I van der Meide Lan9,tWïfl B10 vdn uei mgiuc SOLV!MELSÜIJK nüjk sdijk ig) Uw B. H. LIIGEN. \GENS. Beëedigii Makel, ea Taxateur Ooroereade goede reu Belast zich gaarne met den aan- en ver koop, huur- en verhuur van huizen en landerijen; het bezorgen van eerste hypo theken: opmaken en indienen van succes sie-memories en verdere behandeling van boedels en nalatenschappen; de administra tie van onroerende goederen en hypo theken; het opmaken van huurcontracten en zoonoodig het indienen daarvan bij het Pachtbureau of bij de Pachtkamer. enz. Ons adres is veranderd. Voorheen was ons kantoor op Kaai No. 8. Vanaf heden is dit Stationsweg 23. Wilt U dit even aantekenen. 32 Fa. P. DE KORTE ZONEN Brandstoffen-, Draineerbuizen-en Hout handel OUDE TONGE, Telefoon 24. ZAAIT AR WE. Alle soorten ZAAITARWE. WINTER- GERST. org. Hamburger- en Lembkes- KOOLZAAD. fa. J. C. OSSEWEIJER 6 Zn. Dlrksland, Tel. 156. VOOR BOEKHOUDINGEN ADMINISTRATIES EN BELASTINGZAKEN NAAR M. DE GROOT (Gedipl. Boekhouder) WATERWEG E 44 MIDDELHARNIS- H.H. LANDBOUWERS. UIT VOORRAAD LEVERBAAR: Concurrent Zaailijnzaad. Zoo wel te velde als op partij gekeurd. Vroegtijdige bestelling gewenscht in Zaailijnzaad. 33 JOH. VERWEIJ Achterweg A 2$, NIEUWE TONGE Telefoon 13. H.H. LANDBOUWERS' Uit voorraad leverbaar in alle maten de van ouds bekende DRAIN EERBUIZEN op geldige bonnen. Geen moeilijkheden met Lw toewijzing. Schrijf ons even en wij maken het voor Li in orde. Levering over het gehele eiland. 54 Beleefd aabevelend, A. VAN N1EUWAAL, Draineerbuizenhandel, Den Bommel. Sub-agent voor West-Flakkec: G. v. NIEUWAAL. Binnenweg 143a. Melissant. Stichting voor Lijkbezorging „VOORZORG" BIJKANTOOR; M1DDELHARNIS A. BAART, Burgem. Boumanplein C 38 Telefoon 312. Begrafenissen, Transporten. UITVOERING; Indrnkwekkend - Plechtig - Piëteitvol Boekhouding. Belastingen Administratie en Acconntantskantoor W. A. DE BAKKER. Lid N. I.v.B. OUDDORP. (Voor het geheele eiland te ontbieden). WIE IS DAT die nieuwe zwaar eiken SPEKKU1PEN WASKUIPEN WASTOBBEN, enz. verkoopt? Natuurlijk bij oudst en vertrouwdst adres N. SMIT, Vatenhandel, Dlrksland. BODEDIENST op ROTTERDAM doorvoer door geheel Nederland. BESTELHUIZEN te ROTTERDAM: Bodehnis -De Valk". Aleidisstr. 31, Telef. 38277. Bodehnis -Van Hooten", Diergaarde singel 56, tel. 38266. BESTELHUIZEN TE: Ouddorp: Wed. Meijer, Nieuweweg 147. Goedereede: H. Dubbeld, Pieterstraat. Stellendam: J. Mastenbroek. Melissant: C. Goedegebuur, Slager. DirksJand: N. Zoon Pzn., Voorstraat, Nieuwe-Tonge L. Oudzegel, Korteweegje A 33. Oude-Tonge: W. J. Breeman, Rijwielhandel. Achthuizen: P. A. Pollemans, Winkelier. Ooitgenspiaat: P. Mans, Weespad 33. Den Bommel: P. Nachtegaal, Schoenhandei Stad a/'t Haringvl.:Adr. Mellaart, Voorstr. 117 Beleefd aanbevelend. Fa. J. BOTH Zoon, Middelharois - Tel. 93 KUNSTMEST 1945/1946 Binnenkort worden de kunstmest- bonnen uitgereikt. Voor U Uw bonnen afgeeft, informeert eerst bij mij naar prijzen, deze zijn beneden iedere con currentie. Levering uit voorraad, garan tie Rijkslandbouwproefstation Maas tricht, gedeeltelijke bijlevering van zak ken. Aanbevelend, 33 J. P. MAST DEN BOMMEL Belegd Uw geld goed! DRAINEREN geeft grote winst. Uw buizen hebben wij in voorraad 5-6-8 en 10 cM. buizen. Op Uw aanvraag zorgen wij voor een toewijzing, bellen Tel. 24. DRAINEERBUIZENHANDEL Fa DE KORTE Stationsweg 23 - Oude Tonge Te koop aangeboden EEN GOOTSTEEN BAK met 6 meter afvoerbuis. M. KAMERLING, Oostdijk 273, Sommelsdljk. EEN KAMERKACHEL, ook geschikt voor kantoor of winkel. Adres: j. DE KORTE, Oudelandschendijk 413', Sommelsdljk. EEN 12-DEELIG KONIJNENHOK, EEN AANHANGWAGENTJE voor tractor. Wil ook wel ruilen voor autobanden. J. GROE NENDIJK, Kade A 294, Sommelsdljk, Tel. 363. EEN HAARDKACHEL in goede staat. Inlichtingen G. v. NIEUWAAL, Binnenweg 143a, Melissant. Voor het verspreiden van CIRCULAIRES houdt onderstaand adres zich beleefd aanbevolen L. GROENENDIJK AGENT van „Opbouw" en „Trouw" Westdijk 305 Sommelsdijk. 5—4 VRIJDAG 28 DECEMBER 1945 Prijs per kwartaal f 1,50. Losse nummers f0,15. Advertentieprijs 14 cent per mm. Bij contract aanzienlijke korting. OPBOUW Christelijk-Nationaal Streekblad voor Goeree en Overflakkee EERSTE JAARGANG No. 35 Adres der Redactie en Administratie: ZANDPAD B 282 - MIDDELHARNIS Dit blad verschijnt iederen Vrijdag 9V" De Redactie en Admini stratie van „Opbouw wensen allen een gezegend 1946 toe. TERUGBLIK. Een bonte mengeling van gevoelens vervult ons, als we nu terugzien op het bijna vervlogen 1945. In zwarte nacht zette dit jaar in. Zwaar lagen de oordeelen Gods op de wereld, ook op ons land en volk. Hoe zwaar, drukte de looden vuist van de Duitsche tyran.Toenemende hongersnood waarde door ons vaderland en versloeg vooral in de groote steden zijn duizenden. Ja, het gebrek aan levens middelen begon zelfs door te dringen ook op ons eiland. Kouue en kleedmggebrek verergerden de ellende. En de angst, de benauwing van de mee- doogenlooze vijand hield allen in een gedurige beklemming. En hier op ons Flakkee, waar over een groot deel de eindelooze watervlakten u-ooste loos zich uitstrekten door de inundaties, hier bloedde en schrijnde nog versch de felle wonde, geslagen door de razzia's en de wegvoering van onze mannen en zonen van eind December 1944. Wel leefde in vele harten een sterk vertrouwen op de uiteindelijke overwinning der Geallieerde legers, die al maar oprukten en den vijand terug drongen. Bij velen lichtte de hoop op een komende bevrijding. Een deel van ons vaderland was immers reeds aan de vijanden ontrukt. Maar op de rest, het grootste deel van ons lancl, lag toch nog de ellende, die al nog grooter en dieper werd. Ons vaderland was in de volle verschrikkelijke zm van het woord frontgebied geworden; we lagen in de vuurlinie. Leed, angst, benauwing allerwege. Schrik van rondom. Waarlijk, 1945 werd in diepe donkerheid geboren, temidden van de zware oor deelen Gods. Maar als we nu om ons heen zien, staande aan het einde van dit jaar, dan past ons de belijdenis: Onze God heeft wonderen gedaan. De gang der gebeurtenissen in 1945 getuigt van Zijn onuit sprekelijke goedertierenheid, van Zijn macht tot uitredding, boven bidden en denken. Immers, op 5 Mei mocht de biijmare rond gaan: de Duitsche legers hebben onvoorwaarde lijk gecapituleerd! De wapens zijn neergelegd! Toen laaide door heel ons vaderland de overwel digende vreugde, de ongekende blijdschap: Wij Zijn vrij.' God gaf ons vrede, bevrijding. En in- tusschen, reeds spoedig, keerden de onzen voor het overgroote gedeelte terug uit vijandelijke slavernij. De honger werd wondersnel uit ons land verdreven. De verschrikkingen van den oor log waren voorbij. Ons Vorstenhuis keerde weder na jarenlange scheiding. Nu zijn onze velden weer drooggelegd, onze dorpen weer bevolkt of van vijanden gezuiverd. En ook heel ons volksleven, zoo ontredderd en ontwricht, is weer op de weg van vernieuwing en herstel. Zeker, de naweeën van de wereldoorlog zijn nog niet geheel verdwenen. Nog is de schaarschte niet overwonnen. In vele harten is bij de onder gang van dit jaar rouw om hen die nimmer weder keerden uit de Duitsche tewerkstelling. Vele zijn de gesneuvelden in de ondergrondsche strijd. Vele wonden schrijnen nog na. Aan de droeve adver tenties komt maar geen einde. Maar er is een hemelsbreed verschil tusschen het begin en het einde van 1945. Hoog boven al het andere verheft zich in onze harten dë loftoon: Wij zijn door 's Hoogsten arm 't geweld onttogen. Alleen Indië.In dat deel van ons Rijksgebied is de strijd nog niet uit. Nadat ook de Japanners tot onvoorwaardelijke overgave waren gedwongen, zoodat ook ons Indië werd bevrijd, ontbrandde daar de revolutie, de opstand van een deel der Indonesiërs. Wie zal de slachtoffers tellen die tengevolge van die troebelen intusschen reeds gevallen zijn? Duizenden leven daar nog dagelijks temidden van vele bedreigingen en verschrikkin gen. En de fanatieke~opstandelingen denken nog niet aan capitulatie, gestijfd als ze zijn door een Slappe houding der Geallieerde en Nederlandsche autoriteiten, die niet doortasten wilden toen het wellicht nog gekund had. Het werk der christelijke Zending ligt er neergeslagen, en de opstand ver wekt en ontketent een haat tegen het christendom, die nog lang Zullen nawerken. Inderdaad, Indië is nog een bron van zorgen. Zoo snelt 1945 ten einde. Waarlijk, de moeiten en zorgen ontbreken ook nu niet. En nu spraken we nog niet eens van de moeiten hier in ons land. De onbevredigende toestand op politiek gebied, de uiterst langzame terugkeer tot de grondwette lijke regeeringsvormen, de slepend langzame gang van zaken bij de berechting van politieke en economische misdadigers. De zorgwekkende geest van afval van den levenden God, de voortschrij dende ontkerstening, het ontbreken van een geest der dankbaarheid voor de ontvangen zegeningen Gods, de zucht naar genot- en vermaak, zonder bezinning en inkeering. En er ware nog zooveel te noemen. Neen, de donkerheden ontbreken niet. Maar, van hoeveel zonden en tekorten het ten ondergang neigende jaar ook getuige, hoeveel donkerheden ons nog drukken, toch, 1945 roept luide Gods goedheid uit. Wat in ons alles moge overstemmen zij de aanbidding der dankbaarheid: God deed ons, ook als volk, niet naar onze zonden. Hij gaf ons in zoo heel veel opzichten een jubeljaar. Lof zij Zijn goedertierenheid! Nope het ons om ernst te maken met de Psalm, zoo vaak in allerlei dank stonden gezongen dit jaar: Door 's Hoogsten arm 't geweld onttogen Zal ik, genoopt tot dankbaarheid Verschijnen voor Zijn heiige oogen Met offers aan Hem toegezeid. Ik zal, nu ik mag ademhalen Na zooveel bange tegenspoed, Al mijn geloften U betalen U, die in nood mij hebt behoed. OUDE JAAR. Hoe vaak zijt Gij dit jaar niet tot ons hart gekomen met leed en met geluk, met ziekten en met pijn. Maar ook: hoe vaak hebt Gij verdriet en kwaal genomen, en deed Uw stil bezoek ons stil en zalig zijn. En nu, 't is middernacht. O, mocht de wereld wijken met de omzwaai van de tijd. Daal, hemel, tot ons neer. Wij laten de aarde los, om zelf niet te bezwijken. Ontruk ons aan ons zelf en houdt ons vast, o Heer! Dit gedicht is van Willem de Mérode, den be- kendsten van onze jongere Protestantse dichters. Hij is gestorven in 1939. Zijn uiterst zwakke gc- ;ondheid stond hem niet toe, veel in persoonlijk contact te komen met andere jonge Christendich- ters. Toch werd hij door de vele^n vaak zeer goede verzen, die hij schreef, en door veel briefwisseling de man, die het sterkst onze hedendaagse letter kunde beïnvloedde. Zijn werk is in tal van bundels ruim onder ons volk verbreid. Wie bovenstaand gedicht enkele malen aandachtig doorleest, liefst op een rustig ogenblik ook eens hardop, zal waar schijnlijk geen behoefte gevoelen aan veel toelich ting. Het spreekt van de w .re Christelijke Oude- jaarsviering: bezinning, dankbaarheid, en voor de toekomst biddend vertrouwen Het volgende gedicht, eveneens van de Mérode, moge ons steunen bij de aanvang van het nieuwe jaar. Het spreekt vooral tot Jongeren onder ons. Onze levenshouding in 1946 moet bepaald worden door het vaste besef, dat wij Militia Christi, soldaten in dienst van Christus zijn, In Zijn Jeger is plaats voor allen, voor de vastberadenen, de enthousiasten, maar ook de tragen, de bangen, de twijfelaars. In Zijn dienst is -nodig jeugdig vuur, maar ook kalme vastberadenheid, bovenal het gebed, waarin allen zich geheel afhankelijk weten van Gods kracht. MILITIA CHRISTI. De jongren met wakende oogen En onbedorven gezicht, En harten vol mededoogen, En een hoofd dat de harde plicht Die zij gewillig volbrengen, Als goed en recht heeft doordacht: God ïl Zijn heilig werk volbrengen Doo een nieuw geslacht. En zij, die struiklend vluchtten En snel werden achterhaald, Verstekelingen, die duchten Voor straf; al wie hebben gefaald; De sluwen, en sloomen, en sluiken Voor wie God plotseling staat, Hij kan hen allen nog gebruiken Bij den bouw van Zijn Staat. De jongren die hunkren en rillen Naar een groote verandering, Maakt Hij tot wijzen en stillen, Bedachtzaam van handeling. Zij vechten, en bouwen mede En bidden in bloed en slijk Om 't groote wonder van den vrede, En Gpds komend rijk. WILLEM DE MÉRODE. Het Annexatieprobleem. Maandag 17 December hield Dr. Ir. Bakker- Schut voor het Wetenschappelijk Genootschap in de Concertzaal van Hotel Meijer een zeer sympathieke lezing over bovengenoemd onder werp. Sympathiek omdat spreker, hoewel zelf warm voorstander van annexatie van een stuk Duits grondgebied, een voordracht hield, waarin hij alle kanten van dit grote probleem in het juiste licht trachtte te stellen. Volstrekt objectief was hij niet, hetgeen in deze onmogelijk en zelfs onge wenst zou zijn. Spreker zei: Een juist standpunt in te nemen is zo moeilijk daar de zaak van zoveel kanten bezien kan worden. De oorlog is pas afgelopen en daardoor leven we nog onder de invloed van de haat, in die oorlog gekweekt. Spreker onderstreepte echter duidelijk, dat de haat in deze kwestie ceheel geweerd moet worden, want wij moeten een beslis sing nemen, waarmee onze kinderen, jaren later, zich geheel kunnen verenigen. 'De beslissing ligt geheel op het ter/ein dei- Buitenlandse politiek. Vóór Mei 1940 dachten wij niet internationaal, we voerden de neutraliteits politiek en daarom zijn wij, nu dit geheel anders geworden is, nog te weinig georiënteerd. En toch zal het Nederlandse volk spoedig tot een keuze moeten komen. Internationaal gezien waren er twee mogelijk heden: le. Duitsland weer in 't zadel te helpen; 2e. Het Duitse volk er blijvend onder houden. Nederland had in deze keuze niets te zeggen. De Grote Drie beslisten en kozen de tweede mogelijkheid. Stukken van Oost-Duitsland werden gevoegd bij Rusland, Polen en Tsjecho Slowakije, de rest werd verdeeld in bezettings-zönes en met de desindustrialisatie ten gunste der Geallieerden is reeds begonnen. De weg om Duitsland er onder te houden is ingeslagen en zal vooral door -Rusland wel streng doorgevoerd worden. Spreker wees erop, dat het een levensbelang voor Nederland is, dat het met Duitslands grootheid voor goed is afgelopen. Hitier veroorzaakte de oorlog niet, het was de Pruisische geest, die D. imperialistisch maakte. Nederland moet in deze politiek der Geallieer den een bijdrage leveren en dit kan door een ge deelte Duits grondgebied te annexeren of een gedeelte onder Nederlands beheer te stellen of beiden. Dit alles natuurlijk in overleg en samen werking met België en Frankrijk. Annexatie betekent dus verzwakking van Duits land. Behalve deze kunnen nog andere motieven worden aangevoerd n.l. de historie, het machts motief en de schadevergoeding. Er zijn delen van West-Duiisland, die vroeger onder het rijk der Nederlanden stonden. Denk b.v. aan de tijd toen er zelfs een Nederlandse bezetting was van Emmen tot Bonn. Daarbij kan dan nog gewezen worden op de cultuurgemeen schap, die er bestaat, dus Oost-Nederland en West-Duitsland. Dit kunnen echter geen motieven zijn die-leiden tot annexatie, want met geschiede nis kan alles bewezen worden. Flitler zei toch, dat in 1648, einde 80-jarige oorlog, Nederland los gemaakt werd van Duitsland. Grenzen zijn betrekkelijk veranderlijk en door toevallige factoren, zoals erfenis, dynastie ont staan. Een voorbeeld: Limburgs grens moest vol gens eis op een kanonschot afstand van de Maas liggen. Wat datrbetreft kunnen we dus wel annexe ren, er is niets veranderlijker dan de draagwijdte van een kanon. Neen, we moeten naar de toekomst zien. Het machtsmoticf heeft in het geheel geen waar de, is zelfs sterk af te keuren. Want indien het Nederlandse volk annexatie wenst, opdat zij mr er macht zal krijgen, is dat volk niets beter dan het Duitse. Dr. Bakker-Schut behandelde daarna uitvoerig het motief: Schadevergoeding. De finantiële schade, ontstaan door de oorlog, is onnoemelijk groot. Daarbij komt de schade of moreel gebied, die veel en veel groter is. De volks kracht is in ernstige mate aangetast en dit kan met geld niet goed gemaakt worden. Duitsland zou met drieërlei middelen de schade, al was liet slechts een zeer klein gedeelte, kunnen vergoeden, n.l.: le.' Door levering van grondstoffen, produc ten, geld; 2e. Door het verlenen van diensten; 3e. Door het afstaan van grond. De eerste mogelijkheid is slechts een theoreti sche. De afbetalingen der vorige oorlog hebben ons genoeg geleerd. Gezien de grote verwoestingen in deze oorlog van Duitsland zelf, kunnen we niet optimistisch zijn in onze verwachtingen. De tweede mogelijkheid is in 't geheel niet wenselijk. We hebben nu lang genoeg Duitsers gezien. Daarbij komt dat we misschien over enige jaren zelf met werkeloosheid te kampen zullen hebben. Het enige, indien Nederland een gedeelte van zijn schade vergoed wil hebben, is dus annexatie, tenminste indien dit voordeel oplevert. Spreker verwachtte van inlijving tweeërlei voor delen n.l. op korte en op lange termijn. Binnen korte tijd kan na annexatie onze beta lingsbalans, die nu ernstig verstrooid is, weer in evenwicht gebracht worden. De import zal verlaagd en de export verhoogd kunnen worden door de diverse producten, zoals kolen, bruinkool, zout, kali, petroleum, mergel, natuursteen, hout en agrarische producten, die het te annexeren gebied zal opleveren. De voordelen op lange termijn zijn echter van groter belang. Verwacht wordt dat in 1970 Neder- land's bevolking ongeveer IIV2 millioen zal zijn. Zal in ons land voor zo'n grote bevolking voldoen de werkgelegenheid zijn? De keuze wordt dan: grotere industrie, -emigratie, annexatie of sterke verarming. Spreker ziet weinig heil in uitbreiding dei- industrie. Zullen we voldoende afname der pro ducten vinden? Het is te betwijfelen, gezien de Amerikaansche grootindustrie. Emigratie is momenteel mogelijk, maar alleen een massa-emigratie kan helpen en ongetwijfeld zullen andere naties dan spoedig hun grenzen sluiten. En hoe zal het met Indië aflopen? Al wordt de Indische kwestie gunstig opgelost, waar op spreker vertrouwt, dan nog zullen naar Indië alleen intellectuelen of half-inteliectuelen emi greren. Door klimatologische factoren en geheel andere arbeidsverhoudingen is Indië voor den werkman niet gunstig. De oplossing ook voor deze moeilijkheid ziet spreker alleen in annexatie. Maar is dit op grond van overbevolking gerechtvaardigd? Vervallen we dan niet in dezelfde fouten van Japan, die ook expansie wenste voor zijn overbevolking? Overbevolking is een relatieve kwestie. Vóór Mei 1940 konden wij door onze grote welvaart en rijkdom, werkloosheid, dus overbevolking dra gen. Nu zijn wij door de oorlog, dus door de Duitsers straatarm geworden en kunnen ons niet meer een werkloosheid permiteren. Ook de indirecte gevolgen van de oorlog zullen zich doen gevoelen. 40 van onze vroegere export ging naar Duitsland, thans is dit in die mate afgelopen. Welke gevolgen zal dit hebben b.v. voor een stad als Rotterdam. Het is dus vol-1 komen gerechtvaardigd indien we op deze gronden annexatie verlangen. Economisch noodzakelijk cn op rechtsgronden gerechtvaardigd, maar moreel verantwoord Spreker is voorstander van een totale evacuatie van het D. volk uit het te annexeren gebied. Daar door zal echter de grensbevolking de straf dragen voor het gehele Duitse volk. Dit zou niet billijk zijn en daarom zal de nieuwe Duitse staat deze mensen schadeloos moeten stellen. Voor hen moe ten nieuwe bestaansmogelijkheden geschapen worden en dit kan in de Noord-Duitse laagvlakte. Daar kunnen nog uitgestrekte velden in cultuur gebracht worden. Indien echter alle grens-naties de bevolking naar kern-Duitsland zullen doen verplaatsen, wordt het daar dan geen opeenhoping, dus over bevolking? Duitsland heeft in de oorlog 6 a 7 millioen inwoners verloren, waarvan velen in de bloei van hun leven. De gevolgen voor de toekomst zijn zodanig, dat het Duitse volk de eerste jaren sterk in aantal zal verminderen. Indien het econo mische leven in kern-Duitsland weer enigszins opgebouwd zal zijn, is voor overbevolking niet te vrezen. De meeste Nederlanders zijn zo bang voor de gevreesde haat en revanche-gedachten van Duits land. De geschiedenis heeft ons dit toch geleerd. „Neen", zegt Dr. Bakker-Schut, de oorlogen met Duitsland in 1870, 1914 en 1939 zijn niet begonnen omdat een gedeelte van het Duitse volk of land onder vreemde heerschappij stond. De hoofd oorzaak ligt in de Pruisische geest van macht- en hoogmoed-waanzin. Het werd wel als motief voor een oorlog aangewend. En trouwens, komt er weer oorlog, dan kan Nederland zich toch niet meer afzijdig houden, de neutraliteitspolitiek heeft afgedaan. Indien tenslotte tot annexatie wordt besloten, zou Nederland met zijn arbeidskrachten en machi nerieën voor de exploitatie kunnen zorg dragen? 1 Vele boerenzoons hebben zich reeds gemeld, Jleen zal in verband met het tekort aan land arbeiders wel moeilijkheden kunnen rijzen, hoewel we de toestand van heden niet als maatgevend kunnen beschouwen Eventueel kunnen Duitse arbeiders daar blijven wonen. Daarbij komt dat toch alleen door streng doorgevoerde mechanisatie de landbouw lonend gemaakt kan worden. Dezelfde moeilijkheden, alleen in grotere mate, zullen ontstaan wat betreft de mijn-arbeiders. De mogelijkheid bestaat echter dat Poolse mijn werkers worden aangetrokken en men gebruik zal kunnen maken van Duitse grensga'ngers. SCHRIFTOVERDENKING. TERUGBLIK EN VOORUITZICHT (bij de jaarwisseling). De last van Duma. Men roept tot mij uit Seïr: Wachter, wat is er van den nacht; wachter, wal is er van den nacht De wachter zeideDe morgenstond is gekomen, en hel is nog nacht; wilt gijlieden vragen, vraagt; keert weder, komt. Jesaja 21 11, 12. I11 de profetische boeken van het Oude Testa ment merken we telkens op, dat de profeten niet alleen de zuiver-geestelijke dingen bespreken, maar ook de gebeurtenissen van het dagelijksche leven stellen onder het licht van Gods Woord. Daarbij zijn het dan niet enkel de binnenland- sche aangelegenheden, die hun aandacht trekken, maar evenzeer nemen zij nota van de toestanden in het buitenland. Daarom zijn verschillende profetiën ook recht streeks tot de omwonende volkeren gericht, ja het blijkt zelfs dat men vanuit het heidensche buiten land contact zoekt om naar Jesaja's inzicht in het wereldgebeuren te vragen. .Volgens de hierboven afgedrukte tekst zijn er menschen uit Seïr gekomen die zich tot Jesaja wenden met de vraag: „Wachter, wat is er van den nacht?" De beeldspraak is duidelijk. Wij spreken ook nu van den nacht der tijden, als we een somber tijdperk bedoelen. En wat antwoordt Jesaja? Zegt hij: „Voor u heb ik geen woord, ga naar uw heidensche waarzeg gers. Zoek uw eigen afgoden". Neen, hoor. Vol ernst klinkt de stem van den profeet: „De morgenstond is gekomen en het is nog nacht". Zooals het in de natuur, na een don kere nacht, zoo heel lang donker kan blijven en het licht maar niet doorbreekt, zoo profeteert Jesaja ook over de wereldtoestand van zijn tijd. Het lijkt wel alsof de dageraad van een nieuwe toekomst is aangebroken, maar het blijft nog don ker. Het is nóg nacht! Weinig moedgevend is Jesaja's woord. Maar dan vervolgt hij: „Wilt gijlieden vragen, vraagt; keert weder, komt". Er is geen reden tot wanhoop. Ze behoeven niet troosteloos naar Seïr terug te keeren. Want als zij weer nieuwe vragen hebben, kunnen zij opnieuw komen. Ook nu zijn er tal van vragen met het oog op de toestand in het binnen- en buitenland. Want al is het jaar 1945 eindelijk het vredesjaar geworden, het is toch ook een jaar geweest van onnoemelijk veel leed. En nog ziet alles er zoo donker uit. Wel is het oorlogsgeweld nu ten einde. Op de slagvelden vloeit het bloed niet meer. De ver drukkingen van de overwonnen volken in de be zette gebieden zijn nu achter de rug. Maar toch is er nog zoo'n groote spanning en de vreugde over den vrede wordt gedurig getem perd. De toestand in ons rijk buiten Europa is nog allesbehalve rooskleurig, en ook de politieke hemel in Europa is onheilspellend donker. We hadden gehoopt op den morgenstond der bevrijding met liefelijke zonneschijn, maar het blijft nog allerwege duister. Ook nu komt de vraag: „Wachter, wat is er van den nacht?" Daarop moet de prediker een antwoord geven. Neen, we sturen u niet weg, als ge komt niet uw vragen. Maar we bereiden u er op voor: ons ant woord kan niet optimistisch klinken. Want ook nu is de morgenstond gekomen. Maar: hei is nóg nacht. Donkerheid bedekt de aarde, duisrernis de volken. Dat is geen moedgevende boodschap. Maar het is de waarheid, die niet altijd even prettig is om te hooren. Doch nu moet ge voor één ding oppassen. Dat ge nu niet moedeloos het vragen opgeeft. Neen, nu moet ge juist doorgaan met vragen. Vraag nu ook wat de oorzaak van al deze ellende is. Vraag, hoe er ooit verandering kan komen. Kom nog eens terug. Dan zult ge hooren, dat de oorzaak van alle donkerheid in deze wereld is: de zonde, waarmee wij ons van den God des lichts hebben afgekeerd. Wij hebben de duisternis liever gehad dan het licht. En als wij daarin doorgaan, dan blijft het donkere nacht. Dan gaan wij met de wereld onder in de buitenste duisternis. Echter, juist vóór de jaarwisseling herdachten wij op Kerstfeest het feit, dat in de nacht der tijden het Licht der lichten is opgegaan. Christus, die het Licht der wereld is, is verschenen, opdat wij in de duisternis niet zouden wandelen, maar het licht des levens hebben. Komt tot dat schijnsel, alle volken. En gij, mijn ziele, bidt het aan. Komt dan tot dien Heiland, met uw vragen. Moet ge bij de terugblik op het jaar 1945 zelf zeggen, dat ge zonder God en zonder Christus hebt geleefd, ja, dan blijft het donker voor u, als ge ook 1946 zoo ingaat. Maar: „keert weder", staat er in onze tekst. Dat kan ook vertaalt worden: Bekeert u. Keer af van den weg der zonde die naar de eeuwige duisternis leidt. Keer weder tot den Heere en tot Zijn Woord. Anders zult ge geen dageraad zien. (Jesaja 8 20). Nog laat de Heere Zijn Woord schijnen als een licht in de duistere plaats dezer wereld. Nog klinkt ook voor deze meditatie de roepstem tot bekeering. Alleen door een echt Wederkeeren tot God met al uw vragen, uw zorgen, uw moeilijkheden, uw verdriet, maar bovenal met al uw zonde en schuld zal het licht worden in uw ziel. Dan gaat ge het licht tegemoet. De dageraad der eeuwigheid breekc aan. Wat is dat vooruitzicht heerlijk! Oude Tonge. Th. G. VOLLEBREGT. maar, zet maar „wat" op. Daar heb je nou bijv. de omzetbelastingaatigihe. Niet dat gewone biljet, dat eens per jaar, per kwartaal of per maand wordt toegezonden, neen, maar dat andere, dat op grond van de zoo bekende buitengewone aangifte werd verstrekt. Vooral landbouwers, kijkt hierbij uit! Anders is er groote kans dat U te veel betaald, als U tenminste zoo maar „wat" opzet. Gevraagd wordt zoo onnoozelweg wat U te weinig hebt opgegeven. En juist omdat in de aan hef van dit formulier wordt gesproken over de „bijzondere aangifte" kan de fout worden begaan te veel op te geven. Niet moet hierop verteld wor den wat in totaal is verzwegen, tijdens de bezetting, zooals dit voor de inkomstenbelasting noodig was. Opgegeven moet worden de belastbare ontvangst voor de Omzetbelasting. Vooral bij de landbouwers kan dit een groot verschil uitmaken. Ontvangsten van levering aan de veiling, van granen, suiker fabrieken etc. zijn vrij. Het gaat dus niet op, zooals zooveel gedaan wordt, eenvoudig weg de zelfde bedragen over te nemen als dat voor de bijzondere aangifte is gedaan. Let U hierop? Dus... even achter het bureau. Even uitkienen en niet maar „wat" opzetten. Een beetje doordenken en U ver dient er mee, werkelijk. W. A. de B. Wees niet nonchalant. Wie een bedrijf heeft weet wat formulieren zijn. Een bedrijf uitoefenen wil tegenwoordig Zeggen een halve dag zaken doen cn de rest achter de schrijftafel. Bureaucratie brrr. Een zakenman, een landbouwer, ja allen zijn cr afkeerig van. Een afkeerigheid die overgaat tot een buitengewoon „nonchalant" zijn. Een brief aan tante Griet blijft weken waghtcn als het geen erfenis betreft, maar een formulier en vooral een formulier van een Overheidsinstan tie. Nou.iedereen weet het. Dan is het, vooruit LANDBOUW. VERSLAG van de gehouden ontwikkelingsdag van de Vereniging van Oud-Leerlingen van het Land- en Tulnbouwonderwijs op 14 Dec. 1945, nam. 3 uur. De voorzitter dhr. A. H. Mijs opende deze vergadering en sprak er zijn voldoening over uit dat na 5 jaar onder breking er thans weer een ontwikkelingsdag gehouden kan worden en dat hiervoor zo veel belangstelling was, een teken dus dat „Excelsior" leeft. De heer O. A. v. d. Waal uit Barendrecht hield nu cen lezing over „Afzetmogelijkheid van pootaardappelen en zaaizaden". Spreker begon met een stukje geschiedenis van de aardappel te releveren. In 1560 werd de aardappel vanuit Z.-Amerika in Europa ingevoerd' en kwam via Engeland ook in ons land terecht. Zij deed eerst dienst als sierplant in de Kon. tuinen en niet zelden zag men op de feesten die aan het Hof gehouden werden de dames ver schijnen met een aardappelbloempje in het haar. Als volks- voedsel werd de aardappel eerst in 1750 populair. Toen de hongersnood die er heerste door misgewas en runderpest naar ander voedsel deed uitzien werd de aardappel voor de consumptie geteeld cn langzamerhand werd de aard appel volksvoedsel. Hij bleef echter een zorgenkind, want dc opbrengsten verminderden snel cn spoedig was in sommige streken de aardappel versleten. Zo ontstond de handel in pootgocd. in 1904ishetde Fricsche Mij. van Land bouw geweest die begonnen is met keuring van pootgoed. Een reglement werd gemaakt en steeds nam de belang stelling toe voor gekeurd pootgoed tot er in dc jaren na 1918 een inzinking kwam en men tot op het halve peil daalde van voor 1918. Men kwam van 3000 op 1000 ha. In de laatste jaren voor de tweede wereldoorlog verbouwde men in Nederland 15—20000 ha, terwijl dit in 1945 steeg tot 30000 ha. Zuid-Holland neemt daarbij de ongunstigste plaats in. Groningen steeg echter en kwam van 652 ha 0p ij1200 ha in '44 en '45. Friesland verbouwde in '39 1300, in'43 10353 ha en in'44 11900 ha en in'45 9750 ha. Voor dc andere gebieden zijn dc cijfers als volgt: 1939 1944 1945 Veenkoloniën 547 2470 ha Drente1462 7000 5000 Overijssel 269 4500 3300 Noord-Holland 2485 7400 4750 Zuid-Holland 2385 1975 1630 (invloed van Inundatie) Zeeland3780 3790 N.-Brabant1645 2650 2915 Voor Nederland zijn deze cijfers: in 1933 23000 ha 1944 41000 1945 35000 In 1944 neemt /..-Holland dc 7de plaats in cn In 1945 dc 8ste plaats. VV'd zijn hierop de inundaties van invloed geweest op de teelt van goedgekeurd pootgoed. maar tegen over dc veenkoloniën bijv. neemt Z.-Holl. een slechte plaats In. Z.-Holl. moet toch minstens gelijk komen tc staan met dc Friese Kleistreken dat 10 12000 ha ver bouwt, cn niet op dc 8ste of 4de plaats staan, maar op dc 2de plaats cn wanneer cr in 1946 in dc Wicringcrmecr weer pootanrdappclco verbouwd kunnen worden op dc 3de plaats komen tc staan. Dc belangstelling is In de afgelopen Jaren niet verflauwt. Zelfs op de Zandgronden cn wel In dc Fricsche Wouden is men onder leiding van Ir, Wlttcvccn in '43 begonnen met pootaardappclen tc telen met cen gunstig resultaat, aldus dc Plattelandspost van een dezer dagen. Volgens spr. moet men dc keuring van dc aardappelen uitbreiden. Het moet niet meer zo zijn dat dc gekeurde oppervlakte even groot is als de ongekeurde oppervlakte van de aardappelen die men verbouwt, want al neemt men dan nog reglementair een strook van 10 m voor de besmet ting, het is en blijft toch altijd prutswerk. De behoefte aan pootgoed is groot en de afzetmogelijkheden gunstig. Van daar dat spr. aanraadde in de geïnundeerde gebieden alles zeker te keuren, ook al zal wat betreft voor de zoute polders daar de teelt onder het normale blijven. In het algemeen belang moet de teelt van gekeurd pootgoed worden op gevoerd. Rassenkeuze. Voor de export is de vraag naar Bintje het allergrootst. Als no. 2 volgt de Eigenheimer en als no. 3 Alpha en Furore. Afzet. Het is de Holl. Mij. van Landbouw geweest die in 1920 1 wagon inhoudende 70 mud Eigenheimers en 70 mud Red-Star uit de Hoeksche Waard verzond naar Leuven en deze verkocht voor 5,per mud aan de Bel gische Boerenbond. De vracht werd door de Holl. Mij. van Landbouw betaald. Het gevolg was dat in het najaar van 1920 100 wagons pootaardappelen naar België werden ver kocht. Dit is de eerste export. Later is dat opgelopen tot 130 en 150000 ton waarvan 90 naar België en Frankrijk ging en de rest naar Italië, Spanje, Portugal en Brazilië en Madeira. In de oorlog werd alleen geleverd aan België en Frank rijk en Duitschiand. In 1943 bedroeg dit voor België en Frankrijk 60000 ton en voor Duitsland 210000 ton. Voor 1946 is de behoefte voor export 550000 ton, terwijl Neder land de voorkeur heeft van leveren voor 150000 ton. Volgens spr. moet Z.-Holland hiervan minstens 1 leveren. De binnenlandse behoefte is door de inundatie groter geworden, terwijl door het Kwekersbesluit dót inhoud dat geen ongekeurd pootgoed verhandeld mag worden er op moet worden gerekend dat dit de behoefte nog zal vergroten daar volgens schatting ongeveer 40000 ton jaarlijks on gekeurd verhandeld werd in Nederland. Door spreker is deze winter eens een rendabilitietsrekening opgemaakt, waaruit is komen vast te staan dat de teelt van gekeurd pootgoed tot 10000 kg per ha opbrengst lonende is. Wel geven bij de minimumprijzen en groen rooien de klassen AA en AB enig verlies, doch bij het laten uitgroeien van het gewas leveren zij 500,tot 600,per ha. winst op. Wat zal er nu bij een val van de prijzen gebeuren? Volgens spr. behoeven wij niet bang te zijn voor over productie en bovendien mogen de maten boven de 45 mm. ook geleverd worden, zodat hierdoor de prijs wordt op getrokken. Bij het vaststellen van de prijs wordt gerekend met de maat tot 45 mm. Spr.»oople dat in 1946 dc land bouwers hun gehele gewas voor c(e keuring zouden aan geven. Zaaizaden. In 1939'40 is berekend dat in ons land de teelt van zaaizaad de tarwe en de erwten aan de top staan. Van de rogge kunnen wij zelf voor cen derde ons zelf van zaad voorzien, de gerst gaat behoorlijk cn aan haver bestaat geen behoefte. Ook hier is door het Kwekersbesluit de binneniandsche behoefte gewijzigd. Wat de export betreft vanaf 1920 werd zaajtarwe ge ëxporteerd totdat de oorlog liet onmogelijk maakte. Volgens spreker zullen wc ons wat het graan betreft het beste kunnen toeleggen op de verbouw van zomergerst aangezien de behoefte aan brouwgerst groot is. Vlas. Hieraan is de behoefte groot. l\on men vroeger behoorlijk zaad ongekeurd uitvoeren, in 1935 stelde Frankrijk eisen aangaande het ingevoerde product. Dc Kamer van Koophandel leverde toen bewijzen van lier- komst, die het mogelijk maakten dat het zaad werd uit gevoerd naar Frankrijk. Men zal ook voor het lijnzaad moeten rekenen dat gekeurd zaad de voorkeur geniet. Gezien de binnenlandse behoefte zal er van export niets komen, daar deze 20000 ha beloopt. Jaarlijks wordt gezaaid S0009000 ha. hiervan wordt 2200 ha jaarl. gekeurd. 's Avonds hield de WelEd. Gel. Heer Dr. J. Vcrseput van Middclharnis cen lezing over: „Agrarische bedrijven op Goeree en Overflakkee in den loop der tijden". De geschiedenis van Flakkee gaat volgens spr. niet ver terug. Wel zijn er in de Romeinse tijd enkele nederzettingen geweest bij Ouddorp, wij vinden er niet veel van terug. Vermoedelijk heeft men bestaan van de visserij. Omstreeks 1200 zijn in liet Oosten enkele platen ingedijkt waarop het zoutbcdrijf werd uitgeoefend. Onder dc zandlaag zat cen lang veen, die uitgegraven en verbrand werd, terwijl men het zout dat op deze wijze verkregen werd in Briellc ver kocht voor dc voedselvoorziening. Dit noemt men de sclncring. Hierdoor kreeg men echter zakkende gronden, vandaar dat men deze platen ging bedijken met z.g.n. moerdijken, terwijl wanneer dc grond was uitgemoord men deze weer verliet. Omdat hier echter veel land mede ver loren ging, verboden omstreeks 1450 de vorsten deze scl ncring. Dan worden dc platen door aanslibbing van zeeklei steeds hoger en hoger en ging men deze indijken. Welke producten dat men verbouwde moeten wij opmaken uit dc tienden die men aan dc verschillende Heerlijkheden moest afstaan cn dan vinden wij de lainmcrticndcn, en tienden van liet graan, vlas, erwten, rapen cn meekrap. Dit blijft ook tot dc 16de cn 17de eeuw zo. Dc akkerbouw is op Flakkee dan ook no. 1Alleen boerde men op dezelfde wijze als zijn vader hel had gedaan en wel door liet systeem der vruchtwlsseling. Men had een bouw plan van 7 jaren. Het 1ste jaar teelde men gerst of koolzaad, iict 2de Jaar tarwe, liet 3de erwten, liet 4de meekrap, liet 5de erwten, liet 6de paardebonen, het 7de Jaar braakte met het land. Men werkte met oude werktuigen. De 18de eeuw wordt belangrijker wanneer de Franse tijd daar Is. Dan stijgt de timveprljs. Kostte een hl tarwe in 1788 7,75, ill 1800 Is dat 15,15, terwijl In 1812 1 hl

Krantenbank Zeeland

Opbouw | 1945 | | pagina 1