Agent-Incasseerder CEMENT ,s VRIJ! iverz.Mij. zoekt voor Goeree-Overtlakkee een ialaris, provisie en pensioen. Borgstelling vereischt. ven onder No. 204 aan het bureau van dit blad. nson's Landbouwwerktuigen Idorp Tel. No 52 n ontvingen wij een pracht collectie GASLAMPENKAPPEN Kauters Zn. - Molendijk 67 - Oude Tonge cherij Schouwen en Duiveland - Zierikzee KT alle plaatsen op h« Eiland GOEREE en OVERFLAKKEE weer gelegenheid voor STOOM- en VERFGOEDEREN. alleen de kleuren Zwart, donker Blauw en donker Bruin) cherij Schouwen en Duiveland voor beter werk DAAROM MET UW WASCH NAAR S EN D. oöperatieve Aankoopvereeniging ioeree-Overflakkee" G.A., - Middelharnis Burgemeester Mijslaan C 91 Tel. 24S ARSZAA1ZADENZonder bestelbon uit voorraad af te leveren Zomertarwe, Haver. Gerst. Groene Erwten (ook de nieuwe „Centraal Bureau" rassen). Schokker erwten, Bruine Bonen. Voederbietenzaden, diverse Gras- en Klaverzaden enz. GELDZAKKENIn verband met een sterke verlaging der statiegelden van zakken, dienen alle voor 1 Januari '-46 van ons ontvangen statiegeldzakken voor 1 Februari a.s. teruggezonden te zijn. Zakken, welke na deze datum door ons worden terug ontvangen, zullen slechts tegen de dan geldende prijs worden terug genomen. C A G O DE IT NU UW BETON berekeningen KEN met tekeningen en buigstaten A. a. ZOON, Wapenstraat 2ib Rotterdam tel. 700600 BETONCONSTRUCTEUR leratieve Boerenleenbank „MELISSANT". \NTOOR is voortaan, evenals vroeger, weer geopetHt onderdag van 10-12, 2-4 en 6-8 uur. Op andere dagen is het Kantoor gesloten. De Kassier, J. v. DYKE. oop aangeboden PAARDEN 4 en 5 jaar oud. RUITER - Enkele Ring A 106, Sommelsdijk. Boekhouding en Assurantiën M. v. d. TOL, Oude Tonge. Verstaat U Maurice? Franse film wordt véél mooier als U de taal verstaat- Maar er zoo nog andere redenen .rom U speciaal ml Frans moet gaan leren er velen kennen Engels i Duits, maar wie be. heerst bet Frans? Wei nigen! Ziedaar Uw kans. Grijp die. Leer thuis Frans.' Vul de bon la. flP 'tor één gratis les FRANS Zenden In open couvert waarop ct.posts, aan: INSTITUUT S.0.L Maasstraat 50 - Amstsrfam Tal. 25714 Personeel gevraagd. GEVRAAGD: Een JUFFROUW voor de Huishouding met huiselijk verkeer. Bij heer alleen. Bekend met alle voorkomende werkzaamheden. Brie ven onder no. 201 bureau van dit blad. GEVRAAGD met 1 Maart EEN BEKWAME LAND BOUWKNECHT Aan hetzelfde adres een NETTE DIENSTBODE gevraagd. J. A. M1JS Dzn., Stad aan 't Haringvliet. GEVRAAGD: EEN MEISJE voor halve dagen. Mevrouw GROENENDIJK, Langeweg 183, SOMMELSDIJK. GEVRAAGD: HULP IN DE HUISHOUDING. HOOO LOON. Meerdere hulp aanwezig. Brieven onder No. 207 bureau van dit blad. TERSTOND GEVRAAGD: NET MEISJE voor halve of heele dagen. M. KATS, Bakkerij, Dubbele Ring A 149. SOMMELSDIJK. Tegen l Maart GEVRAAGD: BEKWAME HOOFDKNECHT. WONING AANWEZIG. L. B. VAN NIEUWENHUIJZEN C 91. SOMMELSDUK. koop aangeboden EEN KACHEL oor winkel e.d. J. -iULDEMEESTER, oorstraat 9. DIRKSLAND. )P of tc ruil gevraagd een MODERN et vest en zoo mogelijk pantalon, ider no. 12 vóór 17 Januari aan het dit blad. ïRK TELEFUNKEN, met Ultra kort tevens gelljkrlchter en plaatstroom- j JAC. VAN DEN HOEK, Oost- Mi DDELH A RNIS. BEL groot model, z.g.a.n. tevens paar heerenschoenen, maat 42 i bevragen: W. VAN DER MAST, dorp 226, DEN BOMMEL. KTAFEL, ROND FORNUIS, 2 KAN TOORKACHELTJES. A. J. O. VAN ROSSUM, •vmeesterplein C 47, Middelharni9. Verloren. leer en suede damesschoen, ddelharnis-Sommelsdljk-N. Tonge, ning terug te bezorgen. F. DEN HOLLANDER NIEUWE TONGE. hipaar z.k., zoekt ONGEMEUB. LAAPKAMER met gebruik van Middelharnis of Sommel3dijk. Brie- No. 101 aan bur. v. d. blad. Ruilen. WIE WIL RUILEN: Heeren-onderpantalon o.kw. voor Overhemd o.kw. Br. onder no. 130 aan Firma L. VROEG1NDEWEU Wz., M'harnis. TE RUIL AANGEBODEN: Donkerpfauwe winterjas maat 52 tegen donkerblauw herencostuum maat 50; oude kwaliteit en nieuwe vooroorlogse bruine win terjas tegen donkerblauwe Jas met ceintuur maat 45. H. KNOPS, Kralingen C 56, DIRKSLAND. TE RUIL: een zo goed ais nieuwe v.o. Kinder wagen voor een in goede staat zijnde radio. Brieven onder Jetter M bureau v. d. Blad. TE RUIL AANGEBODEN: Een nieuw, nog niet gedragen donkerblauw mantelpak, goede kwaliteit m. 46 voor een goede zwarte maptel m. 46, of zwart heeren- costuum m. 50. J. KOSTER, Waterweg 45, Middelharnis. WIE RUILT: ruim 31/, meter rose zijde voor blauwe. M. BUT, Chr. de Vrleslaan C 172, MIDDELHARNIS. TE RUIL AANGEBODEN: DONKER BLAUWE KINDERWAGEN in g. st. voor een WANDELWAGENTJE. C. VROEGINDEWEU, Molenlaan 350, SOMMELSDIJK. TE KOOP OF TE RUIL GEVRAAGD: EEN KINDERLEDIKANTJE met toebehooren. Brieven onder No. 104 bureau van dit Blad. Steeds voorhanden alle werkpaarden Ook genegen te ruilen. JOH. MIJNDERS, Erkend paardenhandelaar. Tel. 1504, MELISSANT. VRIJDAG 18 JANUARI 1946 Prijs per kwartaal f 1,50. Losse nummers f 0,15. advertentieprijs 1—30 mm 14 cent per mm. Elke mm daarboven 10 cent. Bij contract aanzienlijke korting. OPBOUW Christelijk-Nationaal Streekblad voor Goeree en Overflakkee EERSTE JAARGANG - No. 38 Adres der Redactie en Administratie: ZANDPAD B 282 - MIDDELHARNIS Dit blad verschijnt iederen Vrijdag INDIË IN NOOD! We zijn ons bewust, dat we hiermede een uiterst moeilijk probleem aansnijden. Maar toch, ons volk is daarbij zoo nauw betrokken, dat wehet noodzakelijk achten, het ook in ons blad eens aan de orde te stellen. Nederl. Oost-Indië is al eeuwenlang een Nederlandsche kolonie geweest. In de loop des tijds zijn zeer zeker vele fouten gemaakt in de wijze, waarop het koloniale bewind werd gevoerd. Winsten behalen, heeft vaak te veel op de voorgrond gestaan. Maar vast staat, dat in de latere tijden, niet het minst door de invloed van Christen-staatslieden, het besef al meer doordrong, dat Nederland tegenover Indië ook een groote geestelijke en zedelijke taak had. En in toenemende mate heeft Nederland daarmede groote ernst gemaakt. Zoo was al vele, vele jaren voor de oorlog het regeeringsbeleid gericht op de verheffing der Indische bevolking, economisch, sociaal, cultureel enz., dus om de inlanders tot meer welvaart en ontwikke ling te leiden, ze op hooger levenspeil te brengen. Met kracht werd dan ook door de Nederlandsche kerken het zendingswerk behartigd, niet alleen in het brengen van het Evangelie, maar ook door de hulp diensten van medische zending, onderwijs inrichtingen enz. Algemeen had men dan ook in de geheele wereld waardeering, ja bewondering voor het Nederlandsche be leid in Indië. Algemeen rekende men Ned. Indië als een der best-bestuurde koloniale gebieden ter wereld. Bovendien gaf Nederland zich daarbij ook moeite om de bevolking van Indië politiek op te voeden, d.w.z. ze langzamer hand rijp te maken voor medezeggenschap in het bestuur. Het betere onderwijs en de betere sociale omstandigheden werkten daarbij krachtig mee. Vele inlanders be kleedden reeds voorname posten, want Indië moest opgevoed worden tot zelf standigheid. Dat behoeft nog niet in te houden, dat Nederland en Indië op een gegeven oogenblik geheel uit elkander zouden gaan. Maar wel, dat het Nederland sche Rijk op de duur zou bestaan uit ver schillende gelijk-berechtigdegebiedsdeelen waaronder dan het gebied in Europa en het gebied in de Archipel. Vanzelfsprekend ging dat rijpingsproces langzaam.. Wie aan een kind zelfstandigheid geeft, begaat een misdaad tegenover dat kind, want het verongelukt, of wordt een prooi van gewetenlooze menschen, die dat kind exploiteeren en uitbuiten. Zelfstandig heid is prachtig, maar het moet kunnen, anders werkt ze ten verderve. Forceeren is hierin gevaarlijk. Dat die rijping van Indië langzaam ging, hangt samen met de groote uitgestrektheid van dat eilandenrijk, en de zeer veie en zeer uiteenloopende stammen en volken in dat gebied. Want op zichzelf is Indië zeker geen eenheid. Die eenheid, dat besef van saamhoorigheid, welke toch zeker voor een politiek zelfstan dig worden onmisbaar zijn, bestond voor namelijk in het allen-overkoepelende Ne derlandsche gezag.Door langzaam-aanjmaar doelbewust op die eenwording en politieke rijping aan te sturen, werd het waarachtig heil van Indië het best gediend, temeer wijl de inheemsche krachten, die daarvoor reeds bekwaam waren, op allerlei wijze in het bestuur werden ingeschakeld. Welnu, zoo als gezegd, die ontwikkeling werd bevorderd op zulk een wijze, dat de geheele wereld er lof voor had. Maar nu heeft Indië 31/2 jaar onder Japansche bezetting bestaan. Japan, dat de leuze ophief „Azie voor de Aziaten", maar bedoelde: „Azie onder Japan". Die Japan ners hebben daar een geraffineerde en vergiftige propaganda gevoerd (waarbij het anti-christelijke principe klaar voor de dag kwam), om de bevolking van Indië afkeerig te maken van de Westersche mogendheden ook van Nederland. Een der middelen nu, die ze daartoe gebruikten, was, om de Christelijke godsdienst, die immers de „Europeesche" godsdienst was, gehaat te maken en voor te stellen als een onder drukkingsmiddel; en daartegenover de Mohammedaansche godsdienst te bevorde ren en aan te prijzen als een middel om zich zelfstandig en onafhankelijk te maken. Daarom hebben de Japanners in die 3*/a jaar de Christelijke godsdienst op allerlei wijze belemmerd: kerken geroofd, voor gangers gevangen gezet en doodgemarteld, het christelijk onderwijs vernietigd, enz. Natuurlijk zat daarbij bij de Japanners geen liefde voor het Mohammedanisme voor (want ze zijn zelf geen Mohammedanen), maar enkel haat ..egen de Westersche mo gendheden en tegen het Christendom. Daarom hebben zij verschillende Moham medaansche organisaties gesticht, ook een jeugdbeweging die zelfs militair geoefend Werd. Bovendien zaaiden de Japanners onder de inlandsche bevolking ontevreden heid, haat tegen het Nederlandsche bestuur dam, doch wegens het slechte beheer verliepen T i c\cs rr tupn ülonnl dat zoo zegenrijk voor Indie was geweest. De geesten werden vergiftigd. Na 3l/o jaar moest Japan zwichten, capi- tuleeren. Maar het vergiftigde zaad was gestrooid en had, vooral in het hart van vele jongeren, wortel geschoten. Eri had nu terstond na de capitulatie maar een flinke Nederlandsche of geallieerde troepenmacht klaargestaan om direct het gezag en bestuur over het ontredderde en door Japan leeg geplunderde Indië ter hand te nemen, dan zou alles, naar de mensch gesproken, nog wel los geloopen zijn. Maar de overgave van Japan kwam onverwacht. Onze regee ring was daarop niet voorbereid, want Nederland was zelf kort geleden pas onder het Duitsche juk uitgekomen. Zoo is er een periode geweest in Indië, waarin er geen sterk gezag aanwezig was. En van die gelegenheid hebben de revolu tionaire elementen nu gebruik gemaakt om allerwege tevoorschijn te komen en wanor de te stichten, daarbij nog opgestookt door de Japanners, en door hen van wapenen voorzien. De meesten van die opstandelin gen en van hun leiders hadden in de be zettingsjaren met de Japanners geheuld, en nu brachten ze dan in practijk, wat hun Japansche leermeesters hun hadden vooi- gehouden. Vandaar dat een schrikbewind losbarstte tegen de Europeanen (vooral vrouwen en kinderen, want vele mannen waren door de Japanners al gevangen genomen en weggevoerd). En daarbij moes ten ook de inlandsche Christenen het bij zonder zwaar ontgelden. Zij werden a.h.w. bij de Europeanen gerekend, ja als afvallige Indiërs beschouwd. En zooals we nog weer eens hoorden uit de briet, die namens de voorgangers der christenkerken van alle landaarden op 1 December 1945 uit Ban doeng verzonden werd, en die afgeloopen Zondag in alle protestantsche kerken in Nederland werd voorgelezen, zijn er intus- schen zoo onzegbaar veel gruwelen bedre ven, juist ook tegen die weerlooze, kleine en verspreide groepen van inlandsche chris tenen, dat men schrijft: Wij smeeken U: bidt voor ons. Bidt voor de toekomst van Christus' kerk in Indonesië. Bidt voor hen, die gerekend worden als schapen ter slachting. Natuurlijk zal die oproep om voorbede weerklank vinden bij elk die bidden geleerd heeft. Maar ook hier moet bij het bidden het werken komen. Doch over de wijze van dat werken om uit deze verschrikkelijke toestanden uit te komen, loopen nu de meeningen sterk uiteen. Moet hier met geweld desnoods, een einde worden ge maakt aan een opstandige beweging, of moet gepoogd worden de rust en vrede te herstellen door praten en overleg met de leiders van een nationalistische beweging; die recht van erkenning heeft? Daarop nader in te gaan', moet echter blijven overstaan tot een volgend artikel. Laat ons intusschen de voorbede niet ver geten de zaken slecht In de oorlogsjaren 1914-1918 moesten de groen ten en het fruit, benevens de uien en de peen, op last van de regering verplicht geveild worden. De toenmalige regeringscommissaris, den Heer J. v. d. Koogh, richtte in October 1916 een veiling op. Hij noodigde hiervoor uit den Burgemeester, den Notaris, den Kassier en enkele boeren. De boeren waren hierover zeer verbolgen, echter ten onrechte, want waren ze met hun tijd meegegaan, dan was er een veiling geweest. Er heersten op de veiling wantoestanden, een bank- of postreke ning bezat men niet, en daarom moesten allen hun geld in Middelharnis, in het Hotel Meijer, komen halen, wat voor velen historische dagen zijn geworden, want de prijzen waren goed en de Oude Bol niet gerantsoeneerd. In 1918 werd door het toenmalige bestuur den Heer H. van Heest aangesteld als boekhouder van de veiling. Direct werd door hem orde op zaken gesteld en een bank- en postrekening geopend. In 1919 verviel de veilplicht en gelijk daarmede stopten de boeren met het leveren van hun pro ducten, ze waren blij van die rot-veiling verlost te zijn. Toen ging de Heer v. Heest proberen met groenten en later met zwarte bessen en eieren; de laatste kwamen voornamelijk uit Ouddorp; ook aardbeien werden geveild en in het vat weer ver kocht. Er is nog een tijd geweest dat er op Flakkee 60 H.A. aardbeien werden geteeld. In 1925 werd het Uitvoer-Controle-Bureau op gericht, waarbij men zijn producten vrijwillig kon laten keuren, n 1930 werd deze keuring verplicht omreden het buitenland bleef klagen over de kwa liteit van onze producten en kwam de Landbouw- Uitvoerwet tot stand. Voor zelf-export is spreker niet, aangezien deze niet te controleren is en de uitkomsten verre van» bemoedigend waren. Men past nu op de veiling de Zeeuwsche me thode toe, d.w.z. men sorteerde na het veilen de uien in de balen van de kopers. Dit had succes. Tegen 10.000,in 1919 werd in 1939 een om zet bereikt van 360.000,en in 1940-1945 steeg deze door het verplichte veilen tot drie drie en een half millioen gulden. Voor wat de toekomst betreft kunnen wij zeg- SCHRIFTO VERDENKING. DE REACTIE VAN EEN GELOVIGE OP ELLENDE. Nehemia 1 6b: .ik doe belijdenis over de zonden der kinderen Israels, die wij cegen U gezondigd hebben ook ik en mijns vaders huis, wij hebben gezondigd. vs. 10: Zij zijn toch Uw knechten en Uw volk, dat Gij verlost hebt, door Uw grote kracht en door Uw sterke hand. vs. 11: ...en doe het toch Uw knecht heden wel gelukken. Dit eerste hoofdstuk van Nehemia spreekt ons toe. De omstandigheden, waarvoor deze man ge plaatst werd, vertonen overeenkomst met die, waarin wij verkeren. Nehemia was schenker aan het hof van den Perzischen Koning Artaxerxes I (465-424 voor Christus). Reeds tweemaal was een deel van de in ballingschap levende Joden naar Jeruzalem teruggezonden: Een kleine 100 jaar ge- eden in 537 onder Zerubbabpl en Jozua-en on langs nog in 458 onder leiding van Ezra. Maar ze hadden het in Jeruzalem niet gemakkelijk: De vijandschap van de omwonende volken was groot. Met moeite had men de herbouw van de tempel klaar gekregen, maar het herstel van de stads muren was door de konkelarijen van de vijanden verboden geworden, zodat de Joden moesten leven in een open stad, blootgesteld aan de overvallen en grillen van den vijand. Nehemia hoort van die ellende via zijn broer Hanani. Hoe reageert hij daarop? Kan het hem niet schelen, omdat hij zelf zo'n beste baan heeft aan het Perzisch hof. Zo zouden wij misschien ge handeld hebben, maar Nehemia verkeert er anders onder. Nauwelijks kan hij zijn spijt en verdriet beheersen: Hij begint met dagenlang zware rouw te bedrijven. Dan stort hij zijn hart uit voor zijn God. En wat nu volgt is één van de schoonste gebeden, die we in heel de Bijbel kunnen vinden: Hij begint met alle schuld voor eigen rekening en voor die van Zijn volk te nemen. Geen op standig woord komt uit zijn mond. Het ligt niet aan U Heere, want Gij houdt het verbond, dat voor wat ae loexomsr oetreii ruimen wij zeg- Ge eenmaaI met Uw volk gesloten hebt. Maar het gen, aldus spreker, de veiling staat klaar, vrijwel is de h |d ons Verhond,_ d„ de schuld van ons als volk des Verbonds, dat wij al Uw geboden, inzettingen en rechten ge schonden hebben. Toch is Nehemia daarmee nog niet tevreden: Hij verschuilt zichzelf niet achter de schuld van zijn volk. Maar hij belijdt haar ook als zijn per soonlijke schuld: Ook ik en mijns vaders huis, wij hebben gezondigd, wij hebben het ganselijk tegen U verdorven. Maar blijft Nehemia nu bij de ellende staan? Komt hij niet verder, dan een turen op zijn zonden? Neen, nauwelijks heeft hij deze boete woorden uitgesproken of hij gaat de Heere smeken om uitredding. Daarbij houdt hij de Heere aan Zijn woorden, die Hij zelf eenmaal gesproken heeft: Gij zult overtreden - Ik zal U verstrooien; Gij zult U bekeren - I t zal U verzamelen van de LANDBOUW. VERSLAG van de vergadering van de Ver eniging van Oud-leerlingen bij het Lana- en Tuinbouw-onderwijs „Excel sior" van Goedereede en Overflaklte. Spreker -op deze vergadering was den WelEd. Heer H. van Heest, Directeur der Centrale Vei ling „Goedereede en Overflakkee" met als onder werp: „DE AFZET VAN ONZE LAND BOUWPRODUCTEN." Spr. begon met op te merken dat zijn onderwerp ook getiteld kon worden als „Geboorte, Leven en Toekomst van onze Veilingen" Wij zijn hier vanmiddag bijeen om als jonge en toekomstige bewerkers van den bodem die tot taak hebben het Nederlandse volk te voeden in de toekomst, om eens te bespreken op welke wijze wij onze producten zo voordelig mogelijk kunnen verkopen. Eerst ging spr. de geschiedenis na van het veilen in het algemeen en dan blijkt, dat het eerst pro ducten werden geveild in Broek op Langendijk. Toen daar de veeteelt niet meer lonend was ging men kool, uien en peen telen. Daar er ter plaatse zelf geen afzetgebied was gingen schippers, die tevens als kooplieden optraden, deze producten op de markten verkopen, terwijl later, toen de veeteelt afnam en de tuinbouw toenam commis sionairs de producten exporteerden naar het Ruhr- Op 29 Juli '87 werd daar de eerste bloemkool geveild door een zekere Jongerlitig, maar zijn voorbeeld vond geen navolging, daar men van mening was dat als die schippers en handelaren het eens zijn, ze zo lang kunnen wachten met „mijn" te roepen, dat men voor zijn product weinig of niets krijgt. De kooplieden en kwekers werkten dus tegen. Het was de firma Wagenaar die een ruime blik toonde door te zoeken naar nieuw afzetgebied, zodat de veiling steeds meer veld won en thans een gemiddelde jaaromzet heeft van f 3.000.000,— tol f 4.000.000,—. Het Westland nam het over en zo zijn er thans in Nederland 150 veilingen die in 1939 voor 69.999.000,omzetten. Het leven der veilingen getuigt echter van een grote lijdensweg, steeds is het boeren contra' kooplieden. Verschillende boeren waren lid van de veiling van de Zuid-Holl. eilanden, gevestigd te Rotter- op iedere gemeente is een sorteerstation. De mo gelijkheid is er dus ruimschoots, dat alle pro ducten via de veling verhandeld kunnen worden. En de producenten moeten wel bedenken dat het de weg is. Tussen het oogsten en het markt-klaar- naken van het product moet geen beroep op hulp van anderen nodig zijn. Bovendien zijn de iorteerkosten ook werkelijk sorteerkosten, want het gaat" tegen de kostende prijs, hierop mag geen winst worden gemaakt. Of men de veilplicht zal handhaven, of dat wij gestuurd worden in de richting van coöperatieve afzet, de veiling is en blijft een onmisbare tussen schakel. Wij zullen, aldus spreker, moeten streven naar een standaard kwaliteit en strenge keuring naar een economisch vervoer en naar voldoende em ballage. De betaling moet geschieden via de boe- renleenbank, terwijl de administratie van de sor- teerstations vanuit de veiling moeten worden ge controleerd. Op deze wijze-wordt de veiling een veiling van de boeren en krijgen de kooplieden producten waarmee zij kunnen concureren op de wereldmaikt. HET MELKRANTSOEN IN DÈ NAASTE TOEKOMST. Reeds eerder is de aandacht erop gevestigd, dat het handhaven van het melkrantsoen gedurende dezen winter geheel afhankelijk is van den invoer van melkpoeder of gecondenseerde melk. Doordat de invoer niet voldoende vlpt verliep - voor een groot deel veroorzaakt door transportmoeilijk heden - werd het noodzakelijk het rantsoen per 9 December te verlagen. En de handhaving van dit verlaagde rantsoen hangt nog steeds af van verdere invoeren van poeder of gecondenseerde melk. Men hoopt, dat medio Januari een belang rijke hoeveelheid blikjesmelk en/of poeder zal aankomen, in welk geval het rantsoen gestandaar diseerde melk, zooals het thans is, zal kunnen wor den gehandhaafd. Het zou met den invoer al heel erg moeten meeloopen, wil een herstel van het rantsoen, zooals dat voor de laatste verlaging was, nog dezen winter mogelijk zijn. Definitief kan verbetering pas in het voorjaar worden verwacht. Hoewel dit jaar een belangrijk grootere melk productie te verwachten is dan in de laatste jaren het geval was, valt thans nog niet te voorspellen, wanneer de melk en de zuivelproducten vrij van distributie op bon zullen komen. Dit is naast den invoer van margarinegrondstoffen mede afhanke lijk van de vraag, welke hoeveelheden zuivelpro ducten dit jaar zullen moeten worden geëxporteerd VOOR DE VIERDE MAAL BOTER Veehouders krijgen in de nieuwe periode het volle pond. De Minister van Landbouw, Visscherij en Voedselvoorziening is indertijd gedwongen ge weest de verstrekking van boter aan veehouders op de margarinebonnen met ingang van 25 Nov. j.I. stop te zetten, omdat, daar deze bijzondere voorziening een onevenredig deel van de beschik bare boter zou opeischen, anders zelfs de boter- voorziening voor de kleine kinderen op de huidige rantsoeneeringsbasis in gevaar zou komen, tiet liet zich aanzien, dat voor alle consumenten boven vier jaar nog slechts driemaal de gebruikelijke hoeveelheid van 125 gram boter verstrekt zou kunnen worden, hetgeen inmiddels is geschied, De berekeningen over de beschikbaar komende hoeveelheid boter zijn gebaseerd op schattingen en verwachtingen, waarbij uiteraard de voorzich tige weg wordt bewandeld. Thans is gebleken, dat enkele gunstige elementen optreden, die de boter- positie verruimen. De aanvoer van melk valt den Jaatsten tijd mede. Deze verhooging van den aan voer, die niet van zoo groote beteekenis is dat de voorziening met consumptiemclk ruimer kon wor den gesteld, komt wel tot uitdrukking in de boter- ,ww..w productie, die in den winter zeer laag is. Bovendien 1 een 'fok-"ofvVrmêVrderingVbêdrijf van nicer dan is er nog een redelijke kans, dat er een partij boter 50 stuks pluimvee houdt. Bovendien wordt f 3,— binnenkort kan worden geïmporteerd. I per are groenten enfruit afgetrokken en f 2,per Het is op deze gronden, dat besloten is voor de are andere tuinbouwproducten en boomgaarden, periode van 20 Januari tot 2 Februari behalve de Totaal-bedragen van f 20,— of minder worden gewone 250 gram boter voor de kinderen van 0—4 njct uitgckccrd. Bedrijven met minder dan 50 are jaar, wederom 125 gram boter toe te wijzen aan cultuurgrond worden niet ingeschakeld voor den de personen van 4 jaar en ouder. De veehouders toeslag op bouwland, evenmin als voor den toeslag - door wier medewerking immers deze boterpro- kleinbedrijf, ductie wat meegevallen is, hebben naar het inzicht van den Minister recht op een deel van deze extra 1 Vaststelling der grondsoorten, boter. Derhalve is tevens bepaald, dat de „vcchou- De vaststelling der grondsoorten geschiedt aan ders en hun gezinsleden op hun tnargarinebonncn de hand van dc gegevens voor de kunstmest- emden der aarde. Deut. 4 25-27. We zouden denken: Nehemia zal nu de Heere gaan wijzen op het oprechte berouw dat hij en de zij nen heb ben en op grond daarvan gaan pleiten op de ver vulling van Gods heerlijke beloften. Toch laat hij het accent heel anders vallen: Hij kent eigen zwakheid en die van zijn volk; daarom verwacht hij het alleen van de trouw van zijn hemelsen Vader: We zijn toch Uw volk. Ge hebt ons toch eenmaal vrijgekocht uit Egypte (Ex. 6:1). Laat dan niet varen het werk Uwer handen. En dan dat laatste: Doe het toch Uw knecht heden wel gelukkenBidden maakt Nehemia niet passief. Hij verwacht het alles alleen van de on verdiende genade des Heeren. Maar dat is voor hem nu niet een aanleiding, om maar rustig te wachten, tot de Heere het gaat doen. Hij weet dat de Heere bij de uitvoering van zijn werk gebruik maakt van zijn kinderen op aarde. Deze oprechte schuldbelijdenis en dit alleen maar plei ten op de genade des Heeren is bij Nehemia geen belemmering voor de grootste activiteit: Hij leeft bij de spreuk: bid en werk! Voor de toepassing kan ik maar enkele lijnen trekken - maar we kunnen die voor onszelf wel aanvullen: We staan bij de ruïnes van land en volk - Alles kapot na vijf jaren bezetting. Bij sommigen de neiging: We zullen Nieuw Nederland eens vlug van stapel doen lopen, in eigen kracht (loopt falikant uit!) Anderen zien er geen gat meer in, gaan liever bij de pakken neerzitten: Geen redden meer aan: Ook d*>ze houding heeft met Christendom niets te maken. Nehemia wijst de weg: Eerst op de knieën: Onze schuld belijden: De schuld van ons volk. Maar dan je daarachter niet verschuilen. We zeg gen zo vaak: Zoals we zijn, zijn we zondaars en verdoemelijk voor God. Maar daarbij mogen we niet blijven staan: We moeten niet rusten voordat we ieder van ons persoonlijk onze schuld voor eigen rekening genomen hebben om deze den Heere zonder terughouding te belijden. En dan zijn we er nog niet. We mogen niet blijven staan bij het staren op enze zonden. We mogen ook niet komen aandragen met onze eigen goede voornemens. Daar komt zo bitter weinig van terecht. De enige uitweg is, kennend eigen schuld, zich vast te klemmen aan de rijkdom van Gods genade, die Hij bewezen heeft in de zending van Zijn Zoon: Zo Gij Heere de ongerechtig heden gadeslaat, wie zal bestaan - Maar bij U is vergeving. Maar ook op dat derde element: „opdat Gij gevreesd wordt, wordt door Nehemia gewezen." „Doe het toch Uw knecht heden wel gelukken". Een oprecht gelovige kan niet stel zitten. Zijn hart stroomt zo vol van overstelpende dankbaar heid, dat er maar één bede leeft in zijn hart: Neem mijn leven, Iaat het, Heer! Toegewijd zijn aan Uw eer; Neem mijn handen, dat ze 't merk Dragen van Uw liefdewerk 1 A. L. BOS. Ooltgensplaat. geldend voor bovengenoemde periode eveneens boter zullen ontvangen op de wijze zooals die vóór 25 November j.I. gebruikelijk was. De toezegging van den Minister, dat, zoodra de boterpositie het mogelijk zou maken, de huidige regeling, die margarine ook aan veehouders toe wijst, zou worden gewijzigd, wordt dus nagekomen Dit verstrekken van boter aan veehouders kan voorloopig uitsluitend gelden voor deze veertien- daagsche periode. Tenzij mocht blijken, dat de boterproductie ook verder nog bijzonder meevalt, terwijl daarnaast de geïmporteerde boter de hel pende hand komt bieden, zullen na 2 Februari veehouder zoowel als de gewone consument van 4 jaar en ouder voorloopig weer met margarine genoegen moeten nemen. OP DE LICHTE GRONDEN. De Minister ^an Landbouw, Visscherij en Voedselvoorziening heeft, zooals bekend, onlangs bepaald, dat voor de bedrijven op de lichte gron den een toeslag per hectare zal worden verstrekt. Deze toeslag wordt, naar thans is vastgesteld, gesplitst in twee gedeelten, n.l. een toeslag per ha bouwland en een toeslag voor kleine bedrijven. Voor eerstgenoemden toeslag komt in aanmerking al het werkelijk in gebruik zijnde bouwland, opge geven bij de zomerinventarisatie 1945, alsmede alle door oorlogsomstandigheden tijdelijk onbruik bare cultuurgronden (inundatie-gebied, mijnen velden, e.d.), met uitzondering van grasland, dat geïnundeerd was. Deze toeslag wordt alleen ver strekt voor bedrijven op zuiveren zandgrond of veendalgrond. Zij zal ongeveer f 70,per ha bedragen. Toeslag voor kleine bedrijven. De toeslag voor kleine bedrijven zal worden uitgekeerd aan alle bedrijven op de zand-, veendal- lös-, laagveen-, rivierklei- en hoogveengronden, alsmede roodoorngronden met overwegend zand, met een totale oppervlakte van minder dan 8 ha. Deze toeslag wordt uitgekeerd op iedere ha bouw en grasland en, in tegenstelling met den toeslag op bouwland, wordt die voor kleine bedrijven ook gegeven over tuinbouwgronden. De door oorlogs omstandigheden onbruikbare gronden kunnen worden meegeteld. Hier wordt de toeslag dus ook gegeven over het geïnundeerde grasland. De grootte van dezen toeslag bedraagt voor bedrijven tot en niet 1.09 ha een bedrag van f 100,— per ha bouw-, tuinbouw- en grasland; voor bedrijven met een grootte van 1.1 ha: f 99,van 1.2 ha: f 98,van 1.3 ha: f 97,en verder regelmatig per 10 are met f 1,per ha terugloopend tot: 5 ha f 60,per ha 5.1 haf 58,per ha 5.2 haf 56,per ha 5.3 haf 54,per ha en verder terugloopend met sprongen van f 2, per 10 are tot 7.9 ha: f 2,8 ha: niets Ingeval dc exploitant den landbouw niet als hoofdgroep beoefent, wordt de toeslag voor de kleine bedrijven niet verstrekt. Evenmin indien hij distributie in het jaar 1943/'44. De gegevens over de oppervlakte worden ontleend aan het inventa risatieformulier van den zomer 1945. De opper vlakte boomgaard mag, zoo dit voor een geheele provincie wenschelijk is, vastgesteld worden aan de hand van het inventarisatie-formulier 1944. Van de gegevens over de grondsoort en over de oppervlakte mag niet worden afgeweken, tenzij het Ministerie van Landbouw, Visscherij en Voedselvoorziening schriftelijk goedkeuring heeft verleend op een schriftelijke aanvraag. Indien de invulling van het kunstmestformulier niet volledig is of geen oplossing geeftjop het punt van grondsoort of boomgaard, kan gebruik gemaakt worden van het kunstmestformulier van 1942. Alle beroepschriften en klachten moeten aan den P.V.C. worden gericht. Men moet er op reke nen, dat de berekeningen en de controle de uitbe talingen niet vóór Maart mogelijk zullen maken. COLORADOKEVER-BESTRIJDING. Tengevolge van het feit, dat de Coloradokever- bes trij ding ïn 1946 in belangrijke mate van die van voorafgaande jaren zal verschillen, komt het ons gewenscht voor, dat thans reeds de algemeene richtlijnen onder uw aandacht worden gebracht. Voor het grootste gedeelte van ons land wordt het niet meer noodig geacht, dat bij het vinden van kevers, eitjes, larven of poppen, van deze vondst melding wordt gemaakt ten gemeentehuize. Eveneens zal voor dit gedeelte van het land geen wettelijk voorgeschreven, algemeene spuitplicht ingevoerd worden. Inplaats van deze voorschriften zal de nieuwe wet bepalingen Jbevatten, waarin aan gebruikers van perceelen de plicht opgelegd wordt 0111 bij eventueel voorkomen van Colorado kevers of larven deze te vernietigen. Dit kan ge beuren door deze te dooden door doodknijpen, af te zoeken en verbranden of door het gewas te bespuiten met een oplossing van calciulii-arsenaat. In beginsel is het dus niet van belang, welke be strijdingswijze gebruikt wordt, als de kevers, larven enz. maar grondig opgeruimd worden. Om practische redenen zal dit vernietigen in vele gevallen door een of meermalen uitgevoerde be spuiting met een arsenaal oplossing plaats vinden. In deze z.g. „bestrijdingsplicht" ligt opgesloten, dat ten allen tijde bij het voorkomen van den kever, deze direct bestreden moet worden en het dus niet mag voorkomen, dat bij controle van een perceel. Coloradokevers en larven worden gevonden. Is dit wel het geval, dan kan zulks als een strafbaar feit beschouwd worden. Behalve, dat aan verbouwers in zoo'n geval een straf opgelegd kan worden, kan de Burgemeester, op verzoek van den Planien- ziektenkundigen Dienst, voorschrijven, dat de bestrijding alsnog uitgevoerd wordt of op kosten van den verbouwer laat uitvoeren. Om de op te leggen bestrijding naar behooren te kunnen uitvoeren zal het noodig zijn dat de- verbouwers hun aardappclpcrccelen geregeld na zoeken op het aanwezig zijn van Coloradokevers of larven, om te voorkomen dat deze door den controleerenden ambténaar worden gevonden. In het kort komt dus dc regeling hierop neer, dat een verplichte bestrijding wordt ingevoerd, die alleen goed nageleefd kan worden, wanneer geregeld gezocht wordt. Behalve deze maatregel, zullen voor bepaalde, betrekkelijk kleine gedeelten van ons land een algemeene spuitplicht cn meldingsplicht worden voorgeschreven, wat dus hierop neerkomt, dat in deze gebieden uit voorzorg écn of meer kecren alle aardappclperceelen bespoten dienen tc worden en dat bij liet vinden van kevers of larven aan den Burgemeester of andere bepaalde personen aan gifte dient te worden gedaan.

Krantenbank Zeeland

Opbouw | 1946 | | pagina 1