUW
Christelijk-Nationaal Streekblad voor Goeree en Overflakkee
EERSTE JAARGANG - No. 43
Adres der Redactie en Administratie:
ZANDPAD B 282 - MIDDELHARN1S
Dit blad verschijnt iederen Vrijdag
Hoofdredacteur C. M. VOGELAAR
Na de bevrijding heeft een zekere „vernieuwings-
koorts" velen bevangen.
Eigenaardig is, dat men in zeer veel eenvoudige,
dagelijksche dingen iets anders wil dan vroeger.
Kenmerkend is, dat velen van beroep willen
veranderen.
Ons volk moet het noodige evenwicht weer
vinden.
Op het terrein van den arbeid worden de presta
ties steeds opgevoerd en steeds meer dringt hef
door, dat onder Gods Zegen alleen door noesten
arbeid van heel ons volk, de stoffelijke welvaart
langzaam kan terugkeeren.
Niet minder is noodig, dat we ook ons geestelijk
evenwicht terugvinden.
Het nieuwe moet getoetst worden aan beginselen
Elke vernieuwing wordt daardoor beheerscht
en we hebben daarom steeds uitgangspunt en
doelstelling nauwlettend in het oog te houden.
Op sociaal en economisch gebied moet de recht
vaardigheid en de bestaanszekerheid zoo sterk
mogelijk worden bepleit.
Vele Christenen en voor vele Christenarbeiders
weten daar altijd geen raad mee. Is, zoo vragen
zij zich af, het Christendom wel de stuwkracht
geweest voor de verheffing van den arbeidersstand,
gedurende de laatste driekwart eeuw?
Wie rustig de geschiedenis nagaat, mag met
groote dankbaarheid constateeren, dat de christe
lijk sociale gedachte bevruchtend heeft gewerkt
op geheel den socialen strijd in ons land.
Door niemand wordt de groote ellende der ar
beiders in het laatst der negentiende eeuw ontke'nd.
Lange arbeidstijden, zeer lage loonen, geen
verzorging bij ziekte of ongeval, geen verzorging
in den oudèn dag, kinderexploitatie op grooten
schaal.
groot: consequenties met zich bracht in de be1
schouwing van den inensch en de Overheidstaak.
De mensch is goed en de vrijheid van het indi
vidu moet in geen enkel opzicht gebonden worden,
noch door organisaties, noch door Overheids
bemoeiing. De harmonie in het maatschappelijk
leven zou komen, wanneer de individueele krach
ten zich in ongestoorden wedijver met elkander
kunnen meten.
Hoewel de toestanden in de vorige eeuw niet
alleen op de individualistische opvattingen gescho
ven mogen worden is toch duidelijk, dat deze
opvattingen de bescherming van het sociaal zwakke
onmogelijk maken.
Niet de macht van den sterkste, doch het recht
moet gehandhaafd worden.
Ook het Socialisme heeft de eenheid van het
menschelijk geslacht niet aanvaard. Evenals het
liberalisme heeft ook het socialisme geen oog voor
de geweldige macht der zonde in alle verhoudingen
in het leven.
De klassenstrijdleer is in het denken steeds
gevoed en noodzakelijk geacht. Reeds voor Marx
werd bepleit, dat de private eigendom een onver-
er.-i;h tnccnhpn .hmtrcrpoisip." en „prole-
enaai.
Treffend is hetgeen Dr. Kuyper in 1374 in de
Tweede Kamer bij de behandeling van de Kin
derwet Van Houten zeide: „Waar uit de opgaven
van industrieelen zelf blijkt, dat in ons land kinde
ren van zeven jaar in den tijd van zes dagen 85 a 87
uur arbeiden, spreekt het feit zóó vanzelf, dat het
van alle verder betoog ontslaat. Het kwaad is zoo
ernstig, dat ik weet, hoe men kinderen van vijf en
zes jaar, voor ze 's morgens naar de fabriek te doen
gaan, maar niet meer wakker kon krijgen, ze uit
het bed moest nemen, in letterlijken zin wakker
schudden en met water het hoofd bedruipen, om
in dat gepanliseerde lichaam weer eenige beweging
te doen komen. Zóó sterk wordt de physische
welstand van de kinderen onderdrukt, dat men
hen soms des morgens bij het uitgaan gezouten
haringen moet geven, zullen zij niet flauw vallen
en de buitenlucht kunnen verdragen.
De enquete, door de Volksvertegenwoordiging
ingesteld in 1886, bracht opnieuw ernstige dingen
aan het licht.
We kunnen niet ontkennen, dat in dien tijd met
menschenlevens werd gespeeld.
De strijd om het recht in het maatschappelijk
leven is in het verleden en het heden steeds ge
weest een principieele strijd geleid door beginselen.
In de vorige eeuw werd de maatschappelijke
ontwikkeling beheerscht door het liberalisme. Het
Woord van God werd niet aanvaard als richtsnoer
voor geheel het leven. Het Christendom was een
persoonlijke verhouding van den mensch tot God,
maar het beheerscht met zijn optreden in Staat
en Maatschappij
Het feit der zonde werd niet aanvaard, hetgeen
mijdelijke strijd tusschen „bourgeoisie'
tariaat" doet ontstaan.
In dien strijd zal de macht komen aan het
proletariaat, waardoor de kapitalistische klasse
zal zijn vernietigd. Het manifest van MarX
ui 1848 spreekt dan ook van twee groote vijande
lijke legers van twee groote lijnrecht tegenover
elkander staande klassen.
Tegenover deze twee beschouwingen staan de
beschouwingen van Gods Woord.
God schiep uit één bloede het gansche mensche-
lijke geslacht. Het handhaaft de eenheid van het
leven en ook in de zonde en de verlossing door
Jezus Christus. De Heilige Schrift teekent ons de
verhouding van den mensch als kroonstuk der
Schepping in de juiste waarde van de stof. De stof
moet dienstbaar zijn om den mensch zijn godde
lijke roeping te doen vervullen.
Ook de aard en grenzen der Staatsmacht worden
gegeven, waardoor eenerzijds het recht van indi
vidu in samenhang met dat de gemeenschap wordt
gehandhaaft en anderzijds de Overheid het vrije
leven niet mag belemmeren, doch zoo heeft, te
beschermen, dat het zwakke wordt gesterkt.
Wie de ontwikkeling van ons sociale leven nagaat
constateert dat in de laatste kwart eeuw op het
Liberalisme en Socialisme tal van correctie's zijn
aangebracht, doch dat de Christelijk Sociale ge
dachte in het leven tot groote ontwikkeling is
De nieuwe Burgemeester van
Middelharnis-Sommeisdijk
Ingaande 1 Maart 1946 is benoemd tot burge
meester van Middelharnis-Sommeisdijk dhr.
D. Reijnders thans burgemeester van Woubrugge.
Dhr. Reijnders is voor ons eiland geen onbekende,
want hij was van 15 April 1940 tot 1 Augustus 1941
burgemeester der gemeente Oude Tonge. De
laatste vijf maanden van die ambtsperiode was
hij door de Duitschers geschorst.
Bij de bevolking van Oude Tonge stond dhr.
Reijnders in hoog aanzien en zijn verttek werd
ten zeerste betreurd.
Behalve burgemeester van Woubrugge is dhr.
Reijnders o.a. secretaris van de Vereeniging van
Burgemeesters van de gemeente in Zuid-Holland;
lid van het bestuur der Stichting van het vreem
delingen verkeer in Zuid-Holland; lid van het
bestuur van tuberculose bestrijding gevestigd te
Leiden enz.
Dhr. Reijnders is geboren 8 Maart 1909 te
Harderwijk en zijn vader is de bekende Zendings
director te Oegstgeest, thans wonende te Hilver
sum.
Dhr. Reijnders is een hoogstaand mensch
met uitstekende karaktereigenschappen, waarvan
voor de bloei van Middelharnis-Sommeisdijk zeer
veel te verwachten is,
Hartelijk welkom burgemeester Reijnders,
God zegene U en Uw arbeid.
MEDITATIE
VOOR DEN ZONDAG
gekomen.
De strijd is plaats gaan maken voor overleg.
De klassenstrijd heeft men theoretisch prijs
gegeven.
De samenwerking van werkgevers en werk
nemers wordt thans bepleit.
Nieuwe gevaren dreigen, wanneer de Christen,
het licht van het Woord Gods, voor dit leven door
eigen politieke en sociale organisaties blijft uit
dragen, kunnen we ons volk den weg wijzen naar
recht en gerechtigheid.
Het Christendom kan de beginselen niet ver
anderen, omdat ze door God zelf voor alle tijden
zijn gegeven.
Het geeft vastheid in het leven van persoon
en volk.
Met die oude beginselen, die in iederen tijd
vernieuwend werken, gaan we vooruit.
lei bezwaren staan;
Gelet op het terzake door de Stichting voor den
,andbouw uitgebrachte advies d.d. 21 Dec. 45;
Gelet op artikel 14 van het Buitengewoon be
sluit Arbeidsverhoudingen 1945 (No. F. 214),
BESCHIKKENDE:
Verleent: de gevraagde goedkeuring met in
gang van 12 November 1945, met dien verstande,
dat artikel 9 als volgt zal luiden:
1. Aan arbeiders, die in het bezit zijn van één
of meer onder staatstoezicht verkregen of van
staatswege uitgereikte diploma 's van een inrich
ting van Landbouwonderwijs of van een theore
tische en/of practische cursus op het gebied van
de Landbouw, zal, naar gelang van het werkelijk
belang daarven voor het bedrijf, een toeslag van
f 1,worden betaald.
2. Aan arbeiders, die als eerste knecht of als
voorman in dienst zijn genomen, moet een weke
lijkse toeslag worden betaald van ten hoogste
f2,50.
Het College van Rijksbemiddelaars
(w.g.) Prof. Dr. G. MINDERHOUD.
(w.g.) Mr. J. C. VAN GORKUM.
I Dit contract is bindendver klaar d voor het
r\„^flnV1mo
WAT DUNKT U VAN DEN CHRISTUS?
V/at dunkt U van den Christus
Mattheus 22 42.
Dat is nu eens ene echte, korte, op de man
afkomende vraag. Ook een zeer gewichtige vraag,
die een positief antwoord van ons eischt, waarnaar
wij dan tevens zullen geoordeeld worden. Wij
zullen toch geoordeeld worden naar de houding
welke we tegenover Christus hebben aangenomen.
't Is daarom wel jammer dat we al dadelijk be
ginnen met deze vraag verkeerd te lezen. Als ons
uit de schrift deze vraag gedaan wordt, dan zeggen
we meestal: Wacht eens even, eerst even kijken
wat deze en gene er van zeggen. Wij zien dan ge
heel over het hoofd, dat Jezus vraagt: „Wat dunkt
U van den Christus". Maar als wij dan toch in de
waan blijven en denken dat Hij vraagt wat anderen
er van denken, dan wordt het ons al spoedig bang
te moede, want dan bemerken wij, dat alhoewel
Jezus reeds bijna twee duizend jaar geleden deze
vraag stelde er nu nog geen eenparig antwoord
op gekomen is.
Velen onttrekken zich geheel aan deze vraag
en weer anderen zeggen, dat ze niet weten wat
.ze er van denken moeten, omdat, zoo men zegt,
j zooveel geheimzinnigheden om den persoon van
den Christus hangen, dat men met die vraag geen
raad weet. Ja, dat alles is wel wonderlijk. De
eiland Goeree en Overflakkee.
Farizeën wisten er eigenlijk ook geen raad mee.
Dat waren toch nog al godsdienstige menschen
die bovendien de schrift verstonden. Er kwam
wel een antwoord van hun kant, maar het bleek
toch niet afdoende te zijn. Zelfs menschen die
Prof. en Dr. voor hunne namen schreven, lieten
ons in de steek als we hun vroegen: Wat dunkt U
van den Christus?
Uit dit alles blijkt ons overduidelijk, dat die
vraag van Christus door ons toch zoo slecht
verstaan wordt, alhoewel ze duidelijk gedaan is.
Wij doen er mee alsof het een vraag is van onder
geschikt belang. Alsof Christus het zóó gewichtig
niet bedoeld heeft en daarom geen vraag van de
eerste orde is. Een diepere blik in deze vraag doet
ons echter beseffen met wat heiligen ernst Christus
deze vraag stelde. Het gaat met om Hem zelf,
maar om onze Zaligheid. De vraag is immers niet
wie ben ik of weet gij wie ik ben. Maar wat dunkt
U van den Christus. Zeg eens, hoe staat gij tegen
over Mij. Welke plaats neem Ik iti uw leven in.
Wat gelooft en belijdt gij van Mij? Wat dunkt U
van de gezalfde Zaligmaker? Wat dunkt U van
mijn drievoudig Ambt, Profeet, Priester en
Koning? Wat dunkt U van mijn lijden en sterven?
Wat dunkt U van mijn opstanding, hemelvaart en
zitten ter Rechterhand Gods? Wat dunkt U van
mijn naturen, van mijn Menschheid en Godheid?
Wat dunkt U daarvan? Dus niet wat we daarvan
geleerd zijn door andere of in hoeverre wij nu
verstandiglijk tot klaarheid van deze vragen ge
komen zijn. Maar de vraag, wat wc er van gcloo-
ven en of dat gelooven ons belijden is en ons
leven. Kunt gij met Petrus zeggen en antwoorden:
Gij zijt de Christus de Zoon des levenden Gods.
Of met Thomas: Mijn Heere en mijn God. Een
waar christen is niet bekrompen met zijn ant
woorden wat hij van den Christus denkt. Want
hij schaamt zich het Evangelie van Jezus Christus
niet.
Hoe komt het toch mijn lezer, dat wij menschen
zoo verschillend deze vraag van Christus beant
woorden? Dat zal U duidelijk worden als wij U
een tegen-vraag stellen, en wel deze: Wat dunkt
U van U zelf? Als wij met die vraag tot ons zelf
inkeeren en er een eerlijk antwoord op weten te
vinden, dan zullen wij tot de conclusie komen, dat
ook daarvan ons oordeel over Christus afhangt.
Wie hoog van zichzelf denkt, kent Jezus slechts
van verre, maar wie laag van zich zelf denkt, heeft
hoogen dunk van Christus. Voor een arm zondaar
is Hij de Rijke Christus.
Wat dunkt U, mijn lezer, van den Christus
Stellendam.
W.B.
LANDBOUW.
Verslag van de Jaarvergadering van de
Chr. Jonge Boeren- en Tuindersorganisatie
Afd. Flakkee, gehouden op 12 Februari in
Hotel Spee te Sommelsdijk.
De Voorzitter, dhr. C. M. Vogelaar, opent de
vergadering op gebruikelijke wijze. In zijn ope
ningswoord wees hij pp de noodzakelijkheid van
studie voor de jonge boeren van de technische en
sociaal-economische vraagstukken. In de toekomst
zal meer en meer gevraagd worden naar kwaliteits
producten. Dit is, zover wij thans kunnen zien,
de enigste mogelijkheid van concurrentie met het
buitenland. De studie van de sociaal-economische
vraagstukken zijn in 't algemeen door de boer zeer
verwaarloosd. De Landbouwscholen geven wat
dit betreft zeer weinig. Toch zullen de boeren
nauw met deze problemen in aanraking komen.
Wij gaan thans sterk in de richting van de geleide
economie. De C.J.B.T.O. heeft daarom nog een
é(ote taak. De leden de nodige kennis bij te bren
gen op de verschillende terreinen, waarmede de
boer in aanraking komt. De C.J.B.T.O. wil dit
doen op zulk een wijze, dat Gods Woord daarbij
het richtsnoer is.
De Secretaris geeft een verslag over de afgelopen
bezettingsjaren en over de werkzaamheden na de
bevrijding.
Hierna krijgt Mr. J. S. Biesheuvel, Adj. Secr.
van de Stichting van de Landbouw, het woord
over „Publiekrechtelijke Landbouworganisatie"
Spr. begint met op te merken, dat in de crisis
jaren, toen de Landbouworganisaties de economi
sche belangen van den boer moesten gaan beharti
gen, zij vaak te kort geschoten zijn. Wat organisatie
betreft konden de boeren aan de arbeiders een
voorbeeld nemen. Zij hadden meer over voor hun
organisatie dan de boeren. Zij kunnen dan ook op
goede resultaten terugzien.
Al voor de oorlog, gevolg van de opgedane
ervaringen in de crisisjaren, kwam het verlangen
op de zaken in eigen hand te nemen. Er moest
samenwerking komen op technisch en sociaal-
economisch terrein. De arbeiders moesten daarbij
betrokken worden. Floewel de Duitse bezetting
de plannen vertraagd heeft, heeft men niettegen
staande de actie van de Landstand, niet stil gelegen.
De Landstand is een fiasco geworden. De organi
saties pleegden overleg om te komen tot een
Publiekrechtelijke Landbouworganisatie. Daaruit is
voortgekomen de „Stichting van de Landbouw"
Spr. zet uiteen het verschil tussen een privaat
rechtelijke organisatie en een publiekrechtelijke
organisatie. Van een privaatrechtelijke organisatie
kunnen we lid worden. B.v. C.B.T.B.- en andere
Landbouworganisaties. Van een publiekrechtelijke
organisatie zijn we lid, krachtens ons beroep, i
Tegen het ontwerp bedrijfsorganisatie van
Minister Vos is veel tegenkanting, omdat daarin
een verlengstuk gezien wordt van het staatsappa
raat. Wij wensen dit niet. Wij hebben dan de zaak
niet in eigen hand.
Dit juist is het, wat wij willen en dat wij zoeken
te bereiken door de Stichting van de Landbouw.
In die Stichting beslissen de bedrijfsgenoten over
de maatregelen, die genomen dienen te worden.
De perspectieven voor de landbouw zijn niet
gunstig. Wij zullen daarom niet zonder regelingen
kunnen. Deze wensen wij zelf te bepalen. De
overheid houde toezicht.
Door de Stichting van de Landbouw worden de
ongeorganiseerde boeren ingeschakeld.
Spr. zegt dat er verschil van mening bestaat
over de opbouw van een publiekrechtelijke orga
nisatie. Het Koninklijk Landbouw-Comité wil
opbouwen op de bedrijfsgenoten. Besturen worden
dan door de bedrijfsgenoten gekozen. I
De confessionele landbouworganisaties en de
vakorganisaties willen opbouwen op de Land
bouw- en Vakorganisaties. Deze kiezen dan de
besturen. 9
Spr. behandelt vervolgens de loonpolitiek. De
lonen der landarbeiders zijn gelijkgesteld met de
laagste loonklasse van de bouwvakken. Dit was
een juiste maatregel, omdat vooral rond de steden
de landarbeiders afvloeiden naar de bouwvakken.
Het tekort aan werkkrachten zou nog groter
worden. De bouwvakken willen de laagste loon
klasse afschaffen waardoor het landarbeidersloon
weer lager komt te liggen dan de lonen in de
bouwvakken. Begrijpelijk willen de arbeiders
wederom verhoging, zodat de achterstand inge
haald wordt. De bouwvakken betogen, dat hun
lonen altijd hoger geweest zijn en willen dus weer
naar boven. Op deze wijze blijft er grote onzeker
heid, wat funest is voor het vaststellen der garantie
prijzen. Er is dan ook bij de regering op aangedron
gen al het mogelijke te doen om de lonen te
stabiliseren, mede om het inflatiegevaar af te
wenden.
Spr. zegt dat de toekomst van de landbouw
somber ingezien wordt. Krachtige organisatie is
daarom noodzakelijk. Door daaraan mee te helpen
werken we mee aan de opbouw.
Op deze rede volgt een geanimeerde bespreking,
welke tenslotte wegens het late uur moet worden
afgebroken.
Dhr. D. Vogelaar spreekt dan het slotwoord,
waarin hij wijst op de noodzakelijkheid van de
arbeid van de C.J.B.T.O. en spreekt de wens uit,
dat men alle jonge boeren verzameld en vol activi
teit aan de studie gaat, als christen jonge boeren,
uitgaande van de onfeilbaarheid van het Woord
des Heeren.
OPEN BRIEF AAN DEN MINISTER VAN
VERKEER EN ENERGIE.
Excellentie
Ondanks het feit dat men U ongetwijfeld reeds
vaak heeft gewezen op de verkeersmoeulijkheden
der artsen, neem ik de vrijheid U een overzicht
te geven over de toestand der artsenauto' s op
Goeree-Overflakkee, een afgesloten gebied dat
goed overzichtelijk is en niet sterk van het gemid
delde van het land zal verschillen.
Op dit eiland werken 15 artsen, alle met sterk
^erspreide plattelandspraktijken en 2 specialisten
yan deze 17 artsen had er 1 voor den oorlog en
u eveneens geen auto en valt dus in deze be-
schouwin£ uit\
yan de overige 16 hebben momenteel:
5 artsen geen auto;
4 artsen een vrijwel volkomen versleten voer
tuig dat 'n iec*cr geval dit jaar en waarschijnlijk
-illo rlipntjf «jl weigeren;
zaken (Regeeringsbemoeiingen) op de hoogte is,
zal met mij zeggen, dat het beter was geweest, als
hij zijn pen in den dop had gehouden.
Er is voor mij niet de minste aanleiding, om op
zijn gewroet, maarmede geen enkel belang wordt
gediend, nader in te gaan.
Wel ligt het in mijn bedoeling om rustig te
blijven voortgaan met te wijzen op het nut van
het Veilingwezen voor den teler, mede door mid
del waarvan de Nederlandsche Tuinbouw op
zoo 'n hoog peil is gebracht.
Wanneer K. inlichtingen van mij wenscht (hij
heeft mij in zijn schrijven geen enkele positieve
vraag gedaan), dan vervoege hij zich te mijnen
kantore.
Het voeren van correspondentie met onze aan
voerders en handelaren via een courant is absurd.
van een denkbeeld, teneinde de discussie op gang
te helpen. Hoe het ook beoogde centrale orgaan er
te zijner tijd uit zal zien, is mij om het even, wan
neer het maar goed is, en werkt in de goede rich
ting. Al blijft er van mijn oorspronkelijke ontwerp
maar weinig over: ik zal er geen traan om laten.
Het gaat slechts om de zaak.
Waar ik wel, en veel aan hecht, zóó veel, dat ik
ervoor naar de pen greep, is: de naam. Ik heb deze
zorgvuldig overwogen, en pas na rijp beraad zoo
voorgesteld. Men vergunne mij den raad te geven:
verander die niet lichtvaardig. Ondanks Shakes-
peares vaak misbruikte aanhaling „zit er veel" in
een naam!". (Het opschrift van het artikeltje
hierover in het vorige nr. van dit blad was b.v. zoo
verkeerd als het maar kan: zooiets maakt niet den
geringsten indruk buiten Flakkee. En daar. zal het
Met dank voor de plaatsing van mijn eenige [véél om gaan!) Een „kamer" maakt een represen
en laatste antwoord.
18-2--46.
Hoogachtend,
H. VAN HEEST, Dir. Veiling.
binnen eenige maanden alle dienst zal weigeren;
6 artsen hebben een weliswaar slechte auto,
welke echter, hoewel niet bedrijfszeker, toch nog
bruikbaar is
1 arts heett een redelijke goede auto.
De toezegging voor de artsen van Goeree en
Overflakkee bedraagt dit jaar 2 nieu
blijkens een mededeeling van den
- voor Zuid-Holland.
•n» toezegging voor ue aiucu va»» ww-
r\ flakkee bedraagt dit jaar 2 nieuwe auto s
Overfla mededeeling van den Geneeskundig
In%^fhet einde van dit >.aar zal de toestand dus
Aan
zijn, gezien
de verdere slijtage:
|11,
7 artsen zonder auto;
3 artsen met een vrijwe*
3 artsén met een nog eenigzins bruikbare, hoe
wel niet bedrijfszekere auto;
3 artsen met een redelijke goede auto.
Een der artsen is aan de geneeskundige ver- f
zorging van Goeree-Overflakkee onttrokken door
dat hij in militaire dienst is geroepen. Twee der
overige artsen hebben reeds eenige jaren met een
longaandoening gekuurd.
Van enkele artsen is de gezondheidstoestand
zoodanig dat zij met zekerheid niet bestand zullen
zijn tegen het zware fielswerk op het altijd win
derige en practisch boomlooze eiland. Bij enkel?
anderen is hun reeds gevorderde leeftijd een groot
bezwaar daartoe.
Er zijn op het eiland een aantal bruikbare per
sonenwagens aanwezig, doch yoor zoover mij
bekend is, is met zeer enkele uitzondering geen
enkele eigenaar daarvan bereid zijn persoonlijk
belang achter te stellen bij dat van de genees
kundige verzorging der bevolking, hoewel het op
zijn minst genomen vragelijk moet worden geacht
of al deze auto's even volkomen onmisbaar voor I
het bedrijf van den eigenaar moeten worden ge-
acht als dat bij den plattelandsarts het geval is.
Bij de toewijzing van tweedehandsauto' s uit
dumps zijn tot nu toe de artsen overgeslagen;
Wederwoord op het ingezonden stuk in No 42
van 15 dezer.
Onbekende: Het door U gesignaleerde Mid-
delharnisse geval is mij (gelukkig) niet bekend.
Daarom gaat het mij niet, maar wel om Uwe
suggestie.
Er waren in den bezettingstijd 6 ambtenaartjes
in gelijke betrekking. Allen zijn tot den laatsten
dag in functie gebleven. Allen zijn gedwongen
geweest, tegen hun zin, al was het morrende en
remmende, te doen, waf de bezetter hun opdroeg.
En allen hébben hetzelfde gedaan. Niet ernstig,
maar toch gezien in het licht van nu, niet goed te
keuren.
Toen de geallieerde greep naar de keel van den
bezetter dezer ieder oogenblik den laatsten adem
kon doen uitblazen, knepen alle 6 de ambtenaartjes
'm een beetje.
Een idee: 5 van de 6 smeeedden een complot
tegen dien éénen. Het gelukte. De zondebok werd
de woestijn ingejaagd, gestaakt, misschien wel
geschorst, ik weet het nieL Maarède 5 zongen
met stemverheffing mee in het koor der „Zuive
raars" Zij hadden daar recht op, want zij hadden
zich „goed" getoond door een „verkeerde" z.g.n.
„aan te brengen."
Ongeveer een half jaar verliep. Een half jaar
van moeizamen strijd door dien ééne om „het
recht". Een strijd van den uitgestootene tegen
onbekende, demonische, duistere machten. Geen
wonder, dat zijne ziel steeds meer met bitterheid
werd vervuld.
Eindelijk vindt een onbevooroordeeld, objectief,
onderzoek plaats en brengt de waarheid, aan het
licht. Wat nuMoeten die 5 ook „uitgezuiverd"
tatieve indruk. (Eerste, Tweede Kamer, Kamer
van Koophandel, Kamer van Toezicht, Kamer
eener Rechtbank, enz. enz.) De Kamers van Koop
handel en Fabrieken waren echter te zeer op het
materieele welvaren alleen gericht; daarom koos
ik Kamer van Welvaart, hetwelk lang niet uit
sluitend materieele welvaart, maar alle wei-varen
inhoudt; een welvarend mensch is een gezond
mensch, en een welvarend Flakkee zal een in alle
opzichten, dus ook zedelijk-geestelijk, gezond
Flakkee zijn!
Wanneer t.z.t. het „Bureau van de Kamer van
Welvaart van Goeree en Overflakkee" op audiëntie
gaat bij een minister, Gedeputeerden, of wat dan
ook, dan zal dat beter klinken, wellicht ook meer
uitwerken, dan wanneer daar komt het Bestuur
van de Vereeniging „Flakkee Vooruit" of iets van
dien naam.
Wanneer deze regelen in druk verschijnen, heb
ik dit eiland reeds metterwoon verlaten. Dat wil
niet zeggen, dat ik Flakkee met alle goeds zou
blijven toewenschen. Uit die beweegreden verklare
men dan ook dit stukje!
Nederland vecht door.
Opmerkelijk is het, dat zovelen (waaronder zelfs
intellectuelen) nog steeds geen onderscheid weten
of maken tussen de Illegale of zoals'het in de
volksmond heet de Ondergrondse en degenen, die
zich na de bevrijding als zodanig aandienden.
En toch is het noodzakelijk, dat we dit doen,
want juist hierdoor wordt er zo dikwijls een smet
geworpen op hen, die dit niet verdienen. Het is
den mens eigen zich gaarne voor iets voornaams
uit te geven en zich mooi voor te doen. Ieder zal
in de bezettingsjaren wel eens treffende staaltjes
van Vaderlandsliefde, moed en zelfopoffering
gehoord hebben van de Ondergrondse en'dus was
het te verwachten, d3t na de bevrijding of even
worden. De massa van het Nederlandsche volk fllet te verwaenten, aai na ue oevrijomg ui even
is deze wijze van zuivering al meer dan beu. Het voor de bevrijding, toen het gevaar zo goed als
had zich de zuivering anders voorgesteld. Moet geweken was, velen ook ondergrondse wilden
dan die ééne worden gerehabiliteerd. Maar dan 1 oaan "n- T
verschijnen er aanstonds artikelen in de krant als
de Uwe!
Onbekende vriend, omdat Gij mij onbekend
Afschrift.
's-Gravenhage, 11 Febr. 1946.
Het College van Rijksbemiddelaars
Gezien het verzoek van de samenwerkende
organisaties in het landbedrijf, d.d. 3 Januari 1946,
strekkende tot het verkrijgen van goedkeuring
van dc collectieve arbeidsovereenkomst in het
Landbouwbedrijf op het eiland Flakkee, afgeslo
ten tussen de afdelingen Midden- en Oost Flakkee
van de PIoll. Mij. van Landbouw, de Ring Goeree
en Overf.akkee van de Chr. Boeren-en tuinders-
bond, dc Ring Goeree en Overflakkee van de
R.K. Diocesane Land- en Tuinbouwbond, ener
zijds, en de Ned. Bond van Arbeiders in het
Landbouw-, Tuinbouw- en Zuivelbedrijf te
Utrecht, dc Ned. Clir. Landarbeidersbond te
Utrecht en de Ned. R.K. Landarbeidersbond te
Haarlem, anderzijds.
OVERWEGENDE,
dat tegen de bepalingen der collectieve arbeids-
i overeenkomst ook ten aanzien van de lonen gener
is Z1JI1 lUl lil» LUI
mijn indruk is dat hierbij wordt geknoeid.
Verandert de toestand niet op zeer korten ter
mijn dan is het met aan zekerheid grenzende
waarschijnlijkheid te verwachten dat meerdere
artsen zullen uitvallen, hetgeen door volkomen
gebrek aan waarnemers zeer zeker zal leiden tot
verlies aan kostbare menschenlevens, terwijl het
ook economisch voor deze landbouwstreek slechte
gevolgen zal hebben.
Dr. G. STOEL,
Waarnemend Inspecteur Volksgezondheid
voor Goeree-Overflakkee.
zijt, mag ik U een persoonlijke vraag stellen: Als
de Hemelsche Zuiveraar eens zuiverde...? Geef
zelf het antwoord, niet aan mij, maar aan Hem.
Menschen kunnen bedrogen worden. God
nimmer.
Grijp niet te spoedig naar de pen om, zondere
dat U volkomen op de hoogte zijt, dus het dossier
van de(n) betrokkene kent, suggesties te publi-
ceeren. En dit blijkt den opmerkzamen lezer van
Uw stuk duidelijk. Zie niet aan wat voor oogen is.
Wie eerst de hand in eigen boezem steekt is niet
zoo ras met het oordeel over anderen gereed. Laat
daarom de zuivering over aan hen, die daartoe
geroepen zijn en eens ook hiervoor verantwoor
ding hebben af te leggen aan den Almachtige.
En leg U daarbij neer.
Met dank voor de plaatsruimte.
Ko.
VOOR EEN „KAMER VAN WELVAART"
Dr. S.S. SMEDING schrijft ons:
INGEZONDEN.
Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie.)
Mijnheer de Redacteur.
Met groote verbazing nam ik kennis van het
door Jb. Kfeur?) >c Dirksland ingezonden epistel
in Uw blad d.d. 15 dezer.
Hij, die eenigzins met den huidigen gang van
Toen in een bepaalden kring het, vooralsnog
zeer vage, denkbeeld ontstond, dat cr een soort
„algeincenc stoottroep" moest komen om, in het
cconomisch-politiekc, dc algemccne belangen van
Flakkee samenvattend te behartigen, heb ik dat
denkbeeld gepreciseerd vorm gegeven in ccn ont
werp voor ccn „Kamer van Welvaart".
Deze zaak is nu in dc Flakkeeschc gemeenschap
onder bekwame leiding, aan dc orde gesteld.
Mijn ontwerp was niet anders dan het opstellen
gaan spelen. Èr kwam dan ook een grote toeloop
van 5 Mei-ondergrondsen.
Al willen we het goede, dat door deze personen
nog gedaan is niet verzwijgen, toch is juist door
deze catagorie van Vaderlanders veel bedorven.
O, als men zc hoorde vertellen, wat hadden ze
veel goeds gedaan in de bezettingstijd, 't leek wel
of er geen slappelingen waren geweest, de een was
al beter geweest dan dc ander. Er waren er zelfs
bij, die zich beijverd hadden om dc hoogste lonen
bij de Weermachtsaannemers te verdienen, die
getrouw de bevelen van hun vijanden hadden
opgevolgd, die nimmer een pogiag gewaagd Had
den om onder te duiken, die er zeKer nooit aan
gedacht hadden om een onderduiker of Jood te
herbergen, die zeker niet actief Hadden go>aoo-
teerd en die nu ineens volbloed Hollander waren
geworden. Al herhalen we, dat we het goede werk
en de goede jongens met Willen bekladden, toch
willen we hen nimmer betitelen met dc cre-naam
Illegalen.
Dc Illegalen zijn zij, die met inzet van hun leven,
ieder op zijn of haar wijze zich hebben gegeven
in den strijd tegen den bezetter. Al zijn er natuur
lijk ook onverantwoordelijke dingen gedaan, die
beter niet of anders gebeurd hadden kunnen zijn,
toch verdienen zij, en dat niet om zc te verheer
lijken, de achting van ons hele Nederlandse volk.
Een deel dezer Illegalen nu en wel dc organisatie
Trouw heeft vorige week een bezoek aan ons
eiland gebracht. Neen, niet om zichzelf te laten
zien, maar om door hun optreden (persoonlijk
betreuren wij het, dat op deze manier voor de
nagelaten betrekkingen van hen, die vielen in deze
strijd, gezorgd moet worden) nog gelden te ver
zamelen voor dit doel. En daarom zijn wij gegaan,