I van der Meide Lan9,tWïfl B10
vdn uei mgiuc SOLV!MELSÜIJK
nüjk
sdijk
ig)
Uw
B. H.
LIIGEN.
\GENS.
Beëedigii Makel, ea Taxateur Ooroereade goede reu
Belast zich gaarne met den aan- en ver
koop, huur- en verhuur van huizen en
landerijen; het bezorgen van eerste hypo
theken: opmaken en indienen van succes
sie-memories en verdere behandeling van
boedels en nalatenschappen; de administra
tie van onroerende goederen en hypo
theken; het opmaken van huurcontracten
en zoonoodig het indienen daarvan bij het
Pachtbureau of bij de Pachtkamer. enz.
Ons adres is veranderd.
Voorheen was ons kantoor op Kaai
No. 8. Vanaf heden is dit
Stationsweg 23.
Wilt U dit even aantekenen. 32
Fa. P. DE KORTE ZONEN
Brandstoffen-, Draineerbuizen-en Hout
handel OUDE TONGE, Telefoon 24.
ZAAIT AR WE.
Alle soorten ZAAITARWE. WINTER-
GERST. org. Hamburger- en Lembkes-
KOOLZAAD.
fa. J. C. OSSEWEIJER 6 Zn.
Dlrksland, Tel. 156.
VOOR BOEKHOUDINGEN
ADMINISTRATIES EN BELASTINGZAKEN
NAAR M. DE GROOT
(Gedipl. Boekhouder)
WATERWEG E 44 MIDDELHARNIS-
H.H. LANDBOUWERS.
UIT VOORRAAD LEVERBAAR:
Concurrent Zaailijnzaad.
Zoo wel te velde als op partij gekeurd.
Vroegtijdige bestelling gewenscht
in Zaailijnzaad. 33
JOH. VERWEIJ
Achterweg A 2$, NIEUWE TONGE
Telefoon 13.
H.H. LANDBOUWERS'
Uit voorraad leverbaar in alle maten de
van ouds bekende
DRAIN EERBUIZEN
op geldige bonnen. Geen moeilijkheden met
Lw toewijzing. Schrijf ons even en wij maken
het voor Li in orde. Levering over het gehele
eiland. 54
Beleefd aabevelend,
A. VAN N1EUWAAL,
Draineerbuizenhandel, Den Bommel.
Sub-agent voor West-Flakkec:
G. v. NIEUWAAL. Binnenweg 143a. Melissant.
Stichting voor Lijkbezorging
„VOORZORG"
BIJKANTOOR; M1DDELHARNIS
A. BAART, Burgem. Boumanplein C 38
Telefoon 312.
Begrafenissen, Transporten.
UITVOERING;
Indrnkwekkend - Plechtig - Piëteitvol
Boekhouding. Belastingen
Administratie en Acconntantskantoor
W. A. DE BAKKER. Lid N. I.v.B.
OUDDORP. (Voor het geheele eiland
te ontbieden).
WIE IS DAT
die nieuwe zwaar eiken
SPEKKU1PEN
WASKUIPEN
WASTOBBEN, enz. verkoopt?
Natuurlijk bij oudst en vertrouwdst adres
N. SMIT, Vatenhandel, Dlrksland.
BODEDIENST op ROTTERDAM
doorvoer door geheel Nederland.
BESTELHUIZEN te ROTTERDAM:
Bodehnis -De Valk". Aleidisstr. 31,
Telef. 38277.
Bodehnis -Van Hooten", Diergaarde
singel 56, tel. 38266.
BESTELHUIZEN TE:
Ouddorp: Wed. Meijer, Nieuweweg 147.
Goedereede: H. Dubbeld, Pieterstraat.
Stellendam: J. Mastenbroek.
Melissant: C. Goedegebuur, Slager.
DirksJand: N. Zoon Pzn., Voorstraat,
Nieuwe-Tonge L. Oudzegel, Korteweegje A 33.
Oude-Tonge: W. J. Breeman, Rijwielhandel.
Achthuizen: P. A. Pollemans, Winkelier.
Ooitgenspiaat: P. Mans, Weespad 33.
Den Bommel: P. Nachtegaal, Schoenhandei
Stad a/'t Haringvl.:Adr. Mellaart, Voorstr. 117
Beleefd aanbevelend.
Fa. J. BOTH Zoon, Middelharois - Tel. 93
KUNSTMEST 1945/1946
Binnenkort worden de kunstmest-
bonnen uitgereikt. Voor U Uw bonnen
afgeeft, informeert eerst bij mij naar
prijzen, deze zijn beneden iedere con
currentie. Levering uit voorraad, garan
tie Rijkslandbouwproefstation Maas
tricht, gedeeltelijke bijlevering van zak
ken.
Aanbevelend, 33
J. P. MAST DEN BOMMEL
Belegd Uw geld goed!
DRAINEREN geeft grote winst.
Uw buizen hebben wij in voorraad 5-6-8
en 10 cM. buizen. Op Uw aanvraag
zorgen wij voor een toewijzing, bellen
Tel. 24. DRAINEERBUIZENHANDEL
Fa DE KORTE
Stationsweg 23 - Oude Tonge
Te koop aangeboden
EEN GOOTSTEEN BAK
met 6 meter afvoerbuis. M. KAMERLING,
Oostdijk 273, Sommelsdljk.
EEN KAMERKACHEL,
ook geschikt voor kantoor of winkel. Adres:
j. DE KORTE, Oudelandschendijk 413',
Sommelsdljk.
EEN 12-DEELIG KONIJNENHOK,
EEN AANHANGWAGENTJE voor tractor.
Wil ook wel ruilen voor autobanden. J. GROE
NENDIJK, Kade A 294, Sommelsdljk, Tel. 363.
EEN HAARDKACHEL
in goede staat. Inlichtingen G. v. NIEUWAAL,
Binnenweg 143a, Melissant.
Voor het verspreiden van
CIRCULAIRES
houdt onderstaand adres
zich beleefd aanbevolen
L. GROENENDIJK
AGENT van „Opbouw" en „Trouw"
Westdijk 305 Sommelsdijk. 5—4
VRIJDAG 28 DECEMBER 1945
Prijs per kwartaal f 1,50. Losse nummers f0,15.
Advertentieprijs 14 cent per mm.
Bij contract aanzienlijke korting.
OPBOUW
Christelijk-Nationaal Streekblad voor Goeree en Overflakkee
EERSTE JAARGANG
No. 35
Adres der Redactie en Administratie:
ZANDPAD B 282 - MIDDELHARNIS
Dit blad verschijnt iederen Vrijdag
9V" De Redactie en Admini
stratie van „Opbouw wensen allen
een gezegend 1946 toe.
TERUGBLIK.
Een bonte mengeling van gevoelens vervult ons,
als we nu terugzien op het bijna vervlogen 1945.
In zwarte nacht zette dit jaar in. Zwaar lagen
de oordeelen Gods op de wereld, ook op ons land
en volk.
Hoe zwaar, drukte de looden vuist van de
Duitsche tyran.Toenemende hongersnood waarde
door ons vaderland en versloeg vooral in de groote
steden zijn duizenden. Ja, het gebrek aan levens
middelen begon zelfs door te dringen ook op ons
eiland. Kouue en kleedmggebrek verergerden de
ellende. En de angst, de benauwing van de mee-
doogenlooze vijand hield allen in een gedurige
beklemming. En hier op ons Flakkee, waar over
een groot deel de eindelooze watervlakten u-ooste
loos zich uitstrekten door de inundaties, hier
bloedde en schrijnde nog versch de felle wonde,
geslagen door de razzia's en de wegvoering van
onze mannen en zonen van eind December 1944.
Wel leefde in vele harten een sterk vertrouwen
op de uiteindelijke overwinning der Geallieerde
legers, die al maar oprukten en den vijand terug
drongen. Bij velen lichtte de hoop op een komende
bevrijding. Een deel van ons vaderland was
immers reeds aan de vijanden ontrukt. Maar op
de rest, het grootste deel van ons lancl, lag toch
nog de ellende, die al nog grooter en dieper werd.
Ons vaderland was in de volle verschrikkelijke zm
van het woord frontgebied geworden; we lagen
in de vuurlinie. Leed, angst, benauwing allerwege.
Schrik van rondom. Waarlijk, 1945 werd in diepe
donkerheid geboren, temidden van de zware oor
deelen Gods.
Maar als we nu om ons heen zien, staande aan
het einde van dit jaar, dan past ons de belijdenis:
Onze God heeft wonderen gedaan. De gang der
gebeurtenissen in 1945 getuigt van Zijn onuit
sprekelijke goedertierenheid, van Zijn macht tot
uitredding, boven bidden en denken.
Immers, op 5 Mei mocht de biijmare rond
gaan: de Duitsche legers hebben onvoorwaarde
lijk gecapituleerd! De wapens zijn neergelegd!
Toen laaide door heel ons vaderland de overwel
digende vreugde, de ongekende blijdschap: Wij
Zijn vrij.' God gaf ons vrede, bevrijding. En in-
tusschen, reeds spoedig, keerden de onzen voor
het overgroote gedeelte terug uit vijandelijke
slavernij. De honger werd wondersnel uit ons
land verdreven. De verschrikkingen van den oor
log waren voorbij. Ons Vorstenhuis keerde weder
na jarenlange scheiding.
Nu zijn onze velden weer drooggelegd, onze
dorpen weer bevolkt of van vijanden gezuiverd.
En ook heel ons volksleven, zoo ontredderd en
ontwricht, is weer op de weg van vernieuwing en
herstel.
Zeker, de naweeën van de wereldoorlog zijn
nog niet geheel verdwenen. Nog is de schaarschte
niet overwonnen. In vele harten is bij de onder
gang van dit jaar rouw om hen die nimmer weder
keerden uit de Duitsche tewerkstelling. Vele zijn
de gesneuvelden in de ondergrondsche strijd. Vele
wonden schrijnen nog na. Aan de droeve adver
tenties komt maar geen einde.
Maar er is een hemelsbreed verschil tusschen
het begin en het einde van 1945. Hoog boven al
het andere verheft zich in onze harten dë loftoon:
Wij zijn door 's Hoogsten arm 't geweld onttogen.
Alleen Indië.In dat deel van ons Rijksgebied
is de strijd nog niet uit. Nadat ook de Japanners
tot onvoorwaardelijke overgave waren gedwongen,
zoodat ook ons Indië werd bevrijd, ontbrandde
daar de revolutie, de opstand van een deel der
Indonesiërs. Wie zal de slachtoffers tellen die
tengevolge van die troebelen intusschen reeds
gevallen zijn? Duizenden leven daar nog dagelijks
temidden van vele bedreigingen en verschrikkin
gen. En de fanatieke~opstandelingen denken nog
niet aan capitulatie, gestijfd als ze zijn door een
Slappe houding der Geallieerde en Nederlandsche
autoriteiten, die niet doortasten wilden toen het
wellicht nog gekund had. Het werk der christelijke
Zending ligt er neergeslagen, en de opstand ver
wekt en ontketent een haat tegen het christendom,
die nog lang Zullen nawerken. Inderdaad, Indië
is nog een bron van zorgen.
Zoo snelt 1945 ten einde. Waarlijk, de moeiten
en zorgen ontbreken ook nu niet. En nu spraken
we nog niet eens van de moeiten hier in ons land.
De onbevredigende toestand op politiek gebied,
de uiterst langzame terugkeer tot de grondwette
lijke regeeringsvormen, de slepend langzame gang
van zaken bij de berechting van politieke en
economische misdadigers. De zorgwekkende geest
van afval van den levenden God, de voortschrij
dende ontkerstening, het ontbreken van een geest
der dankbaarheid voor de ontvangen zegeningen
Gods, de zucht naar genot- en vermaak, zonder
bezinning en inkeering. En er ware nog zooveel
te noemen.
Neen, de donkerheden ontbreken niet. Maar,
van hoeveel zonden en tekorten het ten ondergang
neigende jaar ook getuige, hoeveel donkerheden
ons nog drukken, toch, 1945 roept luide Gods
goedheid uit. Wat in ons alles moge overstemmen
zij de aanbidding der dankbaarheid: God deed
ons, ook als volk, niet naar onze zonden. Hij gaf
ons in zoo heel veel opzichten een jubeljaar. Lof
zij Zijn goedertierenheid! Nope het ons om ernst
te maken met de Psalm, zoo vaak in allerlei dank
stonden gezongen dit jaar:
Door 's Hoogsten arm 't geweld onttogen
Zal ik, genoopt tot dankbaarheid
Verschijnen voor Zijn heiige oogen
Met offers aan Hem toegezeid.
Ik zal, nu ik mag ademhalen
Na zooveel bange tegenspoed,
Al mijn geloften U betalen
U, die in nood mij hebt behoed.
OUDE JAAR.
Hoe vaak zijt Gij dit jaar
niet tot ons hart gekomen
met leed en met geluk,
met ziekten en met pijn.
Maar ook: hoe vaak hebt Gij
verdriet en kwaal genomen,
en deed Uw stil bezoek
ons stil en zalig zijn.
En nu, 't is middernacht.
O, mocht de wereld wijken
met de omzwaai van de tijd.
Daal, hemel, tot ons neer.
Wij laten de aarde los,
om zelf niet te bezwijken.
Ontruk ons aan ons zelf
en houdt ons vast, o Heer!
Dit gedicht is van Willem de Mérode, den be-
kendsten van onze jongere Protestantse dichters.
Hij is gestorven in 1939. Zijn uiterst zwakke gc-
;ondheid stond hem niet toe, veel in persoonlijk
contact te komen met andere jonge Christendich-
ters. Toch werd hij door de vele^n vaak zeer goede
verzen, die hij schreef, en door veel briefwisseling
de man, die het sterkst onze hedendaagse letter
kunde beïnvloedde. Zijn werk is in tal van bundels
ruim onder ons volk verbreid. Wie bovenstaand
gedicht enkele malen aandachtig doorleest, liefst
op een rustig ogenblik ook eens hardop, zal waar
schijnlijk geen behoefte gevoelen aan veel toelich
ting. Het spreekt van de w .re Christelijke Oude-
jaarsviering: bezinning, dankbaarheid, en voor de
toekomst biddend vertrouwen
Het volgende gedicht, eveneens van de Mérode,
moge ons steunen bij de aanvang van het nieuwe
jaar. Het spreekt vooral tot Jongeren onder ons.
Onze levenshouding in 1946 moet bepaald worden
door het vaste besef, dat wij Militia Christi,
soldaten in dienst van Christus zijn, In Zijn Jeger
is plaats voor allen, voor de vastberadenen, de
enthousiasten, maar ook de tragen, de bangen, de
twijfelaars. In Zijn dienst is -nodig jeugdig vuur,
maar ook kalme vastberadenheid, bovenal het
gebed, waarin allen zich geheel afhankelijk weten
van Gods kracht.
MILITIA CHRISTI.
De jongren met wakende oogen
En onbedorven gezicht,
En harten vol mededoogen,
En een hoofd dat de harde plicht
Die zij gewillig volbrengen,
Als goed en recht heeft doordacht:
God ïl Zijn heilig werk volbrengen
Doo een nieuw geslacht.
En zij, die struiklend vluchtten
En snel werden achterhaald,
Verstekelingen, die duchten
Voor straf; al wie hebben gefaald;
De sluwen, en sloomen, en sluiken
Voor wie God plotseling staat,
Hij kan hen allen nog gebruiken
Bij den bouw van Zijn Staat.
De jongren die hunkren en rillen
Naar een groote verandering,
Maakt Hij tot wijzen en stillen,
Bedachtzaam van handeling.
Zij vechten, en bouwen mede
En bidden in bloed en slijk
Om 't groote wonder van den vrede,
En Gpds komend rijk.
WILLEM DE MÉRODE.
Het Annexatieprobleem.
Maandag 17 December hield Dr. Ir. Bakker-
Schut voor het Wetenschappelijk Genootschap
in de Concertzaal van Hotel Meijer een zeer
sympathieke lezing over bovengenoemd onder
werp. Sympathiek omdat spreker, hoewel zelf
warm voorstander van annexatie van een stuk
Duits grondgebied, een voordracht hield, waarin
hij alle kanten van dit grote probleem in het juiste
licht trachtte te stellen. Volstrekt objectief was hij
niet, hetgeen in deze onmogelijk en zelfs onge
wenst zou zijn.
Spreker zei: Een juist standpunt in te nemen
is zo moeilijk daar de zaak van zoveel kanten
bezien kan worden. De oorlog is pas afgelopen en
daardoor leven we nog onder de invloed van de
haat, in die oorlog gekweekt. Spreker onderstreepte
echter duidelijk, dat de haat in deze kwestie ceheel
geweerd moet worden, want wij moeten een beslis
sing nemen, waarmee onze kinderen, jaren later,
zich geheel kunnen verenigen.
'De beslissing ligt geheel op het ter/ein dei-
Buitenlandse politiek. Vóór Mei 1940 dachten wij
niet internationaal, we voerden de neutraliteits
politiek en daarom zijn wij, nu dit geheel anders
geworden is, nog te weinig georiënteerd. En toch
zal het Nederlandse volk spoedig tot een keuze
moeten komen.
Internationaal gezien waren er twee mogelijk
heden:
le. Duitsland weer in 't zadel te helpen;
2e. Het Duitse volk er blijvend onder houden.
Nederland had in deze keuze niets te zeggen.
De Grote Drie beslisten en kozen de tweede
mogelijkheid. Stukken van Oost-Duitsland werden
gevoegd bij Rusland, Polen en Tsjecho Slowakije,
de rest werd verdeeld in bezettings-zönes en met
de desindustrialisatie ten gunste der Geallieerden
is reeds begonnen.
De weg om Duitsland er onder te houden is
ingeslagen en zal vooral door -Rusland wel streng
doorgevoerd worden.
Spreker wees erop, dat het een levensbelang voor
Nederland is, dat het met Duitslands grootheid
voor goed is afgelopen. Hitier veroorzaakte de
oorlog niet, het was de Pruisische geest, die D.
imperialistisch maakte.
Nederland moet in deze politiek der Geallieer
den een bijdrage leveren en dit kan door een ge
deelte Duits grondgebied te annexeren of een
gedeelte onder Nederlands beheer te stellen of
beiden. Dit alles natuurlijk in overleg en samen
werking met België en Frankrijk.
Annexatie betekent dus verzwakking van Duits
land. Behalve deze kunnen nog andere motieven
worden aangevoerd n.l. de historie, het machts
motief en de schadevergoeding.
Er zijn delen van West-Duiisland, die vroeger
onder het rijk der Nederlanden stonden. Denk
b.v. aan de tijd toen er zelfs een Nederlandse
bezetting was van Emmen tot Bonn. Daarbij kan
dan nog gewezen worden op de cultuurgemeen
schap, die er bestaat, dus Oost-Nederland en
West-Duitsland. Dit kunnen echter geen motieven
zijn die-leiden tot annexatie, want met geschiede
nis kan alles bewezen worden. Flitler zei toch, dat
in 1648, einde 80-jarige oorlog, Nederland los
gemaakt werd van Duitsland.
Grenzen zijn betrekkelijk veranderlijk en door
toevallige factoren, zoals erfenis, dynastie ont
staan. Een voorbeeld: Limburgs grens moest vol
gens eis op een kanonschot afstand van de Maas
liggen. Wat datrbetreft kunnen we dus wel annexe
ren, er is niets veranderlijker dan de draagwijdte
van een kanon. Neen, we moeten naar de toekomst
zien.
Het machtsmoticf heeft in het geheel geen waar
de, is zelfs sterk af te keuren. Want indien het
Nederlandse volk annexatie wenst, opdat zij mr er
macht zal krijgen, is dat volk niets beter dan het
Duitse.
Dr. Bakker-Schut behandelde daarna uitvoerig
het motief: Schadevergoeding.
De finantiële schade, ontstaan door de oorlog,
is onnoemelijk groot. Daarbij komt de schade of
moreel gebied, die veel en veel groter is. De volks
kracht is in ernstige mate aangetast en dit kan met
geld niet goed gemaakt worden.
Duitsland zou met drieërlei middelen de schade,
al was liet slechts een zeer klein gedeelte, kunnen
vergoeden, n.l.:
le.' Door levering van grondstoffen, produc
ten, geld;
2e. Door het verlenen van diensten;
3e. Door het afstaan van grond.
De eerste mogelijkheid is slechts een theoreti
sche. De afbetalingen der vorige oorlog hebben
ons genoeg geleerd. Gezien de grote verwoestingen
in deze oorlog van Duitsland zelf, kunnen we niet
optimistisch zijn in onze verwachtingen.
De tweede mogelijkheid is in 't geheel niet
wenselijk. We hebben nu lang genoeg Duitsers
gezien. Daarbij komt dat we misschien over enige
jaren zelf met werkeloosheid te kampen zullen
hebben.
Het enige, indien Nederland een gedeelte van
zijn schade vergoed wil hebben, is dus annexatie,
tenminste indien dit voordeel oplevert.
Spreker verwachtte van inlijving tweeërlei voor
delen n.l. op korte en op lange termijn.
Binnen korte tijd kan na annexatie onze beta
lingsbalans, die nu ernstig verstrooid is, weer in
evenwicht gebracht worden.
De import zal verlaagd en de export verhoogd
kunnen worden door de diverse producten, zoals
kolen, bruinkool, zout, kali, petroleum, mergel,
natuursteen, hout en agrarische producten, die
het te annexeren gebied zal opleveren.
De voordelen op lange termijn zijn echter van
groter belang. Verwacht wordt dat in 1970 Neder-
land's bevolking ongeveer IIV2 millioen zal zijn.
Zal in ons land voor zo'n grote bevolking voldoen
de werkgelegenheid zijn? De keuze wordt dan:
grotere industrie, -emigratie, annexatie of sterke
verarming.
Spreker ziet weinig heil in uitbreiding dei-
industrie. Zullen we voldoende afname der pro
ducten vinden? Het is te betwijfelen, gezien de
Amerikaansche grootindustrie.
Emigratie is momenteel mogelijk, maar alleen
een massa-emigratie kan helpen en ongetwijfeld
zullen andere naties dan spoedig hun grenzen
sluiten. En hoe zal het met Indië aflopen? Al
wordt de Indische kwestie gunstig opgelost, waar
op spreker vertrouwt, dan nog zullen naar Indië
alleen intellectuelen of half-inteliectuelen emi
greren. Door klimatologische factoren en geheel
andere arbeidsverhoudingen is Indië voor den
werkman niet gunstig.
De oplossing ook voor deze moeilijkheid ziet
spreker alleen in annexatie. Maar is dit op grond
van overbevolking gerechtvaardigd? Vervallen we
dan niet in dezelfde fouten van Japan, die ook
expansie wenste voor zijn overbevolking?
Overbevolking is een relatieve kwestie. Vóór
Mei 1940 konden wij door onze grote welvaart
en rijkdom, werkloosheid, dus overbevolking dra
gen. Nu zijn wij door de oorlog, dus door de
Duitsers straatarm geworden en kunnen ons niet
meer een werkloosheid permiteren.
Ook de indirecte gevolgen van de oorlog zullen
zich doen gevoelen. 40 van onze vroegere
export ging naar Duitsland, thans is dit in die
mate afgelopen. Welke gevolgen zal dit hebben
b.v. voor een stad als Rotterdam. Het is dus vol-1
komen gerechtvaardigd indien we op deze gronden
annexatie verlangen.
Economisch noodzakelijk cn op rechtsgronden
gerechtvaardigd, maar moreel verantwoord
Spreker is voorstander van een totale evacuatie
van het D. volk uit het te annexeren gebied. Daar
door zal echter de grensbevolking de straf dragen
voor het gehele Duitse volk. Dit zou niet billijk
zijn en daarom zal de nieuwe Duitse staat deze
mensen schadeloos moeten stellen. Voor hen moe
ten nieuwe bestaansmogelijkheden geschapen
worden en dit kan in de Noord-Duitse laagvlakte.
Daar kunnen nog uitgestrekte velden in cultuur
gebracht worden.
Indien echter alle grens-naties de bevolking
naar kern-Duitsland zullen doen verplaatsen,
wordt het daar dan geen opeenhoping, dus over
bevolking? Duitsland heeft in de oorlog 6 a 7
millioen inwoners verloren, waarvan velen in de
bloei van hun leven. De gevolgen voor de toekomst
zijn zodanig, dat het Duitse volk de eerste jaren
sterk in aantal zal verminderen. Indien het econo
mische leven in kern-Duitsland weer enigszins
opgebouwd zal zijn, is voor overbevolking niet
te vrezen.
De meeste Nederlanders zijn zo bang voor de
gevreesde haat en revanche-gedachten van Duits
land. De geschiedenis heeft ons dit toch geleerd.
„Neen", zegt Dr. Bakker-Schut, de oorlogen met
Duitsland in 1870, 1914 en 1939 zijn niet begonnen
omdat een gedeelte van het Duitse volk of land
onder vreemde heerschappij stond. De hoofd
oorzaak ligt in de Pruisische geest van macht- en
hoogmoed-waanzin. Het werd wel als motief voor
een oorlog aangewend. En trouwens, komt er weer
oorlog, dan kan Nederland zich toch niet meer
afzijdig houden, de neutraliteitspolitiek heeft
afgedaan.
Indien tenslotte tot annexatie wordt besloten,
zou Nederland met zijn arbeidskrachten en machi
nerieën voor de exploitatie kunnen zorg dragen?
1 Vele boerenzoons hebben zich reeds gemeld,
Jleen zal in verband met het tekort aan land
arbeiders wel moeilijkheden kunnen rijzen, hoewel
we de toestand van heden niet als maatgevend
kunnen beschouwen Eventueel kunnen Duitse
arbeiders daar blijven wonen. Daarbij komt dat
toch alleen door streng doorgevoerde mechanisatie
de landbouw lonend gemaakt kan worden.
Dezelfde moeilijkheden, alleen in grotere mate,
zullen ontstaan wat betreft de mijn-arbeiders.
De mogelijkheid bestaat echter dat Poolse mijn
werkers worden aangetrokken en men gebruik zal
kunnen maken van Duitse grensga'ngers.
SCHRIFTOVERDENKING.
TERUGBLIK EN VOORUITZICHT
(bij de jaarwisseling).
De last van Duma.
Men roept tot mij uit Seïr: Wachter,
wat is er van den nacht; wachter, wal
is er van den nacht
De wachter zeideDe morgenstond
is gekomen, en hel is nog nacht; wilt
gijlieden vragen, vraagt; keert weder,
komt. Jesaja 21 11, 12.
I11 de profetische boeken van het Oude Testa
ment merken we telkens op, dat de profeten niet
alleen de zuiver-geestelijke dingen bespreken,
maar ook de gebeurtenissen van het dagelijksche
leven stellen onder het licht van Gods Woord.
Daarbij zijn het dan niet enkel de binnenland-
sche aangelegenheden, die hun aandacht trekken,
maar evenzeer nemen zij nota van de toestanden
in het buitenland.
Daarom zijn verschillende profetiën ook recht
streeks tot de omwonende volkeren gericht, ja het
blijkt zelfs dat men vanuit het heidensche buiten
land contact zoekt om naar Jesaja's inzicht in het
wereldgebeuren te vragen.
.Volgens de hierboven afgedrukte tekst zijn er
menschen uit Seïr gekomen die zich tot Jesaja
wenden met de vraag: „Wachter, wat is er van
den nacht?" De beeldspraak is duidelijk. Wij
spreken ook nu van den nacht der tijden, als we
een somber tijdperk bedoelen.
En wat antwoordt Jesaja? Zegt hij: „Voor u heb
ik geen woord, ga naar uw heidensche waarzeg
gers. Zoek uw eigen afgoden".
Neen, hoor. Vol ernst klinkt de stem van den
profeet: „De morgenstond is gekomen en het is
nog nacht". Zooals het in de natuur, na een don
kere nacht, zoo heel lang donker kan blijven en
het licht maar niet doorbreekt, zoo profeteert
Jesaja ook over de wereldtoestand van zijn tijd.
Het lijkt wel alsof de dageraad van een nieuwe
toekomst is aangebroken, maar het blijft nog don
ker. Het is nóg nacht!
Weinig moedgevend is Jesaja's woord. Maar
dan vervolgt hij: „Wilt gijlieden vragen, vraagt;
keert weder, komt". Er is geen reden tot wanhoop.
Ze behoeven niet troosteloos naar Seïr terug te
keeren. Want als zij weer nieuwe vragen hebben,
kunnen zij opnieuw komen.
Ook nu zijn er tal van vragen met het oog op de
toestand in het binnen- en buitenland. Want al is
het jaar 1945 eindelijk het vredesjaar geworden,
het is toch ook een jaar geweest van onnoemelijk
veel leed. En nog ziet alles er zoo donker uit.
Wel is het oorlogsgeweld nu ten einde. Op de
slagvelden vloeit het bloed niet meer. De ver
drukkingen van de overwonnen volken in de be
zette gebieden zijn nu achter de rug.
Maar toch is er nog zoo'n groote spanning en
de vreugde over den vrede wordt gedurig getem
perd. De toestand in ons rijk buiten Europa is nog
allesbehalve rooskleurig, en ook de politieke hemel
in Europa is onheilspellend donker.
We hadden gehoopt op den morgenstond der
bevrijding met liefelijke zonneschijn, maar het
blijft nog allerwege duister.
Ook nu komt de vraag: „Wachter, wat is er van
den nacht?"
Daarop moet de prediker een antwoord geven.
Neen, we sturen u niet weg, als ge komt niet uw
vragen. Maar we bereiden u er op voor: ons ant
woord kan niet optimistisch klinken. Want ook nu
is de morgenstond gekomen. Maar: hei is nóg
nacht.
Donkerheid bedekt de aarde, duisrernis de
volken.
Dat is geen moedgevende boodschap. Maar het
is de waarheid, die niet altijd even prettig is om
te hooren.
Doch nu moet ge voor één ding oppassen. Dat
ge nu niet moedeloos het vragen opgeeft. Neen,
nu moet ge juist doorgaan met vragen. Vraag nu
ook wat de oorzaak van al deze ellende is. Vraag,
hoe er ooit verandering kan komen. Kom nog
eens terug.
Dan zult ge hooren, dat de oorzaak van alle
donkerheid in deze wereld is: de zonde, waarmee
wij ons van den God des lichts hebben afgekeerd.
Wij hebben de duisternis liever gehad dan het
licht. En als wij daarin doorgaan, dan blijft het
donkere nacht. Dan gaan wij met de wereld onder
in de buitenste duisternis.
Echter, juist vóór de jaarwisseling herdachten
wij op Kerstfeest het feit, dat in de nacht der
tijden het Licht der lichten is opgegaan. Christus,
die het Licht der wereld is, is verschenen, opdat
wij in de duisternis niet zouden wandelen, maar
het licht des levens hebben.
Komt tot dat schijnsel, alle volken.
En gij, mijn ziele, bidt het aan.
Komt dan tot dien Heiland, met uw vragen.
Moet ge bij de terugblik op het jaar 1945 zelf
zeggen, dat ge zonder God en zonder Christus
hebt geleefd, ja, dan blijft het donker voor u, als
ge ook 1946 zoo ingaat.
Maar: „keert weder", staat er in onze tekst. Dat
kan ook vertaalt worden: Bekeert u. Keer af van
den weg der zonde die naar de eeuwige duisternis
leidt. Keer weder tot den Heere en tot Zijn Woord.
Anders zult ge geen dageraad zien. (Jesaja 8 20).
Nog laat de Heere Zijn Woord schijnen als een
licht in de duistere plaats dezer wereld. Nog klinkt
ook voor deze meditatie de roepstem tot bekeering.
Alleen door een echt Wederkeeren tot God met
al uw vragen, uw zorgen, uw moeilijkheden, uw
verdriet, maar bovenal met al uw zonde en schuld
zal het licht worden in uw ziel. Dan gaat ge het
licht tegemoet. De dageraad der eeuwigheid breekc
aan. Wat is dat vooruitzicht heerlijk!
Oude Tonge. Th. G. VOLLEBREGT.
maar, zet maar „wat" op. Daar heb je nou bijv.
de omzetbelastingaatigihe. Niet dat gewone biljet,
dat eens per jaar, per kwartaal of per maand wordt
toegezonden, neen, maar dat andere, dat op grond
van de zoo bekende buitengewone aangifte werd
verstrekt. Vooral landbouwers, kijkt hierbij uit!
Anders is er groote kans dat U te veel betaald, als
U tenminste zoo maar „wat" opzet.
Gevraagd wordt zoo onnoozelweg wat U te
weinig hebt opgegeven. En juist omdat in de aan
hef van dit formulier wordt gesproken over de
„bijzondere aangifte" kan de fout worden begaan
te veel op te geven. Niet moet hierop verteld wor
den wat in totaal is verzwegen, tijdens de bezetting,
zooals dit voor de inkomstenbelasting noodig was.
Opgegeven moet worden de belastbare ontvangst
voor de Omzetbelasting. Vooral bij de landbouwers
kan dit een groot verschil uitmaken. Ontvangsten
van levering aan de veiling, van granen, suiker
fabrieken etc. zijn vrij. Het gaat dus niet op, zooals
zooveel gedaan wordt, eenvoudig weg de zelfde
bedragen over te nemen als dat voor de bijzondere
aangifte is gedaan. Let U hierop? Dus... even
achter het bureau. Even uitkienen en niet maar
„wat" opzetten. Een beetje doordenken en U ver
dient er mee, werkelijk.
W. A. de B.
Wees niet nonchalant.
Wie een bedrijf heeft weet wat formulieren zijn.
Een bedrijf uitoefenen wil tegenwoordig Zeggen
een halve dag zaken doen cn de rest achter de
schrijftafel. Bureaucratie brrr. Een zakenman, een
landbouwer, ja allen zijn cr afkeerig van. Een
afkeerigheid die overgaat tot een buitengewoon
„nonchalant" zijn.
Een brief aan tante Griet blijft weken waghtcn
als het geen erfenis betreft, maar een formulier
en vooral een formulier van een Overheidsinstan
tie. Nou.iedereen weet het. Dan is het, vooruit
LANDBOUW.
VERSLAG van de gehouden ontwikkelingsdag van de
Vereniging van Oud-Leerlingen van het Land- en
Tulnbouwonderwijs op 14 Dec. 1945, nam. 3 uur.
De voorzitter dhr. A. H. Mijs opende deze vergadering
en sprak er zijn voldoening over uit dat na 5 jaar onder
breking er thans weer een ontwikkelingsdag gehouden kan
worden en dat hiervoor zo veel belangstelling was, een
teken dus dat „Excelsior" leeft.
De heer O. A. v. d. Waal uit Barendrecht hield nu cen
lezing over „Afzetmogelijkheid van pootaardappelen en
zaaizaden". Spreker begon met een stukje geschiedenis
van de aardappel te releveren. In 1560 werd de aardappel
vanuit Z.-Amerika in Europa ingevoerd' en kwam via
Engeland ook in ons land terecht. Zij deed eerst dienst als
sierplant in de Kon. tuinen en niet zelden zag men op de
feesten die aan het Hof gehouden werden de dames ver
schijnen met een aardappelbloempje in het haar. Als volks-
voedsel werd de aardappel eerst in 1750 populair. Toen de
hongersnood die er heerste door misgewas en runderpest
naar ander voedsel deed uitzien werd de aardappel voor
de consumptie geteeld cn langzamerhand werd de aard
appel volksvoedsel. Hij bleef echter een zorgenkind, want
dc opbrengsten verminderden snel cn spoedig was in
sommige streken de aardappel versleten. Zo ontstond de
handel in pootgocd. in 1904ishetde Fricsche Mij. van Land
bouw geweest die begonnen is met keuring van pootgoed.
Een reglement werd gemaakt en steeds nam de belang
stelling toe voor gekeurd pootgoed tot er in dc jaren na
1918 een inzinking kwam en men tot op het halve peil
daalde van voor 1918. Men kwam van 3000 op 1000 ha.
In de laatste jaren voor de tweede wereldoorlog verbouwde
men in Nederland 15—20000 ha, terwijl dit in 1945 steeg
tot 30000 ha. Zuid-Holland neemt daarbij de ongunstigste
plaats in. Groningen steeg echter en kwam van 652 ha
0p ij1200 ha in '44 en '45. Friesland verbouwde in '39
1300, in'43 10353 ha en in'44 11900 ha en in'45 9750 ha.
Voor dc andere gebieden zijn dc cijfers als volgt:
1939 1944 1945
Veenkoloniën 547 2470 ha
Drente1462 7000 5000
Overijssel 269 4500 3300
Noord-Holland 2485 7400 4750
Zuid-Holland 2385 1975 1630
(invloed van Inundatie)
Zeeland3780 3790
N.-Brabant1645 2650 2915
Voor Nederland zijn deze cijfers:
in 1933 23000 ha
1944 41000
1945 35000
In 1944 neemt /..-Holland dc 7de plaats in cn In 1945
dc 8ste plaats. VV'd zijn hierop de inundaties van invloed
geweest op de teelt van goedgekeurd pootgoed. maar tegen
over dc veenkoloniën bijv. neemt Z.-Holl. een slechte
plaats In. Z.-Holl. moet toch minstens gelijk komen tc
staan met dc Friese Kleistreken dat 10 12000 ha ver
bouwt, cn niet op dc 8ste of 4de plaats staan, maar op dc
2de plaats cn wanneer cr in 1946 in dc Wicringcrmecr
weer pootanrdappclco verbouwd kunnen worden op dc
3de plaats komen tc staan.
Dc belangstelling is In de afgelopen Jaren niet verflauwt.
Zelfs op de Zandgronden cn wel In dc Fricsche Wouden is
men onder leiding van Ir, Wlttcvccn in '43 begonnen met
pootaardappclen tc telen met cen gunstig resultaat, aldus
dc Plattelandspost van een dezer dagen.
Volgens spr. moet men dc keuring van dc aardappelen
uitbreiden. Het moet niet meer zo zijn dat dc gekeurde
oppervlakte even groot is als de ongekeurde oppervlakte
van de aardappelen die men verbouwt, want al neemt men
dan nog reglementair een strook van 10 m voor de besmet
ting, het is en blijft toch altijd prutswerk. De behoefte aan
pootgoed is groot en de afzetmogelijkheden gunstig. Van
daar dat spr. aanraadde in de geïnundeerde gebieden alles
zeker te keuren, ook al zal wat betreft voor de zoute polders
daar de teelt onder het normale blijven. In het algemeen
belang moet de teelt van gekeurd pootgoed worden op
gevoerd.
Rassenkeuze. Voor de export is de vraag naar Bintje
het allergrootst. Als no. 2 volgt de Eigenheimer en als
no. 3 Alpha en Furore.
Afzet. Het is de Holl. Mij. van Landbouw geweest die
in 1920 1 wagon inhoudende 70 mud Eigenheimers en
70 mud Red-Star uit de Hoeksche Waard verzond naar
Leuven en deze verkocht voor 5,per mud aan de Bel
gische Boerenbond. De vracht werd door de Holl. Mij. van
Landbouw betaald. Het gevolg was dat in het najaar van
1920 100 wagons pootaardappelen naar België werden ver
kocht. Dit is de eerste export. Later is dat opgelopen tot
130 en 150000 ton waarvan 90 naar België en Frankrijk
ging en de rest naar Italië, Spanje, Portugal en Brazilië en
Madeira.
In de oorlog werd alleen geleverd aan België en Frank
rijk en Duitschiand. In 1943 bedroeg dit voor België en
Frankrijk 60000 ton en voor Duitsland 210000 ton. Voor
1946 is de behoefte voor export 550000 ton, terwijl Neder
land de voorkeur heeft van leveren voor 150000 ton.
Volgens spr. moet Z.-Holland hiervan minstens 1 leveren.
De binnenlandse behoefte is door de inundatie groter
geworden, terwijl door het Kwekersbesluit dót inhoud dat
geen ongekeurd pootgoed verhandeld mag worden er op
moet worden gerekend dat dit de behoefte nog zal vergroten
daar volgens schatting ongeveer 40000 ton jaarlijks on
gekeurd verhandeld werd in Nederland. Door spreker is
deze winter eens een rendabilitietsrekening opgemaakt,
waaruit is komen vast te staan dat de teelt van gekeurd
pootgoed tot 10000 kg per ha opbrengst lonende is.
Wel geven bij de minimumprijzen en groen rooien de
klassen AA en AB enig verlies, doch bij het laten uitgroeien
van het gewas leveren zij 500,tot 600,per ha.
winst op.
Wat zal er nu bij een val van de prijzen gebeuren?
Volgens spr. behoeven wij niet bang te zijn voor over
productie en bovendien mogen de maten boven de 45 mm.
ook geleverd worden, zodat hierdoor de prijs wordt op
getrokken. Bij het vaststellen van de prijs wordt gerekend
met de maat tot 45 mm. Spr.»oople dat in 1946 dc land
bouwers hun gehele gewas voor c(e keuring zouden aan
geven.
Zaaizaden. In 1939'40 is berekend dat in ons land de
teelt van zaaizaad de tarwe en de erwten aan de top staan.
Van de rogge kunnen wij zelf voor cen derde ons zelf van
zaad voorzien, de gerst gaat behoorlijk cn aan haver
bestaat geen behoefte.
Ook hier is door het Kwekersbesluit de binneniandsche
behoefte gewijzigd.
Wat de export betreft vanaf 1920 werd zaajtarwe ge
ëxporteerd totdat de oorlog liet onmogelijk maakte.
Volgens spreker zullen wc ons wat het graan betreft
het beste kunnen toeleggen op de verbouw van zomergerst
aangezien de behoefte aan brouwgerst groot is.
Vlas. Hieraan is de behoefte groot. l\on men vroeger
behoorlijk zaad ongekeurd uitvoeren, in 1935 stelde
Frankrijk eisen aangaande het ingevoerde product. Dc
Kamer van Koophandel leverde toen bewijzen van lier-
komst, die het mogelijk maakten dat het zaad werd uit
gevoerd naar Frankrijk.
Men zal ook voor het lijnzaad moeten rekenen dat
gekeurd zaad de voorkeur geniet. Gezien de binnenlandse
behoefte zal er van export niets komen, daar deze 20000 ha
beloopt.
Jaarlijks wordt gezaaid S0009000 ha.
hiervan wordt 2200 ha jaarl. gekeurd.
's Avonds hield de WelEd. Gel. Heer Dr. J. Vcrseput
van Middclharnis cen lezing over: „Agrarische bedrijven
op Goeree en Overflakkee in den loop der tijden".
De geschiedenis van Flakkee gaat volgens spr. niet ver
terug. Wel zijn er in de Romeinse tijd enkele nederzettingen
geweest bij Ouddorp, wij vinden er niet veel van terug.
Vermoedelijk heeft men bestaan van de visserij. Omstreeks
1200 zijn in liet Oosten enkele platen ingedijkt waarop het
zoutbcdrijf werd uitgeoefend. Onder dc zandlaag zat cen
lang veen, die uitgegraven en verbrand werd, terwijl men
het zout dat op deze wijze verkregen werd in Briellc ver
kocht voor dc voedselvoorziening. Dit noemt men de
sclncring. Hierdoor kreeg men echter zakkende gronden,
vandaar dat men deze platen ging bedijken met z.g.n.
moerdijken, terwijl wanneer dc grond was uitgemoord men
deze weer verliet. Omdat hier echter veel land mede ver
loren ging, verboden omstreeks 1450 de vorsten deze scl
ncring. Dan worden dc platen door aanslibbing van zeeklei
steeds hoger en hoger en ging men deze indijken. Welke
producten dat men verbouwde moeten wij opmaken uit dc
tienden die men aan dc verschillende Heerlijkheden moest
afstaan cn dan vinden wij de lainmcrticndcn, en tienden
van liet graan, vlas, erwten, rapen cn meekrap. Dit blijft
ook tot dc 16de cn 17de eeuw zo.
Dc akkerbouw is op Flakkee dan ook no. 1Alleen boerde
men op dezelfde wijze als zijn vader hel had gedaan en wel
door liet systeem der vruchtwlsseling. Men had een bouw
plan van 7 jaren. Het 1ste jaar teelde men gerst of koolzaad,
iict 2de Jaar tarwe, liet 3de erwten, liet 4de meekrap, liet
5de erwten, liet 6de paardebonen, het 7de Jaar braakte
met het land. Men werkte met oude werktuigen.
De 18de eeuw wordt belangrijker wanneer de Franse tijd
daar Is. Dan stijgt de timveprljs. Kostte een hl tarwe in
1788 7,75, ill 1800 Is dat 15,15, terwijl In 1812 1 hl