Met het oude beginselvooruit VRIJDAG 22 FEBRUARI 1946 Prijs per kwartaal f 1,50. Losse nummers f 0,15. Advertentieprijs 130 mm 14 cent per mm. Elke mm daarboven 10 cent. Bij contract aanzienlijke korting. OPBOUW Christelijk-Nationaal Streekblad voor Goeree en Overflakkee EERSTE JAARGANG - No. 43 Adres der Redactie en Administratie: ZANDPAD B 282 - MIDDELHARN1S Dit blad verschijnt iederen Vrijdag Hoofdredacteur C. M. VOGELAAR Na de bevrijding heeft een zekere „vernieuwings- koorts" velen bevangen. Eigenaardig is, dat men in zeer veel eenvoudige, dagelijksche dingen iets anders wil dan vroeger. Kenmerkend is, dat velen van beroep willen veranderen. Ons volk moet het noodige evenwicht weer vinden. Op het terrein van den arbeid worden de presta ties steeds opgevoerd en steeds meer dringt hef door, dat onder Gods Zegen alleen door noesten arbeid van heel ons volk, de stoffelijke welvaart langzaam kan terugkeeren. Niet minder is noodig, dat we ook ons geestelijk evenwicht terugvinden. Het nieuwe moet getoetst worden aan beginselen Elke vernieuwing wordt daardoor beheerscht en we hebben daarom steeds uitgangspunt en doelstelling nauwlettend in het oog te houden. Op sociaal en economisch gebied moet de recht vaardigheid en de bestaanszekerheid zoo sterk mogelijk worden bepleit. Vele Christenen en voor vele Christenarbeiders weten daar altijd geen raad mee. Is, zoo vragen zij zich af, het Christendom wel de stuwkracht geweest voor de verheffing van den arbeidersstand, gedurende de laatste driekwart eeuw? Wie rustig de geschiedenis nagaat, mag met groote dankbaarheid constateeren, dat de christe lijk sociale gedachte bevruchtend heeft gewerkt op geheel den socialen strijd in ons land. Door niemand wordt de groote ellende der ar beiders in het laatst der negentiende eeuw ontke'nd. Lange arbeidstijden, zeer lage loonen, geen verzorging bij ziekte of ongeval, geen verzorging in den oudèn dag, kinderexploitatie op grooten schaal. groot: consequenties met zich bracht in de be1 schouwing van den inensch en de Overheidstaak. De mensch is goed en de vrijheid van het indi vidu moet in geen enkel opzicht gebonden worden, noch door organisaties, noch door Overheids bemoeiing. De harmonie in het maatschappelijk leven zou komen, wanneer de individueele krach ten zich in ongestoorden wedijver met elkander kunnen meten. Hoewel de toestanden in de vorige eeuw niet alleen op de individualistische opvattingen gescho ven mogen worden is toch duidelijk, dat deze opvattingen de bescherming van het sociaal zwakke onmogelijk maken. Niet de macht van den sterkste, doch het recht moet gehandhaafd worden. Ook het Socialisme heeft de eenheid van het menschelijk geslacht niet aanvaard. Evenals het liberalisme heeft ook het socialisme geen oog voor de geweldige macht der zonde in alle verhoudingen in het leven. De klassenstrijdleer is in het denken steeds gevoed en noodzakelijk geacht. Reeds voor Marx werd bepleit, dat de private eigendom een onver- er.-i;h tnccnhpn .hmtrcrpoisip." en „prole- enaai. Treffend is hetgeen Dr. Kuyper in 1374 in de Tweede Kamer bij de behandeling van de Kin derwet Van Houten zeide: „Waar uit de opgaven van industrieelen zelf blijkt, dat in ons land kinde ren van zeven jaar in den tijd van zes dagen 85 a 87 uur arbeiden, spreekt het feit zóó vanzelf, dat het van alle verder betoog ontslaat. Het kwaad is zoo ernstig, dat ik weet, hoe men kinderen van vijf en zes jaar, voor ze 's morgens naar de fabriek te doen gaan, maar niet meer wakker kon krijgen, ze uit het bed moest nemen, in letterlijken zin wakker schudden en met water het hoofd bedruipen, om in dat gepanliseerde lichaam weer eenige beweging te doen komen. Zóó sterk wordt de physische welstand van de kinderen onderdrukt, dat men hen soms des morgens bij het uitgaan gezouten haringen moet geven, zullen zij niet flauw vallen en de buitenlucht kunnen verdragen. De enquete, door de Volksvertegenwoordiging ingesteld in 1886, bracht opnieuw ernstige dingen aan het licht. We kunnen niet ontkennen, dat in dien tijd met menschenlevens werd gespeeld. De strijd om het recht in het maatschappelijk leven is in het verleden en het heden steeds ge weest een principieele strijd geleid door beginselen. In de vorige eeuw werd de maatschappelijke ontwikkeling beheerscht door het liberalisme. Het Woord van God werd niet aanvaard als richtsnoer voor geheel het leven. Het Christendom was een persoonlijke verhouding van den mensch tot God, maar het beheerscht met zijn optreden in Staat en Maatschappij Het feit der zonde werd niet aanvaard, hetgeen mijdelijke strijd tusschen „bourgeoisie' tariaat" doet ontstaan. In dien strijd zal de macht komen aan het proletariaat, waardoor de kapitalistische klasse zal zijn vernietigd. Het manifest van MarX ui 1848 spreekt dan ook van twee groote vijande lijke legers van twee groote lijnrecht tegenover elkander staande klassen. Tegenover deze twee beschouwingen staan de beschouwingen van Gods Woord. God schiep uit één bloede het gansche mensche- lijke geslacht. Het handhaaft de eenheid van het leven en ook in de zonde en de verlossing door Jezus Christus. De Heilige Schrift teekent ons de verhouding van den mensch als kroonstuk der Schepping in de juiste waarde van de stof. De stof moet dienstbaar zijn om den mensch zijn godde lijke roeping te doen vervullen. Ook de aard en grenzen der Staatsmacht worden gegeven, waardoor eenerzijds het recht van indi vidu in samenhang met dat de gemeenschap wordt gehandhaaft en anderzijds de Overheid het vrije leven niet mag belemmeren, doch zoo heeft, te beschermen, dat het zwakke wordt gesterkt. Wie de ontwikkeling van ons sociale leven nagaat constateert dat in de laatste kwart eeuw op het Liberalisme en Socialisme tal van correctie's zijn aangebracht, doch dat de Christelijk Sociale ge dachte in het leven tot groote ontwikkeling is De nieuwe Burgemeester van Middelharnis-Sommeisdijk Ingaande 1 Maart 1946 is benoemd tot burge meester van Middelharnis-Sommeisdijk dhr. D. Reijnders thans burgemeester van Woubrugge. Dhr. Reijnders is voor ons eiland geen onbekende, want hij was van 15 April 1940 tot 1 Augustus 1941 burgemeester der gemeente Oude Tonge. De laatste vijf maanden van die ambtsperiode was hij door de Duitschers geschorst. Bij de bevolking van Oude Tonge stond dhr. Reijnders in hoog aanzien en zijn verttek werd ten zeerste betreurd. Behalve burgemeester van Woubrugge is dhr. Reijnders o.a. secretaris van de Vereeniging van Burgemeesters van de gemeente in Zuid-Holland; lid van het bestuur der Stichting van het vreem delingen verkeer in Zuid-Holland; lid van het bestuur van tuberculose bestrijding gevestigd te Leiden enz. Dhr. Reijnders is geboren 8 Maart 1909 te Harderwijk en zijn vader is de bekende Zendings director te Oegstgeest, thans wonende te Hilver sum. Dhr. Reijnders is een hoogstaand mensch met uitstekende karaktereigenschappen, waarvan voor de bloei van Middelharnis-Sommeisdijk zeer veel te verwachten is, Hartelijk welkom burgemeester Reijnders, God zegene U en Uw arbeid. MEDITATIE VOOR DEN ZONDAG gekomen. De strijd is plaats gaan maken voor overleg. De klassenstrijd heeft men theoretisch prijs gegeven. De samenwerking van werkgevers en werk nemers wordt thans bepleit. Nieuwe gevaren dreigen, wanneer de Christen, het licht van het Woord Gods, voor dit leven door eigen politieke en sociale organisaties blijft uit dragen, kunnen we ons volk den weg wijzen naar recht en gerechtigheid. Het Christendom kan de beginselen niet ver anderen, omdat ze door God zelf voor alle tijden zijn gegeven. Het geeft vastheid in het leven van persoon en volk. Met die oude beginselen, die in iederen tijd vernieuwend werken, gaan we vooruit. lei bezwaren staan; Gelet op het terzake door de Stichting voor den ,andbouw uitgebrachte advies d.d. 21 Dec. 45; Gelet op artikel 14 van het Buitengewoon be sluit Arbeidsverhoudingen 1945 (No. F. 214), BESCHIKKENDE: Verleent: de gevraagde goedkeuring met in gang van 12 November 1945, met dien verstande, dat artikel 9 als volgt zal luiden: 1. Aan arbeiders, die in het bezit zijn van één of meer onder staatstoezicht verkregen of van staatswege uitgereikte diploma 's van een inrich ting van Landbouwonderwijs of van een theore tische en/of practische cursus op het gebied van de Landbouw, zal, naar gelang van het werkelijk belang daarven voor het bedrijf, een toeslag van f 1,worden betaald. 2. Aan arbeiders, die als eerste knecht of als voorman in dienst zijn genomen, moet een weke lijkse toeslag worden betaald van ten hoogste f2,50. Het College van Rijksbemiddelaars (w.g.) Prof. Dr. G. MINDERHOUD. (w.g.) Mr. J. C. VAN GORKUM. I Dit contract is bindendver klaar d voor het r\„^flnV1mo WAT DUNKT U VAN DEN CHRISTUS? V/at dunkt U van den Christus Mattheus 22 42. Dat is nu eens ene echte, korte, op de man afkomende vraag. Ook een zeer gewichtige vraag, die een positief antwoord van ons eischt, waarnaar wij dan tevens zullen geoordeeld worden. Wij zullen toch geoordeeld worden naar de houding welke we tegenover Christus hebben aangenomen. 't Is daarom wel jammer dat we al dadelijk be ginnen met deze vraag verkeerd te lezen. Als ons uit de schrift deze vraag gedaan wordt, dan zeggen we meestal: Wacht eens even, eerst even kijken wat deze en gene er van zeggen. Wij zien dan ge heel over het hoofd, dat Jezus vraagt: „Wat dunkt U van den Christus". Maar als wij dan toch in de waan blijven en denken dat Hij vraagt wat anderen er van denken, dan wordt het ons al spoedig bang te moede, want dan bemerken wij, dat alhoewel Jezus reeds bijna twee duizend jaar geleden deze vraag stelde er nu nog geen eenparig antwoord op gekomen is. Velen onttrekken zich geheel aan deze vraag en weer anderen zeggen, dat ze niet weten wat .ze er van denken moeten, omdat, zoo men zegt, j zooveel geheimzinnigheden om den persoon van den Christus hangen, dat men met die vraag geen raad weet. Ja, dat alles is wel wonderlijk. De eiland Goeree en Overflakkee. Farizeën wisten er eigenlijk ook geen raad mee. Dat waren toch nog al godsdienstige menschen die bovendien de schrift verstonden. Er kwam wel een antwoord van hun kant, maar het bleek toch niet afdoende te zijn. Zelfs menschen die Prof. en Dr. voor hunne namen schreven, lieten ons in de steek als we hun vroegen: Wat dunkt U van den Christus? Uit dit alles blijkt ons overduidelijk, dat die vraag van Christus door ons toch zoo slecht verstaan wordt, alhoewel ze duidelijk gedaan is. Wij doen er mee alsof het een vraag is van onder geschikt belang. Alsof Christus het zóó gewichtig niet bedoeld heeft en daarom geen vraag van de eerste orde is. Een diepere blik in deze vraag doet ons echter beseffen met wat heiligen ernst Christus deze vraag stelde. Het gaat met om Hem zelf, maar om onze Zaligheid. De vraag is immers niet wie ben ik of weet gij wie ik ben. Maar wat dunkt U van den Christus. Zeg eens, hoe staat gij tegen over Mij. Welke plaats neem Ik iti uw leven in. Wat gelooft en belijdt gij van Mij? Wat dunkt U van de gezalfde Zaligmaker? Wat dunkt U van mijn drievoudig Ambt, Profeet, Priester en Koning? Wat dunkt U van mijn lijden en sterven? Wat dunkt U van mijn opstanding, hemelvaart en zitten ter Rechterhand Gods? Wat dunkt U van mijn naturen, van mijn Menschheid en Godheid? Wat dunkt U daarvan? Dus niet wat we daarvan geleerd zijn door andere of in hoeverre wij nu verstandiglijk tot klaarheid van deze vragen ge komen zijn. Maar de vraag, wat wc er van gcloo- ven en of dat gelooven ons belijden is en ons leven. Kunt gij met Petrus zeggen en antwoorden: Gij zijt de Christus de Zoon des levenden Gods. Of met Thomas: Mijn Heere en mijn God. Een waar christen is niet bekrompen met zijn ant woorden wat hij van den Christus denkt. Want hij schaamt zich het Evangelie van Jezus Christus niet. Hoe komt het toch mijn lezer, dat wij menschen zoo verschillend deze vraag van Christus beant woorden? Dat zal U duidelijk worden als wij U een tegen-vraag stellen, en wel deze: Wat dunkt U van U zelf? Als wij met die vraag tot ons zelf inkeeren en er een eerlijk antwoord op weten te vinden, dan zullen wij tot de conclusie komen, dat ook daarvan ons oordeel over Christus afhangt. Wie hoog van zichzelf denkt, kent Jezus slechts van verre, maar wie laag van zich zelf denkt, heeft hoogen dunk van Christus. Voor een arm zondaar is Hij de Rijke Christus. Wat dunkt U, mijn lezer, van den Christus Stellendam. W.B. LANDBOUW. Verslag van de Jaarvergadering van de Chr. Jonge Boeren- en Tuindersorganisatie Afd. Flakkee, gehouden op 12 Februari in Hotel Spee te Sommelsdijk. De Voorzitter, dhr. C. M. Vogelaar, opent de vergadering op gebruikelijke wijze. In zijn ope ningswoord wees hij pp de noodzakelijkheid van studie voor de jonge boeren van de technische en sociaal-economische vraagstukken. In de toekomst zal meer en meer gevraagd worden naar kwaliteits producten. Dit is, zover wij thans kunnen zien, de enigste mogelijkheid van concurrentie met het buitenland. De studie van de sociaal-economische vraagstukken zijn in 't algemeen door de boer zeer verwaarloosd. De Landbouwscholen geven wat dit betreft zeer weinig. Toch zullen de boeren nauw met deze problemen in aanraking komen. Wij gaan thans sterk in de richting van de geleide economie. De C.J.B.T.O. heeft daarom nog een é(ote taak. De leden de nodige kennis bij te bren gen op de verschillende terreinen, waarmede de boer in aanraking komt. De C.J.B.T.O. wil dit doen op zulk een wijze, dat Gods Woord daarbij het richtsnoer is. De Secretaris geeft een verslag over de afgelopen bezettingsjaren en over de werkzaamheden na de bevrijding. Hierna krijgt Mr. J. S. Biesheuvel, Adj. Secr. van de Stichting van de Landbouw, het woord over „Publiekrechtelijke Landbouworganisatie" Spr. begint met op te merken, dat in de crisis jaren, toen de Landbouworganisaties de economi sche belangen van den boer moesten gaan beharti gen, zij vaak te kort geschoten zijn. Wat organisatie betreft konden de boeren aan de arbeiders een voorbeeld nemen. Zij hadden meer over voor hun organisatie dan de boeren. Zij kunnen dan ook op goede resultaten terugzien. Al voor de oorlog, gevolg van de opgedane ervaringen in de crisisjaren, kwam het verlangen op de zaken in eigen hand te nemen. Er moest samenwerking komen op technisch en sociaal- economisch terrein. De arbeiders moesten daarbij betrokken worden. Floewel de Duitse bezetting de plannen vertraagd heeft, heeft men niettegen staande de actie van de Landstand, niet stil gelegen. De Landstand is een fiasco geworden. De organi saties pleegden overleg om te komen tot een Publiekrechtelijke Landbouworganisatie. Daaruit is voortgekomen de „Stichting van de Landbouw" Spr. zet uiteen het verschil tussen een privaat rechtelijke organisatie en een publiekrechtelijke organisatie. Van een privaatrechtelijke organisatie kunnen we lid worden. B.v. C.B.T.B.- en andere Landbouworganisaties. Van een publiekrechtelijke organisatie zijn we lid, krachtens ons beroep, i Tegen het ontwerp bedrijfsorganisatie van Minister Vos is veel tegenkanting, omdat daarin een verlengstuk gezien wordt van het staatsappa raat. Wij wensen dit niet. Wij hebben dan de zaak niet in eigen hand. Dit juist is het, wat wij willen en dat wij zoeken te bereiken door de Stichting van de Landbouw. In die Stichting beslissen de bedrijfsgenoten over de maatregelen, die genomen dienen te worden. De perspectieven voor de landbouw zijn niet gunstig. Wij zullen daarom niet zonder regelingen kunnen. Deze wensen wij zelf te bepalen. De overheid houde toezicht. Door de Stichting van de Landbouw worden de ongeorganiseerde boeren ingeschakeld. Spr. zegt dat er verschil van mening bestaat over de opbouw van een publiekrechtelijke orga nisatie. Het Koninklijk Landbouw-Comité wil opbouwen op de bedrijfsgenoten. Besturen worden dan door de bedrijfsgenoten gekozen. I De confessionele landbouworganisaties en de vakorganisaties willen opbouwen op de Land bouw- en Vakorganisaties. Deze kiezen dan de besturen. 9 Spr. behandelt vervolgens de loonpolitiek. De lonen der landarbeiders zijn gelijkgesteld met de laagste loonklasse van de bouwvakken. Dit was een juiste maatregel, omdat vooral rond de steden de landarbeiders afvloeiden naar de bouwvakken. Het tekort aan werkkrachten zou nog groter worden. De bouwvakken willen de laagste loon klasse afschaffen waardoor het landarbeidersloon weer lager komt te liggen dan de lonen in de bouwvakken. Begrijpelijk willen de arbeiders wederom verhoging, zodat de achterstand inge haald wordt. De bouwvakken betogen, dat hun lonen altijd hoger geweest zijn en willen dus weer naar boven. Op deze wijze blijft er grote onzeker heid, wat funest is voor het vaststellen der garantie prijzen. Er is dan ook bij de regering op aangedron gen al het mogelijke te doen om de lonen te stabiliseren, mede om het inflatiegevaar af te wenden. Spr. zegt dat de toekomst van de landbouw somber ingezien wordt. Krachtige organisatie is daarom noodzakelijk. Door daaraan mee te helpen werken we mee aan de opbouw. Op deze rede volgt een geanimeerde bespreking, welke tenslotte wegens het late uur moet worden afgebroken. Dhr. D. Vogelaar spreekt dan het slotwoord, waarin hij wijst op de noodzakelijkheid van de arbeid van de C.J.B.T.O. en spreekt de wens uit, dat men alle jonge boeren verzameld en vol activi teit aan de studie gaat, als christen jonge boeren, uitgaande van de onfeilbaarheid van het Woord des Heeren. OPEN BRIEF AAN DEN MINISTER VAN VERKEER EN ENERGIE. Excellentie Ondanks het feit dat men U ongetwijfeld reeds vaak heeft gewezen op de verkeersmoeulijkheden der artsen, neem ik de vrijheid U een overzicht te geven over de toestand der artsenauto' s op Goeree-Overflakkee, een afgesloten gebied dat goed overzichtelijk is en niet sterk van het gemid delde van het land zal verschillen. Op dit eiland werken 15 artsen, alle met sterk ^erspreide plattelandspraktijken en 2 specialisten yan deze 17 artsen had er 1 voor den oorlog en u eveneens geen auto en valt dus in deze be- schouwin£ uit\ yan de overige 16 hebben momenteel: 5 artsen geen auto; 4 artsen een vrijwel volkomen versleten voer tuig dat 'n iec*cr geval dit jaar en waarschijnlijk -illo rlipntjf «jl weigeren; zaken (Regeeringsbemoeiingen) op de hoogte is, zal met mij zeggen, dat het beter was geweest, als hij zijn pen in den dop had gehouden. Er is voor mij niet de minste aanleiding, om op zijn gewroet, maarmede geen enkel belang wordt gediend, nader in te gaan. Wel ligt het in mijn bedoeling om rustig te blijven voortgaan met te wijzen op het nut van het Veilingwezen voor den teler, mede door mid del waarvan de Nederlandsche Tuinbouw op zoo 'n hoog peil is gebracht. Wanneer K. inlichtingen van mij wenscht (hij heeft mij in zijn schrijven geen enkele positieve vraag gedaan), dan vervoege hij zich te mijnen kantore. Het voeren van correspondentie met onze aan voerders en handelaren via een courant is absurd. van een denkbeeld, teneinde de discussie op gang te helpen. Hoe het ook beoogde centrale orgaan er te zijner tijd uit zal zien, is mij om het even, wan neer het maar goed is, en werkt in de goede rich ting. Al blijft er van mijn oorspronkelijke ontwerp maar weinig over: ik zal er geen traan om laten. Het gaat slechts om de zaak. Waar ik wel, en veel aan hecht, zóó veel, dat ik ervoor naar de pen greep, is: de naam. Ik heb deze zorgvuldig overwogen, en pas na rijp beraad zoo voorgesteld. Men vergunne mij den raad te geven: verander die niet lichtvaardig. Ondanks Shakes- peares vaak misbruikte aanhaling „zit er veel" in een naam!". (Het opschrift van het artikeltje hierover in het vorige nr. van dit blad was b.v. zoo verkeerd als het maar kan: zooiets maakt niet den geringsten indruk buiten Flakkee. En daar. zal het Met dank voor de plaatsing van mijn eenige [véél om gaan!) Een „kamer" maakt een represen en laatste antwoord. 18-2--46. Hoogachtend, H. VAN HEEST, Dir. Veiling. binnen eenige maanden alle dienst zal weigeren; 6 artsen hebben een weliswaar slechte auto, welke echter, hoewel niet bedrijfszeker, toch nog bruikbaar is 1 arts heett een redelijke goede auto. De toezegging voor de artsen van Goeree en Overflakkee bedraagt dit jaar 2 nieu blijkens een mededeeling van den - voor Zuid-Holland. •n» toezegging voor ue aiucu va»» ww- r\ flakkee bedraagt dit jaar 2 nieuwe auto s Overfla mededeeling van den Geneeskundig In%^fhet einde van dit >.aar zal de toestand dus Aan zijn, gezien de verdere slijtage: |11, 7 artsen zonder auto; 3 artsen met een vrijwe* 3 artsén met een nog eenigzins bruikbare, hoe wel niet bedrijfszekere auto; 3 artsen met een redelijke goede auto. Een der artsen is aan de geneeskundige ver- f zorging van Goeree-Overflakkee onttrokken door dat hij in militaire dienst is geroepen. Twee der overige artsen hebben reeds eenige jaren met een longaandoening gekuurd. Van enkele artsen is de gezondheidstoestand zoodanig dat zij met zekerheid niet bestand zullen zijn tegen het zware fielswerk op het altijd win derige en practisch boomlooze eiland. Bij enkel? anderen is hun reeds gevorderde leeftijd een groot bezwaar daartoe. Er zijn op het eiland een aantal bruikbare per sonenwagens aanwezig, doch yoor zoover mij bekend is, is met zeer enkele uitzondering geen enkele eigenaar daarvan bereid zijn persoonlijk belang achter te stellen bij dat van de genees kundige verzorging der bevolking, hoewel het op zijn minst genomen vragelijk moet worden geacht of al deze auto's even volkomen onmisbaar voor I het bedrijf van den eigenaar moeten worden ge- acht als dat bij den plattelandsarts het geval is. Bij de toewijzing van tweedehandsauto' s uit dumps zijn tot nu toe de artsen overgeslagen; Wederwoord op het ingezonden stuk in No 42 van 15 dezer. Onbekende: Het door U gesignaleerde Mid- delharnisse geval is mij (gelukkig) niet bekend. Daarom gaat het mij niet, maar wel om Uwe suggestie. Er waren in den bezettingstijd 6 ambtenaartjes in gelijke betrekking. Allen zijn tot den laatsten dag in functie gebleven. Allen zijn gedwongen geweest, tegen hun zin, al was het morrende en remmende, te doen, waf de bezetter hun opdroeg. En allen hébben hetzelfde gedaan. Niet ernstig, maar toch gezien in het licht van nu, niet goed te keuren. Toen de geallieerde greep naar de keel van den bezetter dezer ieder oogenblik den laatsten adem kon doen uitblazen, knepen alle 6 de ambtenaartjes 'm een beetje. Een idee: 5 van de 6 smeeedden een complot tegen dien éénen. Het gelukte. De zondebok werd de woestijn ingejaagd, gestaakt, misschien wel geschorst, ik weet het nieL Maarède 5 zongen met stemverheffing mee in het koor der „Zuive raars" Zij hadden daar recht op, want zij hadden zich „goed" getoond door een „verkeerde" z.g.n. „aan te brengen." Ongeveer een half jaar verliep. Een half jaar van moeizamen strijd door dien ééne om „het recht". Een strijd van den uitgestootene tegen onbekende, demonische, duistere machten. Geen wonder, dat zijne ziel steeds meer met bitterheid werd vervuld. Eindelijk vindt een onbevooroordeeld, objectief, onderzoek plaats en brengt de waarheid, aan het licht. Wat nuMoeten die 5 ook „uitgezuiverd" tatieve indruk. (Eerste, Tweede Kamer, Kamer van Koophandel, Kamer van Toezicht, Kamer eener Rechtbank, enz. enz.) De Kamers van Koop handel en Fabrieken waren echter te zeer op het materieele welvaren alleen gericht; daarom koos ik Kamer van Welvaart, hetwelk lang niet uit sluitend materieele welvaart, maar alle wei-varen inhoudt; een welvarend mensch is een gezond mensch, en een welvarend Flakkee zal een in alle opzichten, dus ook zedelijk-geestelijk, gezond Flakkee zijn! Wanneer t.z.t. het „Bureau van de Kamer van Welvaart van Goeree en Overflakkee" op audiëntie gaat bij een minister, Gedeputeerden, of wat dan ook, dan zal dat beter klinken, wellicht ook meer uitwerken, dan wanneer daar komt het Bestuur van de Vereeniging „Flakkee Vooruit" of iets van dien naam. Wanneer deze regelen in druk verschijnen, heb ik dit eiland reeds metterwoon verlaten. Dat wil niet zeggen, dat ik Flakkee met alle goeds zou blijven toewenschen. Uit die beweegreden verklare men dan ook dit stukje! Nederland vecht door. Opmerkelijk is het, dat zovelen (waaronder zelfs intellectuelen) nog steeds geen onderscheid weten of maken tussen de Illegale of zoals'het in de volksmond heet de Ondergrondse en degenen, die zich na de bevrijding als zodanig aandienden. En toch is het noodzakelijk, dat we dit doen, want juist hierdoor wordt er zo dikwijls een smet geworpen op hen, die dit niet verdienen. Het is den mens eigen zich gaarne voor iets voornaams uit te geven en zich mooi voor te doen. Ieder zal in de bezettingsjaren wel eens treffende staaltjes van Vaderlandsliefde, moed en zelfopoffering gehoord hebben van de Ondergrondse en'dus was het te verwachten, d3t na de bevrijding of even worden. De massa van het Nederlandsche volk fllet te verwaenten, aai na ue oevrijomg ui even is deze wijze van zuivering al meer dan beu. Het voor de bevrijding, toen het gevaar zo goed als had zich de zuivering anders voorgesteld. Moet geweken was, velen ook ondergrondse wilden dan die ééne worden gerehabiliteerd. Maar dan 1 oaan "n- T verschijnen er aanstonds artikelen in de krant als de Uwe! Onbekende vriend, omdat Gij mij onbekend Afschrift. 's-Gravenhage, 11 Febr. 1946. Het College van Rijksbemiddelaars Gezien het verzoek van de samenwerkende organisaties in het landbedrijf, d.d. 3 Januari 1946, strekkende tot het verkrijgen van goedkeuring van dc collectieve arbeidsovereenkomst in het Landbouwbedrijf op het eiland Flakkee, afgeslo ten tussen de afdelingen Midden- en Oost Flakkee van de PIoll. Mij. van Landbouw, de Ring Goeree en Overf.akkee van de Chr. Boeren-en tuinders- bond, dc Ring Goeree en Overflakkee van de R.K. Diocesane Land- en Tuinbouwbond, ener zijds, en de Ned. Bond van Arbeiders in het Landbouw-, Tuinbouw- en Zuivelbedrijf te Utrecht, dc Ned. Clir. Landarbeidersbond te Utrecht en de Ned. R.K. Landarbeidersbond te Haarlem, anderzijds. OVERWEGENDE, dat tegen de bepalingen der collectieve arbeids- i overeenkomst ook ten aanzien van de lonen gener is Z1JI1 lUl lil» LUI mijn indruk is dat hierbij wordt geknoeid. Verandert de toestand niet op zeer korten ter mijn dan is het met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid te verwachten dat meerdere artsen zullen uitvallen, hetgeen door volkomen gebrek aan waarnemers zeer zeker zal leiden tot verlies aan kostbare menschenlevens, terwijl het ook economisch voor deze landbouwstreek slechte gevolgen zal hebben. Dr. G. STOEL, Waarnemend Inspecteur Volksgezondheid voor Goeree-Overflakkee. zijt, mag ik U een persoonlijke vraag stellen: Als de Hemelsche Zuiveraar eens zuiverde...? Geef zelf het antwoord, niet aan mij, maar aan Hem. Menschen kunnen bedrogen worden. God nimmer. Grijp niet te spoedig naar de pen om, zondere dat U volkomen op de hoogte zijt, dus het dossier van de(n) betrokkene kent, suggesties te publi- ceeren. En dit blijkt den opmerkzamen lezer van Uw stuk duidelijk. Zie niet aan wat voor oogen is. Wie eerst de hand in eigen boezem steekt is niet zoo ras met het oordeel over anderen gereed. Laat daarom de zuivering over aan hen, die daartoe geroepen zijn en eens ook hiervoor verantwoor ding hebben af te leggen aan den Almachtige. En leg U daarbij neer. Met dank voor de plaatsruimte. Ko. VOOR EEN „KAMER VAN WELVAART" Dr. S.S. SMEDING schrijft ons: INGEZONDEN. Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie.) Mijnheer de Redacteur. Met groote verbazing nam ik kennis van het door Jb. Kfeur?) >c Dirksland ingezonden epistel in Uw blad d.d. 15 dezer. Hij, die eenigzins met den huidigen gang van Toen in een bepaalden kring het, vooralsnog zeer vage, denkbeeld ontstond, dat cr een soort „algeincenc stoottroep" moest komen om, in het cconomisch-politiekc, dc algemccne belangen van Flakkee samenvattend te behartigen, heb ik dat denkbeeld gepreciseerd vorm gegeven in ccn ont werp voor ccn „Kamer van Welvaart". Deze zaak is nu in dc Flakkeeschc gemeenschap onder bekwame leiding, aan dc orde gesteld. Mijn ontwerp was niet anders dan het opstellen gaan spelen. Èr kwam dan ook een grote toeloop van 5 Mei-ondergrondsen. Al willen we het goede, dat door deze personen nog gedaan is niet verzwijgen, toch is juist door deze catagorie van Vaderlanders veel bedorven. O, als men zc hoorde vertellen, wat hadden ze veel goeds gedaan in de bezettingstijd, 't leek wel of er geen slappelingen waren geweest, de een was al beter geweest dan dc ander. Er waren er zelfs bij, die zich beijverd hadden om dc hoogste lonen bij de Weermachtsaannemers te verdienen, die getrouw de bevelen van hun vijanden hadden opgevolgd, die nimmer een pogiag gewaagd Had den om onder te duiken, die er zeKer nooit aan gedacht hadden om een onderduiker of Jood te herbergen, die zeker niet actief Hadden go>aoo- teerd en die nu ineens volbloed Hollander waren geworden. Al herhalen we, dat we het goede werk en de goede jongens met Willen bekladden, toch willen we hen nimmer betitelen met dc cre-naam Illegalen. Dc Illegalen zijn zij, die met inzet van hun leven, ieder op zijn of haar wijze zich hebben gegeven in den strijd tegen den bezetter. Al zijn er natuur lijk ook onverantwoordelijke dingen gedaan, die beter niet of anders gebeurd hadden kunnen zijn, toch verdienen zij, en dat niet om zc te verheer lijken, de achting van ons hele Nederlandse volk. Een deel dezer Illegalen nu en wel dc organisatie Trouw heeft vorige week een bezoek aan ons eiland gebracht. Neen, niet om zichzelf te laten zien, maar om door hun optreden (persoonlijk betreuren wij het, dat op deze manier voor de nagelaten betrekkingen van hen, die vielen in deze strijd, gezorgd moet worden) nog gelden te ver zamelen voor dit doel. En daarom zijn wij gegaan,

Krantenbank Zeeland

Opbouw | 1946 | | pagina 1